Helgoland, 1939, Helgoland, het versterkte eiland aan den Duitsche westkust. De vermetele aanvallen van Britsche vliegers op Duitsche oorlogsbodems in de Bocht van Helgoland liggen eenieder nog versch in het geheugen. Het zijn even zoovele staaltjes van durf en moed, als men weet, dat Helgoland, sind Hitler aan het bewind kwam, wederom versterkt is, en door de Duitschers oninneembaar wordt geacht. Helgoland bestaat voornamelijk uit brokkelig zandsteen, en moet voortdurend door zware betonmuren beschermd worden om door het zeewater niet geheel te worden ondermijnd en uitgehold. Het eiland heeft een bevolking van ongeveer 2000 zielen en bezit 'n zekere vermaardheid als bad- en vacantie-plaats. Gedurende de middeleeuwen voerden de hertogen van Sleeswijk-Holstein de schepter over dit waardevolle eiland; in 1807 kwam het in Britsche handen en werd toen krachtig versterkt. Engeland ruilde het in 1890 met Duitschland voor Zanzibar. Overeenkomstig het verdrag van Versailles werden de fortificaties in 1920 geslecht. De Engelschen beweren thans dat Helgoland weinig of geen strategische waarde heeft en te klein is voor een vliegtuigbasis. Ze zien in de geweldige forten niets anders dan verdedigingswerken voor de mondingen van de Elbe en den Wezer, die door de natuur reeds voldoende beschermd zijn om met succes door de Britsche zeestrijdkrachten te kunnen worden aangevallen