Ons Zeeland 1927, nummer 34

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE BEVELANDSCHE WEEK

Over onze slechte verbindingen; wil en samenwerking gewenscht; de onbewaakte overweg en de bliksem; kermis in Goes; over kunst die aftrek had.

Een geliefkoosd gezegde, ook in den tegenwoordigen tijd nog, is: "Dat kan nu eenmaal niet anders". Als men deze woorden bezigt, legt men zich in filosofische berusting, zeer dikwijls uit gemakzucht, neer bij een bestaanden toestand, die men blijkbaar niet prettig acht.

"Dat kan nu eenmaal niet anders", wordt ook in onze provincie meermalen gehoord. Vroeger was dat trouwens al zoo. Toen er nog geen vaste verbinding met Noord-Brabant was, dacht en sprak men: "Dat kan nu eenmaal niet anders", men berustte en vermoedde dat zooiets nu eenmaal bij Zeeland behoorde.

Totdat enkelen het initiatief namen, een dam verstevigden en een spoorlijn legden!

Zoo zijn er tal van werken in den loop der jaren uitgevoerd, die bewezen hebben, dat "iets vrijwel altijd kan", als de wil er maar is.

Een van de zaken, die men veelal noodwendig aan de waterrijke Zeeuwsche provincie verbonden acht, is het langzame verkeer. Men gelooft dat Zeeland en "langzaam reizen" synoniem zijn, men is er algemeen van overtuigd, dat de verschillende deelen der provincie nu eenmaal niet vlugger bereikt kunnen worden dan momenteel het geval is.

"Dat kan nu eenmaal niet anders", in Zeeland zal men steeds veel tijd noodig hebben om van het eene eiland naar het andere te komen. "'t Zit 'm in 't water", zoo luidt ongeveer de algemeene opinie, die, als men aan de oude verbinding met Noord-Brabant denkt, zeer dwaas in de ooren klinkt.

Als de wil er maar is om de verbindingen te verbeteren, dan zal het slakkengangetje van het Zeeuwsche verkeer weldra tot het verleden behooren.

Het Bevelandsche Statenlid, de heer Jac. Welleman, heeft dezer dagen in de pers nog eens de aandacht op het Zeeuwsche verkeer gevestigd, en er aan herinnerd, dat bij namens de Vrijz. Dem. fractie in de jongste Statenzitting een motie indiende, die de instelling van een verkeers-commissie beoogt. Het begin van de wil tot verbetering is er dus reeds. Dat nu ook het vervolg kome, dat afhangt van de medewerking van verschillende officieele instellingen als Z. L. M., Kamer van Koophandel enz. Zoo eendrachtig wordt samengewerkt zal het gezegde: "Dit kan nu eenmaal niet anders", voor zoover het ons interlocale verkeer betreft, spoedig uit de wereld zijn.

x

In de afgeloopen week is de aandacht weer eens gevestigd op de onbewaakte overwegen door een ongeluk, dat den 50-jarigen landarbeider C. van Haveren te Kloetinge het leven kostte. Toen deze, die zeer doof was, op een middag naar zijn werk fietste, verzuimde hij, alvorens den onbewaakten overweg te Kloetinge te passeren, naar een mogelijken trein uit te zien. Van H. reed tegen den mailtrein op en werd vermorzeld.

Natuurlijk bleef de critiek op de onbewaakte overwegen niet achter. In dit geval was zij echter geheel ongemotiveerd, omdat niet de spoorweg, doch het slachtoffer zelf oorzaak van het droeve ongeval was. Het uitzicht liet niets te wenschen over, het was v. H. bekend, dat de overweg onbewaakt was, hij had dus moeten controleeren of de weg veilig was.

Nu kan de "men" weer beweren: "alles goed en wel, maar spoorwegen dienen bewaakt te worden", doch dan draaien we in een cirkeltje rond. Er zijn onbewaakte overwegen en we hebben daarmee rekening te houden door op ons zelf te passen.

Een tweede ongeluk in de Bevelanden werd veroorzaakt door bliksem, die in den Goesche polder een landbouwerszoon en twee paarden trof, welke op het land werkzaam waren. De dieren werden gedood, doch de landbouwer kwam met lichte verwondingen vrij.

x

In Goes trekt de jaarlijksche kermis weer duizenden, die aan het oude vermaak komen offeren, wat een bewijs is, dat de kermis nog niet zoo dicht bij het einde staat als sommigen doen voorkomen. Ondanks het weinig belovende resultaat voor den landbouw, verwisselt menige gulden de boerenbeurs voor het laadje van den kermis-exploitant. Gelegenheid om het geld te doen rollen is er te over. Vergeleken bij de vorige kermis is deze van 1927 zelfs een zeer uitgebreide te noemen. Zouden de kermisklanten in 1926 zoo veel verdiend hebben, dat ze concurrenten aanmoedigden de Goesche week van vermaak vooral niet te verzuimen?

De ganzenstad zette de kermis in met een circus, dat vroeg genoeg kwam om de room van de kermismelk te snoepen. Circussen zijn in dit land van paarden steeds geliefd geweest en zoo wekte het geen verwondering, dat het paardenspel Van Bever vele avonden honderden gasten onder zijn linnen tent herbergde. Zeer groot was dit circus niet, doch wat er vertoond werd mocht gezien worden. Jammer dat het programma meer variété-nummers dan echte oude circus-attracties vermeldde. Ook het paardenspel schijnt met den tijd mee te moeten.

x

Belangwekkender dan circus en kermis bleek de "Groote Parade", de film, die ons den oorlog in herinnering brengt, en die behalve een prachtige propaganda voor den vrede, een schitterend voorbeeld van artistieke filmkunst is. Een Amerikaansch product, waarin eindelijk met de typisch-Amerikaansche filmnonsens gebroken is, en dat, wat kunstwaarde betreft, in Duitsche studio's vervaardigd zou kunnen zijn.

De "Groote Parade" heeft bijna een week lang in het Schuttershof gedraaid en alle voorstellingen waren zoo goed als "uitverkocht".

Voor het eerst in de ganzenstad dus eens een kunstwerk, dat niet genegeerd werd. Hoe komt het, dat deze kunst in Goes honderden trok, terwijl andere over het hoofd wordt gezien?

Danken we dit de reclame, die de roem van de film van de daken verkondigde? A. M. D.

DE KALENDER DER NOORDGROEP

Strijd voor staatspensioen in Renesse; over een verdienstelijk musicus; hoe de electrificatie er hier voor staat.

Wie meenen mocht, dat de strijd voor Staatspensioen in onze dagen, nu Ouderdoms- en Invaliditeitswetten in werking zijn, is uitgestreden, vergist zich, al is, het valt niet te ontkennen, het felle strijdvuur onder de leuze: "Op voor oud en arm" wel een beetje aan het smeulen geraakt. Maar dat het nog leeft, is kort geleden op Schouwen op duidelijke wijze gebleken, toen door de federatie van den Bond voor staatspensionneering "Schouwen-Duiveland" in een weide onder het lommerrijke Renesse een meeting werd gehouden, die druk bezocht was. De Burgemeester dezer gemeente verwelkomde ten gemeentehuize de verschillende sprekers.

waarna de stoet, voorafgegaan door muziek en voorzien van vaandels en banieren opmarcheerde naar het afgebakende terrein, waar de heer Bouter uit Zierikzee, die meermalen stem en pen aan de goede zaak heeft gewijd, het aanwezige publiek het doel dezer meeting uiteenzette. De Bondspropagandist, de heer Ossewaarde, stelde de wordingsgeschiedenis van den Bond duidelijk in het licht en deed helder uitkomen, dat de politiek het Staatspensioen in het moeras heeft geholpen en zij de schuld is van het geringe succes van den Bond. De heer G. L. Jansen (Perio), de laatste overlevende der vier Bondsoprichters, vergeleek in zijn rede over: "Zij die heengaan", de armenhuizen in Nederland's Hoofdstad, met de inrichting der intieme tehuizen voor de armen en ouden van dagen in het veel armere Denemarken. Hij noemde het een maatschappelijke schande, dat in onze Christelijke samenleving ouden van dagen in een sfeer van armoede en kommer, een leven voortsukkelen en geen gelukkig en intiem gezinsleven vinden, zooals dat in de tehuizen in Denemarken aangetroffen wordt. De heer Dorhout, lid van het hoofdbestuur, wekte in een zakelijke en vurige rede over: "Als de avond daalt", en aan de hand van vele ervaringen, vooral de jongeren op, mede te helpen aan den goeden strijd om, door premievrij Staatspensioen, naast den eerbied voor de ouden van dagen, ook de zorgen van dezen te verrichten en de moeden en afgematten, een rustigen en aangenamen levensavond te verschaffen.

Aan den 70-jarigen Perio, den onvermoeiden, krachtigen strijder voor het Staatspensioen, gedurende 27 jaren, werd door de verschillende sprekers een eeresaluut gebracht en een fraai bloemstuk aangeboden door een dochtertje van een bekend raadslid uit bovengenoemd dorp. Muziek en zang luisterden dezen welgeslaagden landdag, die veel bezoekers trok, op.

x

Op 75-jarigen leeftijd overleed kort geleden te Zierikzee, de heer S. Klimmerboom, die gedurende 32 jaren als organist der Nieuwe Kerk, als klokkenist en als directeur van het stedelijk muziekkorps "Kunst en Eer" is werkzaam geweest.

In alle genoemde betrekkingen heeft de overledene zich doen kennen als een ijverig en bekwaam man, die met vasten wil getracht heeft het goede op muzikaal gebied, zooals hij dat voelde, na te streven. Meermalen hebben ook wij genoten van zijn indrukwekkend orgelspel tijdens de zomeruitvoeringen die in de Nieuwe Kerk de laatste jaren zijn gehouden, en van zijn meesterlijke begeleiding van het kerkgezang tijdens de godsdienstoefeningen. Opmerkelijk is wel dat juist op den sterfdag van den bekwamen organist, ook de klokken van het zoo vaak door hem bespeeld carillon van den stadhuistoren zijn neergelaten en hij dus het nieuwe klokkenspel niet meer heeft kunnen zien, noch kunnen hooren, noch bespelen.

x

Het contract met de P.Z.E.M. heeft in enkele gemeenteraden van de Noordgroep van onze provincie kortsluiting veroorzaakt. Men is over het algemeen een beetje huiverig de voorstellen voetstoots aan te nemen, omdat men van oordeel is één of twee katten in den zak te koopen. Overal wil men wel "electrisch" licht, maar . ... men wenscht niet te veel aan banden te worden gelegd of zoaals een der Duivelandsche gemeenteraden het formuleerde, "dat geen meerdere kosten ten laste der gemeente komen," welke mochten voortvloeien uit de overname van plaatselijke netten of niet deelneming van gemeenten, welke een gasbedrijf exploiteerden. Een Schouwsche gemeente heeft den heer Streefkerk, de man van de P.Z.E.M., uitgenoodigd om eens een lezing te houden over de electriciteitsvoorziening ten plattelande, zoowel voor licht als krachtverbruik. Genoemde heer gaf inlichtingen over het transport van den stroom, die betrokken zal worden uit Noord-Brabant (Geertruidenberg); de transformatie, den aanleg van de gemeentenetten en huisleidingen, alsmede de voordeelen van electriciteit voor verlichting en kracht, ook voor den landbouw. De gemeenteraden op Tholen blijken ook niet al te toeschietelijk om het contract te teekenen. B. en W. van St. Annaland, die eerst zoo voortvarend waren te dien opzichte, krabbelden na de discussies in de laatste Statenzitting te hebben gehoord, terug; Poortvliet wenschte de beslissing nog wat uit te stellen en ook eerst deskundig voorgelicht te worden.

Het zal nog wel een tijdje duren eer men op de knop kan drukken.

M. d. P.

 

 

Wie 't leven opvat als een spel

Krijgt - weet dit en outhoudt het wel-

Bij weinig goede, dikwijls veel

Zeer slechte kaarten tot zijn deel.

 

DE WEEK OP WALCHEREN

Na de Middelburgsche kermis; hoe men in Vlissingen Koninginnedag wil vieren.

Middelburg heeft weer kermis gevierd. Wonder boven wonder werkte het weer in die mate mee, dat het de geheele week, en vooral op Donderdag en Zaterdag, bijzonder druk in de stad was.

Toch klaagden de verschillende exploitanten van kermisgelegenheden tot en met 's Vrijdags, over het weinige geld dat er binnen kwam. Er waren blijkbaar wel veel kijkers, maar weinig koopers.

Het schijnt echter, dat de Zaterdag voor velen nog wel wat heeft goed gemaakt. Het traditioneele schepje werd toen op de prijzen gegooid en de zaken gingen best.

Het was natuurlijk een drukke, vroolijke, nu en dan uitgelaten boel in de stad en vooral op de Markt. Toch ging er van het tapverbod een goede werking uit, want slechts een paar maal moest een dronken kerel in bewaring worden gesteld.

De kermis neemt nog altijd een voorname plaats in het Middelburgsche stadsleven in. De krantenlooper, de slagersjongen, de kruideniersbediende, de dienstbode en de werkster krijgen hun kermisfooi. De kermisweek is ook de week van uitstapjes.

Van ouds is het de gewoonte, dat vele gezinnen uit de stad een rijtoertje door het eiland gingen maken, het z.g. spelerijen. Er werden dan veel borrels gedronken en gekookte eieren gegeten. En al zijn de ouderwetsche Jan Pleziers wat (hoewel in Middelburg nog niet geheel) uit de mode toch maakt men omstreeks kermistijd een uitstapje naar Domburg of Oranjezon.

De jeugdige boertjes en boerinnetjes vieren op hun manier ook kermis mee. Ze voelen zich echter wat onwennig te midden van de kermisvermakelijkheden en een deel hunner zoekt het daarom ook liever buiten de eigenlijke kermis. Ze gaan met een clubje spelerijen in een z.g. veerenwagen (Walchersche witgehuifde wagen), of zoeken hun vermaak op het Domburgsche strand of in de café's.

De Westkappelsche, Domburgsch en Middelburgsche kermis zijn nu weer achter den rug. Het is voor de dorpelingen in de e.v. weken hard werken. Ze zouden nu, geen tijd hebben, om kermis te houden. 't Is nu oogsttijd en straks komen de aardappelen, boonen en bieten aan de beurt.

x

De Zaterdag van Middelburgsche kermis wordt ook wel voor andere doeleinden dan kermisvieren gebruikt.

Zoo kwamen de leden der Geref. Jongelingsvereenigingen van geheel Walcheren, met hun meisjes en verdere belangstellenden, ten getale van verschillende honderden samen te Souburg om te hooren naar de redevoeringen van een Kamerlid en een predikant.

In sommige dorpen hield men schietwedstrijden, terwijl in Zoutelande en Ritthem de jaarlijksche ringrijderij plaats had.

Tijdens de kermisweek konden de Middelburgers hun hartje ophalen aan circusvermakelijkheden en vertooningen. Het circus Van Bever had toen standplaats in de Zeeuwsche hoofdstad.

Maar nu komt er nog iets extra's. Vermoedelijk zullen hier in de maand September voorstellingen gegeven worden door het reuzen-circus Gleich. Dit Duitsche circus maakt een tournée door ons land en zal ook te Middelburg eenigen tijd verblijven.

Hoe groot dit circus is, blijkt o.m. hieruit, dat het bestaat uit 128 paarden, 160 wilde dieren en een personeel van 213 personen (Indianen, Chinezen, Japanneezen, enz.) Voor het vervoer van dieren, materiaal, enz., zijn twee extra-treinen noodig. Dit belooft wat!

x

In Vlissingen maakt men toebereidselen om op Koninginnedag feest te vieren. De Vlissingsche Oranjebond, wiens Bestuur een groote verandering onderging, heeft reeds een voorloopig programma opgesteld. Verschillende wedstrijden voor kinderen van 9 tot en met 15 jaar zullen worden georganiseerd, zooals hindernisloopen, zakloopen, driebeenenloop, eierenwedloop, ringsteken per fiets en te voet, roosjesknippen, balwedloop, ezeltjeprikken, enz.

Als een der hoofdnummers komt op het programma voor een optocht met versierde rij-en voertuigen (auto's, vrachtwagens, reclamewagens, rijwielen, sportkarren, enz.), waaraan ook zal kunnen worden deelgenomen door groepen van personen (ook kinderen). 's Avonds zal er een lichtstoet zijn.

Verschillende prijzen zijn uitgeloofd.

x

Middelburg heeft weer gasten, die in de Zeeuwsche hoofdstad hun jaarvergadering kwamen houden, te ontvangen gehad. Na de Christen-vrouwen, de apothekers, de Zeeuwsche landbouwers volgden vorige week de sigarenwinkeliers en de Geref. drankbestrijders. De voorlaatste lieten tot hun vergadering de pers niet toe, dus volstaan we met de mededeeling, dat ze enkele uitstapjes naar Domburg, etc. maakten en gezellig hebben gedineerd.

De laatsten hebben ook van het natuurschoon van Walcheren genoten, bezichtigden de Abdij-gebouwen te Middelburg, maar hebben ook druk vergaderd. Behalve hun jaarvergadering, waarop o.a. een predikant de houding van dr. Kuyper tegenover de drankbestrijding heeft geschetst, hielden ze ook een begroetings- en wijdingssamenkomst.

Wij twijfelen er niet aan, of ook deze gasten hebben een gunstigen indruk van ons eiland meegenomen naar hun diverse woonplaatsen.

v. d. A.

DE WEEK IN ZEEUWSCH-VLAANDEREN

Over vermakelijkheden in Terneuzen; hoe een demonstratie eindigde; het drama zonder slot; nogmaals onze waterleiding.

Van Roomsch-Katholieke zijde is te Terneuzen een z.g. Vlaamsche kermis gehouden - en wel van 13 tot 16 Augustus - ten bate van het R. K. vereenigingslokaal, daarmee dus de bevordering van een goed doel combineerend met het genieten van uitspanning.

Deze Vlaamsche kermis bevatte attracties voor jong en oud en mocht zich in een druk bezoek verheugen.

De meest bekende en gevierde Katholieke redenaar pater Borromeüs de Greeve, was overgekomen om op de hem eigen wijze te spreken over "de heerlijkheid van 't geloof", "wat leert de Katholieke Kerk van Maria", en "de arme Sint Franciscus in zijn jubeljaar".

De administrateur van het electriciteitsbedrijf te Terneuzen heeft ook op zijn manier voor een vermakelijkheid gezorgd. Dat ging zoo.

In Terneuzen beschikt men, dank zij een eigen centrale, die men er heeft, over electriciteit voor verlichting. De bevolking wilde echter graag gas voor verwarming en koken hebben. Na vele jaren wachten is die wensch vervuld, Axel kreeg concessie voor gaslevering aan de ingezetenen van Neuzen, maar niet voor verlichting.

Het Axelsche gasbedrijf vatte den aanleg van de gasleiding naar Terneuzen met ijver aan. De hoofdbuis is reeds gelegd tot in de kom van Neuzen en ook het gasnet is reeds voor een groot deel voltooid. Aan verschillende Terneuzenaren, beoosten het kanaal, wordt thans reeds gas geleverd.

Natuurlijk staan de huismoeders, die nog nooit een gascomfoor of gasoven gezien hebben, wat vreemd daartegenover. Het koken op gas moet toch even, al verstaat men die kunst spoedig, worden aangeleerd.

Zoo dacht de directeur der Axelsche gasfabriek er ook over en eerst te Driewegen en later te Terneuzen deed hij voor de huisvrouwen een demonstratie houden, gecombineerd met een tentoonstelling van gastoestellen, kachels, strijkijzers, fornuizen, enz.

Een idee dat toejuiching verdient. Er was dan ook voor de demonstratie groote belangstelling. Het lokaal bleek zelfs te klein, er werden soep, aardappelen en bloemkool gekookt, een abrikozen-dessertje werd klaargemaakt en zelfs werden amandeltaartjes gebakken. Al de voordeelen van koken op gas en op speciaal aanbevolen gascomforen van zeker merk, werden den gretig luisterenden huismoeders voorgehouden. Het was er gezellig.

De demonstratie zou op de volgende avonden worden voortgezet. En toen kwam de herrie.

Eerst kwamen B. en W. van Neuzen, op grond van het contract tusschen Neuzen en Axel, verbieden, dat er in het lokaal gaslampen brandden. Dit moesten electrische zijn. B. en W. van Neuzen wilden wel zorgen

voor gratis lampen en stroom. De directeur der gasfabriek, boos door dit spijkers op laag water zoeken, wenschte van het electrisch licht geen gebruik te maken en hing petroleumlampen op. En weer werd er met gascomforen gedemonstreerd en smulden de vrouwen van de bereide spijzen.

In het lokaal was echter een experiment-meter opgesteld, d i. een meter in glas gebouwd, waarbij men de inwendige werking der gasmeters kan zien en waarop men het gasverbruik voor het koken van de spijzen duidelijk ken aflezen. Helaas brandden op dezen meter ook een paar gaslampen.

Opeens kwam met groot gebaar een heer de zaal binnenstappen, loopt naar voren en gelast den gasdirecteur ook die lampen te dooven. Op de vraag: "voor wie?," luidde het antwoord: "voor mij". Op de volgende vraag: "wie is u dan?" heette het: "de administrateur van de electrische centrale". De gasdirecteur oordeelde, dat deze persoon het recht miste, om iets dergelijks te vorderen, en ging door met zijn demonstraties. Een scherpe woordenwisseling ontstond, de administrateur haalde een hamer uit zijn zak (mijnheer schijnt in zijn zak nog meer te bergen dan Hildebrand in zijn Camera Obscura noemt) en sloeg de lampen stuk.

Een groot tumult ontstond. De politie werd gewaarschuwd, verwijderde den driftigen, heethoofdigen administrateur uit de zaal en maakte proces-verbaal tegen hem op.

Zoo eindigden de demonstraties te Neuzen. Gelukkig is overal de verhouding tusschen gas- en electriciteitspersoneel zoo gespannen niet.

x

Nog eens weer moet ik over Aardenburg schrijven. Het drama is nog niet uit.

De beruchte 4-3 meerderheid (R.K. tegen Protestant) heeft gemeend nog een laatste poging te moeten wagen om de nieuw gekozen Raadsleden binnen te krijgen. Ze besloot in spoedeischende vergadering in hooger beroep bij de Kroon te gaan van het besluit van Ged. Staten, waarbij het Raadsbesluit tot toelating der nieuwe Raadsleden werd vernietigd.

De kans bestaat, dat, als de Kroon het standpunt van Ged. Staten deelt, de gemeente Aardenburg eenigen tijd zonder gemeenteraad zal zijn, daar verkiezing en onderzoek geloofsbrieven bezwaarlijk vóór 6 September zullen kunnen plaats hebben. Er zou dan zelfs nog uitgemaakt moeten worden, wie de geloofsbrieven zou moeten onderzoeken, daar de oude Raad van af 6 September niet meer bestaat.

In de A. R. Rotterdammer wordt een felle pennestrijd over de Aardenbrurgsche kwestie met de R. K. Maasbode gevoerd. Het laatste blad spreekt nog steeds tegen, dat de verrichtingen in het stembureau onzichtbaar waren. Men wil dit van R. K. zijde niet toegeven. Welnu, zegt een correspondent in genoemd A. R. blad, "ik verklaar, dat de zegsman van dat R. K. blad, als hij in het stemlokaal aanwezig is geweest, bewust onwaarheid spreekt. En het zal me zeer aangenaam zijn, als hij een aanklacht wegens laster indient."

De handschoen is dus van A. R. zijde den Roomsch-Katholieken toegeworpen. Zal men hem daar oprapen?

x

Ten slotte nog iets over de Waterleiding. Op de groote inderdaad druk bezochte vergadering, waarover ik vorige week reeds schreef, waren nu en dan de discussies vrij scherp. Ik geloof, dat èn de brief, die aan de Raadsleden is gezonden, èn de debatten in bedoelde vergadering veel misverstand hebben weggenomen. Op sommige punten is de mist wat opgetrokken. Maar of alle wantrouwen is weggenomen en of alle bezwaren zijn weggeruimd, waag ik toch in alle bescheidenheid te betwijfelen. Trouwens het zal spoedig genoeg in de gemeenteraden blijken, hoe de Raadsleden nu over de waterleiding denken.

De hoofdbezwaren, ter vergadering geuit, zijn deze:

Een der Neuzensche Raadsleden wees er op, dat het water aan de bewoners dezer streek thans niets en straks alleen in Neuzen, als allen aangesloten. zullen zijn, per jaar niet minder dan fl 40.000 daarvoor zal moeten worden betaald. Kan deze last er in de tegenwoordige economische omstandigheden bij?

Het tarief bleek een ware twistappel. Vanuit sommige gemeenten drong men er op aan, toch vooral het kamertarief, als zijnde in hooge mate onbillijk voor moderne arbeiderswoningen, te laten varen. De Burgemeester van Hontenisse wilde het echter graag behouden, met het oog op het platteland.

Verschillende Raadsleden bleken het rapport 1926 niet te kennen. De schuld daarvan bleek echter te liggen bij sommige burgemeesters en secretarissen, die onnoodige geheimzinnigheid hadden betracht.

Harde noten werden er gekraakt over het weren van den Neuzenschen burgemeester uit den Raad van Bestuur. Hij is toch de man, die aan de voorbereiding van het plan ontzaglijk veel gedaan heeft. De R. K. gemeentebesturen werden er openlijk van beschuldigd, de politiek in de Waterleiding gebracht te hebben. R.K. moest in de meerderheid zijn en daarom mocht de Neuzensche burgemeester er uit! De voorzitter zei echter toe, dat de Raad van Bestuur met twee man zal uitgebreid worden!

Ook tegen de verplichte aansluiting werd door sommigen gesputterd.

Natuurlijk waren er Raadsleden, die slecht te spreken waren over den aankoop der buizen. Wie eenigszins bekend is in den buizenhandel, weet wel, dat daarover heel wat te zeggen zou zijn. Ik wil dat niet doen, en alleen memoreren dat het gelukt is een zeer voordeelige aanbieding van buizen te krijgen tegen een prijs die 1,3 cent per K.G. goedkoper is dan waartegen dezer dagen door andere waterleidingen is gekocht. Nog eens, het zal spoedig blijken, of deze vergadering effect heeft gesorteerd. De gemeenteraad van Biervliet besloot reeds met 5-2 stemmen, het pogen van Neuzen tot ontbinding der N. V. te steunen.

De vergadering van aandeelhouders zal straks, als alle gemeenteraden zich hebben uitgesproken, beslissen, wat er zal gebeuren: voortgaan of ontbinden. In het eerste geval zullen onwillige gemeentebesturen door rechterlijke tusschenkomst tot het nakomen hunner verplichtingen worden gedwongen.

X Y Z.

 

 

Van alle dieven zijn de dwazen wel het ergste: zij

berooven u van uw tijd en van uw goede gemoeds-

stemming.

LIEDJE.

Liefde, wijder dan de avond,

die zijn groot erbarmen breidt

om wie, wankel en gehavend,

dof zijn eenzaamheid beschreit;

Liefde, dieper dan de zeeën

in wier donker-koele schoot,

ver van aardes felle weeën,

lokt een vreemd-begeerde dood....;

Liefde, schooner dan der heem'len

hel ontstoken sterrenwacht,

als een zilver-bloeiend weem'len

in den hoogen, blauwen nacht! -;

Liefde, heev'ger dan al smarten -,

Liefde, toch gij 't diepst vertrouwd! -,

't is in 't simpel schrijn mijns harten,

dat ik u besloten houdt ....

JAN H. EEKHOUT.

 

 

TREFFERS EN POEDELS

KERMIS.

City of pity.

De kermis is een stad

van duizend houten Planken,

een groote studio

vol populaire klanken,

de kermis is een hoek

vol liefdes-spinnewebben,

de kermis is een ding

daar moet je geld voor hebben.

Vaak is zij oorzaak dat

men katterig of naar is,

zoo'n halve week kost vaak

een heele maand salaris.

De kermis is 't bewijs

hoe schijn ons kan bedriegen,

hoe bonte kleurenpracht

den mensch er in doet vliegen,

't Lot van den kermismensch

doet soms zoo kwaad niet lijken,

(maar in hun wagenkamp,

dáár moet U eens gaan kijken)

Het is een ding waarin

wel voordeel voor een plaats zit,

maar in moraliteit

't zwart schaap van menig raadslid.

De kermis is iets dat

vol naakte naarheid is,

dus in de eeuw des Lichts

niets vreemds, maar uit den tijd is. -

WILLEM TELL II.

 

DE VROUW AAN HET WOORD

Mijne dames, ik voel behoefte u te vertellen, dat, toen ik verleden week mijn eigen babbel in "Ons Zeeland" las, ik werkelijk de kriebel in m'n bloed kreeg.

De drukker liet me daar tot tweemaal toe spreken over de vitualiteit van een oude dame. 't Is mogelijk, dat het haaltje van m'n t op een u lijkt, ik kan me anders met geen mogelijkheid voorstellen, waarom de letter u er bij geplakt werd.

Alleen en dit is de bedoeling van dit voorwoordje als u in een van mijn volgende babbels woorden tegenkomt, die u vreemd toelijken.... denkt aan het drukfoutenduiveltje, dat ons door alle tijden heen parten speelde.

Deze rectificatie moest me van het hart.

Gisterenavond - als rechtgeaarde Amsterdamsche hol je overal heen waar iets nieuws te zien is - ben ik de Fratellini's gaan zien.

Ik had me er ontzettend op verheugd, alleen was ik - en met mij velen - even bang, niet alle kwinkslagen te kunnen begrijpen.

Want, bij een bezoek in Parijs, waar ik verschillende geestige clowns zag, ging veel voor me verloren door het radde spreken, het publiek, dat in een lachsalvo uitbrak en de actualiteiten waarvan je niet geheel op de hoogte bent.

Ik ben er dan geweest, mijne dames, en ik heb me voor de zooveelste maal laten verlakken - excusez le mot - door reclame en beroemde namen.

Want, wat ik gisterenavond te zien kreeg, was niets bizonders en hetzelfde zag ik honderde malen in circus- en revue-voorstellingën, door vele jaren heen.

Wellicht hebben de Fratellini's ons te laag aangeschreven en gedacht, dat hun zeer matig programma goed genoeg was voor de Hollandsche boertjes.

Er waren jongleurs, acrobaten, een slangenmensch, wielrijders, marionettes, o, er was verscheidenheid genoeg, maar niets kwam er boven uit, 't was alles zeer middelmatig.

Ik moest achteraf lachen, om mijn angst niet alles precies te zullen verstaan.

De Fratellini's deden ons het genoegen!! Gebroken Duitsch te spreken. Dachten misschien óók, dat Nederland een provincie van Duitschland is?

Waarom dan niet het zoet vloeiend Fransch, waar menigeen zich op verheugd had.

Men verwijt het Amsterdamsch publiek wel eens, dat het alles aanbidt, dat uit het buitenland komt.

Dit moet ik ten stelligste tegenspreken. Ik kreeg er gisteren het bewijs van. Amsterdam weet Kunst te waardeeren.

Natuurlijk hebben de Moskouers, Tilla Durieux, Paul Wegener, Käthe Dorsch volle zalen.

Maar wat ons door de Fratellini's gebracht werd is maar door een klein deel van het publiek mooi gevonden en eerlijk is er toegegeven, dat al wat ze gaven - om in hun stijl te blijven - "schon dagewesen war".

Ik wil direct aannemen, dat het vermaarde trio op eigen bodem véél, véél beter is, want, dat het Parijsch publiek zóó achterlijk zou zijn, om grappen, die jaren geleden reeds door August den Domme en den beroemden Eugène van Carre gedebiteerd werden, als zoete koek op te eten, is niet te gelooven.

What 's in a name?

Alles!

We lieten ons maar weer eens "nemen" en alleen door den naam.

Toen ik.... de hitte in de zaal was groot.... moe en verveeld thuis kwam de huiskamer betrad, die frisch en gezellig was, de laatste klanken opving van den Savoy Band en nog hooren moest, hoe de huisgenooten zeer genoten hadden van een piano-solo, die via het Kurhaus per radio tot hen kwam, toen heb ik m'n lieve dubbeltjes betreurd, die ik geofferd had voor.... de bekendheid van een naam.

Dan zeg je tot jezelf: da's eens, en nooit weer! Maar even zeker weet je, hoe je er een volgende keer met een vaart van drie komma nul weer invliegt!

E. B. B.

VAN EIGEN BODEM

Zeeuwsche Volksgeneeskunde

door

JAN VERMEER.

Er is wellicht geen tweede wetenschap te noemen die in den loop der eeuwen zulke vorderingen heeft gemaakt, zulke tevoren onvermoede resultaten heeft bereikt als de geneeskunde, de wetenschap die zich tot taak gesteld ziet den mensch te genezen van, of nog liever te vrijwaren voor ziekten en kwalen of hem althans verlichting te verschaffen in zijn pijnen. Er is ook geen andere wetenschap die door het meerendeel der menschheid zoo geëerd wordt als de medische, want er is geen andere die zoozeer betrokken is bij zijn lichamelijk welzijn, wat elk mensch als een der hoogste gaven acht die het leven hem kan schenken.

Slechts in schijnbare tegenstrijdigheid hiermede is het, wanneer er aan den anderen kant geen wetenschap is, die zoozeer wordt miskend als de geneeskunde. Want juist doordat de zieke mensch van haar heil verwacht, in haar zijn betrouwen stelt, op haar zijn hoop vestigt, kan teleurstelling in zijn verwachtingen alleen dit gevolg hebben, dat zijn geloof in deze menschelijke kunde verdwijnt, en de geneeskunde wordt, nu zij den zieke geen baat geeft, evenzeer versmaad en verguisd als zij tevoren geëerd en gehuldigd was.

En dan is het oogenblik gekomen dat de zieke of zijn omgeving naar andere middelen ter genezing uitziet. De officieele wetenschap heeft ben niet kunnen helpen; welnu, er is nog een andere kunde, die genezende kracht bezit. Onopgeschreven, maar van geslacht tot geslacht, van mond tot mond overgegaan, leeft onder alle volken de wetenschap die de genezende kracht van kruiden en planten en levenlooze onbezielde voorwerpen kent, het gezondmakende vermogen van bezweringen en tooverspreuken, de heilbrengende gave van bevoorrechte personen. Tot haar neemt de zieke mensch zijn toevlucht, hetzij uit een vast geloof in haar vermogens, hetzij uit de overweging dat alles aangegrepen moet worden waarvan men herstel kan verwachten, en met de geruststellende overtuiging dat het middel waartoe men zijn toevlucht neemt, zoo het al dan niet baat, toch ook niet zal schaden.

Er is geen vak dat zooveel aanhangers telt als de volksgeneeskunde. Hoezeer het in den menschelijken aard ligt, zich immer te bemoeien met datgene waarmede men nu juist niet, door aard en aanleg, op de hoogte is, bij geen andere tak van het menschelijk weten en kunnen komt dit zoo duidelijk uit als bij de geneeskunde. Bekend is de anecdote van den nar van den hertog van Ferrara die, om te bewijzen dat van alle beroepen dat van arts het sterkst vertegenwoordigd was, tandpijn voorwendde en toen zich niet minder dan tweehonderd verschillende middelen tegen deze kwaal zag aanprijzen. En ieder die wel eens aan een eenigszins langdurige ziekte heeft geleden kan dezelfde ervaring hebben opgedaan; van alle kanten is men hem, buiten de officieele geneeskunde om, raad komen brengen en, alle raadgevers hebben hem hun middel als het eenige onfeilbare aangeprezen.

De tijd ligt nog niet zoo heel ver achter ons, dat de geneeskundige voorziening op het platteland, ook in Zeeland, nog veel te wenschen overliet en in menig dorp medische hulp of in het geheel niet, of in onvoldoende mate aanwezig was. Ook dit heeft de volksgeneeskunde een belangrijke plaats in het volksleven ten plattelande bezorgd, waaruit zij zich niet gemakkelijk laat verdringen. Menig jonge dokter heeft een zwaren strijd moeten strijden toen hij zich vestigde in een dorp waar men zich tot nog toe weinig of niet aan de officieele medische wetenschap gelegen had laten liggen, en eerst na lang en taai volhouden is het hem gelukt zijn denkbeelden ingang te doen vinden en de oude volksgeneesmiddelen afbreuk te doen.

Enkele voorbeelden van volksgeneeskunde uit Zeeland wilde ik hier laten volgen. Soms zijn de aangegeven middelen niet alleen tot Zeeland beperkt, maar in het geheele land en ver daarbuiten bekend, al heb ik mij zooveel mogelijk gehouden aan wat vooral typisch Zeeuwsch is en elders, al thans in Nederland, niet voorkomt.

Tegen een zooveel voorkomende kwaal als hoofdpijn droeg men vroeger in Middelburg een zakje kemp (hennepzaad) in de muts, of een schapenmilt onder de slaapmuts, maar beide middelen zijn sinds lang in onbruik geraakt. Wel plakt men nog in vele streken een cent of een schijfje rauwe aardappel tegen het voorhoofd, om de pijn te verdrijven. Een aftreksel van maretakken, in rooden wijn gedronken, wordt of werd in Middelburg tegen vallende ziekte aangewend - In Zoutelande gebruikt men het vocht uit de ranken en jonge uitspruitsels van den wijnstok tegen oogaandoeningen, en elders witte leliebladeren op olie. - Tegen ooraandoeningen steekt men in Schoondijke een schijfje van den wortel van den smeerwortel in het oor, en in Middelburg gebruikt men tegen doofheid 15 droppels bittere amandelolie en varkensbrood, fijn gesneden en opgelost in wat rooden wijn. De bladeren van het varkensbrood hebben groote overeenkomst met de ooren, en aan dit feit dankt deze plant haar invloed op doofheid. - Een handvol wijnruit op rooden wijn met witten honing moet in Middelburg een probaat middel tegen bronchitis zijn; in Zierikzee neemt men er spijkerbalsem en ruwe wierook voor in. Overal in Zeeland wrijft men, bij een verstopten neus, den neusrug met kaarsvet in. Groot is het aantal middelen tegen keelpijn. In Ierseke bind men rauwe mosselen tegen de keel, in Wolfaartsdijk en Goes levende pieren in een zakje. In Schoondijke kookt men een zwaluwnest in melk en legt dat in een doek op de keel. In Middelburg bindt men zich alleen maar een zwart lint om den hals, en elders op Walcheren, o.a. in Domburg, een vuile kous. Ook inwendige middelen worden aanbevolen: in St. Anna ter Muiden het eten van ongezuiverde krenten of rozijnen in Goes het gorgelen met gortwater, waarin vijgen zijn gekookt, en in Middelburg het slikken van slangen kruid met keukenstroop. Een derde Goesch middel tegen keelpijn is het volgende: Men neemt een levenden kikvorsch en houdt dien in den mond met zijn bek naar de keel, tot hij gestorven is; hij wordt dan zwart en dik en heeft den brand van de keel afgetrokken. Als voorbehoedmiddel tegen asthma draag men in Schoondijke een zakje met pieren op de borst. Niet minder groot is het aantal huismiddeltjes voor een zoo algemeen voorkomende kwaal als tand- en kiespijn. In Middelburg spoelt men den mond met brandewijn - ik heb het middel als kind meermalen, en met succes, toegepast of met een aftreksel van witten nieswortel. In Schoondijke legt men varkens mest, en in Ierseke armeluispleister op de wang. In Middelburg doet men wat bloed uit de aangetaste tand op een lapje en begraaft dat; men heeft er dan nooit meer last van. Om zich geheel voor tandpijn te vrij waren draagt men in Wolfaartsdijk de tand van een doode bij zich.

Tegen de roos hield men vroeger algemeen een tortelduif in een kooi; men meende dat deze vogel de roos zou aantrekken. Meestal moest de patient zelf den vogel verzorgen of uit het fonteintje, dat in de kooi hangt, drinken. - Een eigenaardig middel tegen been- en gewrichtstuberculose de z.g.n. "beeneter" kent men in Ierseke. Men zoekt er bij het afgaan van het water mosselen, legt ze met het opkomen van de vloed op het zieke lichaamsdeel en laat ze liggen tot het water weer zakt. Worden de mosselen, spoedig nadat ze opgelegd zijn, zwart, dan herhaalt men de bewerking tot driemaal toe. - Tegen rheumatiek gebruikt men in Burgh op Schouwen thee van gedroogde brandnetels en in Goes met brandewijn en suiker. - In Wolfaartsdijk verdrijft men krampen door een sajettendraad, in meekrap geverfd, om den pink of om de beenen te winden, en een algemeen voorkomend middel is, een stok of hazelaarstok naast zich in bed te leggen.

In Zeeland, dat vroeger berucht was om zijn "Zeeuwsche koortsen", kent men natuurlijk ook vele middelen tegen malaria en andere koortsen, als: quassiahout op jenever (Koudekerke), ongewasschen krenten op de nuchtere maag (Ierseke), bessenjenever van zwarte bessen (Ierseke), een aftreksel van duizendguldenkruid (Burgh), een mengsel van honing, brandewijn en citroensap, in den koortsvrijen tijd in te nemen (Goes), een aftreksel van havermonie (Schoondijke), eieren met dop en al (Vlissingen), enz. In Burgh legt men zooveel knoopen in een touwtje, als men koortsaanvallen heeft gehad, en laat dit dan door een ander weggooien. In Ierseke gelooft men de koorts kwijt te zijn, wanneer men 's nachts om twaalf uur driemaal om het kerkhof loopt, met alleen een hemd aan. En in Zierikzee zoekt men in een weiland een stekelbos, haalt daar een z.g.n. koortsappel uit en draagt dien in den zak, tot de koorts verdwenen is.

Een lange reeks van volksgeneesmiddelen zou aan het bovenstaande toe te voegen zijn, maar elke lezer zal hun aantal zelf kunnen vermeerderen. Ik noemde b.v. niet de talrijke huismiddeltjes tegen dagelijksche ongemakken als neusbloedingen of de hik. Er is geen kwaal, of de volksgeneeskunde weet er raad voor. Merkwaardig, maar volkomen begrijpelijk, is het veelvuldig gebruik van plantaardige middelen in de volksgeneeskunde, waarin deze het voorbeeld van de dieren volgt. Een enkel voorbeeld volsta om aan te toonen, tegen hoezeer verschillende kwalen eenzelfde gewas wordt aangewend. Ik neem hiervoor de wijnruit. In de middeleeuwen gebruikte men deze als middel tegen de vallende ziekte en in St. Annaland wordt ze nog heden ten dage tijdens de afwezigheid van de moeder in de wieg van een kind gehangen, om dit te vrijwaren voor de stuipen. (In Schoondijke laat men het kind daartegen afschrapsel van de gouden krullen, die aan de kap worden gedragen, innemen, en in Wolfaartsdijk bindt men het een mollepootje op het hart). Hierboven noemde ik de wijnruit reeds als een Middelburgs middel tegen bronchitis. En de tijd ligt nog niet zoo heel ver achter ons, dat in de dorpen van Zeeland bij begrafenissen allen die den lijkbaar volgden een takje wijnruit in den mond namen, als besmettingwerend middel.

Wijnruit in de wieg, wijnruit bij de begrafenis. De volksgeneeskunde strekt haar zorgen over den mensch uit van zijn geboorte af tot het uur van zijn dood. *')

 

*) Vele der hier meegedeelde volksgeneesmiddel n ontleende ik aan het zeer lezenswaarde werk van Dr. M. A. van Andel: Volksgeneeskunst in Nederland (Utrecht, 1909).

Een leugen in het gezicht doet vaak minder kwaad

dan een waarheid achter den rug.