Ons Zeeland 1927, nummer 33

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE BEVELANDSCHE WEEK

Als het water roept; over zwemmen en baden; de minister en de vaccinatie; een heusche zeeslang in Heinkenszand; de Zeeuwsche bakkers op stap.

Toen het eerste nummer verscheen van het sportblad voor Zeeland, dat inmiddels weer ter ziele is, had ik de gelegenheid op te merken, dat de sport in onze provincie nog niet de belangstelling geniet, welke het bestaansrecht van een eigen orgaan zou wettigen. Over het algemeen "gelooft" men het hier wel, wat de sport en sportieve dingen betreft. De uitzondering, die ook in dit geval den regel moet bevestigen, wordt gevormd door het zwemmen. De zwemsport heeft in ons waterrijk gewest langzamerhand terrein gewonnen, en er zijn er al heel wal die geregelde bezoekers werden van de inrichtingen waar men het zwemmen "en club" pleegt te beoefenen. De zwemsport in dit gewest culmineert wel in het Goessche Sas, dat de bewoners en logé's van Goes en omgeving, nu de zomer eindelijk is doorgebroken, blijft trekken. In allerhande vervoermiddelen spoedt men zich, als het getij gunstig is naar de nog wel wat primitieve, doch uit sportief oogpunt zeer aantrekkelijke zwemplaats onder de open lucht. Zelfs een motorboot werd in dienst gesteld om families met kroost naar het Goessche badoord te vervoeren.

In dit nummer hebben de "Ons Zeeland"-fotografen hun aandacht aan de eenige zeer populaire sport in onze provincie gewijd. In de diverse gedeelten van Zeeland werden de plassende en spetterende zwemsters, zwemmers en badenden "geknipt". Laten we hopen, dat vanuit het water voor de sport in Zeeland de victorie begint en dat "Ons Zeeland" weldra aanleiding kan vinden, om ook aan de overige takken van sport de aandacht te geven, welke het gezonde zwemmen hier ten deel valt.

x

Vacantie-tijd is journalistieke komkommertijd. Officieele personen zijn op reis, officieele lichamen werken op halve kracht, belangrijke beslissingen worden opgeschort. Zoo geschiedt er in en om Augustus al heel weinig, dat de groote aandacht vraagt. In de vaccinatie-kwestie, die hier eenige opschudding verwekte is door het ministerieele antwoord op vragen van een tweetal kamerleden de beslissing gevallen. Z. Ex. kon geen termen vinden om de verplichte vaccinatie te beëindigen. Dit in verband met de pokziekte, die in Engeland en ook in sommige gedeelten van Zwitserland nog steeds slachtoffers vergt. Wel besloot men, naar aanleiding van de prachtige resultaten, in Spanje verkregen met een nieuw vaccin, niet meer met het oude vaccin te enten, doch ook hier de Spaansche entstof toe te passen. Verwacht wordt, dat daardoor ongelukkige gevolgen van inenting geheel voorkomen kunnen worden. Voor velen zal het vaccinatie-vraagstuk thans van de lucht zijn. Voor een ander gedeelte onzer bevolking, die op geestelijke gronden wars is van een inentings-verplichting, natuurlijk niet.

x

In den hierboven bedoelden komkommertijd wil in de bladen de beruchte "zeeslag" nog wel eens voor bladvulling zorgen, hieraan werden we dezer dagen in de Bevelanden herinnerd bij een bericht over een historische vondst te Heinkenszand. Van de journalistische "zeeslag" blijkt echter in dit geval geen sprake te zijn.

Bij het graven in Heinkenszand stootte men waarlijk op een voorwerp op ongeveer 1 M. diepte in den bodem. Toen men het gat groot genoeg maakte kwam te voorschijn een been, hetwelk een omtrek om het dikke gedeelte had van 1.20 M. en een lengte van 75 c.M. Vermoedelijk maakt dit been een gedeelte uit van een der kaken van een mammoet. De eigenaar van den grond schonk het been aan het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen en gaf verder vergunning om den bodem in den omgeving te onderzoeken.

De historische tentoonstelling in Goes toonde aan, dat er in den Zeeuwschen bodem nog heel wat oud materiaal rust. Verdere opgravingen in Heinkenszand zullen dit wellicht eveneens aantoonen.

x

Ieder jaar houdt de provinciale Zeeuwsche bakkersbond een zeer geanimeerde vergadering. Dan eens hier, dan daar. Dit jaar had Wemeldinge de voorkeur der bakkende Zeeuwen en de vorige week Donderdag is daar met veel animo vergaderd. Heel wat bakkers met hun dames hadden zich naar het Zuid-Bevelandsche dorp opgemaakt.

Tijdens de huishoudelijke vergadering werd onder leiding van den burgemeester van Wemeldinge e.a. door de dames een wandeling door de zeer fraaie, aan natuurschoon zoo rijke gemeente gemaakt, en werden o.a. de nieuwe sluiswerken, welke de voltooiing nabij zijn, en de vliedberg bezichtigd. Ook werd nog in de zeer mooie kweekerij van dhr. J. A. Dominicus een kijkje genomen. Vervolgens werd een autotocht gemaakt van Wemeldinge over Ierseke, Schore, Biezelingschen Ham tot 's-Gravenpolder, Zwaaksche weel, Nisse, Heinkenszand, 's Heer Arendskerke, 's Heer Hendrikskinderen, naar Goes, waarna in de Prins van Oranje onder genot van muziek, gegeven door het Nuts-ensemble te Ierseke, het diner, aangeboden door de Bevelandsche afdeelingen, werd gebruikt. Na afloop daarvan werd nog onder leiding van den secretaris van den Ned. Bakkersbond, de interessante bakkersfilm, welwillend voor dit doel door den heer H. J. Doeleman te Zierikzee afgestaan, vertoond.

Het was voor alle deelnemenden aan de vergadering en excursie een welgeslaagde dag.

A. M. D.

 

DE KALENDER DER NOORDGROEP

Een meevallertje voor Tholen; over pareluitjes, die werk brachten; hoe een ambachtsheer werd gehuldigd.

Het werk voor de Thoolsche brug, zooals ze reeds in den volksmond wordt genoemd, eischt veel voorbereidende werkzaamheden, vooral wat de aanbesteding der onderdeden betreft. Door herbesteding van een drietal perceelen heeft de gemeente Tholen onlangs een zoet winstje gemaakt van ruim f 20.000,-, terwijl de brug f 12.000. lager komt als eertijds was geraamd, zoodat de brugbouw op zichzelf nog beneden f 400.000.- zal blijven. Indien men hierbij rekent het honorarium voor den ingenieur en de onteigeningskosten, zal het totale bedrag niet hooger komen dan de oorspronkelijke raming, die op fl 475.000. wordt geschat.

x

Te Stavenisse hebben in dit voorjaar en den voorzomer, toen er op den akker nog niet veel te doen was, een 150-tal menschen arbeid gevonden bij den heer Leune aldaar, die voor rekening eener Dordtsche firma, eenige gemeten pareluitjes heeft uitgezaaid. De oogst van dit gewas, dat dit jaar in ons land alléén in dit flinke Thoolsche dorp werd verbouwd, geeft tal van handen volop werk, want de uitjes moeten zooveel mogelijk gezuiverd en gesorteerd worden, waarna ze in vaten van 135 K.G. inhoud, in pekel van 20 pCt. sterkte worden gedaan, om na deze bewerking naar Dordrecht te worden vervoerd. Daar worden ze verder behandeld, om eindelijk naar Amerika en Duitschland te worden gezonden.

Men mag zich te Stavenisse gelukkig prijzen dat de waterleiding er is, want anders zou dit werk naar elders zijn gegaan. Circa 100 M3 water heeft men noodig, benevens plm. 2000 K.G. zout.

Ten minste 90 vaten met pareluitjes zullen dit jaar van Stavenisse kunnen worden verzonden. In 1927 is 25 pCt. minder oppervlakte van dit gewas uitgezaaid dan vorig jaar, maar de opbrengst is nu grooter, hetgeen vooral ook een gevolg is van meer bekendheid met de behandeling en geoefendheid.

Velen hebben aan het kweeken en bearbeiden van bovengenoemd product een flink stuk brood verdiend.

x

Ooster- en Sirjansland hebben kort geleden een merkwaardig feest gevierd, n.l. een huldebetooging voor den nieuwen ambachtsheer, baron Schimmelpenninck van der Oye, welke familie sedert lange jaren uitgestrekte bezittingen heeft in genoemde gemeenten, evenzoo vele pachters heeft in die dorpen.

Het Dag. Best. dezer gemeente en de feestcommissie verwelkomde den baron met zijn familie aan Zijpe, waarop naar Oosterland gereden werd. In het Tuindorp werd de stoet opgewacht door "Oosterland's Fanfare", dat een welkomstlied speelde, waarna men in optocht naar 't gemeentehuis ging, waar de burgemeester, de heer A. C. van der Have, een keurige rede hield tot den nieuwen ambachtsheer, waarin spr. uitvoerig de geschiedenis van Oosterland schetste.

Namens de gemeente schonk de burgemeester twee bundels documenten uit het gemeentelijk archief, waarin interessante missives aanwezig zijn.

De heer J. de Rijke te Sirjansland voerde bij de huldiging het woord namens de pachters.

Baron Schimmelpenninck van der Oye beantwoordde beide sprekers en schonk der gemeente een fraaie klok met carillon, geflankeerd met twee candalabres, resp. versierd met de wapens van Ooster- en Sirjansland.

Het feest, dat uitstekend geslaagd mag heeten, duurde tot laat in den avond en werd gehouden op het ruime "Heerenhof".

M. d. P.

DE WEEK OP WALCHEREN

Tegenvallers met de ferryboot; de badplaats, die ondanks kleinzieligheid trekt; Vlissingen gaat feesten; een ingrijpend voorstel; Bach in Zeeland.

De ferryboot, die straks de verbinding zal moeten vormen tusschen Breskens en Vlissingen, is een waar zorgenkind.

De kosten vielen om te beginnen, al tegen. De Prov. Staten moesten het eerst toegestane crediet aanmerkelijk verhoogen.

Maar eer de boot nog goed en wel klaar was, kwam het Statenlid mr. Adriaanse met een stel vragen, die getuigden van groote bezorgdheid voor de veiligheid der passagiers, die straks met deze boot vervoerd zullen worden. Het werd aan gerechten twijfel onderworpen, of de boot wel ten volle zeewaardig zou zijn, en ze vooral bij stormweer (en het kan bij Vlissingen spoken) wel zou kunnen varen.

Het antwoord op deze vragen bevredigde mr. Adriaanse niet. Vooral was hij er slecht over te spreken, dat de scheepvaartinspectie niet of niet voldoende was gehoord.

Intusschen was de boot klaar gekomen. Op Vrijdag 30 Juli zou de officieele proeftocht en op Zaterdag 31 Juli een tocht met tal van genoodigden plaats hebben. Daarvan is echter niets gekomen.

In de pers verschenen eenige dagen vóór 30 Juli berichten omtrent aan het licht gekomen gebreken aan de boot. Berichten, die niet van officieele zijde werden tegengesproken, maar wier juistheid wel bleek uit het feit, dat beide bovenbedoelde tochten plotseling telegrafisch werden afgelast en de scheepsbouwer de boot weer naar zijn werf terughaalde om nog eenige verbeteringen aan te brengen.

Het spreekt vanzelf, dat in deze omstandigheden nog niets te zeggen valt van den datum, waarop de boot in de vaart kan worden gebracht.

De heer v. d. Wart, lid der Prov. Staten, wil echter het naadje van de kous weten en heeft een viertal schriftelijke vragen aan Ged. Staten gericht, naar welks beantwoording we belangstellend uitzien.

Ged. Staten deden inmiddels publiceeren, dat ze alsnog besloten hebben, alvorens de ferry-boot in de vaart te brengen, daaromtrent het advies van de scheepvaartinspectie in te winnen.

x

Zoutelande heeft den laatsten tijd in een typische beteekenis voor velen gelegen. De verordeningen, die de gemeenteraad onder aanvoering van zijn voorzitter, vaststelde tot bevordering der Zondagsrust, hebben de rechtbank wat werk, enkelen advocaten wat verdiensten en de plaats zelf een eigenaardigen naam bezorgd.

Toch denke men niet, dat het dorp nu zonder badgasten is. In 't begin dezer maand waren er niet minder dan 300 pension-badgasten. En ze hebben op een Zaterdagmiddag en -avond allergezelligst feest gevierd.

Een strandleest werd gehouden, geheel op hun kosten. Ongeveer 120 kinderen deden mee aan spelletjes, koekhappen, zakloopen, enz. Ze werden rijkelijk getrakteerd. Het plaatselijk muziekkorps verleende zijn medewerking. De dag werd besloten met een rondgang door het dorp: het muziekkorps aan het hoofd, gevolgd door kinderen, die met lampions een aardigen stoet vormden.

Zulk een feestje getuigt van een prettige verhouding tusschen de dorpsbewoners en de badgasten en mag dan ook wel even gereleveerd worden.

x

Ondanks de vrij hooge belastingen, die men er moet betalen, heeft men te Vlissingen toch ook nog wel wat geld over voor feestviering. Zoo werkt men nu aan de voorbereiding van een festival, dat men eerst had bepaald op 11 Augustus, maar nu heeft uitgesteld tot 3 September, teneinde het te doen samenvallen met de Internationale Vlieg Ralley van de Kon. Ned. Vereen. voor Luchtvaart, welke op 3, 4 en 5 September wordt gehouden.

Het festival zal worden besloten met een schitterend vuurwerk. Ook zal 'n etalage-wedstrijd worden gehouden in de week, waarin het festival plaats heeft.

Deze feestelijkheden zullen ongetwijfeld wel weer velen naar Vlissingen trekken, want men kan er op rekenen, dat het er gezellig zal zijn. Vlissingen kàn feestvieren!

x

Zoo af en toe wordt wel eens met een tikje minachting gesproken over de dorpsgemeenteraden, die maar moeilijk met hun tijd mee schijnen te kunnen.

Maar wie het Raadsverslag van Koudekerke gelezen heeft zal toch niet durven beweren, dat men daar vreemd is aan den polsslag van den tijd.

Een der Raadsleden had een uitvoerig omschreven voorstel ingediend, dat een ingrijpende verandering in de belastingheffing zou brengen. De arbeiders en kleine boeren zouden geheel van inkomstenbelasting worden vrijgesteld, de middenstanders zouden iets, en de bezittende klas zou veel meer moeten gaan betalen.

De arbeiders en kleine boeren zouden dus in een voorrecht deelen, dat hun klassegenooten zelfs in gemeenten met een sterk democratisch bewind niet kennen.

Men zou denken dat de Koudekerksche Gemeenteraad direct dit voorstel met algemeenen stemmen min één verwierp. Wie zoo denkt, heeft het mis. Over een voorstel om deze ingrijpende wijziging over te dragen aan den nieuwen Raad, staakten de stemmen. Het is dus nog niet te zeggen, hoe het hiermee loopt.

x

De Zeeuwsche Bachvereeniging, waarover ik onlangs schreef, zal in September worden geconstrueerd. Het blijkt, dat er 108 (eigenlijk toch belachelijk weinig) personen in onze provincie zijn, die zóóveel belang stellen in Uitvoering van de Passionen van Bach, dat zij er een vaste, jaarlijksche bijdrage voor over hebben.

Maar al is het getal steunverleenenden niet zoo groot, als redelijkerwijs verwacht kon worden, men zal toch trachten te roeien met de riemen, die men nu krijgt en verder aan het gestelde doel voortarbeiden.

v. d. A.

 

WEEK IN ZEEUWSCH-VLAANDEREN

Grieven tegen de waterleiding; wat de plannen zijn; de bittere pil voor de Aardenburgsche R.K.; de heer P.J. Scheele.

De Raad van Commissarissen der N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding-Maatschappij heeft gehoor gegeven aan den wenk, in de laatste Statenzitting door den heer Welleman gegeven, om haar zaken zooveel mogelijk in het openbaar af te handelen. Deze week (Dinsdag 9 dezer) is n.l. te Terneuzen een vergadering gehouden van de leden der gemeenteraden van de 20 deelnemende gemeenten. Ook voor de pers was deze belangrijke vergadering toegankelijk.

Daar konden alle grieven en hezwaren, welke men tegen de leden van genoemden Raad persoonlijk en tegen hunne handelingen had, te berde worden gebracht. Niemand der Raadsleden kan nu straks zeggen, dat hij niet in de gelegenheid is geweest, zijn licht op te steken.

Vooraf had de Raad van Commissarissen een schrijven doen uitgaan tot alle Raadsleden, waarin de voornaamste punten, die aan de orde zouden komen, werden toegelicht.

In dit schrijven wijst de Raad van Commissarissen op het groote gevaar, ontstaan door de poging van den gemeenteraad van Terneuzen om de N.V. te ontbinden, n.l. dat alle arbeid, in den loop der jaren verricht in het belang eener betere drinkwatervoorziening van Zeeuwsch-Vlaanderen, vruchteloos dreigt te worden gemaakt.

De bezwaren, door Terneuzen geopperd, berusten voor het meerendeel op onjuist inzicht en onvoldoende kennis van zaken, zooals commissarissen dan nader aantoonen.

Daar is b.v. de rentabiliteit. Zeker, het oorspronkelijk plan is gebaseerd op de medewerking van alle 35 gemeenten. Maar het is opnieuw bestudeerd en vastgesteld, toen vast stond, dat slechts 20 gemeenten zouden toetreden. Het staat voor de Commissarissen vast, dat ook het kleinere plan rendabel is.

Zelfs mogen nu reeds eenige meevallers werden geboekt. In 1923 ging men uit van een rentevoet van 6 pCt. Deze zal echter slechts 4 5/8 pCt. bedragen. De buizen zullen wel fl 200,000.- beneden de raming blijven.

Verder deelen Commissarissen mede, dat de voorbereiding van den bouw geschiedt onder algemeene leiding van den Raad van Commissarissen in geregeld overleg met het Rijksbureau voor Drinkwatervoorziening.

Het zal noodig zijn, 150 H.A. waterwinplaats aan te koopen. De leiding van de onderhandelingen hierover heeft de voorzitter, die daarbij steunt op een commissie van drie ervaren beëedigde taxateurs. De reeds afgesloten voorloopige koopcontracten blijven alle beneden de officieele schatting.

De buizenaankoop zal ongeveer 1 miljoen gulden vergen. Begin 1927 is een voorloopige aanbesteding gehouden, maar de inschrijvingen daarbij waren veel te hoog. Een nog niet hier te lande toegepast buizenmateriaal (systeem Bonna) is daarna bestudeerd. Ook is nog door een der fabrieken van gegoten ijzeren buizen een zeer aannemelijke aanbieding gedaan, waardoor op de begrooting meer dan fl 200,000.- kan worden bezuinigd. Deze laatste aanbieding is geaccepteerd onder voorbehoud, dat de gemeenten tot storting op de aandeelen besluiten en de Minister het contract goedkeurt.

De tarieven, zooals zij in 1923 zijn ontworpen, zullen zeker niet verhoogd behoeven te worden. Gezien de meevallers, is er eenige kans op verlaging. Deze ontwerp-tarieven worden vergeleken met die van andere Waterleiding-Maatschappijen, waarna blijkt, dat de Zeeuwsch-Vlaamsche geen ongunstig figuur maakt.

Een belangrijke mededeeling is, dat de N.V, niet gebonden is aan het kamersysteem. Zij kan zelf haar definitief systeem kiezen. Als maar het gemiddelde van pl.m. fl 21,80 per woning wordt opgebracht!

x

Over de Aardenbrurgsche kwestie is al heel spoedig, nadat de Raad dier gemeente besloot tot toelating van de op 21 Mei j.l. gekozen Raadsleden, door Ged. Staten uitspraak gedaan. En zooals te begrijpen was, ondanks de herhaalde ontkenningen van R. K. zijde, hebben Ged. Staten dat Raadsbesluit vernietigd en zullen er dus spoedig nieuwe verkiezingen moeten plaats hebben. Het is wel een bittere pil, die de R. K. groep te Aardenburg te slikken krijgt, maar waaraan men had kunnen ontkomen, als de R. K. Raadsmeerderheid zelf de wet had gehandhaafd, in plaats van dit aan Ged. Staten over te laten.

Ged. Staten gronden hun besluit op tal van overwegingen. Er is niet gehandeld volgens de artt. 65, 86 (1e lid), en 87 voorlaatste en laatste zinsnede) der Kieswet. Bovendien wordt gewezen op de verklaringen door tal van A. R. kiezers voor den Officier van Justitie afgelegd, met welke verklaringen de aantallen stemmen op de A. R. candidaten niet overeenkomen. Op grond dus van niet-nakoming der Kieswet en van plaats gehad hebbende onregelmatigheden worden de gekozen Raadsleden door Ged. Staten niet toegelaten.

't Zal me benieuwen, of de Roomsch-Katholieken nog het laatste middel, dat tot hun beschikking staat, n.l. beroep op de Kroon, zullen aangrijpen.

x

In den gemeenteraad van Axel interpelleerde het Raadslid 't Gilde over de waterleiding. Waar echter de burgemeester op zijn vragen ongeveer hetzelfde antwoord gaf, als in bovenstaand schrijven van den Raad van Commissarissen is vervat, volsta ik met daarheen te verwijzen.

Over de buizenlevering zijn nog door het lid der Eerste Kamer, den heer Polak, vragen gesteld aan den Minister van Arbeid. Hij zal echter wel niet meer ten antwoord krijgen, dan de Raad van Commissarissen in bovenbedoeld schrijven meedeelt.

x

Te Terneuzen is op 71-jarigen leeftijd overleden de heer P. J. Scheele, een bekend figuur in handels- en vereenigingskringen. Hij was o.a. lid voor de afd. grootbedrijf van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, bestuurslid van den Raad van Advies der Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg Mij. en voorzitter van het Bestuur der N.V. Bouwmaterialenhandel "De Hoop". Verder was hij in bestuursfuncties werkzaam voor het Chr. onderwijs en de A. R. partij.

 

IK WEET NIET ........MAAR....

.... Het komt me voor, dat de bewoners van het land van de zee er zoetjes aan achter beginnen te komen, dat water niet slechts geschikt is om straten en stoepen te schuren, om mosselen en garnalen en paling benevens vele andere soorten visch op te voeden en voor de consumptie gereed te stoomen, om er de handen, het gelaat, en een stukje van den menschelijken nek mee te behandelen, om er zeer in 't geheim, zonder den driesten blik van derden eenmaal in de 14 dagen binnenshuis de stoffige voeten in te dompelen. Het begint tot ons door te dringen, dat het water op een zonnigen dag bekoring kan uitoefenen op het geheele body, dat het ons in onze serieusheid en degelijkheid kan verleiden om in een dun tricotje zonder boord en manchetten te glijden en om zonder de minste schaamte in halve naaktheid over een stukje der goede aarde te dwalen. We zijn er na lange aarzeling, na veel wikken en wegen toe over gegaan om de goede kwaliteiten van het water voor de spieren en organen te erkennen, we hebben het recht, dat de natuur ons op 't natte element schonk, gegrepen; we stichtten vereenigingen om te baden en zwemmen, we zijn met achterlating van de preutschheid in de stoffige kamers der herinnering, tot het water gegaan.

We laten de zon op het vel stoven, we demonstreeren met ontkleede armen en beenen, spartelen en plassen, terwijl mag toekijken wie lust heeft. We blozen daarbij niet, we hebben de valsche schaamte bij de verwaarloozing van het kostbare menschelijke corpus gedeponeerd, we zwemmen met vrouw en kind, met de vrouwen en kinderen van anderen, en we zijn ons bewust, dat we daar goed aan doen.

Maar voor we zoover waren.... dat heeft moeite en strijd en ook wel wat durf gekost. Want de publieke opinie van het land van de Schelde had bezwaren tegen uitgevoerde voornemens: om van tijd tot tijd het ondoorzichtelijke zwarte pak of het alles verbergend colbertje en de stemmige soliede japon te verwisselen tegen het zwemtricot, dat veel aan deftigheid te wenschen en weinig te raden overlaat. Wanneer vreemdelingen als wilden in het zoute water geliefden te dartelen, kon er dat nog mee door. Die hadden zooiets zelf uit te maken en de publieke meening deed hun ter wille wel eens een oogje dicht. Want badgasten die van elders komen laten zilveren veeren, nietwaar en dan.... vreemdelingen hebben geen provinciale of gewestelijke fatsoenlijkheid mede op te houden. Zoodra evenwel een Zeeuw als die vreemden wilde doen, werd de staf over hem gebroken. Een Zeeuw had nu eenmaal niet te zwemmen of te baden op plaatsen waar men de deur niet af kan sluiten.

Zooals gezegd: deze tijd is thans zoo goed als voorbij. We beoefenen de zwemsport, we gebruiken de baden in de open lucht, we laten het recht op zon en water niet uitsluitend aan de zeehonden, kwallen, garnalen en schepen. We zijn aan de valsche schaamte, aan de onzindelijkheid, aan den afkeer jegens vrije beweging van het lichaam, ontkomen.

Zeeland zwemt of leert zwemmen, Zeeland stoeit in de mooie badplaatsen, kruipt rond in het strandzand dat we in vroeger jaren uitsluitend voor den tourist schenen gekregen te hebben.

"Ons Zeeland", dat o.m. tot taak heeft het Zeeuwsche leven in woord en beeld vast te leggen, heeft deze week de aandacht aan den "overgang" naar het water en naar de zwemsport geschonken.

Hierover zou wellicht nog wat meer te zeggen zijn, doch het komt me voor, dat het daar momenteel te warm voor is.

Dus ga ik zwemmen. Het badnummer inspireert me.

EGO

VAN EIGEN BODEM

HET KASTEEL RAMMEKENS.

door

B. J. d. M.

 

 

Het kasteel Rammekens of, zooals het vroeger genoemd werd, Zeeburg, heeft in onze vaderlandsche geschiedenis, vooral in die van Zeeland, een groote rol gespeeld. Liggende aan den mond van 't vaarwater, de Welzinge (thans ingepolderd) naar Middelburg, kon het den toegang naar deze stad aan de zeezijde afsluiten. Met Rammekens stond of viel Middelburg en hiermede geheel Walcheren.

Daar de landwacht, in 1540 door de Staten van Zeeland ingesteld, door de landvoogdes Maria niet voldoende werd geacht tot verdediging van Walcheren, werd op haar verlangen door de Staten het kasteel op de genoemde plaats gebouwd (1547). Het werd genoemd Zeeburg, bij Rammekens liggende. Rammekens was vroeger een kleine heerlijkheid ten Z. van Ritthem. Later zijn beide namen vereenzelvigd en is het kaseel meer bekend gebleven onder den naam van Rammekens, in den volksmond Rammetjes.

Het ontwerp voor het kasteel werd gemaakt door den keizerlijken ingenieur Donaet de Boni; de bouwmeesters waren Pieter en Jacob van Antwerpen. Het fort had ongeveer den vorm van een driehoek. Een der bastions liep in zee uit. Waar de muren niet door de zee bespeeld werden, aan de landzijde dus, was een diepe gracht, maar geen wallen. Deze zijn later in den Franschen tijd opgeworpen. Het kasteel had dikke muren, ruime gewelfde schuilplaatsen en geschutkelders. Een ophaalbrug gaf toegang tot de eenige poort. Daar de genoemde gracht grootendeels is gedempt, (ook stroomt het zeewater niet meer langs de muren) is ook de brug verdwenen. Boven de ingangspoort met blokwerk (zie foto) staat, behalve het jaartal 1547, een menschenhoofd. De groote gleuven, welke in de lijst boven de poort te zien zijn, wijzen op de vroegere ophaalbrug.

Op het ruime binnenplein stonden vroeger eenige huizen tot aangename verblijfplaats der bezetting. De huizen staken met hun trapgeveltjes boven de kasteelmuren uit.

Rammekens werd als onneembaar geacht. Het was dan ook meer door list dan door geweld, dat de Geuzen het den 4 Augustus 1573 in bezit namen. Middelburg werd door den Prins van Oranje belegerd. Meer en meer werd het aan de landzijde ingesloten. Aan de zeezijde bleef de toegang open door het bezit van Rammekens. Vaak werd op de reede van Rammekens door de Geuzen gestreden. Later deden zij te land een schijnaanval op Arnemuiden, dat ook in 't bezit der Spanjaarden was. De bevelhebber van Rammekens kreeg nu bevel met zooveel manschappen ter hulp te komen als hij kon. Daarom liet hij in 't kasteel slechts een 70 man achter onder bevel van een luitenant. De Geuzen keerden zich nu naar Rammekens, dat van de land- en zeezijde hevig werd beschoten. Daar van uit Middelburg geen hulp te wachten was en een deel der bezetting (waaronder ook de bevelhebber) was gewond, terwijl er ook geen wondheeler was, begon de moed der belegerden te verflauwen. Zij zagen ook de toebereidselen der Geuzen, om een der muren te ondermijnen. Op 4 Augustus 1573 gaf de bezetting zich over. Nu was Middelburg ook verloren.

Toen Engeland ons land in 1585 met een leger hielp, eischte het als pand behalve de steden Vlissingen en Brielle ook het fort Rammekens. Het kasteel kreeg dus een Engelsche bezetting. In 1616 werd de schuld afgelost. Het kasteel werd later niet voldoende onderhouden en kwam meer en meer tot verval.

De la Rue, overleden in 1770, zegt van 't kasteel:

"Ik, Zeeburg, wierd gesticht door 's vijfden Carels

Zuster

En was in 't orelog van Spanje groot van kragt.

Dog Walcheren in deez' tijd zich vindende geruster,

Vertoon ik nauw 't geraamt van mijn voorgaande magt."

 

 

In 1787 werd Rammekens ingericht als hospitaal voor zieke zeelieden. Later werd het weer als versterking gebruikt, al heeft de bezetting bij den inval der Engelschen op Walcheren zich dadelijk overgegeven (4 Aug. 1809).

Om een tweeden inval der Engelschen onmogelijk te maken, heeft Napoleon, behalve de stad Vlissingen, ook Rammekens zeer versterkt, na zich te voren van den, toestand van 't kasteel te hebben overtuigd. De gebouwen op 't plein werden gesloopt. Een deel van 't inwendinge veranderd en de buitenmuren hersteld. Deze verbouwing is nog duidelijk te zien, terwijl een steen met 't jaartal 1812 er ons ook aan herinnert. De gracht werd uitgediept, hooge wallen opgeworpen en een buitengracht gegraven. Alle Walchersche boeren, die paard en wagen hadden, moesten er aan helpen. Gelukkig zijn al die versterkingen niet noodig geweest. Na het wegtrekken der Franschen uit ons land, keerde Rammekens weer tot zijn vroegere rust terug. Het heeft eerst nog dienst gedaan als quarantaine, later als kruitmagazijn. Een kleine bezetting uit het garnizoen van Vlissingen moest het bewaken. In 1890 werd ook de bezetting opgeheven. Nu ligt het verlaten, ongeveer nog in denzelfden toestand, waarin Napoleon het gebracht heeft. Wel is de binnengracht grootendeels gedempt en is de brug verdwenen, maar het kasteel is niet gesloopt, zooals de gids van Walcheren heeft geschreven. Van rijkswege wordt Rammekens nog onderhouden, al blijft het beperkt tot het allernoodzakelijkste.

Het loont zeker de moeite een bezoek aan deze historische plaats te brengen. Op het kasteel staande, heeft men een prachtig panorama op 't Z. O. deel van Walcheren met Vlissingen en Middelburg in 't verschiet en ook op de druk bevaren Schelde. Een straatweg, in 1924 aangelegd, leidt van uit Ritthem naar het oude kasteel.

 

DE VROUW AAN HET WOORD

Nieuwe snufjes zijn er altijd, zèlfs als het seizoen al vergevorderd is.

De mode past zich aan bij de gebeurlijkheden van het leven. Nu we dus aan het vereeren van onze koene aviateurs zijn, decreteert Madame la mode, dat we onze hoedjes in vliegkap-model zullen dragen.

Heeft u wellicht een vilten dopje, dat nauw om uw hoofd sluit en den vorm van een aardappel-maat heeft? Wel, dan omboort u dit met reps lint. Laten we aannemen dat het een beige hoedje is, dat u bij een blauw japonnetje draagt, van dat aardige pastel-blauw.

U neemt dus uw reps-bandje in die kleur en in dezelfde tint zet u aan weerskanten van het kiepje twee gevalletjes van veertjes, die dan even op uw donzen perzikwangetjes vallen.

't Staat guitig, coquet en 't is niet duur.

In een hoedenwinkel, die een beetje met z'n tijd meegaat, kunt u ze krijgen.

De badmutsen doen ook al mee, ze zijn volkomen in vliegkap-model. Een vuurroode, waar aan den voorkant een hanekop prijkt, is werkelijk allergeestigst.

Een ander vilt aardappel-maatje zag ik van zwart, waarop witte zwaluwen geborduurd waren, de staarten hingen bevallig over mevrouwtje's wangen.

De horizontale strepen vieren hoogtij! Vooral voor de strandjurken.

Alleen een slank den-figuurtje kan dit dragen. De ietwat corpulente vrouw wordt er al gauw een "dikke Bertha" mee.

Een aardig toiletje in dit genre was van blauw en grijs gestreepte toile de soie, waarvan de geheel geplisseerde onderhelft verticaal liep en de rest van de robe in horizontale strepen.

Dit model sloot tamelijk hoog aan den hals en had een omgeslagen boordje met lange das in effen blauwe toile de soie.

Een keurig marine-costuumpje trof me bizonder.

Van donkerblauwe kasha waren het geplisseerde rokje en -het los vallend,- korte mouwvest, het laatste omrand met witte crêpe de Chine, waarvan ook de lange casaque was, die in overhemd-model viel, met platte plooien en waar in het midden een geborduurd anker op prijkte in wit en blauw.

Een wit vilten dopje, wit zijden kousen en blauwe schoentjes volmaakten dit geheel.

Blauw-wit schijnt dit seizoen door de dames bizonder gezocht te worden. De combinatie doet het dan ook wonderwel.

Een middag-toiletje van witte crêpe Georgette met donkerblauw geverfde kant is werkelijk niet te versmaden.

Het rokje ruim geplooid, met als een volant de donkerblauwe kant. De taille strak, er over heen een losse boléro, waarvan het boven-gedeelte van de witte crêpe Georgette is, het onderdeel van kant. Een ruim vallende mouw met kant, die op de hand valt.

Een donkerblauw vilten hoedje met witte vleugeltjes op zij, witte kousen en blauwe schoentjes, een wit parasolletje met blauwe bloemen. Ah! Comme elle est charmante, la petite mignouve!

De parasollen zijn van een buitengewone luxe dezen zomer.

Ik zag in Scheveningen zoo'n zonne-dakje van zachtrose zijde, dat allemaal étages had van zijden franjes. Of de parasol open of dicht was, het stond even beeldig al die glanzende zijden franjes. En hoe mooi is zoo'n zacht vrouwengelaat onder zoo rozigen schijn!

Heel mooi was ook de parasol van zachtgeel, die den vorm van een zonnebloem had, want ze bestond uit allemaal kleine blaadjes. Vraag niet, wat zoo'n zonnescherm kost! De draagster zag er niet naar uit, of haar dat iets kon schelen.

Op de strenge tailleur wordt in het knoopsgat geen levende bloem meer gedragen, noch een van peau de Suède of mousseline, maar de bloem wordt nu dik geborduurd op de revers, juist op het knoopsgat.

De paarlen colliers hebben een concurrent gekregen, ze worden verdrongen door ronde balletjes van één grootte van zuiver goud. Ook hiervan worden lange kettingen gedragen en zoo is deze nieuwe modegril ook alweer een duur grapje.

Vóór het sluiten van mijn week-babbel nog even vertellen van een malligheidje, vertoond op een Engelschen up to date bruiloft.

De lieve bruid, die smetteloos als een lelie, geheel in het wit was, droeg.... een zwart omrande monocle, de bruigom liep met twee honden aan een riem! Dit is de dolheid ten top gevoerd!

E. B. B.

---------------------------------------------------------------------------------------------------

Er zijn lieden die bediend willen worden als vorsten

en betalen als bedelaars.

Zegt iemand, dat hij een geheim heeft, dan heeft bij

dat al half verraden,

Op mooie praatjes komt het niet aan,

Het is beter, zwijgend aan het werk te gaan.

TREFFERS EN POEDELS

BADPRAATJES.

"Als de blanke top der duinen

schittert in den zonnegloed.. ."

 

 

Seizoen aan de stranden van Zeeland,

de vlaggen staan hoog in den wind,

de wereld-van-uitgaan is nu weer

een spelend en zorgeloos kind.

De zon is een gloeiende fakkel,

die alles beneden omvat,

ze dompelt het bad en de baders

tezaam in een zonnestraalbad.

Veel onbedekt beenenspektakel,

verbrande, behaard of charmant,

families met hare familie,

ziet hier het publiek van het zand.

Een kuil in het zand is de kamer,

een regenjas tafel en kleed,

het brood en tenslotte een vloeistof ;

de strandpicnic is dan gereed.

Ginds duinen-voor-scharrelpartijtjes,

daarginder het magische bad,

met machtig ge-stortvloed der golven

verdwijnt daar het stof van de stad.

De zee ruischt nu zeer optimistisch,

al heeft zij zwaar werk voor haar brood,

(Niet iedere gastvrouw heeft zooveel

logé's openbaar in de schoot).

Geen mensch die daar donker kan kijken,

vooral op zoo'n mooien dag weêr,

de booze humeuren die wachten

tot op een gelegener keer.

In 't bad zijn de menschen de menschen

met haast geen kunstmatigen tooi,

daar worden de mooien vaak leelijk,

de leelijken soms wel eens mooi. -

De zee is de spiegel der reinheid

en wie dat bij 't baden niet ziet,

vindt ook ergens anders op aarde

de ware genietingen niet. -

 

 

De vreugden dezer wereld zijn gelijk aan edelen

wijn, die van tijd tot tijd genoten, een medicijn is, maar

den drinker in het verderf stort.

 

 

WILLEM TELL