Aardenburg, 1928, Van oude gebouwen gaat voor hem, die tot romantiek geneigd is (en wie onzer ontkomt geheel aan het romantiek) steeds een zeldzame bekoring uit. Vooral is dit het geval als de juiste toelichting aanwezig is. Een oud vervallen brokje straat kan in het schijnsel van een gaslantaarn op wintersche avonden tot ontroerende schoonheid worden, een onderdeel van een historisch bedehuis komt in het licht der schuchtere voorjaarszon in een sfeer van poëzie en romantiek te staan. Het poortje in de oude kerk te Aardenburg zagen we dezer dagen in zulk een mijmerende stemming