Zeeland, 1928, De zomer is gekomen, de dagen zijn vol zonnevreugde. Thans is het een genot om door de Zeeuwsche landen te trekken. Het gras is er malsch, het vee krachtig en blank, de gewassen sappig, de luchten zijn er nu kleurig en wijdsch. Zeeland men noemt je niet voor niets een land om in te happen