Non Sordent in Undis 2. Collegium Illustre Cui Symbolum "Non Sordent in Undis" In Augustus 1813 werd door de leerlingen van de "Latijnsche School" te Middelburg opgericht het dispuut "Fide Amicitia A Virtute." Toen na eenige jaren, "enkele leden tot hoogere lessen waren bevorderd en naar het Leidsch Atheen gingen", zooals het in het eerste notulenboek heet, werd in Leiden ook een afdeeling opgericht; dit had plaats op 3 December 1815. De groote afstand en de gebrekkige middelen van vervoer waren echter niet zeer bevorderlijk voor de goede samenwerking tusschen beide afdeelingen, zoodat het in 1820 tot een vriendschappelijke scheiding kwam en de Leidsche afdeeling omgedoopt werd in: "Non Sordent in Undis". Als datum van oprichting werd aangenomen 3 Dec. 1815. Niettegenstaande de scheiding bleven de banden, die het gezelschap met Middelburg verbonden, bestaan en werd "Non Sordent" de veeeniging van in Leiden studeerende Zeeuwen. En deze banden waren ook de aanleiding om de 113e dies natalis, evenals 112e, in Zeelands hoofdstad te vieren. Het gezelschap kwam 12.14 per trein uit Leiden aan, en werd door een uit oud-leden samengestelde commissie in het station ontvangen. In rijtuigen, waarvan de paarden waren getooid met de blauwe pluimen van het Collegium Suprem, het bestuur van het Leidsch Studenten-Corps, een der voorrechten van het gezelschap, en met de rode pluimen van het Collegium Illustre zelf, ging het naar Veere, waar in de "Campveersche Toren" de lunch werd gebruikt. Daarna reed men weer terug naar Middelburg naar Societeit "St. Joris". Hier hingen de beide kaarslantaarns, de z.g. "apen" uit, wat een oud gebruik van het gezelschap is en dient om de leden aan te duiden, waar de vergadering van "Non Sordent" wordt gehouden. In "St. Joris" hield het Collegium Illustre een druk bezochte receptie. In de daaropvolgende vergadering werden de 7 nieuwe leden geinaugureerd, terwijl het feest besloten werd met een geanimeerd diner, waaraan ook vele oud-leden deelnamen. De vroolijke excursionisten in Veere

Middelburg, 1928, Non Sordent in Undis 2. Collegium Illustre Cui Symbolum "Non Sordent in Undis" In Augustus 1813 werd door de leerlingen van de "Latijnsche School" te Middelburg opgericht het dispuut "Fide Amicitia A Virtute." Toen na eenige jaren, "enkele leden tot hoogere lessen waren bevorderd en naar het Leidsch Atheen gingen", zooals het in het eerste notulenboek heet, werd in Leiden ook een afdeeling opgericht; dit had plaats op 3 December 1815. De groote afstand en de gebrekkige middelen van vervoer waren echter niet zeer bevorderlijk voor de goede samenwerking tusschen beide afdeelingen, zoodat het in 1820 tot een vriendschappelijke scheiding kwam en de Leidsche afdeeling omgedoopt werd in: "Non Sordent in Undis". Als datum van oprichting werd aangenomen 3 Dec. 1815. Niettegenstaande de scheiding bleven de banden, die het gezelschap met Middelburg verbonden, bestaan en werd "Non Sordent" de veeeniging van in Leiden studeerende Zeeuwen. En deze banden waren ook de aanleiding om de 113e dies natalis, evenals 112e, in Zeelands hoofdstad te vieren. Het gezelschap kwam 12.14 per trein uit Leiden aan, en werd door een uit oud-leden samengestelde commissie in het station ontvangen. In rijtuigen, waarvan de paarden waren getooid met de blauwe pluimen van het Collegium Suprem, het bestuur van het Leidsch Studenten-Corps, een der voorrechten van het gezelschap, en met de rode pluimen van het Collegium Illustre zelf, ging het naar Veere, waar in de "Campveersche Toren" de lunch werd gebruikt. Daarna reed men weer terug naar Middelburg naar Societeit "St. Joris". Hier hingen de beide kaarslantaarns, de z.g. "apen" uit, wat een oud gebruik van het gezelschap is en dient om de leden aan te duiden, waar de vergadering van "Non Sordent" wordt gehouden. In "St. Joris" hield het Collegium Illustre een druk bezochte receptie. In de daaropvolgende vergadering werden de 7 nieuwe leden geinaugureerd, terwijl het feest besloten werd met een geanimeerd diner, waaraan ook vele oud-leden deelnamen. De vroolijke excursionisten in Veere