Ons Zeeland 1929, nummer 11

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE ZEEUWSCHE WEEK

De burgemeester van Zierikzee overleden; over een goede wegenverbetering; het staartje van de Vlissingsche ziekenhuiskwestie; de K. v. K. in Zeeuwsch-Vlaanderen.

In den ouderdom van ruim 71 jaar is vorige week te Zierikzee nog vrij onverwacht overleden, de burgervader dier gemeente, Mr. A. J. F. Fokker van Crayestein van Rengerskerke. Mr. Fokker werd den 5en Augustus 1857 te Zierikzee geboren. Na de toenmalige Latijnsche school aldaar te hebben doorloopen, vertrok hij in 1876 naar de Leidsche academie tot het volgen van de studie in de rechtswetenschappen, waarin hij den 15en Februari 1883 doctoreerde op proefschrift, getiteld: "Over het bestuur van het Waterschap Schouwen", na welke promotie hij zich in zijn vaderstad vestigde als advocaat en procureur. Reeds kort na zijn vestiging legde het publieke leven beslag op hem en werd hij in 1887 tot lid van den raad van Zierikzee en tot voorzitter van het Waterschap Schouwen gekozen. In 1910 verkoos de raad hem tot wethouder en in 1916 werd hij door H. M. de Koningin benoemd tot burgemeester, zulks ter vervulling van de vacature, ontstaan door het overlijden van mr. D. van der Vliet. Van 1892 tot 1913 werd hij tot lid der Staten van Zeeland gekozen, die hem in laatstgemeld jaar afvaardigden naar ons Hoogerhuis, waar hij meermalen opkwam, als zich daartoe de gelegenheid voordeed, om de belangen van zijn geboortegrond te verdedigen. Veertig jaar lang bezette de overledene den voorzitterszetel van het belangrijke waterschap Schouwen, n.l. van 1887 tot 1927, toen hij wegens het bereiken van den bij de wet voorgeschreven leeftijd deze betrekking, welke hem lief was, moest vaarwel zeggen. Een andere belangrijke functie nam de thans ontslapene waar in het bestuur der Visscherijen op de Schelde en Zeeuwsche Stroomen, waarvan hij voorzitter was. Deze betrekking bracht hem in nauwe aanraking wat het visschersbedrijf in Zeeland betrof. Zijn adviezen in deze werden zeer gewaardeerd; hij bezat een warm hart voor de visschers, die hij mocht ontmoeten. Van zeer veel vennootschappen was hij gedelegeerd of president-commissaris en door zijn ambt als burgemeester, eerelid of beschermheer van vele Zierikzeesche vereenigingen.

Zijn verdiensten in verschillende publieke lichamen werden door de Kroon gewaardeerd, hetgeen mag blijken uit de ontvangen onderscheidingen, n.l. ridder in de orde van de Nederl. Leeuw en Commandeur in de orde van Oranje Nassau.

Wanneer we na vermelding van bovenstaande fata en data, ten slotte iets willen schrijven over het werk van mr. Fokker, dan treedt onmiddellijk op den voorgrond, dat hij in zijn verschillende functies veel en zeer hard gewerkt heeft. Een vlugge, bevattelijke geest, gepaard aan stoere werkkracht en groot uithoudingsvermogen, heeft hij aan den dag gelegd bij het vervullen van de diverse, lang niet altijd gemakkelijke, ambten. Mocht het in eenigszins rumoerige begrootingszittingen van den raad nog al eens warm toegaan, hij wist altijd de gemoederen te kalmeeren en wanneer na de algemeene beschouwingen de voorzitter aan het woord kwam, had hij altijd een aandachtig gehoor. Want als weinigen bezat hij de gave om de debatten op een gegeven moment stop te zetten door aan een wetsartikel of reeds genomen besluit te herinneren, waaruit ten duidelijkste bleek dat verder geredeneer nutteloos was. Flair en handigheid had hij om de vergaderingen te leiden, niet het minst ook in de vergaderingen van Schouwen, welk waterschap hij in bijzondere mate heeft gediend door zijn uitgebreide kennis van polderzaken, waarvan ook getuigenis afleggen hetgeen hij over Schouwen schreef in het bekende werk: "Schouwen van 1600-1900" en zeker niet minder zijn proefschrift, waarop hij aan de Leidsche universiteit doctoreerde.

Met mr. Fokker is een man heengegaan, die altijd medegeleefd heeft met zijn vaderstad en daarvoor meermalen belangrijke geldelijke offers bracht om nijverheid en scheepvaart, die daar kwijnden, weer op de been te helpen. Vriendelijk was hij jegens iedereen, die zijn adviezen kwam inwinnen of zijn gunst verzochten bij sollicitaties in de een of andere betrekking, waarop hij grooten invloed kon uitoefenen door zijn verschillende connecties in publiekrechterlijke of andere lichamen. De nagedachtenis van mr. Fokker zal in Zierikzee zeker nog lang in eere blijven.

x

Hoewel men hier de laatste jaren geenszins blind was voor de beteekenis van het moderne verkeer en voor de eischen, welke dit verkeer aan de wegen stelt, hebben we nog lang geen ideaal wegennet. De wegen tusschen verschillende dorpen vooral laten nog te wenschen over, omdat ze niet in overeenstemming zijn gebracht met hun nieuwe taak en nog steeds zijn "afgestemd" op het langzame verkeer uit het einde der vorige eeuw. Gelukkig ontdekt men thans overal een streven naar wegsverbetering. Overal, dus niet alleen bij den tourist, want ook de besturen der kleinere dorpen, die min of meer met het motorisch vervoermiddel bekend en vertrouwd geraken, sluiten niet langer de oogen voor het moderne verkeer, dat voor hun gemeenten van belang is.

Dit laatste is dezer daden gebleken te Westkapelle, Zoutelande, Biggekerke en Koudekerke. De gemeenteraden in deze plaatsen waren uitgenoodigd gelden te voteeren voor verbetering van den weg van Middelburg over Koudekerke, Biggekerke en Zoutelande, en met groote bereidwilligheid hebben zij daaraan voldaan. Binnen afzienbaren tijd zal deze verbindingsweg behoorlijk verbreed worden en van een goed wegdek worden voorzien, terwijl verschillende hinderlijke bochten zullen worden verwijderd. Een goede moderne verkeersweg op Walcheren is dus in zicht. Hopenlijk zal bij de verbetering van den weg zooveel mogelijk rekening worden gehouden met het oude karakter. De weg, die hier bedoeld wordt, had tot nu toe door zijn grillig verloop een eigenaardige bekoring. Moge deze niet geheel verloren gaan!

x

De ziekenhuiskwestie in Vlissingen, op deze plaats steeds gevolgd, heeft nog een muisje met een staartje gebaard. Wethouder Harts (V. D.), die zich in het college van B. en W. steeds verzet had tegen den verkoop van grond aan "Bethesda", heeft n.l. zijn functie neergelegd. Hij deed dit in een schrijven aan den raad, waaraan we het navolgende ontleenen:

"Alhoewel in het college van B. en W. een vertegenwoordiger der S. D. A. P. of S. P. zitting had moeten nemen, werd door mij, - na overleg met mijn partij - de zetel aanvaard, omdat verwacht werd, dat een meer naar links georiënteerd college voor het beheer van onze gemeente gewenscht was en bij niet aanvaarding van het wethouderschap diverse zaken zeer ernstig in het gedrang zouden komen.

Naast de belangen van onze badplaats, noem ik in de eerste plaats onze gemeentelijke ziekenhuiszorg.

In de laatste vergadering van den gemeenteraad werd de grond verkocht, waarop het gemeenteziekenhuis had moeten verrijzen. Daarmede werd een belangrijke steun aan de noodzakelijke oplossing van dat vraagstuk weggenomen, terwijl door de sterke houding ten gunste van ons gasthuis zonder twijfel een groote oplossing zou zijn bereikt.

Nog restte ons de grond van de stichting, waardoor in de toekomst een goede oplossing mogelijk bleef. Maar bovenal was deze grond zoo gunstig gelegen. dat een stichting, bedoelende de grondige verbetering der gemeenteziekenhuiszorg, dezen waardevollen grond nimmer had mogen verkoopen, tenzij tegen een prijs, die de voorstanders der gemeentelijke ziekenhuiszorg volledig zou bevredigen. Op 23 Februari ontving ik van den gemeente-secretaris, bestuurslid van de stichting, de mededeeling, dat op 19 Februari door het bestuur besloten was den grond te verkoopen voor 66 cent per M.2 Meerdere malen en tijdig voor de vergadering van het stichtingsbestuur heb ik de bestuursleden, de heeren van Woelderen en Bisschop, gewezen op de noodzakelijkheid de belangen der stichting zwaarder te laten wegen dan die van "Bethesda", daarbij vastleggend, dat -indien die grond in strijd met de belangen van de stichting zou worden verkocht - ik ontslag als wethouder zou nemen, omdat dan blijkbaar geen prijs op samenwerking met mij werd gesteld. Waar thans de grond feitelijk verkocht is, stel ik er geen prijs meer op, lid van het college van B. en W. te zijn en neem bij dezen mijn ontslag als wethouder van de gemeente Vlissingen".

Zooals men elders in dit nummer lezen kan is de plaats van den heer Harts in het college van B. en W. reeds ingenomen.

Jammer, dat de ziekenhuiskwestie dit naspel opleverde.

x

De Kamer van Koophandel voor Zeeuwsch-Vlaanderen is aan het einde der vorige week in vergadering bijeen gekomen. De voorzitter gaf, zooals te doen gebruikelijk, een overzicht over het afgeloopen jaar. Spr. gaf als zijn indruk te kennen, dat in den economischen toestand van het gebied der Kamer wel eenige verbetering is te bespeuren, al zijn blijkens de rapporten de bedrijfsuitkomsten van verschillende zaken niet evenredig aan de grootere bedrijvigheid.

Bezwaren werden ingebracht tegen deloyale concurrentie die de middenstand, welke toch reeds in moeilijke omstandigheden verkeert, ondervindt vanwege staatsambtenaren. Voornamelijk gold de klacht technische ambtenaren, die radio-apparaten leveren en plaatsen. Besloten werd zich tot de regeering te wenden.

Met het oog op de hooge prijzen voor electrischen stroom, die een belemmering zijn voor het verbruik, werd besloten een verzoek te richten tot de Prov. Electriciteits-Maatschappij om de grondprijzen voor lichtstroom te verlagen tot dertig en die voor krachtstroom tot vijftien cent per K.W.U.

 

 

HOE EEN DUITSCHER HONDERD JAAR

GELEDEN ZEELAND ZAG

door

JAN VERMEER.

V. (Slot).

Alvorens Dethmar Middelburg verliet, teekende hij in het dagboek van zijn reizen enkele algemeene opmerkingen aan, betreffende het gewest en de stad, waar hij zoo veel meer gevonden had, dan zijn verwachting was geweest. "Men schildert dit land gewoonlijk als een graf voor de vreemdelingen en vermijdt het òf geheel, òf wien zaken erheen voeren, die snelt er zoo gauw als mogelijk is vandaan". Dethmar had evenwel van die vermeende ongezondheid van Zeeland niets bemerkt, en de vele opgewekte en flinke ouden van dagen hadden hem, zoo goed als het gezonde uiterlijk van de overige bevolking, van het tegendeel overtuigd.

Ook over het karakter en de zeden en gewoonten der Zeeuwen was Dethmar best te spreken. "Gaat men door het land, dan wordt men noch door bedelaars, noch door honden lastig gevallen, een prijzenswaardig gevolg van de waakzaamheid der politie, of wel van de menschlievendheid der bewoners, die zulk een hinder niet kan dulden. Alleen is me in een dorp aan het strand de onbeschaamdheid opgevallen, dat goed gekleede kinderen bedelden, en aardige meisjes, die al bijna volwassen waren, kussen voor een cent te koop aanboden. Of dit alleen maar scherts moest beteekenen, dan wel ernstig gemeend was, wil ik niet beslissen, want ik heb de proef niet genomen".

Ook trof het Dethmar, dat het dienstpersoneel in de huizen, waar hij het middagmaal gebruikte, niet zoo afgericht was op fooien, als dit in Holland het geval was. Meermalen had hij zelf naar de keuken moeten gaan, waar de dienstboden de haar toegedachte fooi min of meer beschroomd aannamen. Ook in zijn hôtel was hij niet afgezet, en men had er hem behandeld, als was hij een oude bekende. In de familiekringen van verscheidene Middelburgers van stand had hij de waarheid van het spreekwoord "goed Zeeuwsch, goed rond" ondervonden, en nergens had hij die angstvallige terughouding en die vervelend beleefde bejegening aangetroffen, die elders den vreemdeling zoo'n angst aanjagen.

"In de kleeding onderscheiden de plattelandbewoners zich niet zeer van die in Holland, maar de netheid ontbreekt hier. Groote hoeden, knoopen en gespen schijnen waarde voor hen te hebben, en de vrouwen sieren zich graag met veel breed goud. De dracht der stedelingen heeft niets bizonders; de zeden van het geringe volk ontaarden licht in gemeene zinnelijkheid".

Bijna alle Zeeuwsche plaatsen vond Dethmar het aan te zien, dat ze betere tijden gekend hadden; dit gold vooral Veere, Middelburg en Vlissingen. En toch, "wanneer ook alle takken van industrie te gronde zouden gaan, en alleen de landbouw overbleef, zou Zeeland toch niet verarmen. Alleen wegens de bescherming tegen het geweld van het water heeft Zeeland nog andere middelen van bestaan noodig, dan de landbouw, want het onderhoud der dijken verslindt ontelbare sommen". "Zou Zeeland dezen strijd met de natuur niet vol te houden hebben", zoo merkte onlangs een achtenswaardig man tegen me op, "dan zou het weliswaar vele millioenen rijker zijn, en van de vrijgevige natuur nog grootere schatten gewonnen hebben, maar de overvloed en de gemakkelijkheid waarmede men zijn brood zou winnen, zouden dan ook de bewoners tot verweekelijkte brassers hebben gemaakt, waarvoor God hen nu door de taak, de elementen te bestrijden, bewaart.

De groote gevaren, die hem dagelijks voor oogen zweven, de offers, die hij tot afweer van deze dagelijks te brengen, en de reusachtige werkzaamheden, die hij voor zijn zelfbehoud te verrichten heeft, hebben zijn karakter die eigenaardige, krachtige verheffing gegeven, en hem groot, sterk, eensgezind en godvruchtig gemaakt".

Het was met een gevoel van weemoed, dat Dethmar Middelburg verliet; immers zou hij naar alle waarschijnlijkheid deze interessante stad met zijn vriendelijke bewoners nooit weerzien. In den vroegen morgen reed hij, met den z.g.n. Pietjeswagen - zoo genoemd, omdat men een pietje, d.i. zes en een halven stuiver, voor de vracht moest betalen naar Vlissingen, waar een jongeman hem, in de enkele uren die hij in deze stad vertoefde, de havenwerken liet zien, de werven, de dokken en de sluizen, Vlissingen stond hem niet lang, zoo aan als Middelburg, noch wat de stad zelf, noch wat haar inwoners betrof. "Een der onaangenaamste zijden van de zeesteden is die ruwe toon, dien de matrozen daarheen overbrengen, en die een bandeloosheid en zedeloosheid in de vrouwen van minderen stand veroorzaken, dat de officieren hun soldaten moeten verbieden, door bepaalde straten te gaan.

Veel tijd had Dethmar overigens niet, om zich van een en ander op de hoogte te stellen; om twaalf uur toch voer het zeilschip af, waarmede hij den overtocht naar Terneuzen wilde maken. Deze reis, die al naar gelang van den wind van één tot zes uur duurde, viel onzen predikant niet lang, hoewel er vijf volle uren verliepen tusschen het tijdstip dat hij Vlissingen verliet, en het oogenblik, dat hij in Terneuzen den bodem van Zeeuwsch-Vlaanderen betrad. Maar het was een uitgelezen zomerdag, het weer was prachtig, de wind, hoe ongunstig hij ook woei, was aangenaam, en de breede stroom bood met zijn vele schepen, die met volle zeilen voorbij voeren, een zoo levendigen aanblik, dat Dethmar zich over de vertraging van zijn reis in 't geheel niet beklaagde, al laveerde het schip zoo wonderlijk, dat het hem na enkele uren varens toescheen, of ze eerder in Vlissingen dan in Terneuzen zouden komen.

Intusschen vond hij tijdverdrijf in de tooneeltjes op het schip zelf. "Er lag iemand op het dek, dien de schippers met de grootste verachting behandelden en tegen wien ze een zoo scherpe boetpredicatie hielden, als ik nog nooit gehoord heb, "Wat doen jullie toch?" vroeg ik hun. "Meneer, dat is een deugniet, een verloren zoon, die zijn vader veel verdriet gedaan heeft, een tijdlang in de wereld rondgezworven heeft en nu wil terugkeeren. Het is een wonder, dat ons schip niet vergaat, en wie weet of we niet om hem met tegenwind gestraft worden". Het ontbrak er nog maar aan, dat het was gaan stormen, en ze den ongelukkige in zee geworpen hadden, dan hadden we de scène van den voor den Heer vluchtenden profeet Jona gehad.

Intusschen verdreven andere passagiers den tijd met jenever en bier drinken. De militairen die zich aan boord bevonden, officieren, onderofficieren en minderen, dronken allen uit hetzelfde glas, en toen men Dethmar ook wat aanbood, durfde hij dit niet af te slaan. Weer anderen rookten of pruimden, en Dethmar zag tot zijn verbazing dat ook hier, zooals elders in Nederland, dit niet alleen menschen uit de lagere standen deden, maar evengoed lieden uit de betere klassen en personen, wier beroep naar zijn opvattingen onvereenigbaar was met een brandende pijp.

Toen de passagiers bemerkten, dat Dethmar een vreemdeling was, maakten zij hem op alle mogelijke dingen attent. Men noemde hem de namen der dorpen, waarvan hij de torens in het verschiet zag liggen, men wees hem een zeehond, die uit het water opdook, een meeuw met een visch in haar bek, een gestrand schip, dat men bezig was te lossen, en zoo viel hem de reis niet lang. In Terneuzen dat destijds nog een garnizoensplaats was, nam Dethmar intrek in een logement, dat tegelijk officierensocieteit was. "In de gelagkamer zag het er nog al rommelig uit; het Hollandsche karakter was hier geheel verdwenen, en de keurige netheid ontbrak hier ten eenenmale. Er zaten Vlaamsche boeren en boerinnen, die de h niet konden uitspreken, en herkenbaar zijn aan hun eigenaardige, van de Zeeuwsche verschillende, kleederdracht, verder schippers en ondergeschikte ambtenaren, die met koffie of bier aan afzonderlijke tafeltjes den tijd zoekbrachten, en in een vreemd, maar voor mij toch verstaanbaar dialect levendig met elkaar redeneerden". Zooals de meeste herbergen in Zeeland, werd ook deze door een vrouw gedreven.

Ter Neuzen kon Dethmar maar matig bekoren; de vestingwerken, de kale, boomlooze, waterrijke en toch aan drinkwater arme omgeving van de stad hadden veeleer iets afschrikkends voor hem. De vestingbouw, die sinds 1830 steeds nog voortging, en het garnizoen waren niet onbelangrijke bronnen van inkomsten voor de stad, en de bewoners verlangden zelfs naar oorlog, om deze inkomsten nog te vermeerderen.

Van Ter Neuzen reed Dethmar met de postkoets over Axel naar Hulst, waarvoor hij slechts een daalder moest betalen; hoe dichter men de Belgische grenzen naderde, had hij al opgemerkt, des te goedkooper werd het reizen. Het landschap was ook hier vlak en eentonig, hoewel het vruchtbare akkerland aan het overige deel van Zeeland herinnerde. Op vele plaatsen was de bodem zoo vochtig, dat op denzelfden akker koren en riet groeiden; was het hier warm genoeg geweest, dan had men er rijst kunnen planten.

Zoowel in Axel als in Hulst kon Dethmar zich maar even ophouden. Beide plaatsen, eertijds vestingsteden, waren toen reeds ontmanteld, en leefden hoofdzakelijk van den landbouw. Het aantal Protestanten was er gering, en de predikanten leefden er vrij afgezonderd, beroofd van den omgang met ambtgenooten en buiten de wetenschappelijke en literaire wereld. Beide gelooven leefden overigens vredig naast elkaar; hun gemeenschappelijke bezigheden op het land verhinderden geloofsoneenigheden en godsdiensttwisten.

Verder dan tot Hulst reed de postiljon met zijn postwagen niet, en aangezien Dethmar nog denzelf den dag in Antwerpen wilde zijn, moest hij een huurrijtuig nemen, -dat hem tot het Belgische dorpje St. Nicolaas bracht.

Op dezen verderen toch zullen wij hem niet vergezellen. Ons doel was alleen, te luisteren naar de indrukken die een beschaafd, ontwikkeld en niet vooringenomen vreemdeling een eeuw geleden van onze provincie kreeg, en in alle oprechtheid te boek stelde. Voor onze kennis, vooral van het sociale en economische leven van dien tijd, bevatten ze menig belangrijk gegeven.

 

UIT EEN JEUGD

herinneringen aan Zeeland

door

JAN R. Th. CAMPERT.

XXI.

Waarom schrijven jongens van vijftien, zestien jaar gedichten? Soms omdat zij het niet laten kunnen en de hemel sta hen dan verder bij! Maar meestal omdat ze verliefd zijn. Dat hoort erbij, daar kun je verder ook niets aan doen. Kleine kinderen krijgen wiskundig-zeker mazelen of cultiveeren een Engelsche ziekte (heet dat zoo niet?), jongens van zestien jaar zijn verliefd. Waarom niet? Het is van weinig beteekenis, want ze beseffen immers toch niet de draagkracht en de diepte van een waarachtige liefde. Dat komt later wel .... of niet.

Op dien leeftijd is het anders. Het zijn enkel maar voorboden. Een eerste aandoening, bloed dat van een wonderlijke, geheime drift wordt bevlogen.

Er is geen moeilijker tijd dan deze. Vergeef mij indien ik op dit onderwerp niet te diep inga. Ik ben geen medicus of psycholoog en daarbij komt: het valt mij in deze zaken moeilijk een beslissend oordeel te vellen. Daarvoor zijn er sindsdien te weinig jaren vergaan, maar wel kan ik u vertellen van zoo'n jeugdliefde, zoo'n plotselinge verliefdheid tusschen twee kinderen nog daar ergens op Walcheren.

Het is moeilijk, want ik weet welhaast zeker, dat zij deze regelen onder oogen krijgt en ik zou toch ook niet willen dat men haar uit het door mij ontworpen beeld herkende.

Het is moeilijk om verliefd te zijn in een kleine stad als Middelburg. Neen, stil, daar moet u niet om lachen, het is zoo. Je hebt er voortdurend het gevoel dat iedereen je op je vingers kijkt, wat in zoo'n stadium nu niet bepaald een aangename gewaarwording is. Vooral wanneer je nog op een leeftijd bent dat je een dergelijke genegenheid, teeder en kwetsbaar, liefst zoo diep mogelijk voor de buitenwereld verborgen houdt. Ik benijd er de jeugd in de groote steden om. Zij hebben een onmetelijk terrein tot hun beschikking. Ze behoeven niet bang te zijn bloed- en aanverwanten, gelijk dat pleegt te heeten, leeraren, hoonende vrienden of andere creaturen tegen te komen. In Middelburg is dat anders. Daar zie je b.v. van al de Markt wat er op den Dam gebeurt. En u moet mij gelooven: dat heeft onoverkomelijke bezwaren.. .. .

Maar, overigens: het is toch een aardig sprookje en ik moet het u bepaald vertellen.

Hij was een beetje schutterige, onhandige jongen. U kent dat slag wel. Ze zijn nog op den leeftijd dat ze voor Helène Swarth door het vuur gaan; in hun rechterzak zit van Eeden's Ellen en in hun linker het bloemlezinkje van van Hall. Dat gaat over. Hèusch! Ellen wijzigt zich in Baudelaire's Fleurs du Mal en van Hall's keur maakt plaats voor Trakl, Cendrars of de laatste roman van Klabund. Wat trouwens maar een gradueel verschil is....

Ik geloof, nee ik weet wel zeker dat het nu niet dadelijk een buitengewoon charmante jongen was. Hij liep met een wat stug gezicht elken dag met z'n schooltasch door de Lange Delft, een beetje voorover gebogen. Dat kwam van de lasten der wereld die toen reeds op z'n jongens-schouder drukten en hij keek meer in zich-zelf dan naar de voetbal-uitslagen die 's Maandagsmorgens voor de sigarenwinkels hingen. Hetgeen op zich-zelf al een veeg teeken!

Waar hij al zoo aan dacht? Joost mag het weten! Op gezette tijden zat hij natuurlijk ontzettend in de rats voor repetities en dergelijke duivelachtige kwellingen en dan had u hem 's middags heel wat fleuriger kunnen zien terugkomen. Als het leed eenmaal geleden was! Waarachtig, dan keek hij een heeleboel vroolijker de wereld in en waarschijnlijk was dat zijn noodlot. Hij zag dan tenminste wie er langs hem heen ging en wat er om hem gebeurde. Nemen wij dus aan - het klinkt heusch waarschijnlijk dat het na zoo'n schooldag gevuld met repetities was, na algebra-weeën en grammaire-smarten, na historische bezoekingen en chemische problemen, die problemen gebleven waren, want scheikunde was álles .... behalve zijn fort....

Hij liep door de Lange Delft en de Lange Delft was anders dan anders. Hij heeft mij niet verteld wanneer het gebeurde; we moeten dus wel aannemen dat het in de lente was; in die zaken bleek hij een normaal mensch....

Het licht hing zoo vreemd om de huizen, alsof het trilde. Er hing een geur in de lucht.... Was het wel een geur? Niet meer dan een vleugje, een eerste begin en die grammaire klippen had hij zoo listig weten te omzeilen.

U weet in zijn rechterzak zat Ellen en in zijn linker van Hall; het kan ook omgekeerd geweest zijn, daar wil ik geen eed op doen. Dat moet u vooral niet uit het oog verliezen, want daarin schuilen ettelijke excuses voor de gebeurtenis die zich aan hem voltrok....

U merkt wel: de tijden waren rijp. Er moest iets komen. In de étalage van den bloemenwinkel stonden al vroege narcissen en sierlijke prunis. Voelt u het mee? Daar ontkom je niet aan. Dat zijn om een leelijke vergelijking te gebruiken - de schaduwen die vooruitgeworpen worden....

Er gebeurde dan ook iets. Het had zoo oogenschijnlijk niet véél om het lijf. Het komt daags millioenen malen voor. Er kwamen een paar meisjes aan. Ziet u hoe banaal mijn relaas wordt? Er komen daags millioenen malen meisjes aan! Dat zegt allemaal niets, maar wat wel wat, wat véél zegt.... Hij keek - was het een toeval? - haar aan en zij hem.... Het stuivertje rolde....

DE SCHELDEZENDER

Hallo, hallo........

Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-Zender!

Vindt u het interessant, te hooren:

- dat de heer Sinke op zijn verzoek eervol ontslag heeft gekregen als burgemeester van Ierseke. Tot op 76-jarigen leeftijd vervulde hij zijn functie.

- dat te Oud-Vossemeer 'n landbouwschuur afbrandde. Twee stuks vee kwamen in de vlammen om.

- dat de minister, blijkens de memorie van antwoord op het afdeelings-verslag der Eerste Kamer van hoofdstuk binnenlandsche zaken, alles deed wat in zijn vermogen lag om werkverschaffing en tuinbouw in Zeeuwsch-Vlaanderen te bevorderen. Medewerking van belanghebbenden bij de vlasindustrie met de permanente vlascommissie is tot dusver weinig ondervonden. Het laatste is geen mooi compliment!

- dat de rijksontvanger te Tholen voorloopig van zijn functie ontheven is. Er loopen geruchten van ernstige verduistering.

- dat de inwoners van Ellemeet de vorige week het stráfeest gevierd hebben. De toegezegde filmopname kon in verband met de weersgesteldheid niet doorgaan.

- dat de veerdiensten alle weer hervat zijn.

- dat de Vlissingsche politie een 20-jarigen visscher arresteerde omdat deze zijn verloofde met een mes in den arm gewond had. Vreemdsoortige liefde.

- dat de Rotterdamsche Tramwegmaatschappij haar dienst op Zeeland met een reisgelegenheid in elke richting uitbreidde. Vertrek uit Rotterdam om 14.36, uit Zijpe 13.55.

- dat men op een nacht brand meende te ontdekken in de Doopsgezinde Kerk te Middelburg. Bij onderzoek bleek men den gloed van een openstaande kachel door de ruiten te hebben waargenomen. Of de voorbijgangers die den "brand" signaleerden, uit de soos kwamen, is ons niet bekend.

- dat de heer van Westen benoemd werd tot wethouder van Vlissingen.

- dat een 16-jarige knaap in de Scheldestad tijdens de ijs-dagen een eend met een steen doodde. De politie weet er van.

- dat de kosten van de op 20 en 21 Juni a.s. te houden landbouwtentoonstelling in Goes op fl 16.300.- worden geraamd.

- dat, vermoedelijk door de vorst, vrij groote schade is toegebracht aan den muur van den Boulevard De Ruyter te Vlissingen.

- dat de twintigste jaardag van prinses Juliana dit jaar in Middelburg niet onopgemerkt zal voorbijgaan.

- dat de doktoren op Walcheren dit jaar hun medewerking zullen verleenen voor een onderzoek naar het voorkomen van malaria in dit gedeelte van ons gewest.

- dat Zierikzee zijn oudste inwoonster, n.l. de 99-jarige mej. Adamse, door den dood verloor.

- dat de afdeeling Zierikzee van het Nederl. Roode Kruis tijdens de koude van het hoofdbestuur 30 dekens voor de noodlijdenden ontving.

- dat de opbrengst van de locaalspoor op Zuid-Beveland in November bijna fl 43.000 bedroeg.

- dat de afdeeling Bruinisse van den Bond van Zeeuwsche Mosselkweekers besloot er bij den minister op aan te dringen uitstel van de op 1 Maart verplichte pachtbetaling te verleenen, zonder toepassing van boete en voor hen, van wie blijkt, dat zij in hevige mate door de ziekte, de stormen en den ijsgang in hun bedrijf zijn benadeeld, pachtvermindering toe te passen.

- dat de zeevaartschool te Vlissingen gebrek aan localiteiten heeft. Het bestuur hoopt dit jaar tot uitbreiding te komen.

- dat in de gevangenis te Gent de man overleed, die in October te Sluis, een moordaanslag op een weduwe deed en haar dochter vermoordde.

- dat twee Goesche S. D.-gemeentewerklieden, die werkloozen tegen hun werkgeefster opruiden, gestraft zijn met korting van vacantie. Nogal schappelijk, zouden we zoo meenen.

- dat de jaarvergadering van het Roode Kruis dit jaar in Zeeland gehouden zal worden. Prins Hendrik zal daarbij tegenwoordig zijn.

- dat de maatschappij "Zeeland" een goede propaganda voor ons gewest in Amerika gaat voeren.

- dat we nieuwsgierig zijn naar de resultaten van de commissie die tot taak had te onderzoeken of Breskens in de toekomst een flinke badplaats kan worden.

- dat bij het invallen van den dooi, ondanks het verbod op de wegen, weer menige weg stuk gereden is door zware karren en vrachtauto's.

- dat met den aanleg van den nieuwen weg Bergen op Zoom-Zeeland goede vorderingen worden gemaakt,

Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........

Adieu ........

TREFFERS EN POEDELS

VERLIEFDHEID.

Op vereerend,

doch bedenkelijk verzoek.

Er is op de wereld een heel groot malheur,

zoowel bij de mannen als vrouwen,

het klopt minstens éénmaal aan iedere deur

en weet zich veelvormig te vouwen.

Soms komt het heel vroeg en soms komt het heel laat,

soms komt het in huis, maar veel meer nog op straat,

het is geen moment te vertrouwen.

Verliefdheid is mooi en verliefdheid is zoet,

dat heeft menigeen ondervonden,

ze brengt iets van vuur in 't betreffend gemoed,

contact tusschen harten en monden.

Verliefdheid (de ware) is machtig en rein,

verliefdheid kan levensveranderend zijn

en leidt soms tot mooie verbonden.

Van sommigen merk je verliefdheden niet,

dat zijn er met stalen gezichten,

ook heb je er waar je het heel gauw aan ziet,

weer anderen maken gedichten,

Nog zijn er, die hangen als klitten aaneen

met schellevisch-oogen, in 't zicht van elkeen,

vervelende kerels en wichten.

Verliefdheid is kort uit den aard van de zaak,

want jaren verliefd zijn bestaat niet,

men wordt het gewoon en dan vrijt men maar raak,

en menigeen kent dan de maat niet.

't Is jammer dat gauw vaak het mooie verdwijnt,

dat j'in den beginne iets eeuwigs toeschijnt

en samen probeer je.... maar 't gaat niet....

Als menschen verliefd zijn, dan wordt er verloofd,

dan ziet men een toekomstbeeld wenken,

dan worden er prachtige dingen beloofd

met bloemen en lieve geschenken.

Verliefdheid is mooi als het zonnetje schijnt,

maar eens, als het achter de wolken verdwijnt,

dan gaat men - te laat - zich bedenken.

WILLEM TELL II.

 

SPORT-IMPRESSIES

Nederland-Zwitserland.

Zondag a.s., 17 Maart, zet Nederland zijn internationaal voetbalprogramma voort met een wedstrijd tegen Zwitserland. In het Olympisch Stadion te Amsterdam, waar het oude sportpark inmiddels reeds met den grond is gelijk gemaakt, zullen de vertegenwoordigende elftallen van Nederland en Zwitserland elkaar voor den achtsten keer ontmoeten.

Wij gaven reeds de samenstelling van het Oranjeteam, welks samenstelling ons niet onverdeeld kan bekoren en dat op Woensdag 6 Maart een oefenwedstrijd speelde tegen een Westelijke combinatie, die de bloem van Holland's voetbal met 4-0 de baas bleef. Weliswaar kwam het Nederlandsche elftal onvolledig uit, doch de verrichtingen der debutanten bleven ver beneden de verwachtingen, zoodat met eenige vrees de a.s. interland-wedstrijd tegen Zwitserland wordt tegemoet gezien. Een kleine troost is, dat Zwitserland eenige weken geleden tegen Duitschland met 7-0 in de pan werd gehakt met resultaat, dat het Zwitsersche elftal, dat Zondag ons land komt bezoeken, eene radicale verandering onderging en eveneens met een groot aantal nieuwelingen - meerendeels jeugdige spelers voor den dag komt. Op dit punt staan beide partijen dus vrijwel gelijk, hoewel van Zwitserland nog niet gezegd kan worden, dat de debutanten mee- of tegengevallen zijn, omdat de Zwitsers in hunne nieuwe samenstelling geen oefenwedstrijd hebben gespeeld.

Er is overigens een eigenaardig verschijnsel merkbaar in de wederzijdsche ontmoetingen tusschen Nederland en Zwitserland, n.l. dit: De vier wedstrijden, in Zwitserland gespeeld, brachten alle een zege voor de Hellenen, terwijl juist de drie ontmoetingen, op Hollandschen bodem plaats gehad, overwinningen voor Nederland opbrachten. De wedstrijden van Nederland tegen Denemarken kenmerken zich door hetzelfde verschijnsel, waaruit zou zijn te concludeeren, dat het spelen van z.g. thuiswedstrijden een moreel voordeel met zich brengt.

Indien deze traditie moet voortduren, sluit dit in, dat Zondag as. Holland op de overwinning kan rekenen. We zijn daar intusschen niet zoo geheel zeker van, omdat een elftal met nieuwe, jeugdige krachten ook voor nieuwe problemen stelt en allerhande verrassingen kan baren. Bovendien is de lange rustperiode, veroorzaakt door de vorst, van invloed op de prestaties der spelers, waarvan het meerendeel in bijna tweeen-een-halve maand tijds ternauwernood een bal heeft aangeraakt. We herhalen daarom, dat, we op hoop van zegen dit achtste treffen der beide landen tegemoet zien en daarbij de verwachting uiten, dat Holland zich van zijn beste zijde zal doen kennen en er voor zal zorgen, dat de uit evenwicht geraakte balans ten gunste van Oranje keert.

Hier volgt het volledig resultaat der wedstrijden Nederland Zwitserland v. v.:

Te Bazel 16 Mei 1920:

Zwitserland wint 2-1.

Te Amsterdam 28 Maart 1921:

Nederland wint 2-0,

Te Bern 19 November 1922:

Zwitserland wint 5-0,

Te Amsterdam 25 November 1923:

Nederland wint: 4-1.

Te Zürich 19 April 1925:

Zwitserland wint 4-1.

Te Amsterdam 28 Maart 1926:

Nederland wint 5-0.

Te Bazel 6 Mei 1928:

Zwitserland wint 2-1.

De stand luidt dus momenteel als volgt:

Doelp.

Gesp. Gew. Gelijk Verl. Pnt. Voor Tegen Gem.

Zwitserland 7 4 - 3 8 14- 14 1.14

Nederland 7 3 - 3 6 14- 14 0.86

Een gelijk spel of een Zwitsersche zege doet Zwitserland de eerste plaats behouden, doch een Hollandsche victorie, ongeacht de cijfers, waarin ze wordt uitgedrukt, brengt Nederland weer op de eereplaats. We hopen volgende week deze omwisseling te mogen boekstaven.

Competitie-eb-en-vloed.

In vele weken hebben we ons moeten onthouden van beschouwingen en mededeelingen omtrent het Zeeuwsche voetbal. Het actueele voetballeven stond geruimen tijd stil. Zondag l.l. is de competitie echter vrijwel normaal voortgezet en, met uitzondering van den wedstrijd G.U.D.O.K.-Vlissingen, waarvoor het speelterrein werd afgekeurd, vonden alle voor Zeeuwsche N. V. B.-elftallen vastgestelde ontmoetingen plaats. We zeiden vorige week reeds, dat de vereeniging "Vlissingen", die zich op 3 Maart op eigen terrein door "Breda" geklopt zag, slecht heeft overwinterd. Helaas moeten we dit ook thans weer constateeren ten opzichte der vereeniging "Middelburg", die van haar reisje naar Roosendaal weinig pleizier beleefde, want met 5-0 werd zij door "R.B.C." naar Zeeland's hoofdstad teruggezonden, "Zeelandia" deed beter door in een sensationeelen wedstrijd, waarin de partijen nagenoeg om de beurt een deelpunt maakten, totdat er negen bij elkaar getrapt waren, met 5-4 de vereeniging "Dongen" de baas te blijven. "Zeelandia" bewees "Vlissingen" hiermede een grooten dienst. Ook "Breda" maakte jegens de "Vlissingers" veel goed door thans ook "D.O.S.K.O," aan haar zegekar te binden, zoodat de verhouding van "Vlissingen" jegens hare concurrenten "Dongen" en "D.O.S.K.O." en wellicht nog "Zeelandia" weer op 't oude peil is teruggebracht. We hopen dat "Middelburg" zich zal herstellen, want het gevaar, dat het degradatieplaatsje door haar wordt bezet, is niet denkbeeldig, zooals ook uit den momenteelen stand mag blijken, n.l.:

Doelp.

Gesp. Gew. GelijkVerl. Pnt. Voor Tegen Gem.

Vlissingen 11 9 0 2 18 39-17 1.63

Dongen 14 8 2 4 18 48-23 1.28

Zeelandia 14 8 2 4 18 45-34 1.28

D.O.S.K.O. 11 5 3 3 13 21-21 1.18

Breda 12 6 1 5 13 21-29 1.08

Bredania 12 5 2 5 12 23-27 1.00

Middelburg 12 3 3 6 9 17-28 0.75

R. B. C. 14 5 1 8 11 26-33 0.71

Alliance 12 2 3 7 7 25-32 0.58

G.U.D.O.K. 12 1 3 8 5 20-41 0.41

In de 3e Klasse A blijven Terneuzen en Hulst aan de winnende hand, zoodat het kampioenschap dezer afdeeling wel in Zeeuwsch-Vlaanderen zal terechtkomen, hoewel ook Goes, die Zondag l.l. Zierikzee met 8-0 inmaakte, nog een klein kansje op de eereplaats houdt.

De verhouding is hier als volgt:

Doelp.

Gesp. Gew. GelijkVerl. Pnt. Voor Tegen Gem

Terneuzen 11 9 0 2 18 39-9 1.63

Hulst 11 7 4 0 18 33-9 1.63

Goes 13 7 4 2 18 35-17 1.38

Walcheren 11 4 3 4 11 22-22 1.00

Zeelandia II 11 5 1 5 11 28-32 1.00

*) S.I.N.O.T.O. 14 4 5 5 11 26-37 0.78

Vlissingen II 11 2 1 8 5 23-33 0.45

*) Zierikzee 9 2 1 6 3 12-35 0.33

Middelburg II 11 1 1 9 3 13-37 0.27

S.I.N.O.T.O. en Zierikzee elk 2 winstpunten in mindering wegens éénmaal niet opkomen.

Voetbal op Zondag a.s.

De Zeeuwsche N. V. B.-clubs spelen Zondag a.s., 17 Maart, de volgende wedstrijden:

2e Klasse A.

Te Roosendaal: R.B.C.-Zeelandia.

Te Bergen op Zoom: D.O.S.K.O.-Vlissingen.

Te Tilburg: G.U.D.O.K.-Middelburg.

3e Klasse A.

Te Middelburg: Walcheren-Middelburg II.

Te Zierikzee: Zierikzee-Terneuzen (12 uur).

Te Hulst: Hulst-Zeelandia II,

LUCTOR ET EMERGO.

 

HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND

6 Maart. - Heb vannacht voor het eerst weer rustig geslapen. Ben blij, dat Minister de Geer gister verklaard heeft, dat de kou van de lucht is. Niet de natuurlijke kou bedoel ik natuurlijk, maar de kou van de drukte, die ze maakten om dat geheime verdrag. Ruzie met je buren is altijd lastig; ze zijn zoo hinderlijk dichtbij en je hebt ze dadelijk op je dak. Ik zelf ben wel burenruzie gewend, maar dat gaat nooit gewapenderhand en meer voor tijdpasseering. Heb tegen Breeduitstra mijn bevreemding uitgesproken over het feit, dat sommige couranten, die zoo erg boos waren om de snoodheid van over de grens, zich heelemaal niet blij betoonen, nu de vermoedens niet juist blijken. Breeduitstra trok een wereldwijs gelaat plukte hevig aan een knoop van zijn vest en sprak: "Ongelijk bekennen is het allermoeilijkste voor een courantenman; dat doen ze nog niet voor een abonné, laat staan dus voor een vreemdeling". In den loop van den dag deze verstandige woorden eenige malen te pas gebracht en er 'n behoorlijk succes mee bereikt.

7 Maart. - Voortgezette dooi. Ik hoop van harte, dat ze in Oud Karspel de eenden in een vroolijk humeur weten te behouden, dan krijgen we hier tenminste kans op voorjaar. Toch heeft niet iedereen de sneeuw met genot zien wegsmelten. Vanmiddag liep ik mijn vriend den kunstschilder tegen het lijf en die was compleet neerslachtig over dit feit. Het kostte hem wekelijks minstens tien gulden extra, zei hij. Mijn verbazing zal ieder begrijpen en de artist vatte ze ook, want ter toelichting verklaarde hij, dat hij altijd op linnen schilderde, waardoor sneeuwlandschappen hem bijna al zijn verfuitgaven bespaarden.

Frank Heine hebben ze volgens de laatste berichten in Brussel op vrije voeten gesteld. Hij gaf bij zijn verhoor veel te uitgebreide antwoorden en daar houden soms de autoriteiten niet van.

8 Maart. - Neen het Engelsche volk is niet kiesch. Zooals u weet is eergister Koningin Emma naar Londen vertrokken en de N. Rott. Crt. meldde daar heden het volgende van: "Bij haar bezoek aan de tentoonstelling van Hollandsche kunst heeft Koningin Emma in de tweede zaal miss Jacksen Winter, de vroegere Engelsche onderwijzeres van Koningin Wilhelmina, ontmoet. Koningin Emma begroette haar allerhartelijkst en kuste miss Winter en noodigde haar uit om mee aan te zitten aan het dejeuner gister waren er niet minder dan 8000 toeschouwers".

Foei, die Engelschen moesten zich schamen met hun gehunker naar de sensatie, dat een koningin-moeder een oude leerares kust. Ik geef toe, dat het iets zeldzaams was om na zoo'n strenge vorst een hooggeplaatst personen toch lief te zien doen tegen miss Winter, maar kiesch was het niet. Krimp van Dulmen vertelde me een goede mop. De geschiedenis van den sportman die laatst per tuf-tuf in het huwelijk trad, stond onder de rubriek "Motorongelukken". Gul gelachen, doch bij nadere overweging de ui niet aan Liesbeth overgebracht

9 Maart. - Lente-dag! De natuur doet verteederd. De grimmige Noord-Ooster is naar zijn Siberisch vaderland en de rivieren werpen haar knellende ijslasten in zee. Ook in Mexico is het voorjaar begonnen en kenden de ingezetene hun arbeid hervatten onder welwillende medewerking van de wapenfabrieken der Vereenigde Staten. Voorshands zij er 'n slordige vijfduizend menschen om zeep gebracht.

Fransche ingenieur heeft een uitvinding tegen verdrinking gedaan. Het is precies een overall. Wanneer je in het water valt, trek je het aan en zinken is onmogelijk. Het costuum is zoo ingericht, dat men voedsel mee kan nemen om de visschen te voeren.

10 Maart. - Uitnoodiging tot bijwoning van een concert vierkant afgeslagen. We hebben radio en je kunt je toch veel gezelliger in je eigen huis vervelen. Met den postdirecteur verschil van meening gehad over de Ziektewet. Hij is er voor; ik ben er tegen. Zijn salaris en mijn wachtgeld gaan onder alle omstandigheden door. Dat is dunkt me ruimschoots voldoende. Er moet eens een einde aan komen; maar sommige menschen willen vijf pooten aan een schaap.

11 Maart. - Bij Krimp van Dulmen was een draad van de draadlooze los geraakt. Heb hem geholpen. Hij klom op het dak en ik moest beneden hem waarschuwen tegen misstappen. Gevaarlijk karweitje, want als zoo'n zware man uitglijdt en op je terechtkomt, ben je nog niet gelukkig. Sientje heeft het eenigste stukje antiek wat wij bezaten, een Delftsch vaasje, laten vallen. Liesbeth was woest, ik bezadigder, want mij had ze beloofd het nooit meer te doen.

12 Maart. - Jossie is zwaar gehavend thuis gekomen. Het tweede leerjaar had tegen het derde moeten vechten. De klassenstrijd zit er tegenwoordig al vlug in.

Op de soos was vanavond weinig drukte. Te wijten aan vergadering van huisvrouwvereeniging en muzikale wandeling van "Trommele tamboers", zoodat de meeste mannen, die een vrouw en een dienstmeisje hebben, thuis moesten blijven. Den avond doorgebracht met kaarten. Daar ik schudden mocht, won ik.

 

DE O.Z. PRIJSVRAAG

In ieder nummer van ons blad verschijnt een 0.Z.-prijsvraag, voor de goede oplossing waarvan wij tien gulden beschikbaar stellen.

Het lot besliste thans, dat de prijs uitgereikt zal worden aan:

J.C. Peeman Jr. St. Pieterstraat F 42, Middelburg,

VEREENIGINGSNIEUWS.

De Gemengde Zangvereen. van Zeeuwen "Luctor et Emergo" te 's-Gravenhage, gaf op Zaterdag 2 4aart j.l. een cabaretavond in "De Galerij".

Het talrijke en enthousiaste publiek, waaronder zelfs vele niet-Zeeuwen, bewees dat deze jeugdige vereeniging zich over een groeiende populariteit mag verheugen. Hieraan heeft het varieerende programma van dezen avond, dat zelfs vanwege de uitgebreidheid niet geheel afgewerkt kon worden, ongetwijfeld weer het hare bijgedragen.

Hoewel de accoustiek van de zaal eenigszins te wenschen overliet, werden de zangnummers, onder leiding van den heer Swenne, keurig ten gehoore gebracht. De vroolijke cabaretliedjes en geestige voordrachten brachten het publiek in een echte Zeeuwsche feeststemming. Een loffelijke vermelding voor mej. C. Pronk en den heer J. Ortelee is hier zeker op zijn plaats. Een bal besloot den avond.

"Zeelandia", Den Haag, zendt een uitnoodiging aan zijn leden tot bijwonen van een gezellig samenzijn op Maandag 18 Maart, in de Oranje Sociëteit, Prins Hendrikplein. Herman Stenz en Willy Walker, in hun repertoire van liedjes en samenzangen bij de guitaar. Afwisseling brengt 't strijkensemble "La Charité", onder leiding van Mej. Rosalie Seyffer.

Mededeeling geschiedt van de a.s. gastvoorstelling op 27 April a.s. in de zaal "Musica", Delftschelaan 2c, door de tooneelclub van "Zeeland" te Haarlem. Opvoering van "Baes Jan", Zeeuwsch tooneelspel in 5 bedrijven, naar de novelle van den Heer H. E. Beunke, voor 't tooneel bewerkt door den Heer J.C. Heijblom te Haarlem.

Zeeuwsche Vereeniging te Dordrecht, geeft 20 Maart in Americain een voordrachtavond. Mevr. Wilson-Adema vergast de aanwezigen op: a. Schouwen en Duiveland; b. Zeeland en Wij; c. 'n Aevend op Gaepinge; d. Ielk mensch kriegt wat 'm opgeleid is. De heer Corljé laat eenige cabaretliedjes hooren. Mevr. Wilson en de heer Corljé zijn onvermoeide leden van "Zeelandia" den Haag.

De 5e en 6e clubavond in Maart worden gehouden 13 en 27 Maart.

"Ons Zeeland", Utrecht, viert zijn 4-jarig bestaan op Zaterdag 16 Maart in Hotel "L'Europe" op Vredenburg. Medewerking verleenen 't Symphonie-orkest "Variatio"; Mevr. Wilson met voordrachten "Zeeland en Wij" en "Jantje de Koeiewachter" en de heer Corljé met cabaretliedjes; begeleiding van Mej. v. d. Bent. Mevr. Wilson, Mej. v. d. Bent en de heer Corljé allen leden van "Zeelandia" Den Haag.

"Zeelandia" Amsterdam, zal op 18 Maart in de groote zaal van Maison Boer zijn 7e jaarfeest houden. De tooneelclub "Luctor at Emergo", onder regie van den heer Osseman, zal opvoeren het blijspel "Het duistere punt" in 3 bedrijven.

Hoewel de uitslag van de liefdadigheidsuitvoering, ten bate van de Noord- en Zuid-Holl. Reddingmaatschappij, gehouden in "Bellevue" met de alleraardigste revue "De Wonderdoos", mij niet bekend is, twijfel ik niet aan een verdiend succes.

"Zeeland" Haarlem herdenkt zijn 6-jarig bestaan op 6 April in den Schouwburg aan den Jansweg (door ziekte is de oorspronkelijk vastgestelde datum van 23 Maart verschoven naar 6 April). Opvoering van 't Zeeuwsche tooneelstuk "Boer en Edelman" voor 't tooneel bewerkt door den heer J. C. Heijblom.

De lichtbeeldenavond, foto's uit Zeeland van vroeger en nu, welwillend vertoond door den Heer Nierse, met toelichting van den Heer v. d. Have (beiden heeren leden der Vereeniging) is zeer in den smaak gevallen. Jammer, dat de beschikbare tijd niet toereikend was. om de geheele collectie mooie platen van den Heer Nierse te verzoenen.

Ver. Red.