Ons Zeeland 1929, nummer 25

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE ZEEUWSCHE WEEK

Burgemeester G. A. Hajenius in de bloemetjes; landbouwtentoonstelling in Goes; Walcheren in het "Vaderland"; P.Z.E.M.-tarieven.

Als dit blad verschijnt, zal het juist 25 jaar geleden zijn, dat de heer G. A. Hajenius, burgemeester van Goes, als gemeente-secretaris in dienst van de hoofdplaats van Zuid-Beveland trad. De heer Hajenius vervulde in Goes twee belangrijke functies en hoewel hij ze geen van beide het aantal jaren beoefende dat automatisch als 't ware een herdenking in werking brengt, gaat men morgen den burgemeester huldigen.

En dat is een goed recht.

De heer Hajenius toch heeft èn als secretaris en als burgemeester Goes zoovele belangrijke diensten wezen, dat de Goesenaars verheugd zijn een aanleiding te vinden om hun waardeering en dankbaarheid eens onder woorden te kunnen brengen.

Tot secretaris van Goes werd de jubilaris in 1895 benoemd. Hij kreeg in het Zuid-Bevelandsche stadje geen gemakkelijke taak. De gemeentelijke administratie ter plaatse was slecht georganiseerd, het systeem ontbrak en de heer Hajenius wilde orde in den chaos scheppen. Ondanks niet al te beste medewerking van een zeer zuinigen gemeenteraad, gelukte het hem ten slotte. De registratuur werd naar voorbeeld van Texel (waar de heer H. voorheen secretaris was) ingevoerd en tal van andere verbeteringen werden aangebracht. De secretaris werkte met 3 ambtenaren en een bodeconcierge in de gemeentelijke huishouding. Over deze periode verder is weinig te vertellen, mede omdat de beteekenis van den arbeid van een Gemeentesecretaris nooit door frappante voorbeelden aangeduid kan worden.

In de mobilisatie-jaren nam de, taak van iederen gemeentesecretaris zeer belangrijk toe. Zoo ook die van den heer Hajenius, die in deze jaren. mede tengevolge van geringe hulp zulke zware eischen aap z'n zenuwqestel stelde, dat geruimen tijd nadien de gevolgen zich deden gelden. Intusschen hadden de gemeenteraad en de autoriteiten in Middelburg gezien welk een uitstekend werker de heer Hajenius was. Toen in 1918 de toenmalige burgemeester, de heer J. B. de Beaufort zijn ontslag nam. werd dan ook op den heer Hajenius een beroep gedaan om den heer De Beaufort op te volgen. Na eenige aarzeling gaf de heer H. aan het verzoek gevolg en tot heden is hij verder als eerste burger van Goes in de ganzestad woonachtig geweest.

Onder zijn beheer nam het zielental van Goes aanmerkelijk toe, de stad breidde zich aan verschillende kanten uit, verschillende belangrijke instellingen van onderwijs e.a. werden er gevestigd, kortom, van het genoeglijke dorp werd Goes een welvarend en vooruitstrevend stadje. Het zou natuurlijk overdreven zijn hier te doen voorkomen alsof de verdere ontwikkeling van Goes alleen te danken is aan de aanwezigheid van den heer Hajenius. Hij zou de eerste zijn dit tegen te spreken. Verschillende factoren werkten aan den groei mede, maar het dient toch hier te worden gezegd, dat de burgemeester een dezer "factoren" was en niet.... de minst belangrijke.

Hij lag als 't ware steeds op den loer om nuttige instellingen naar Goes te halen, en hij was steeds een van hen die zei: "Laten we er desnoods wat geld voor over hebben, op den duur komt het in orde." Burgemeester Hajenius stapte als het noodig was in den trein om elders een voor Goes gunstige zaak te bepleiten, om connecties aan te knoopen die Goes later van nut zouden kunnen zijn. Hij was de actieve regeerder, die den regel huldigde: "Gouverner c'est prévoir", en die tevens een levendige belangstelling koesterde voor de meest uiteenloopende uitingen der Goesche samenleving. We schreven bovenstaande regelen in den verleden tijd, doch ook voor heden zijn ze natuurlijk van toepassing.

Behalve een uitstekend burgemeester, is de heer Hajenius ook een geestig man, hetgeen de bijeenkomsten van den raad meermalen ten goede komt. Toegerust met een prachtige dosis humor, weet hij kleur aan zelfs onbelangrijke of weinig interessante besprekingen te geven en moeilijke situaties gemakkelijk te overwinnen. Als we verder nog wijzen op de representatieve beteekenis van den heer Hajenius en op zijn verheugend-goed redenaarstalent meenen we hier in korte trekken, den burgemeester van Goes te hebben geschetst.

Als de raad van Goes en de Goesche burgerij den populairen burgemeester huldigen, zullen vele woorden van waardeering gesproken worden. We voeden bij die huldiging gaarne de onze en we spreken de hoop uit, dat de heer Hajenius nog vele jaren aan het hoofd van de hoofdstad van Zuid-Beveland zal staan.

Goes kan er slechts wel bij varen!

x

Het jubileum van den burgemeester van Goes valt vrijwel samen met een andere belangrijke gebeurtenis ter plaatse, n.l. met de landbouwtentoonstelling, georganiseerd door den Kring Westelijk Zuid-Beveland van de Z. L. M. en de tentoonstelling van het Ned. Trekpaarden Stamboek. Terwijl we dit schrijven staat Goes nog slechts aan den vooravond van de tentoonstelling en van de feesten, die ter gelegenheid daarvan georganiseerd worden, en we zullen dus in een volgend nummer daarop nader moeten terug komen. Thans worde slechts uiting gegeven aan de verwachting dat het geheel goed zal slagen (hetgeen voornamelijk van het weer afhangt) en, dat het comité, dat veel en omvangrijk voorbereidend werk verrichtte, zijn bemoeiingen met succes bekroond zal mogen zien. Het terrein waar de tentoonstelling gehouden zal worden, is uitstekend ingericht, de inwoners van Goes zijn bereid de gasten te ontvangen, en ze organiseerden eenige attracties. Als de natuur dus medehelpt, zal ook dit jaar het jaarlijksch feest der Z. L. M. wel weer tot een belangrijke gebeurtenis in ons provinciale leven worden. O.i. zijn de tentoonstellingen van de Z. L. M. steeds mede daarom zoo van gewicht omdat ze Zeeuwen uit alle deelen van het gewest in één stad samen brengen en, daar gelegenheid bieden tot uitwisseling van allerhande gedachten en belangen.

De natuur heeft ons gewest in verschillende stukken gescheiden. Gelukkig dat men menschen en vereenigingen vindt die tenminste zoo nu en dan die scheiding zooveel mogelijk doen vergeten.

x

In ons vorig nummer hadden we de gelegenheid te wijzen op de belangstelling die ons gewest in de pers ten deel valt, en op het nut van allerlei artikelen over Zeeland. Ook deze week bevatte een blad in Den Haag weer een beschouwing, n.l. van Walcheren, die de aandacht verdient. Het "Vaderland" schreef over ..den tuin van Zeeland":

"Zeeland is meer dan Holland, niet in dien zin, dat het op andere wijze mooier is of belangrijker dan Holland, maar dat het een als het ware op de spits gedreven, geëxalteerd Hollandsch karakter heeft. De Hollandsche lucht? Men vindt ze nog fijner, nog ijler, nog lyrischer, nog muzikaler, zoo men wil, in Zeeland. De beteekenis van het waterelement en de vermenging van water en land, die den vreemdeling in ons Hollandsche landschap zoo zeer treffen, vindt de Hollander nog zeer versterkt terug in Zeeland. En zelfs de menschen het landschap en in de steden. Wij hebben de stelling eens hooren verdedigen, dat de Zeeuw een nog Hollandscher Hollander is en dat was niet alleen maar een grapje.

Daarbij komt nog, dat Zeeland minder dan de Noordelijke provincies, door de moderne beschaving veranderd is. In sommige straten van Middelburg, in dorpen als Kloetinge bij Goes, langs tal van wegen en dijken van den Zeeuwschen archipel kan men zich nog in den ouden roemrijken tijd wanen of zelfs in den tijd, dat het land en de roem samen "gemaakt" werden door het krachtige menschenras, dat daar woont.

En van Zeeland is Walcheren weer het meest Zeeuwsche eiland. Het leven op Walcheren en de menschen aldaar in hun dagelijksche doen en laten zullen wel net zoo zijn als overal elders, maar wanneer men een zonnigen dag op dit eiland doorbrengt, dan kan men er zich in een goed ingerichten hemel denken.

Dit kleine eilandje is vol wonderen; er is zooveel te zien en zooveel te genieten, dat men het zelf niet alles ontdekken kan, zoo men er slechts een paar dagen vertoeft."

We gelooven dat Walcheren en ons gewest het weer met dit loflied doen kunnen. Ongetwijfeld zal het aan het vreemdelingenbezoek ten goede komen.

x

De P.Z.E.M. heeft met ingang van 1 Juli nieuwe tarieven voor verlichting en huishoudelijk gebruik ingevoerd. Het enkeltarief zal varieeren van 45 tot 35 cent per K.W.U. naar gelang van het aantal aangesloten perceelen. Is dit in kom van een gemeente minder dan de helft van het aanaansluitbare, dan wordt 45 cent berekend, is het meer dan 90 pct., dan is het tarief 35 cent.

Bovendien wordt speciaal voor hen, die ook stroom voor huishoudelijke doeleinden gebruiken, een vastrechttarief ingevoerd, waarbij het meerdere verbruik, tot 10 K.W.U. per maand wordt berekend tegen 10 cent en daarboven tegen 8 cent. Verder is in beginsel besloten tot het in huurkoop geven van huisinstallaties.

UIT ZEELAND'S VERLEDEN

door

D. A. DE STOPPELAAR.

De kamp om Zierikzee.

VIII

'n Andere bedoeling van 's prinsen reis naar Zeeland is, om het bestuur aldaar zoowel in burgerlijke als militaire aangelegenheden te reorganiseeren.

Weliswaar is reeds in 't begin van het afgeloopen jaar een gewestelijke raad ingesteld, maar het is Oranje nog niet gelukt een nauwere vereeniging van Zeeland met Holland te bewerkstelligen. En om dat gewichtig doel nu te bereiken, beschrijft hij beide gewesten te Dordrecht (juridisch Holland's oudste stad) in Maart 1575. Bij dit ontwerp-unie, ontworpen op last der Staten door Hollandsche en Zeeuwsche afgevaardigden en 's lands advocaat Buijs, beloven beide gewesten elkaar, "onder de regeering en gehoorzaamheid des Prinsen van Oranje tegen den gemeenen vijand bij te staan en te beschermen, de oorlogskosten te dragen en alles aan te wenden om deze bijeen te brengen."

Voorts zal men gezamenlijk ter dagvaart verschijnen indien men daartoe beschreven wordt; alle oude geschillen, buiten iemands nadeel te laten blijven in den staat waarin zij zijn en alle nieuw opkomende aan de beslissing van den prins te onderwerpen.

Vooris zal men nog onbelemmerd handel drijven en elkanders koopwaren niet te hoog belasten. Over en weer neemt men geen poorters in dan met medeweten van de magistraat der stad, uit welke zij vertrokken zijn.

De Unie wordt gesloten voor den duur des oorlogs of zoo lang als men wederzijds zal goedvinden. De gemachtigden van Middelburg, Zierikzee, Vlissingen, Veere en tal van Hollandsche steden teekenen deze belangrijke overeenkomst.

Het duurt echter nog tot April 1576 voor alles zijn vol beslag krijgt en de unie in werking treedt. (1)

Sinds het verlies van Middelburg heeft Requesens niets naders aan het hart gelegen, als Zeeland's herovering. Want vóór dit niet gelukt is, zal hij nimmer den oorlog tot een gewenscht resultaat kunnen brengen. Zeeland toch is "het tuighuis der opgestane Nederlanders". Hier worden de vloten uitgerust, hier kunnen zij zich ongehinderd verzamelen en hun lotgenooten in Holland te hulp komen, zooals zij dat bij Leiden doen. (2)

Uit deze provincie komen immers de dapperste matrozen en zoolang Oranje dit gewest in bezit heeft, staat de zaak van den opstand niet zonder hoop. Daar komt bij, dat de Zeeuwsche havens van groot belang zijn voor de ontvangst van schepen uit Spanje. Zeeland dus van Holland te scheiden, zie daar Requensens liefste wensch. (3)

Vandaar dat hij in Antwerpen en B. op Zoom dertig galeien doet uitrusten. Jean du Bois wordt naar Engeland gezonden om scheepsvolk aan te werven en bij Elisabeth aan te dringen op verbanning van alle daarheen gevluchte Zeeuwen.

En hoewel de koningin Philips naar de oogen moet zien, daar deze door de Schotten tegen haar te ondersteunen, haar in de grootste moeilijkheden kan brengen. (4) Zij houdt den gezant dan voor "hoe moeilijk het is op dusdanige wijze lieden te behandelen, die, niets zoekende als vrijheid van geweten, hun toevlucht bij haar zoeken." Eenige jaren te voren heeft zij een zelfde verzoek, dat Alva haar deed, ingewilligd en is niet het gevolg geweest, dat de verdrevenen zich van den Briel meester maakten? En als men nu den zelfden maatregel neemt, zoo betoogt zij verder, dan zal het wellicht weer uitlopen op een wanhopigen aanval op een der Nederlandsche steden.

Maar Dubois blijft aanhouden, zoodat Elisabeth tenslotte zich genoodzaakt ziet een 50-tal voorname Zeeuwen het land te ontzeggen. Ondertusschen staat zij oogluikend toe, dat Oranje geschut aankoopt en gelden opneemt.

Kort na zijn huwelijk met Charlotte van Bourbon begeeft de prins zich naar Walcheren.

Het is dan, dat men hem toezingt een lied, dat ook geklonken heeft bij 't overgaan van Middelburg, n.l.

Den Coninck is u schuldich

Na sijnen eedt tis claer.

Tslants vryheyt menichvuldich

Te beschermen eenpaer

So hij dat niet wil houwen,

Maer ghebruyckt cracht en ghewelt

Van uwen eedt vol trouwen

Heeft hij u vry ghestelt. (4)

Dit is 't eerste geuzenlied waarin gezinspeeld wordt op afval van den Koning.

Oranje treft nu maatregelen om een aans1ag van den Landvoogd af te weren. Om den laatste voor te zijn, tasten onder Joost van den Ende, eenige zijner schepen in een kreek bij Nieuw-Gastel de Spaansche vloot aan; elf bodems worden in brand gestoken en 't grootste deel der bemanning over den kling gejaagd. (5)

Sommigen melden, dat Requesens in deze dagen zich door verraad van Middelburg en Rammekens poogt meester te maken: doch de toeleg wordt ontdekt en de verraders gestraft. (6)

't Geleden verlies leert den Landvoogd, dat met een vloot alléén, hij in Zeeland weinig kan bereiken; te meer nog, daar de prins een aantal kleine schepen ter bewaking der stroomen in dienst heeft genomen. Vandaar dat hij besluit, om hetgeen vroeger met goeden uitslag over het verdronken land van Zuid-Beveland ten uitvoer is gebracht, ook thans te beproeven. (7)

Eenige Spaanschgezinde Zeeuwen -glippers - wijzen hem aan, hoe men van Tholen uit, dat nog in zijn macht is, naar Filipsland, van daar bij laag water over een plaat en kil naar Duiveland en vervolgens door een waadbare kreek op Schouwen kan komen.

Van de Zeeuwsche vloot acht men weinig last te hebben, daar zij, ofschoon ook ter wederzijde van de plaat of zandbank post vattend, gemakkelijk tot wijken gebracht kan worden, of zoolang bezig gehouden, dat zij weinig of niets uitrichten kan.

Weliswaar is 't een hachelijke onderneming, doch zij lacht Requesens toe, daar zij leidt om hem in 't bezit van Zierikzee en heel Schouwen te stellen, waardoor dan de gemeenschap tusschen Holland en Zeeland wordt afgesneden.

Voor dien tocht ontbiedt hij een aantal soldaten van Hierges uit Holland en een dertig schepen uit Antwerpen.

Over deze vloot voert de bekende Sancho d'Avila het bevel, op welke met Requesens, de dappere bevelhebber Mondragon, Osorio d'Ulloa, Peralta e.a. zich hebben ingescheept. (8)

Zóó goed weet Requesens zijn actie te bemantelen, dat hij ongezien tot bij het eiland Tholen weet op te varen. Hij beschikt over 3000 man voetvolk, 4 escadrons ruiters en 200 mijngravers.

De ruiterij wordt in Tholen achtergelaten; met de rest der troepen wordt gemarcheerd naar Sint Annaland op de kust van het eiland en vlak tegenover Duiveland gelegen. Van hier uit worden vier vendels naar Filipsland overgescheept, om de diepte te peilen. Zij wachten de eb af om dan naar Duiveland te waden, doch keeren èn wegens het wassende water èn de komst der Zeeuwsche schepen, halverwege terug.

Eenige bevelhebbers houden Requesens ernstig voor oogen, dat de onderneming uiterst gevaarlijk is en een groot deel der soldaten, die zich aan dien tocht wagen, in de golven zullen omkomen.

Mondragon, die bij het ontzet van Goes een ongeveer even breed water doorwaad heeft als nu moet gebeuren, wordt tot een nieuw onderzoek naar de mogelijkheid der onderneming afgezonden. Een twaalftal Spanjaarden varen dan naar Sint Filipsland en waden daar onder aanwijzing van een glipper, bij nacht midden door de Zeeuwsche vloot en koomen behouden over naar Duiveland. Maar als de wachten hen bemerken, keeren zij terug en berichten den Landvoogd de uitvoerbaarheid van het plan. Nochtans houden velen het voor een uiterst gewaagde onderneming, wijzen op de zwarigheden daaraan verbonden, adviseeren haar uit te stellen, totdat de vloot uit Spanje zal zijn aangekomen.

Maar Requensens wil niet langer wachten en besluit in den nacht van 28 op 29 September de kans te wagen: de helft zijner soldaten onder bevel van Mondragon verdeelt bij over de schepen van d'Avila, die hij ten zeerste op het hart drukt voor het behoud van de vloot te waken. Vijftienhonderd man en tweehonderd mijngravers moeten de Zijpe tot op Duiveland doorwaden; elk hunner ontvangt een paar schoenen, een zakje om den hals met twee pond buskruit, benevens beschuit en kaas voor drie dagen.

Zonder ongeval worden zij naar Sint Filipsland overgezet.

Requesens spreekt hen vriendelijk toe, wijst ze op hun plicht jegens God en den Koning en voorspelt roem en belooning als de stoute tocht gelukt. En dan ontdoen zij zich van de overtollige kleedingstukken om slechts broek en schoenen aan te houden. D'Ulloa. die met het opperbevel belast is, plaatst zich met de gidsen aan het hoofd zijner Spanjaarden; de Duitschers, Walen en mijngravers volgen hem: de Peralta vormt de achterhoede. Ook maken dezen tocht mee de Heer van Serooskerke en Pacheco, respectievelijk bevelhebbers van Bergen op Zoom en Goes, z.g. "Uit naijver van de eer "....

De maan, welke in 't laatste kwartier is, ging tusschen elf en twaalf uur weer op. 't Noorderlicht schittert aan den hemel en de Spanjaarden, die dit gade slaan, beschouwen het als een teeken, dat God hun onderneming zegent. (9)

(1) Wagenaar: Dl. VII, bl. 20-21.

(2) Zie vorig artikel.

(3) Hooft: Ned. Hist., B X, bl. 436.

(4) Dr. E. T. Kuiper: Geuzenliedboek Dl I. bl.

(5) Dr.E. B. Swalue: Daden der Zeeuwen, bl. 82.

(6) Wagenaar:Dl VII, bl. 69-70.

(7) Prof. J. v. Vloten: Ned. opstand tegen Spanje II, bl. 21

(8) Blok: Gesch. Ned. Volk, Dl III bl. 154. Pirenne: Gesch. v. België, Dl IV. bl. 58.

(9) Van Vloten: Dl II, b., 22.

(Wordt vervolgd).

DE SCHELDEZENDER

Hallo, hallo..........

Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-Zender Vindt u het interessant, te hooren:

- dat een Berlijnsche filmonderneming voornemens zou zijn een film in Zeeland op te nemen. Welke Zeeuwsche meisjes zullen als sterren ontdekt worden?

- dat twee marinesloepen, die van Vlissingen naar Breskens onderweg waren, op een zandplaat liepen. Een van de twee was spoedig weer vlot, doch om de andere vlot te maken, moesten de manschappen zich te water begeven om de sloep los te duwen. Daarna is men naar Breskens doorgevaren.

- dat te Middelburg de gemeentelijke zwemgelegenheid in het Kanaal aan den Havendijk geopend werd.

- dat Dr. W. S. Unger, gemeente-archivaris van Middelburg, een beknopten gids voor bezoekers van het stadhuis samenstelde.

- dat met ingang van 1 Juli de vracht voor het vervoer van auto's en andere voertuigen met de provinciale booten met 5 cent per 100 K.G. verlaagd zal worden.

- dat de Minister van Waterstaat opdracht verstrekte om een ontwerp voor een nieuwe brug over het Kanaal door Walcheren te Middelburg te maken. Hopenlijk zal de nieuwe brug sneller "open" gaan dan de huidige.

- dat 100 honderd leden van de Middelburgsche vereeniging "Handelsbelang" een welgeslaagde excursie naar Dordrecht maakten.

- dat Prins Hendrik en Minister Kan te Goes de Landbouwtentoonstelling bezochten.

- dat, na herhaalde oproeping, zich thans vier sollicitanten hebben aangemeld voor de betrekking van hoofd der openbare lagere school te Oudelande.

- dat het Gothische huis aan de Kade te Goes, dat aangekocht is voor gemeente-museum, inwendig reeds gerestaureerd is geworden. Spoedig zal het mooie pand als museum in gebruik worden genomen.

- dat te Wissenkerke gevallen van vlekziekte bij de varkens voorkomen. Reeds enkele dieren zijn gestorven,

- dat in onze hoofdstad de aanbouw van het Gasthuis in gebruik genomen is.

- dat de verbetering van den weg Middelburg-Veere fl 140.642 zal kosten. Hiervan zal drie kwart deel worden bestreden uit het provinciaal wegenfonds van Zeeland, zoodat voor de gemeenten Middelburg en Veere ieder nog ongeveer fl 17.580 overblijft. De gemeenteraad van Veere heeft de beslissing over den uitgaaf aangehouden totdat de Prov. Staten zullen beslist hebben over het voorstel van Ged. Stalen om het onderhoud van wegen als deze bij de provincie te brengen.

- dat een poging van een raadslid van Oost- en West-Souburg om het dorp gedurende de kermis en andere volksfeesten droog te leggen, mislukte.

- dat de gemeenteraad van Zierikzee besloot niet over te gaan tot het maken van een keersluis met stormdeuren in de Nieuwe Haven. De kosten van de sluis met keerdeuren en schutbalken compleet werden geraamd op fl 95.000.-, terwijl de jaarlijks terugkeerende onkosten voor de gemeente veroorzaakt door de uitvoering van dit ontwerp fl 4214.- zouden bedragen.

- dat de regenbuien der vorige week het land veel deugd hebben gedaan.

- dat het comité der landbouwtentoonstelling in Goes in het begin van deze week dikwijls naar de lucht keek en dik aan weervoorspelling deed.

- dat het onweer der vorige week in onze provincie het einde van een drietal landbouwschuren op het geweten heeft.

- dat de Bevelandsche onderwijzers een excursie naar de electrische centrale te Vlissingen maakten.

- dat het toren-uurwerk van den St. Jacobstoren in Vlissingen eenige dagen rust gegund zal worden.

- dat in de Coosje Buskenstraat in de Scheldestad de eerste steen gelegd is van het nieuwe gebouw der Nutsspaarbank.

- dat de permanente tentoonstelling van den Ned. Kunstkring "Het Zuiden" 6 Juli geopend wordt.

- dat de Stoomvaart Mij. "Zeeland" in het afgeloopen jaar fl 365.523,80 verlies opleverde. In 1928 werden 63.881 reizigers vervoerd, tegen 54.254 in 1927.

- dat de gemeenteraad van Middelburg besloot een overeenkomst aan te gaan met de P. Z. E. M, waarbij de stroomlevering voor een deel rond Middelburg in een cirkel met een straal van 2 1/2 K.M. en een middelpunt in het midden der stad, aan de gemeente over te dragen. Bij het voorstel om een crediet van fl 160.000.- te verleenen voer voortzetting der verbeteringswerken bij de prise d'eau der waterleiding, werd o.a. de noodzakelijkheid van een grondige verbetering van de waterleiding betoogd, vooral op hygiënische gronden, terwijl de mogelijkheid werd besproken, dat deze voor Middelburg zelve noodzakelijke verbeteringen aan filters, voorfilters, reinwaterkelder enz., zullen ten goede kunnen komen aan de levering van water naar andere gemeenten.

- dat Middelburg drinkwater wil leveren aan Domburg, Oostkapelle en Souburg,

- dat te Goes een 33-jarige man, die in zijn tuin bezig was, ineenzakte. Toen men hem opnam, bleek hij reeds overleden.

- dat de bekende meestoof "Reygersbergh" te Rilland Bath afgebroken is. De stoof heeft behalve als stoof dienst gedaan als tijdelijke Ned. Herv. Kerk en als huisvesting van Belgische vluchtelingen.

- dat de Ned. Spoorwegen den onbewaakten overweg bij Rilland geaccentueerd hebben door de waarschuwingsborden en palen rood-wit te doen verven. Of het helpen zal?

- dat tot commissaris van politie te Middelburg benoemd is de heer R. P. Brons, comm. v. politie te Zierikzee.

- dat Zondag a.s. in Middelburg een vrijzinnig-godsdienstige landdag gehouden zal worden.

- dat het aantal te Middelburg ingeschreven werkloozen in één week daalde van 126 tot 58. Men ga zoo voort!

Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag.......... Adieu ..........

HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND

12 Juni. - Vanmorgen naar Vlissingen gefietst en met fiere blikken gekeken in de richting van de koers waarop de "Kortenaer" vaart. We zullen ze leeren, die leelijkerds, die ons zoo te pakken hebben gehad in Willemstad. Als ik hoor dat men de bandieten ontwapend heeft, zou ik best in staat wezen om ze persoonlijk te beleedigen. Momenteel kunnen we niets anders doen dan uit sympathie de Curaçaosche nijverheid zoo goed mogelijk steunen. Na conferentie met Liesbeth heb ik besloten dat we na iederen warmen maaltijd, voorloopig een half pond apennootjes zullen consumeeren. Het vaderland mag zijn koloniën niet in den steek laten. Op de soos dit standpunt vurig verdedigd. Ben onder algemeene instemming getracteerd op een Curaçaotje.

13 Juni. - Vanmorgen weer naar Vlissingen gefietst. Nu om te wuiven naar het pantserdekschip "Prins Hendrik", eveneens op weg naar Willemstad. De afvaart moest zóó snel geschieden, dat er geen tijd was om soldaten mee te nemen, die zullen nu per stoomschip volgen, als tenminste de oude heer Schuttevaer zijn onzinkbare reddingboot niet ter beschikking stelt. Van de vrienden gehoord, dat er in Italië groote vreugde heerscht. Het Nemi-meer is bijna leeggepompt en de oudheidkundigen hebben rondom de galeien van Caligula drieduizend roestige draadnagels gevonden. In drieduizend speciaal daarvoor vervaardigde fluweelen étui's zullen deze voorwerpen per extra treinen naar Rome vervoerd worden om daar plechtigen optocht rondgedragen te worden. Mussolini heeft bij voorbaat de eerlijke vinders omhelsd. Wat 'n hartelijk land toch! Als ik zooiets op de Schelde had gedaan, zou iedereen me hier verweten hebben, dat ik spijkers op laag water zocht.

14 Juni. - In mijn analen komt zoo'n saaien verkiezingsstrijd als dezen keer, nog niet voor. Laatst zat ik als eenigst toehoorder in de zaal, die afgehuurd was door en voor 'n politiek spreker en vanmorgen kreeg ik een telegram uit Zuid-Laren, namens het bureau voor Statistiek, dat mijn record gisteravond verbeterd is. In opgemelde plaats waren twee sprekers voor één belangstellende. Volgens de laatste berichten was deze politieke belangstellende bovendien niemand anders dan de kastelein, die bang was, dat de verpachters van gouden bergen er zonder het betalen van zaalhuur vandoor zouden gaan. Wat 'n verschil toch bij vroeger. Toen werden er uit beginsel zelfs klappen uitgedeeld en ontvangen. Ik was altijd bij de laatste categorie, maar iedere schram en kwetsuur verhoogde mijn eigenwaarde. Vol trots toon ik nog vaak aan mijn kennissen de herinneringsmedaille, die ik van "Hou en trou" ontving, wijl ik zonder een spier te vertrekken, een golf bloed vergoten had, toen 'n tegenstander mij tegen de maag stompte. Ik voor mij geloof nog altijd dat het de aalbessen geweest zijn, die ik 's middags wel wat onmatig geconsumeerd had, maar zooiets hou je natuurlijk voor je.

15 Juni. - Reuze-pech. Met de oudheidkundige vereeniging uit geweest om pootje te baden op het verdronken land bij Reimerswaal. Nog nooit zoo'n kou geleden. Mijn bloed stolde in de aderen. De voorzitter had 's morgens nog de Gezondheidscommissie gesmeekt om uitstel, wegens het ruwe weer, doch toen de doktoren van eenige leden de voeten hadden bekeken, waren zij niet te vermurwen. Het was dan ook al ruim zes maanden geleden, dat wij op excursie waren geweest. Vanavond eenige nieuwe leden geïnstalleerd. o. w. de stadsomroeper. Van bestuurszijde werd 's mans oudheidkunde betwijfeld, doch de candidaat wist dit schitterend te weerleggen; hij heeft niet minder dan vier ooms en tantes boven de 85 jaar. Dat zegt genoeg! Op de soos verkiezing in Zuid-Afrika besproken. Interesseerde mij niet! Hoe of de uitslag ook is, zal men toch kunnen zingen, dat de Boeren het overwonnen hebben.

16 Juni. - Bedlegerig. Krampen in mijn kuiten. Zal van het koude waterbad komen. Enfin, mijn voeten zijn schoon. Dat is weer 'n geruststelling voor 'n paar maanden.

17 Juni. - Jossie vindt het leven zwaar, zei hij me. Wanneer hij dwingt om wat lekker smaakt, dan zegt men hem, dat hij te klein is, om alles te eten en indien hij het dan op een schreeuwen zet, wordt hem toegebeten dat hij te oud is om te schreien. Heb hem de aardbei gegeven, die ik vanmorgen geplukt had .

18 Juni. - Op de soos groote debatten over het huwelijk. Verdeelde meeningen! Breeduitstra wilde geen kwaad van de vrouwen hooren. Sinds hij getrouwd is, ondervindt hij 't gemak, dat hij aan twee kanten in zijn sokken kan komen, Reuze, practisch! De spotvogel! Liesbeth houdt heelemaal niet van zulke dingen. Sokkenstoppen was het eerste wat ze mij leerde in mijn trouwdag.

 

TREFFERS EN POEDELS

RITTHEM EN RAMMEKENS.

 

Ritthem in een heel klein plaatsje,

waar men zelden iets van hoort,

Ritthem is een negorijtje

van een heele lieve soort.

Ritthem is nog onbedorven,

't heeft geen auto, tram of trein,

Ritthem is een klein juweeltje,

waar men eens alleen moet zijn.

Ritthem is een openbaring,

vlak bij huis en nooit gezien,

zonder drukte, zonder herrie,

zonder zonden wel misschien.

Ritthem heeft een kerk, een kleintje,

zonder heel veel pracht en praal,

maar van binnen even plechtig

als de grootste kathedraal,

Ritthem is zoo klein en keurig,

als van speelgoed opgebouwd,

Ritthem is een van dit plaatsjes,

waar men gauw en veel van houdt.

Ritthem ligt zoo diep verscholen

in het Walchersch achterland,

zoo bescheiden, zoo verholen

bij den stillen waterkant.

.....................................

Dicht bij Ritthem ligt een vesting

uit den heelen ouden tijd,

waar ze veel gevochten hebben

in den Tachtigjaar'gen strijd.

Rammekens, zoo heet die vesting,

maakte zware jaren mee,

't was het fort van Zeeland's hoofdstad,

't zware bolwerk aan de zee.

Hooge, steile vestingmuren

rijzen trotsch en zwaar omhoog,

daar omheen zijn nog de grachten

uitgestrekt in wijden boog.

Voor de groote reuzenvoorpoort

moest een vijand blijven staan,

door die poort zijn groote mannen

overwinnend heengegaan.

Boven op de hooge wallen,

waar eens Geus en Spanjaard streed,

waar Napoleon zijn blikken

over 't eiland glijden deed,

waar het bloed in stroomen vloeide,

bij het dreunen van 't kanon,

daar speelt nu de jeugd van Ritthem,

in de bloemen, in de zon.

In de kelders en gewelven

lag de voorraad kruit en lood,

vond een krijgsgevangen vijand

menigmaal den marteldood.

Daarin stonden de Spanjolen

vechtend zij aan zij geschaard,

daarin wordt nu door de boeren

de patatenoogst bewaard.

----------------------------------------

Rammekens heeft nu geen doel meer,

is zijn oude glorie kwijt,

't zou nu gauw een puinhoop wezen

in een dezerdaagschen strijd.

Maar wie Nederland's historie

duidelijker wil verstaan,

moet eens op een mooien middag

naar die oude vesting gaan.

WILLEM TELL II.

 

VEREENIGINGSNIEUWS

Wanneer de zomer in het land is, en de Zeeuwsche Vereenigingen in Olland hun "zomerslaap" houden, is er weinig te boeken onder deze rubriek. Doch thàns is gebleken, dat er althans één Zeeuwsche Ver. is, die des zomers den slaap verre van haar houdt. Dit is n.l. de gemengde Zangver. van Zeeuwen "Luctor et Emergo" te 's Gravenhage, waarvan wij, met genoegen, op deze plaats mogen memoreeren, dat zij op het Nationaal Concours van Muziek- en Zanggezelschappen, gehouden op den 2en Pinksterdag te Maassluis, een eersten prijs mocht behalen in de 4e afdeeling.

Wij overdrijven niet, wanneer wij dit een mooie prestatie van deze jeugdige Ver. noemen, temeer waar in aanmerking genomen moet worden, dat een groot deel der leden, wegens uitstedigheid, niet aan het concours kon deelnemen. Met een gelukwensch aan het adres van den directeur, den heer J. H. Swenne, die, aldus, zijn onvermoeiden ijver beloond mocht zien, besluiten wij met een opwekking van alle Zeeuwsche lezers met zanglustige aspiraties, in de Residentie, om lid te worden van "Luctor at Emergo", waardoor zij medewerken om onze Zeeuwsche kunst ook in den vreemde tot uiting te brengen.