Ons Zeeland 1931, Groot Rotterdam, De Zeeuwsche Editie jaargang 1931, nummer 11, 29 mei 1931

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

Uit de oude doos

We zijn de laatste jaren zóó gewend geraakt aan allerlei uitvindingen

op allerlei gebied, dat we eigenlijk nergens meer van staan te kijken.

Velen gelooven zelfs, dat zoo langzamerhand alles mogelijk wordt, en dat we binnen afzienbaren tijd op ons dooie gemak naar de maan zullen vliegen.

Een feit is het in ieder geval, dat de dingen rondom ons zoo snel veranderen, dat deze veranderingen bijna niet meer opvallen. Als er vroeger ergens een nieuw huis gebouwd werd, wist de heele gemeente dat men praatte er over en ging

eens kijken.

Wanneer je nu een maand uit de stad bent en je komt terug, dan vind je een complete straat op de plaats waar bij je vertrek nog een wei met koeien was. En je bent niet eens verbaasd meer. Alles gaat in het groot, alles gaat snel, en we leggen ons er bij neer. Maar: toch niet bij alles! Zoo nu en dan, wanneer b.v. 'n oud bouwwerk van historische waarde in gevaar komt (men denke aan het stadhuis te Veere) raakt alles in rep en roeren herleeft de bewondering voor den ouden tijd. Echter gebeurt het ook, dat de inwoners zonder één woord hun mooiste hoekjes laten opruimen: zooals b.v. te Goes met de oude huisjes aan den Blaawen Steen, die zonder vorm van proces plotseling werden gesloopt.

Zoo loopen we maar door onze stad en over ons dorp en denken er zelden aan, hoe dat allemaal vroeger wel was.

Dat alles "anders" was, daarvan kunnen bijgaande illustraties wel getuigen. Men ziet daarop 't oude 17e-eeuwsche leven onzer vaderen vastgelegd.

En nog verder gaan we terug, want de sel- of zoutnering is héél oud, en vormde in de eerste tijden reeds een middel van bestaan in Zeeland, vooral op Schouwen. Ook een man van reputatie uit dezen tijd geven we hierbij: Jacob Cats. Zijn werken kent iedereen wel zoo'n beetje. Velen bezitten ze ook. Ja, vindt er in Zeeland wel ooit een verkooping plaats, zonder dat er werken van Cats onder den hamer komen? Maar de groote, geillustreerde uitgave bezit niet iedereen. Vandaar dat wij hier het portret van den eens (en nog?) zoo beminden dichter weergeven, met enkele reproducties uit zijn werk.

Uit de oude doo! Dat is zoo. Maar soms is het wel eens gezellig, in die oude doos wat te rommelen. Ieder heeft zijn momenten dat hij zich daaraan overgeeft. En de meest nuchtere mensch wordt dan wel eens een beetje sentimenteel.

Ook ervaren we dan het wonderlijke van het leven: dat alles komt en gaat in wisselende vormen en kleuren, en dat toch de mensch en het leven zich in de diepste beteekenis gelijk blijven.

De oude Germanen zakten in uitgeholde boomstammen de rivieren af. En wij rijden in auto's en vliegen hoog boven de aarde uit. Maar ondanks dit alles blijft de mensch datgene wat hij altijd was. En is dat niet het grootste geheim van dit

leven ? v. B.

 

Zeeuwsche Sport

De wintercompetitie van den Zeeuwschen Korfbalbond is geëindigd. Zij kreeg haar beslag met den wedstrijd D.O.S.-Elto. Wij hebben misschien de korfbalsport slecht bedeeld op onze sportpagina, men zie daarin evenwel niet 'n bewijs van minder sympathie voor deze sport, dan voor eenige andere. Integendeel, we kunnen er zelfs heel veel in waardeeren. De kwalen, waar onze voetbalsport onder lijdt, zijn gelukkig niet te vinden, althans niet in zoo sterke mate, bij de korfbalsport. Helaas moeten we bij de meest populaire aller sporten, 't voetbal, steeds hooren van ruwheid, valsch en gemeen spel, zoo erg zelfs, dat politie en justitie, hoewel o.i. ten onrechte, er zich mee gaan bemoeien. Heeft men daar ooit van gehoord bij 't korfbalspel? Zeer zeker gebeuren er ook onaangename dingen; er schuilen onder haar beoefenaren speelsters en spelers, die een lesje konden gebruiken over het begrip sportiviteit, maar door elkaar genomen, staat het korfbal wat eerlijkheid, sportiviteit betreft, hooger dan het voetbal. Hoe heh komt? We gelooven, dat de oorzaak voor een deel te vinden is in de aanwezigheid van de vrouw. Jongens, tegenover elkaar staande, willen "groot" zijn, de een wil niet onderdoen voor den ander. Bij de Korfbalsport staan zij evenwel ook tegenover leden van de andere sekse. De voortdurende omgang met zooveel fijner voelende dames zal de heeren terughouden van ruw spel.

En dit is niet het eenige voordeel van de korfbalsport; men leert elkaar in dit spel ook zooveel beter begrijpen. De bewering als zou deze sport gezocht zijn, juist om haar gemengd karakter, omdat men hier "kansen" ziet, moeten we ten stelligste ontkennen.

Zij, die met dit doel dit spel gaan beoefenen, zullen er zich niet thuis voelen. Kan men zich in 't gewone leven nog eens gedurende eenigen tijd van zijn beste kanten alleen toonen, in de sport zal dit niet lukken. In het vuur van het spel vergeet men zijn rol en toont zijn "ware" eigenschappen.

We zouden door kunnen gaan net het opsommen van al de goede zijden van deze sport, doch zullen het hierbij laten. Dat dit spel zich niet mag verheugen in grooter belangstelling, schrijft men toe aan de saaiheid ervan.

Niets is echter minder waar dan de bewering, dat dit spel saai zou zijn.

Door de verplichting, een ontvangen bal direct door te spelen, krijgt het spel juist een zeer levendig karakter en de toeschouwer, die een klein beetje kennis van de spelregels heeft, zal al spoedig onder de bekoring komen van dit, ten onrechte, nog zoo veel miskende spel.

Hoewel niet zonder, strubbelingen, zij hadden zich aanvankelijk teruggetrokken, zijn de Zeelandianen kampioen geworden. Onze gelukwenschen! Het is wonderlijk, dat 't kleine Hansweert aan de spits kan staan, wat korfbal betreft, terwijl Zeevaartschool en D.O.S. (resp. Vlissingen en Middelburg) zelfs nog onder Elto (Kloetinge) moeten eindigen. Men zou zoo denker, dat de grootte van de plaatsen invloed moet uitoefenen op de ontwikkeling van het spel, door het beschikbaar zijn van een grooter aantal spelers. Het tegendeel blijkt waar te zijn. "Volharding" (Ierseke) is er nog niet erg in. Het was haar-eerste competitieles, waarvan we hopen, dat zij de vruchten zal pltikken en de volgende competitie een woordje meespreken ter verlevendiging van den strijd. Opmerkelijk is nog (indien de opgave juist is) het groot aantal doelpunten, gemaakt door Zeev. sch. en D.O.S., vergeleken bij EitoenZeelandia. Dat d(@ laatsten niettemin bovenaan eindigden, pleit wel voor hunne verdedigingen. Meer belangstelling wenschen de korfballers (sters), en zij verdienen dit, doch wij waarschuwen hen, dat een al te groote belangstelling niet steeds 'n zegen is. De Zeeuwsche competitie is nu kalm en prettig verloopen.

Meer belangstelling brengt meer wedstrijden en daarmee den prikkel van 't wedstrijdwezen. De zucht tot winnen dreigt het sportief genoegen te verdringen. En daarom vragen wij: "Zou het genoegen van meerdere belangstelling opwegen tegen de dreigende gevaren?"

Op verzoek plaatsen we den eindstand van de Wintercompetitie, zooals die ons door den Comp. leider werd verstrekt:

Doelgem.

Zeelandia 8 6 0 2 12 30-13 2.30

Elto 8 5 0 3 10 37-16 2.31

Zeevaartschool 8 5 0 3 10 43-22 1.95

D. 0. S. 8 4 0 4 8 40-26 1.61

Volharding 8 0 0 8 0 3-76 0.04

 

SLUISKIL

Fabrieken rijzen uit den grond.

Waar eens het oude hofje stond,

rookt nu het schoorsteenmonster zwart.

Vliegen de raadren, klopt het hart

van de reusachtige fabriek.

De boer. Krom van de rheumatiek.

Hij loopt eens rond en schudt zijn hoofd

of hij 't nog altijd niet gelooft

dat dààr toch eens zijn hoefje stond.

Er trekt wat rond zijn oude mond.

Zijn pijpje dooft ....

B. P.

Meikever?

Kever, met je bruine pakje,

bode van den schoonen Mei.

Toen we kleine kinderen waren

maakte je ons harte blij.

Kever, met oraniepluimen,

die je ons zoo fier liet zien,

Als je door de kamer ronkte

was je net een Wiegmachien!

Kever, met je lange pootjes

en je glanzend zwarten kop.

Was je eens door ons gevangen

we sloten je in 'n doosje op.

Groene blaadjes, geurige Meien,

kreeg je in je kleine cel.

Maar je vrijheid was verdwenen,

en je leven was een hel!

Kever, overvloed van eten,

maakt de Meimaand voor je klaar.

Maar temidden van die weelde

leef je immer in gevaar.

Want wie hier op aard wil leven

in een vredig paradijs,

Wordt door vele tegenheden

en door schande en schade wijs!

M. C. J. V. V.