Ons Zeeland 1931, Groot Rotterdam, De Zeeuwsche Editie jaargang 1931, nummer 12, 5 juni 1931

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

Het Zeeuwsche Paard

Een paard is 'n ding met pooten, een mond en een staart ; zoo hoorden we het op de lagere school eens uitdrukken. Echter is nog niet ieder ding, dat vier pooten, een mond en een staart bezit, een paard! Daarbij komt nog, dat niet alle paarden op elkaar lijken. Men behoeft geen deskundige te zijn, om een karrepaard te kunnen onderscheiden van een Zeeuwschen hengst en een Andalusisch strijdros van een Engelsch renpaard. De Schoolmeester zei ervan:

Een paard,

Naar den aard,

Is er nog eer dan zijn staart;

Hij doet het te voet

Net zoo gauw en zoo goed

Als een ander te paard het doet,

En je kijkt niet om

Of hij is al weerom.

Voor onzen tijd is dit niet meer zoo van toepassing. Het paard was een snel vervoermiddel, toen de trekschuit nog hoogtij vierde. Tegenwoordig zijn we echter geneigd, de snelheid van een paard niet zoo hoog aan te slaan. Nu vliegtuig en trein ons de afstanden doen vergeten, wordt het paard wat in een hoekje geduwd. Toch is het niet overal zoo. Er is 'n tijd geweest, waarin men uitriep, dat de machine zou zegevieren, en dat men op den duur zelfs zou komen tot de constructie van den mechanischen mensch. Gelukkig loopt het zoo'n vaart niet. Speciaal in ons land gelukt 't vooral op 't land de machine niet, 't paard geheel te verdringen. Van Zeeland geldt dit in het bijzonder. Enkele grootbedrijven werken weliswaar met tractoren, maar allen handhaven toch hun stal, Gelukkig! Want wat is er mooier dan het zien naar acht sterke paarden, die naast elkaar vier ploegen door de klei trekken; een beeld, waarvan we nog onlangs in ons blad konden genieten?

Op den weg vliegt het echter met 't paard achteruit. De auto heeft den weg veroverd. Nog weinig boeren zijn er, die hun rijtuig houden; de meesten verkiezen 't metalen voertuig, omdat het sneller is, en bijna niets kost, als het niet werkt.

Maar aan den anderen kant heeft, speciaal in Zeeland, het paard zijn rechten herkregen. Het Zeeuwsche fokpaard staat zeer goed aangeschreven, en is een zeer gewild artikel. Als men eens een kijkje neemt in een stal van een fokker, als die, welke dezer dagen werd verkocht, dan ziet men eerst, wat er op dit gebied wordt bereikt. En gelukkig ziet het er nog niet naar uit, dat het fokken overbodig zal worden. Gelukkig, omdat we het stoere Zeeuwsche paard niet graag in ons landschap zouden missen. Het hoort er nu eenmaal in, zelfs al heeft het een zadelrug, wat vooral op Walcheren nogal schijnt voor te komen.

En prachtig blijven de Zeeuwsche paardenmarkten. Niet alleen voor den Zeeuw en den kenner, maar vooral ook voor den toerist, die in een ander land ook graag alles "anders" ziet!

Moge het paard dus nog lang in eere blijven! Eén blik op de stoere koppen, die dit artikel illustreeren, moge genoeg zijn, om den lezer te overtuigen van het bestaansrecht van dezen wensch. B.

 

Zeeuwsche Sport

In verband niet Pinksteren was 't niet mogelijk in ons vorig nummer reeds een en ander van den Singelloop, georganiseerd door de Athletiek- Vereen. "E.M.M." te vertellen. Deze loop is echter te populair geworden, dan dat we haar stilzwijgend zouden voorbijgaan. Wij gelooven, dat "E.M.M." een ongelukkigen datum gekozen had voor haar wedstrijd. De Utrechtsche Singelloop en de Vlissingsche Boulevardloop op resp. 30 Mei en 6 juni zijn geduchte concurrenten. De hooge reiskosten weerhouden de loopers uit overig Nederland ervan, tweemaal achtereen naar Zeeland te komen. Verder is er nog een kwestie, die voor de oningewijden onbekend is en dat is de verplichting, die de K.N.A.U. haar leden oplegt, om in 't bezit te zijn van een identiteitskaart. Daarvoor moet weer

een bepaald bedrag gestort worden, zoodat voor vele athleten de kosten te hoog worden. Deze waren dan ook wel de redenen, dat er slechts 14 loopers aan den start verschenen, tegen bijna 40 vorig jaar. Was de kwantiteit dus aanmerkelijk minder, de kwaliteit was dezen keer bijzonder goed. Het was een keurtroepje loopers, dat elkaar hier bekampte! Toch stak Kemp van D.O.S. ver boven zijn mededingers uit. Hij eindigde als eerste in 11 min. 12 sec, terwijl No. 2 werd J. Arnold van B. A. C. te Breda in 1 1 min. 31 11, sec. Kemp bewees dan ook reeds vanaf den start de sterkste te zijn. Als een pijl schoot hij over de startlijn, nam de leiding en liet zich niet verdringen. Wolf van V. en L., den Haag, werd derde. Het is ons opgevallen, dat deze looper steeds zoo fit den Singelloop beëindigt, met als slot een fel spurtje. Typisch, dat de drie niet-Zeeuwsche deelnemers op de eerste drie prijzen beslag leggen. Als vierde kwam Kambier van E.M.M. Hij toonde zich dus dit jaar den baas der Zeeuwen. Voor ons geheel onverwacht, kwam de Marathon-man C. J. Aerssens als vijfde. Wij hadden v. Sorge, Sandifort of Lefeber meer kans gegeven. Het bleek evenwel, dat v. Sorge, door een nog pas kort geleden ondervonden ziekte, niet geheel fit was.

Wij hopen, dat volgend jaar de Zeeuwen hun niet-Zeeuwschen tegenstanders beter partij zullen geven.

Op Zondag, 31 Mei, was het weer E.M.M., dat onze aandacht vroeg. Een afstandsmarsch op Walcheren is "iets nieuws onder de zon". En als er op dit gebied iets nieuws is, wie komt er dan mee voor den dag? Steeds weer E.M.M. En wat het aantal inschrijvingen betreft, was het een schitterend succes. Ruim 160 personen schreven in, hiervan kwamen ruim 140 dames en heeren op.

Van dit aantal vielen slechts 6 uit, waarlijk een zeer gering percentage, als men bedenkt, dat een groot aantal ongetraind meeliep. Wanneer er ooit propaganda voor de sport in 't algemeen en voor de wandelsport in 't bijzonder gemaakt is, dan is het wel dezen dag geweest. We willen hier E.M.M. openlijk hulde brengen voor het organiseeren van dezen afstandsmarsch.

De dames, die half negen uit Middelburg vertrokken, splitsten zich spoedig in twee groepen en te 12 uur 8 minuten bereikte de kranige Achillesploeg Domburg reeds. Er is over 't algemeen door alle deelnemers en deelneemsters prachtig geloopen.

's Morgens bij 't vertrek marcheerden alle deelnemers een keer de Markt rond, 's avonds kwamen allen gelijk binnen en deden toen hetzelfde. Men vroeg zich af, of dat nu dezelfde menschen van 's morgens waren, die 40 K.M. getippeld hadden, zoo frisch bereikten allen het eindpunt.

De oudste deelnemer, de ruim 50-jarige heer Willems uit Middelburg, bereikte op tijd het eindpunt en onder daverend gejuich van de vele toeschouwers werd hij binnengehaald.

Vermelding verdient het mooie werk, verricht door de transportcolonne van het Roode Kruis, welke, tot groote tevredenheid van verschillende deelnemers, de opgeloopen blaren en open voeten behandelde.

In Middelburg aangekomen, vernamen de sportvrienden, dat Zeelandia door Terneuzen was geslagen. We kunnen dus een beslissingswedstrijd Terneuzen-Alliance tegemoet zien.

Zeeuwsche Omroep

Hallo! Hallo! Hier is de persdienst van de officieelen Zeeuwschen Omroep. Het verder vertellen van deze berichten is geoorloofd.

@en meldt ons uit Vlissingen dat een ingezetene, die eenigen tijd ingerekend geweest is, op zijn visitekaartjes "cellist" heeft laten drukken. Wie dezen artist engageert, moet er maar niet vreemd van opzien, wanneer hij valsch speelt.

Op Tholen en St. Philipsland zal in juli een concourswedstrijd van scherpschutters plaats hebben. Een eere-comité van verschillende burgemeesters is bereids gevormd. Naar wij vernamen, heeft dit elitegezelschap bedongen dat, om onaangename dingen te voorkomen, de eere-wijn aan comité en schutters pas na den wedstrijd geschonken zal worden.

Onze correspondent uit Middelburg schreef ons, dat op het carillon van den Abdij-toren nieuwe melodieën werden geplaatst, die op verzoek van B. en W. kort werden gehouden. Dit is ongetwijfeld lofwaardig maar het zou nog meer toe te juichen zijn, indien de Raad op zijn beurt B. en W. kort hield.

Uit Terneuzen is aan een jongeling 'n medaille uitgereikt voor het tot stilstand brengen van 'n hollend paard. Menige huurkoetsier of vrachtrijder zou een medaille over hebben voor den knaap, die zijn stilstaand paard aan het hollen bracht.

Middelburg is dezer dagen op een avond geteisterd door korte storingen in het lichtnet. Dit gebeurde juist op den avond, dat hoogere burgerscholieren en gymnasiasten hun feestavondje hadden. Deze hebben de P.Z.E.M. eenige bloementuiltjes gezonden met het opschrift: Vijf bouquetjes voor het bestuur in ruil voor de vijf minuutjes voor de jongelui.

Onze hoofdcorrespondent te Middelburg seint met smartelijke verbazing, dat onze provincie onveilig wordt gemaakt door een heerschap, dit met een samenweefsel van schoonschijnende voorwendsels, geld tracht los te krijgen voor zijn ardappelenhandel, die echter nergens bekend is. Wij vinden het jammer, dat die persoon in kwestie zijn prachtige fantasie gebruikt voor het onderwerp "aardappels"; 't zou meer in de lijn liggen, wanneer hij de burgerij in haar nek keek met Smyrna"-tapijten of iets dergelijks.

De raad van Zierikzee heeft in een vorstelijk royale bevlieging de somma van 50 gulden uitgetrokken voor het herstel van den zwaar vervallen "Plompe Toren" bij Koudekerke. Natuurlijk is er de bepaling bijgemaakt, dat indien 't carillon op dezen toren hersteld wordt, dit altijd de melodie zal moeten spelen van "Ik heb mijn hart aan Zierikzee verloren".

Uit Goes vernamen wij, dat 'n bejaarde nieuwelingchauffeur met zijn wagen eerst een kapperswinkel torpedeerde en een dag later een fietsrijder schepte. Men hoopt van harte, dat deze vaardige stuurman vandaag of morgen ook een der heeren tegenkomt die hem een rijbewijs gaven.

Dezer dagen spraken wij de Zeeuwsche schoone, wier beeltenis op de bankbiljetten van f 10.--- prijkt. Ze zeide blij te wezen, dat ze niet op de guldens behoefde te staan; ze zou zich doodschamen om het weinige zilver, dat er nog in deze muntstukken zit.

Onze correspondent uit Kruiningen zond ons per expresbrief de tijding, dat een landbouwer in zijn gemeente deze week aardappelen van den kouden grond gerooid heeft. Wij kennen een heer, wien dit reeds den vorigen herfst is overkomen.

Te Scherpenisse is het kermisvieren uitgeloopen np bekkesnijderij. Aangezien Noordkraaijers om zijn krijgshaftige bevolking vorig jaar verdoopt is in Leeuwendorp, zal Scherpenisse mogelijk weldra Scherpemesse heeten.

Men seint ons uit Oudelande prettige bijzonderheden over het zilveren ambtsjubileum van den burgervader. Hartelijk verwellekomd, prachtige geschenken. Van de burgerij twee kamerlampen en van den raad een ganglamp. Avonds lichtstoet door 't dorp. Dat kon ook al niet minder na die cadeaux.

Tot de volgende week, dames en heeren!

 

Bie ons op 't durp

1.

Je mot nie gloove dat het niks is zo mae te gaen schrieven. Sint dà Noome Dies uit den tied is (ie was in Amerika) schrieven me nie meer in de fermielie en vaneiges bluuft den ienktpot in de spinne; ie was biekant uut'edroogd en vol mie dodden en vliegen! Mae z' et me 'evrogen en alla, noe doe 'k'et dan mae. Al is 't noe mie de vrouwe ok nie zoo goed. Mie zukken ievalligen weer leit ze mae stief in bedde. Als mae steken in d'r rikke en dà trokt glad deu d'r lief en mae sinteren!

Me smaeren noe moe mie groene zeepe op d'r rik en d'r wezen, en kouplaaisters op d'r schoften, mae 't elpt nie vee. Neent, 't is niks'e dae; wulder ouwentjes bèn glad uut den tied 'erocht. En je mot teegswoordig al lank à blie wezen à de guus je nie omvarre loopen. Ee? Dat è'k toch aars'ekend, weet je! A je vroeger nie dee wà d'en ouwen tegen je zee, kree je trek mie 'n ende 'out op je pooke. En noe loopen ze 't 'uus uut en 'n flinten en keeren dazze dan 's èn!

Ik zegge mae, wat 'ei j er noe nog om te leven? Ee? De beste boereplekken bin feliet 'eslogen; 't is toch een aorigen tied. Mie die banken ôk; ze sprienge mae of 't glad niks is, en je weet effen of nie wae je mie je centen mot bluven. Nie, dat ik noe centen zou èn, 'oor, dat nie, mae moeie Piete die ei nog à wat en z'is 't er toch zò benauwd voe. Pier - ik 'eette nae d'r, mô je begriepen - Pier, zee ze, m'n centen die ouw ik tuus. 'k E' ze in de bedstee, wee in 'n ouwe kouse, krek as dat opa bie z'n leven 'e doen eit. Dienk jie soms dâ'k m'n kostelike centen nae 'n banke zà briengen? Man, dan bi jé ze trek kwiet ôk. En jie zà toch laeter nie van mien kunne zeggen, dâ je gin cent van m'n geurreven 'eit. Kiek, docht ik das noe nog 's 'n flienk wuuf! en 'k 'et 'r 'ezeid âk. Moeie, èk 'e zeid, ouw jie je centen mae dichte onder je lief, dan is 't zeker d à je ze nie kwietrocht. En ik ôk nie, docht ik t'er bie, mae dat èk nie 'ezeid, weet je? Wan die ouwe wuven bin allegaere zo wandochtig, en ze zou dienken d à 'k op d'r dood zat te wachten, en da's glad gin waer; 'k gunne d'r 'onderd jaer.

Allé, 't bladje is awee vol. Mie de vrouwe is 't 'n bitje beter; ze lei nog wè op bedde, mae ze jànk nie meer zò van de piene, en d'r net eit ze nog zes stuten mie krupvet in'eslogen. Dus dà zà wè gaen, ee ?

Tot kommende weeke!

PIER VAN 'T HOF.