Ons Zeeland 1931, Groot Rotterdam, De Zeeuwsche Editie jaargang 1931, nummer 14, 19 juni 1931

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

Oud Stadsschoon te Zierikzee

Zierikzee heeft veel stedelijk schoon ; te veel om in één artikel te behandelen. Trouwens, een en ander is reeds in deze rubriek besproken. We hebben ditmaal onze belangstelling dan ook alleen laten uitgaan naar het raadhuis, over welk gebouw we nooit schreven. Graag hadden we er het museum bijgenomen, maar dat stond bij ons bezoek helaas geheel in steigers, zoodat we daarvan niets kunnen vertellen.

Het stadhuis dus. Historische gegevens daaromtrent vinden we in het boekje van den Zierikzeeschen gemeente-archivaris, den heer P. D. de Vos: "Het stadhuis te Zierikzee". We lezen daarin, dat er oorspronkelijk een particulier woonbuis was, dat in 1453 door de stad werd gekocht, met de bedoeling daar het nieuwe stadhuis te bouwen. Hetgeen eerst later (het jaar is niet bekend) geschiedde. In de eerste helft van de 16e eeuw, zoo zegt de schrijver verder, wordt er pas van het stadhuis gesproken.

De verdere ontwikkeling kunnen wij hier niet volgen. Vermelden we alleen nog, dat in het jaar 1853 het stadhuis bijna in vlammen opging, doordat het door den bliksem werd getroffen; er kon echter tijdig worden ingegrepen.

Bezien wij nu het raadhuis, zooals het er thans staat, dan worden we getroffen door het fraaie uiterlijk van dit bouwwerk, en moeten we het betreuren, dat 't in een zoo betrekkelijk smalle straat staat.

Ook het interieur heeft veel moois. Vermelden we eerst, dat er dit laatste jaar veel veranderingen (en verbeteringen) in het inwendige zijn aangebracht. Het gebouw is geëlectrificeerd; het wordt door gas verwarmd, en verschillende lokalen zijn uitgebreid, terwijl ook juist een kluis is aangebracht, waarin de registers van den burgerlijken stand zullen worden ondergebracht.

Van veel belang is het, dat de kalklaag van de muren in het fraaie trapportaal zal worden verwijderd, waardoor de oorspronkelijke steenen weer voor den dag zullen komen.

Het museum, dat op de bovenste verdieping is gevestigd, bevat veel bezienswaardigheden. We noemen daarvan de fraaie modellen van Zeeuwsche visschersschepen, door wijlen Mr. Fokker aan het museum geschonken. Dan het model van een oorlogsschip uit het eerste gedeelte van de 17e eeuw, 11 dat bestemd was voor de bescherming van de oestervisscherij. Ook de 14e-eeuwsche klokken (het carillon is vernieuwd) zijn hier geborgen. Er zijn er bij van 325 en 475 K.G.! Voorts trekt een gildeketting met zilveren emblemen de aandacht. In verband hiermee herinneren we aan een der vele luifel-rijmen, dat men in den z.g. Beijenhoek te Zierikzee kon vinden:

Hier pluimt men hazen en konijnen;

Hier steekt men kippen uit het vel;

Hier leert men jonge meisjes vragen.

En ik maak laarzen van beestenvel.

Tenslotte kan men er allerlei voorwerpen bezichtigen, die betrekking hebben op de historie van deze oude stad.

Een wandeling door Zierikzee bracht ons bij de nieuwe fontein, die omgeven wordt door eenige kikkers, wat te denken geeft in ons waterig landje! Ook viel het ons weer op, dat in Zierikzee nog zoo veel slechte woontoestanden bestaan. Hoewel de algemeene malaise tot voorzichtigheid maant, moge toch de vraag worden gesteld - mede met 't oog op de werkloosheid - of een gemeentelijk bouwplan, zooals dat o.a. in Goes met succes werd uitgevoerd, geen overweging verdient.

Hiermee zou een schilderachtig stukje Zierikzee verdwijnen. Maar de moderne tijd is nu eenmaal meer op de hygiëne ingesteld.

Als slot zij vermeld, dat de Schouwenaars zich zeer ingenomen toonen met de uitbreiding van het aantal diensten op het veer Zijpe-A.J. Polder en met de verlaging der tarieven; beide regelingen dateerende van 1 juni j.l. B.

ARNEMUIDEN.

Op 't stadhuis twee stoere leeuwen;

Aan de haven ranke meeuwen;

In het dorp de mooie dracht:

Mutsen wit en kralenpracht.

Bonte schepen bij den wal;

Zilte vischlucht waait alomme;

Kindren spelen er in drommen

Als men nergens vinden zal.

Kleurig dorp met eigen zeden,

Maar tóch Zeeuwsch in merg en been;

'n Dorpje met een groot verleden;

'n Dorpje bont en frisch als geen.

B. P.

 

Zeeuwsche Sport

De uitslag van den beslissingswedstrijd Alliance-Terneuzen is beslist volgens de door ons uitgesproken verwachting. Met 3-2-uitslag veroverde Terneuzen het 2e-klasseschap. Zeeland is 'n 2e-klasser rijker geworden, maar één, die waarschijnlijk den K.N.V.B. nog genoeg moeite zal bezorgen, daar het, vooral voor de Brabantsche clubs, geen pretje is, een reis naar de Zeeuwsch-Vlaamsche landen te moeten maken. Een bittere pil voor Zeelandia, te wier koste Terneuzen haar plaats veroverde.

Het zal evenwel voor Terneuzen een zware dobber zijn in de 2e klasse, want als we zijn achterhoede zoo aan 't werk zien, vreezen we, dat er nog menige voorhoede zal doorheen tippelen. Neem den anderen Zeeuwschen 2e-klasser "Middelburg" maar eens. We weten zeker, dat Vogel op het oogenblik niet de minste moeite zou hebben om deze achterhoede te passeeren. Enfin, dat kan van den zomer nog wat bijgewerkt worden. Terneuzen won den strijd en we hadden dit voorspeld, doch gedurende den wedstrijd hebben we er voor gevreesd, vooral toen Alliance een 2-0 voorsprong had veroverd. Het begin was weer geheel voor Terneuzen en een herhaling van wat vorige week de eerste 20 minuten werd geboden, lag voor de hand. Plotseling evenwel kwam er leven in de Brabanders, de voorhoede ging aardig combineeren, de Terneuzen-achterhoede,gesteund door een zwakke middenlinie, ging knoeien en spoedig was er een 2-O achterstand. De voorhoede van Terneuzen, die in den aanvang vlot, open spel gaf, ging aan het peuteren en kort spelen en het was hopeloos mis. We dachten reeds, dat zij het gewonnen gaven, doch er kwam ineens weer vuur in de ploeg, het bekende enthousiasme kwam boven en binnen 3 minuten was het gelijk. Toen werd Alliance eenige oogenblikken totaal overdonderd, zijn achterhoede, die zich na een zwak begin prachtig had hersteld, zakte hopeloos ineen. Zijn vorm was totaal zoek. Spoedig was het 3-2 en hoewel Heijne alles op alles zette, met zijn collega linksback zelf ver over de helft van het veld drong, er was niets meer aan te doen. Terneuzen gaf geen krimp.

De moreele depressie van Alliance openbaarde zich in zijn bekende, lustelooze spel. Alle moed, alle spirit ontbrak weer. Daarbij kwam, dat Terneuzen door de 2 kort op elkaar gevallen goals totaal uit het veld geslagen was.

Een vluggen rechtsbuiten bezit Alliance, met een voorhoede, die in haar overwichtsperiode over goed schot beschikte, beter dan we tot nu toe van haar zagen. Terneuzen wenschen we geluk met zijn overwinning, doch daarbij gaat tevens de goede raad, den zomer nuttig te besteden en.... vooral de plaats onder de lat mag wel eens goed worden bezet, beter dan thans, want tweede of derde klas is een groot verschil.

 

Zeeuwsche Omroep

Hallo! Hallo! hier is de officieele persdienst van den echten Zeeuwschen Omroep. Het verder vertellen van deze berichten is geoorloofd.

Op den kop af ontvingen wij de vorige week 690 brieven, met de bekentenis van diverse Zeeuwen en Zeeuwinnen, dat zij in den nacht van den Engelschen aardschok mede-gebeefd hebben. Wij danken hartelijk voor deze massale bibber-openbaring en begrijpen nu tevens den oorsprong van den vreemd-geheimzinnigen naam Beveland, dien 'n groot deel van Zeeland draagt.

Uit Rithem gewerd ons de verheugende mededeeling, dat de kroon tot burgemeester van genoemd dorp benoemd heeft den heer ter Haar. In verband met dat feit zij nog eens herinnerd aan 't ongeval, dat laatst te Rithem aan de Silvikrin-auto overkwam, waarbij honderden flacons leegvloeiden.

Uit Middelburg vernamen wij, dat vele burgers die het wel met hun stad meenen, zich 't lot hebben aangetrokken van de jaarlijksche Paardenmarkt en reeds besloten haar tot nieuwen bloei te brengen. Zij zelf zulten bepaald met hun stok- en hun kinderen met de hobbelpaardjes komen.

Uit dezelfde plaats seint men ons, dat de marinemuzikanten geconeerteerd hebben op het Abdij-plein en na hun prestaties door den Commissaris der Koningin bij gedeelten binnengenoodigd werden om een frisschen dronk te nuttigen.

Verscheidene menschen zullen misschien nieuwsgierig zijn, welk deel van de jantjes 't eerst binnenging. Hoewel ons niets officieels daaromtrent bekend is, meenen wij onze matrozen genoeg te kennen om te gelooven, dat zij hun dorstige levers als no. 1 binnenloodsten.

De ingezetenen van St. Laurens hebben het eeuwenoude torenuurwerk, dat door een nieuw vervangen is, aangeboden aan 't Zeeuwsch genootschap der Wetenschappen te Middelburg. We zouden het zakengenie der Laurensdorpelingen te kort doen, indien we niet verklapten dat hun wetenschappelijke vrijgevigheid ontstond na de kennisgeving van den oudroestkoopman, dat de rommel hem niets waard was.

De Vereeniging tot bevordering van Vreemdelingenverkeer te Axel houdt in Augustus een huisvlijttentoonstelling. Men verwacht veel Amerikanen, die immers van huis uit vlijtig zijn.

Een zuinige Zeeuw heeft tot zijn ontzetting becijferd, dat de Raadsverkiezingen in onze provincie f 50.000 kosten. Goede raad is altijd duur, vrienden!

Tot de volgende week, dames en heeren!

Bi ons op 't durp

III.

Ze bouwen mae teegswoordig. Allegaere van die nieuwe uuzen; zo'n kot mie gekleurde glaezen en 'n 'of mie groate steenen d'r in. Jè zou toch zeggen. A' wulder steenen op 't land èn, dan krauwen me di d'r uut, mae zulder gooien ze in den 'of. En dan planten ze d'r verentig nog blommen op. Mae die doen 't nie. Die gaen allegaere doad: wat ik je zegge! Afijn, mae die 'uuzen, 'eel den grond wor 't er mee beslest, je zou toch zeggen, wae kommen al die menschen vandaen? Nie uut stad, wan dae gaen d'r juust zovee nae toe.

Mae bie ons was 't aars. "Pier", zei m'n ouwen, toen 'k ging trouwen."'ier ei je 'n stik grond, bouw tae noe mae 'n 'uus op, mae dienk t'er an, eest 't verkeskot." Nou, en dat è 'k édaen ôk; da's van eiges. Op 't land gaet ôk à wee niee goed. D'aerebieën bin gin cent waerd van 't jaer, en verlee jaere è 'k van 'n gemet of wat nog vuuf duuzend gulden 'e trokken. Je zou d'r je voe bedoen! En van de bessen zà 'k mae zwiegen, da's glad niks, je kan ze wè an de struken laeten 'angen.

Gister bin 'k nae de mart 'e wist. D'r was nogà vee volk, en dan nog à vlak nae de Pienkster. Mae gin zaeken doen, weet je! 't Gieng allegaere mae over den slechten tied. 'k E d'r noom Kees nog 'esproken, ie was nae de vergaederienge van de polder ewist. Pier, zei 't un, 'k bin noe in m'n twee-entachtigste, mae zo'n slechten tied è 'k noe nog nooit beleefd. Al je kosteliken spul kà je op 't land laeten staen rotten. En mie z'n rimmetiek zat 't ôk gladwee nie goed à drienkt 't én vee met of brandewien. E' Jao, je begriep me'n toch wè? Ik bedoele: meekrap; dà bouwe ze noe nie mi, mae vroeger gieng dat in de stoven, en da's ôk goed voe de rimmetiek. 'Oe is 't mie de vrouwe, noome Kees, vroog ik, maer 'um zeit: jong, zwieg 't er toch van, 'k è in m'n beried gin spetter mi te zeggen. 't Steekt z'n been uut! Ze beiert d'n 'heelen dag, en 'k kan gin goed mee bie d'r doen. 'k Bin 't zò beu as gespoge spek. Och, ik zeg, noome, je mô mae dienken, ze beschiet d'r eige nist.

Afijn, zeit 'un, "'k gae mae wee vromm, 'k kan toch nie den 'eelen achtermiddag vortbluven. 'k E noe mae 'n partijtje jikkemienen voe d'r meegenomen, azze vreet, praet ze van eiges nie. Ajuus!" Noe, âk 'et zò 's anzien, dan ê ik 'et nog zò kwaed nie. De wuven is aars 'n aorig goedje. 't liekene soms wè broeinetels. Die van mien is noe wee beter; z' is wee glad in d'r pas en kom wee butenuzes. Mae ze ziet er nog uut as de but, mae dà trok wè bie. Kwà, menschen, 'k 'ore d'r mee op. Me motten 't koolzaed gaen binnen en boeren, aars komt 't er wee nie van. En 't angt allegaere zò slap mie die regen.

't Gae noe toch à 'n bitje beter mie 't schrieven, zou ik dienken; à 't nog nie goed is, mò je't me maer is zeggen, oor. Dag 'oor! Tot kommende weeke!.

PIER VAN 'T HOF.