Vorige nummer | Volgende nummer | Overzicht | Online zoeken |
Buitenplaatsen in Zeeland
Indien men tot de buitenplaatsen niet de kasteelen rekent, die nog in vrij grooten getale geheel of gedeeltelijk, als ruïne of gerestaureerd, in Zeeland aanwezig zijn, dan kan men zeggen, dat bijna geen dier buitenplaatsen ouder is dan de 17e eeuw.
In de periode, dat de Republiek tot groote welvaart geraakte en over geweldige rijkdommen beschikte, werd het gewoonte, dat de rijke kooplieden zich een buiten lieten bouwen, dat zij zomers bewoonden of dat zij, als zij zich geheel uit zaken hadden terug getrokken, voorgoed tot woning kozen.
Ook in Zeeland was het zoo. Talrijke buitenplaatsen herinneren daar aan tijden van grooten rijkdom. Vooral op Walcheren. Dit eiland schijnt altijd een groote aantrekkingskracht te hebben bezeten. Als men van Middelburg naar Koudekerke gaat, vindt men daar alleen reeds langs den weg de buitenverblijven Toorenvliedt, Vijvervreugd, Ter Hooge, Der Boede, Moesbosch, Alberdine en Ter Schelde. En ze zijn het bezichtigen waard. Echter niet alleen op Walcheren. Ook Zeeuwsch-Vlaanderen, Zuid-Beveland en Schouwen hebben hun fraaie buitenhuizen, zij het dan ook, dat de meeste niet zoo imposant zijn als de Walchersche.
Wat een buitenplaats volledig maakt en haar de grootste aantrekkelijkheid geeft, is de tuin. Die doet 't hem eigenlijk. En nu is 't merkwaardig, dat we op dit punt het oude gehandhaafd vinden. Gaat men over het algemeen steeds meer over tot het aanleggen van moderne tuinen, vooral onder Engelschen invloed, de buitenverblijven hebben over 't algemeen hun 17e-eeuwsche (en ook wel 18e-eeuwsche) tuinen behouden. Men vindt daar ook niet de hoekige gazons, de nuchtere rotspartijen en de gesnoeide heggen; allemaal eigenschappen van den modernen tuin. Neen, het romantische en idyllische is hier gehandhaafd. Hooge beuken en olmen, eeuwenoud. Grillig slingeren de paden, die stijgen en dalen. Een heuveltje met een hermitage. Veel opgaand hout, alles schijnbaar wat verwilderd; schijnbaar slechts, omdat het de bedoeling is, een soort wildernis te scheppen. Dan beekjes of breede slooten met rustieke bruggetjes. Zoo zijn ook over 't algemeen de tuinen van de Zeeuwsche buitenverblijven. Een der mooiste is wel die, welke behoort tot 't buiten Rustenburg onder Zierikzee.
Maar ook bij Schuddebeurs, en ook op heel Walcheren vindt men deze romantische tuinen, die vol bekoring zijn.
We vreezen overigens, dat de oude buitenplaats steeds meer zal gaan verdwijnen, althans in zijn bestaanden vorm. Dat is een teeken des tijds. Maar, voorloopig zijn ze er nog; niet alle alleen ten gerieve van den bezitter, want sommige bezitters hebben hun tuinen opengesteld voor het publiek. En dat is een goed ding. Het maakt, dat anderen kunnen meegenieten van al het schoone, dat slechts weinigen zich als privé-bezit kunnen permitteeren.
B.
Hulst.
Gelijk een vogel
in zijn nest gedoken;
Omringd door wallen,
bijna ongebroken,
ligt Hulst, een kostelijk kleinood
in Zeelands schoot.
't Bewaart zijn roem van oude stad
alsof de tijd geen voortgang had;
Zoo ongerept, zoo onbevlekt
bespaart 't zijn middeleeuwsch aspect.
En als het carillon weer klinkt,
van uur tot uur zijn liedjes zingt
die over stad en velden droomen;
Herleven d' oude tijden weer,
herleeft de middeleeuwsche sfeer,
en is het beeld volkomen.
B.P.
Zeeuwsche Sport
Twee Nederlandsche records gebroken. Het zou een sprekend kopje kunnen zijn boven ons sportartikel. Voor de eerste maal in Zeelands athletiek-geschiedenis werd op de wedstrijden van E.M.M. op Zaterdag j.l. een poging tot verbetering van Nederlandsche records met succes bekroond.
Het was G. Eijsker, lid van de H.A.V. Haarlem, die zoowel het record kogelstooten éénhandig als tweehandig brak.
Het record staat op naam van Kamerbeek (P. S. V.) met 13.195 Meter. Op 7 Juni bracht Eijsker het reeds op 13.37 Meter en legde er in Middelburg nog 5 c.M. op, zoodat thans een recordaanvrage is ingediend voor 13.42 M. Het andere, door denzelfde gebroken record, tweehandig stooten, stond op 22.37 Meter en werd gebracht op 22.90 Meter.
We hebben Eijsker bewonderd, niet alleen in deze nummers, maar ook bij het discuswerpen (40.09 M.).
Trouwens, we hebben in den geheelen wedstrijd aardige staaltjes kunnen aanschouwen. Neem maar het nummer 3000 Meter, waarop de bekendste Nederlandsche lange-afstandlooper, Jan Zeegers, jr. (A.A.C.) uitkwam. Wateen prachtstijl van loopen, een lust voor de oogen. Arm- en beenbewegingen in een niet onderbroken regelmaat, een machine gelijk. Prachtig en zonder moeite het losmaken van zijn tegenstander. In een constant tempo, zijn geheele aandacht geconcentreerd op zijn werk, liep bij zijn nummer. Inderdaad, hij staat nog heel ver boven onze zeeuwsche loopers.
Wij mogen dankbaar zijn, dat bij de verre reis maakte, onze Zeeuwsche jongens konden heel wat van hem leeren. Hij liep de 3000 Meter in 9 min. 21 2/5 sec.
Niet minder interessant waren de nieuwelingen-nummers. Hier werd meer strijd geboden. Zoo b.v. de 100 Meter hardloopen, waar de strijd in serie, demi-finale en finale zoo hevig was, dat de juryleden alle moeite hadden om te constateeren, wie het eerst over de lijn ging.
Ten slotte werden Maurenbrecher, ("de Algemeene" Breda) Gundlach (Marathon) en v. d. Feltz (E.M.M.) prijswinnaars in resp. 11 2/5, 11 3/5 en 11 4/5 s. De 800 Meter was geheel voor de Zeeuwen. Hier toonden Enkelaar en Wolf van E.M.M. met als derde Sandifort van Marathon zich de besten. De 5000 Meter was natuurlijk voor onzen besten Zeeuwschen lange-afstandlooper van Sorge van Marathon, gevolgd door zijn clubgenoot de Jager. Hun tijden waren 18 min. 28 1/5 sec. en 18 min. 28 2/5 sec. Het eenige springnummer, hoogspringen met aanloop, was geheel voor E.M.M. Hierop werden fraaie prestaties geleverd. 1. C. de Bruijn,E.M.M. 1.70 Meter. 2. S. Vreke, na loting met S. van Gelderen, beiden van E.M.M. 1.65 M Vooral van den laatste, Van Gelderen, is het een prachtprestatie, als men bedenkt, dat deze jongeling nog tot de adspirantieden behoort. Op grond van zijn schitterende prestaties op verschillende nummers is hij evenwel in de C. klasse geplaatst.
Discus- en speerwerpen met de Olympische estafette waren voor de cadetten uit Breda. Vooral in het laatste nummer gaven zij prachtwerk te zien. Zoo b.v. die spurt van den 800 Meter looper; hiertegen had Enkelaar geen schijn van kans.
Intusschen hadden de juniores elkaar fel bestreden in een 3-kamp: kogelstooten, verspringen en 80 Meter. Eerste werd M. Boreel, E. M. M.; 2. J. J. v. d. Schuur, E. M. M.; 3. Harinck, Marathon. 4. 0. Szücs Onodi, E.M.M. 5. v. d. Linden, Marathon. Beste prestatie op 80 Meter en verspringen M. Boreel, resp. 10 1/5 sec. en 5.54 M. Kogelst. G. Szücs Onodi 10.12 M.
Zeeuwsche Omroep
Hallo! hallo! hier is de persdienst van den officieelen Zeeuwschen Omroep. Het verder vertellen van deze berichten is geoorloofd.
Men meldt ons uit Goes, dat in de vestibule van het Postkantoor bordjes zijn gehangen met 'n bevel tot het publiek om stil te zijn. Het is laatst n.l. driemaal gebeurd dat een ambtenaar door het lawaai wakker geschrokken.
De verkiezingen in Zeeland zijn achter den rug en daarmede ook een merkwaardige tijd. Ieder heeft zijn politieke vrienden rood gemaakt, in tegenstelling met de anders gangbare gewoonte om ze zwart te maken.
In een van de Zeeuwsche bladen drong een melkboer aan op maatregelen tegen vervuiling van het slootwater. We gaan toch wel vooruit, want welke melkboer zou vroeger gelet hebben op hoedanigheid van de vloeistof waarmee hij zijn nering waschte?
Men seint ons uit Nieuw- en St. Joosland, dat de dorpelingen daar hun nieuwen burgervader ingehaald hebben, mitsgaders diens echtgenoote. De raadsleden zegden het voor 't gemak met bloemen en de burgerij bood schemerlampjes aan. Eerst was men van plan geweest om gewone lampen te geven, doch aangezien de cadeaux bestemd waren voor jonggehuwden kwam men op dat voornemen terug. Wijze Nieuw- en St. Jooslanders!
Uit Zierikzee seint men ons roerende dingen over het officieele afscheid, dat de autoriteiten namen van een majoor der rijksveldwacht, die pensioen had aangevraagd. De majoor werd zelfs op hartelijke wijze door iemand aangesproken. Dat zal een rijksveldwachter in dienst wel nooit overkomen!
Men schrijft ons uit Borsselen, dat de bliksem buiten de diensturen in het postkantoor geslagen is. De directeur kan er nog steeds niet over uit, dat zoo'n bliksemsche bliksem dit aandurfde.
Onze correspondent te Sluis meldt ons, dat een Belgisch turngilde op kermis-Zondag een land-ballet "De zwaardvechters" uitvoerde, dat echter wreed gestoord werd door regenbuien. 'n Volgende maal moeten de turners maar met het waterballet "De paraplu-kooplui" komen.
Met ziedende verontwaardiging seint men ons uit Arnemuiden, dat een matroos, die om lafenis vroeg bij 'n ingezetene, na zijn gratis dronk een horloge gapte. Komt inderdaad niet te pas. Toch gelooven wij dat er heel wat minder huiselijke oneenigheid in Zeeland zou zijn, indien iedere drinker wat beter om de klok dacht.
Uit Breskens schrijft men ons, dat 250 Zuid-Bevelandsche jonge dames een bezoek, aan 't strand gebracht hebben. Wanneer er meer van die groote gezelschappen komen, zal het meebrengen van water en zand verplichtend moeten gesteld worden.
Wij vernamen nog uit Goes, dat de voormalige gevangenis in een H.B.S. wordt veranderd. Iedereen is zeer benieuwd, hoe de cultuur op zulk een bodem gedijen zal.
Tot de volgende week, dames en heeren!
Bie ons op 't durp
IV
Wullem van Pier den bakker was bie tante Dien verzocht mie z'n misje, en nog 'n stel van die guus.
Afijn ze giengen op de stoamfiets, mae z' èn misschien 'n bitje te veel brandewientjes 'edronken, afijn, 'oe gaet dat ee? à je jonk bin? Ze kwamme terug over den diek en Wullem à gin licht op en ie ree den
veldwachter omvarre. Nou, dat is den kwaeisten me 'oor, glad nie, mae um soenkelde in de dulleve en toen wier en toch zovee kwaed en ie miek 't er 'n perses van.
Noe mò je begriepen, dá dá zaekje voe 't kantongerecht kwam. De kantonrechter was vee kwaed en ie zee tegen Wullem:
Bi jie Wullem Planke?
Jae't! zee Wullem.
Ei jie den veldwaehter in de dulleve 'ereejen? (ie zee dà netuurlijk op z'n Hollandsch).
Bè neent! zee Wullem.
Ei jè dà nie 'e daen ? vroeg de kantonrechter.
Bè neent, zee Wullem.
Vent, je staet te liegen, zee de kantonrechter. Dit is 't en toch? vroog 't en an de veldwaehter. Bè neent, zee de veldwachter.
Da's z'n broer, en die 'eet ôk Wullen.
Mae jie mot 'ier dan toch nie wezen? schreeuwde de Kantonrechter.
0, ik docht dat ik wè in 'um sen plekke kon gae, 'k mos toch in stad wezen, zee Wullem. Mae dà gieng nie. D'arre Wullent (die 't édaen 'ad, zà'k mae zèn) mos kommen.
Schaem jie j'en eige nie, om zòvee te drienken? vroog de Kantonrechter,
Bè neent, zee Wullem.
De wilde 'aeren mosten d'r toch wè af wezen, zee de Kantonrechter.
Nou, zee Wullem, àk anders is nae joe kaele kop kieke ....
Ie kreeg tien gulden.
Pier Sies is ôk voor 'ewist. Ie was mie 'n voer peeën verbie 'n begraefenis 'ereejen, die nie kon uitwieken. En Pier ree mae deur.
Schaem jie j'en eige dan nie, om 'n rouwkoesse zò mae verbie te riejen? vroog de Kantonrechter.
Bè neent, zee Pier.
J'et gin eerbied voe de dooien, zee de Kantonrechter.
Och, meneer de rechter, zee Pier, de dooien merreke d'r ommes toch niks van....
Afijn, je beleef zò wat. Kiek, d'r ' ei je Siene, die komt om voer voe de kippen. Kwa, dan schei ik d'r maer uit, wan de vrouwe staet op d'n bleik te klessen mie buure Jannepie, en noe mò'k ze zelf maer effen 'ellepen. E' mae menschen, wat is zo'n bladje toch gauw vol, à je an 't schrieven bin. 't Is allegaere de gewente, mò je mae dienke. Noe,tot kommende weeke!
PIER VAN 'T HOF.