Ons Zeeland 1931, Groot Rotterdam, De Zeeuwsche Editie jaargang 1931, nummer 42, 3 januari 1931

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

In en rondom den Wilhelminapolder

Indertijd schreven wij naar aanleiding van de crisis in land- en tuinbouwbedrijf een artikel over de bedrijfsconcentratie. Nu de crisis aanhoudt, en het einde ervan vooralsnog niet te bespeuren valt, meenen wij er goed aan te doen, een en ander speciaal voor Zeeland nog eens nader onder oogen te zien.

Vooral, omdat alles wat over de crisis wordt geschreven en gesproken voor Zeeland slechts onder het noodige voorbehoud kan worden aanvaard. De reden hiervan ligt voor de hand. Want het zal duidelijk zijn, dat het een groot verschil maakt, waar en onder welke omstandigheden men zijn bedrijf uitoefent. Daarom moet men voorzichtig zijn met het accepteeren van allerlei beschouwingen en zienswijzen, die in geen geval op alle landbouwgebieden onveranderd van toepassing kunnen zijn.

Nu verkeert Zeeland geenszins in gunstige conditie. In de eerste plaats neemt de versnippering van de bedrijven voortdurend toe. Zeeland mist het beklemrecht, dat het bedrijf van vader ongesplitst doet overgaan op een der zoons. In Zeeland komt het veelvuldig voor, dat meerdere zoons in het boerenbedrijf gaan, met het gevoIg, dat de groote bedrijven steeds meer gaan verdwijnen.

Een noodzakeIijk gevolg van deze versnippering is een vermeerderde vraag naar grond. En zoo ziet men, dat ondanks de minder gunstige omstandigheden in den landbouw, de koop en pachtprijzen van den grond voortdurend worden opgedreven, tot in het abnormale.

Hier kan men dus moeilijk spreken van invloeden van buiten, die niet te keeren zouden zijn. In tegendeel, voor het grootste gedeelte ligt de oplossing van deze kwestie in de handen der boeren zelf.

In de tweede plaats is Zeeland in een ongunstige positie, omdat de bedrijven juist in de crisisiaren in handen zijn gekomen van een jonge generatie, die zich dadelijk voor groote moeilijkheden zag geplaatst. Veel boeren gingen rentenieren, terwijl zij nog zeer goed in staat waren, hun bedrijf uit te oefenen. Daardoor werd aan de bedrijven kapitaal onttrokken dat bij een groot bedrijf voor een groot deel als reserve bewaard kon blijven. Immers, de oude boer moest leven en hij deed dit of van de rente van zijn overgespaard geld, of van hetgeen zijn zoon hem uitbetaalde.

In goede jaren was hiertegen geen bezwaar, maar in de kwade jaren bracht dit systeem menigen boer te gronde. De rentestand daalde - zooals ook nu 't geval is - of er moest 'n uitkeering worden gedaan, die niet in overeenstemming was met den gang van het bedrijf.

Deze toestanden hebben o.a. op Schouwen leeren kennen, waar veel boeren gingen rentenieren, wanneer zij een 30- 40.000 gulden hadden overgespaard. Van de rente welke 'n dergelijk

Kapitaaltje geeft, kan weinig meer af. En in crisistijd gaat het fout!

Zoo zien wij dus, hoe in Zeeland verschillende gewestelijke factoren tot verergering van den toestand hebben samengewerkt..

Het grootbedrijf bevindt zich echter in een gunstiger positie. We moeten. ons in dit artikel beperken en kunnen dus slechts globaal op enkele dingen wijzen. Over de reserves spraken we reeds. Voorts is het een groot voordeel van het groot-bedrijf, dat nooit alles op een kaart kan worden gezet. Wij bedoelen hiermee, dat een klein bedrijf relatief meer suikerbieten zal verbouwen dan in het grootbedrijf (in verband met uitdoen e.d.) mogelijk is. Voorts werkt het grootbedriji met een minimum aan krachten en materiaal. Er kan hier sprake zijn van een economische werkverdeeling, die het kleinbedrijf uit den aard der zaak niet kan toepassen.

Hier vooral raken wij een belangrijk punt. Het grootbedrijf dirigeert zijn middelen waar zij noodig zijn.

Alles is daar voortdurend in gebruik. En het kleinbedrijf moet van tijd tot tijd zijn paarden op stal zetten en - zooals in dezen tijd - arbeidskrachten ontslaan.

Hier is de kern der zaak. En we wijzen op de voordeelen van het grootbedrijf om het klein-. bedrijf zijn fouten te toonen. Niet, dat wij zonder meer het grootbedrijf boven het kleinbedrijf zouden willen stellen. Geenszins! Wanneer het laatste goed georganiseerd is, heeft het alle reden. van bestaan. Maar is het goed georganiseerd?

WIj kennen Zeeland en de Zeeuwen en weten, dat maar al te zeer het spel "koninkje-op-eigen~erf" wordt gespeeld. En omdat deze crisistijd de boeren noodzakelijk tot elkaar brengt, zouden we hun wel willen toeroepen : Nu is het de' tijd tot het leggen van de basis voor een hechte eenheid. Nu de nood hoog is, kan men wellicht inzien, dat blijvende. samenwerking hoog noodig is, en het belang is zoowel van den boer als van. den. arbeider. Zal men zulks inzien? Wij hopen het van ganscher harte. Daartoe toch dient deze beschouwing, welke ons werd ingegeven op een wandeling door den WIheiminapolder.

Van dit bedrijf mogen bijgaande, foto's voor zichzelve spreken.

Wij willen besluiten met den wensch, dat de Zeeuwsche landbouwers het niet zullen laten bij een enkele vergadering (te Goes), maar dat zij nog veel zullen samenkomenom samen te werken voor hun belangen, die tevens het grootste belang voor heel Zeeland vormen.

Na het schrijven van dit artikel vernamen wij, dat men op Wacheren reeds de koppen bij elkaar steekt om tot blijvende samenwerking te komen. Moge dit voorbeeld alom navolging vinden!

Mooi Hillegersberg

In de onmiddellijke nabijheid van de groote stad Rotterdam ligt het om natuurschoon en fraaien huizenbouw alom bekende Hillegersberg. Wie het gewoel der drukke stad eens kwijt wil zijn, kan in de landelijkheid van deze omgeving rust en prettige, kalme afleiding vinden. Men kan er wandelen langs weg en veld, in 't bosch en langs dewijde, altijd lichte waterplassen, kan men er de intimiteit ook nog beleven van het echte dorpsachtige.

In alle seizoenen des jaars is het daar heerlijk, ook in den winter, als het helder weer is.

Wij twijfelen er dan ook niet aan, of men zal er met de mooiste Zondagen zijn, om te genieten van frissche lucht, van natuurschoon, van den buiten: ... We geven onze lezers hierbij dan enkele nieuwste kieken van het mooie en landelijke Hillegersberg.

Sport in Zeeland

We beloofden vorige week onzen gymnastiek minnende lezers, een en ander te zullen vertellen van den door de damesgymnastiekvereeniging ,,Achilles" gehouden onderlingen wedstrijd. Twee afdeelingen dames ontmoetten elkaar in een driekamp, n.l. vrije ring- en brugoefeningen. Mevr. V.d. Woestijne-v. Roo was opgekomen om in de eerste afdeeling haar in '28 en '29 gewonnen wisselbeker te verdedigen.

Het was reeds spoedig te zien, dat het een zware kamp zou worden om den zilveren beker. De te verwerken stof was niet bijzonder zwaar gekozen, doch dit had tot gevolg, dat de heeren V. Roo en de Vries, de juryleden, bijzondere aandacht schonken aan een nauwgezette afwerking.

Een voordeel hiervan was, dat een grootere groep kon deelnemen, dan wanneer de stof moeilijk gekozen zou zijn., terwijl ook de spanning er tot het laatste oogenblik in bleef.

Toen wij dan ook alle deelneemsters hadden zien werken, was 't voor ons absoluut onmogelijk ook maar te vermoeden wie de beste zou zijn.

Een deel van de deelneemsters, zoowel van den eerste als van den tweeden graad, had met zenuwen te kampen; iets wat vooral in deze oefeningen niet meer te herstellen fouten doet maken. Enkele anderen daarentegen werkten hun nummers met een al te groote mate van, laten we 't noemen onverschilligheid af, waardoor aan verschillende bewegingen de schijn van slordigheid werd gegeven.

Door elkaar genomen moeten we zeggen, dat de 22 deelneemsters de hun door den onvermoeiden leider J. Bal gegeven lessen goed hebben opgevolgd.. In een kort maar geestig speechje reikte Mevr. V.d. Woestijne haar beker over aan Mej. N. Wisse, terwijl de verdere prijzen in den eersten graad werden behaald door mej. Duunk, mevr. V.d. Woestijne-v. Roo, mej. Maartenx en mej. V. Driel; terwijl in de tweede afdeeling de volgorde was: Mej. Verhaeren, Westerveld, Larier, Leinse, Pluymers en Fiegen.

Mevr. V. d. Woestijne moest dus haar beker afstaan, doch, zooals zij zeide, het was te verwachten, dat een der jongeren er mee zou gaan strijken, en zij vond het prettiger haar beker te verliezen, dan hem niet te verdedigen. En wij hebben slechts hulde en eerbied voor zulke sportieve ideeën.

Een jubilaris.

De voetbalwedstrijd Middelburg-R.B.C. was de driehonderdste welke door den MiddeIburg-spil en aanvoerder voor groen-wit werd gespeeld. Een aantal supporters had het aardige idee opgevat hem ter gelegenheid daarvan te huldigen.

Wie kent Willem Remijn niet, wie is er meer in de Zeeuwsche voetbalwereld bekend dan hij?

Wij kennen geen enthousiaster clubman dan hem. Nog beter bekend is hij als "de Lokker". Noem deze naam in de plaatsen, waar groen-wit op bezoek is geweest en zij zullen u zeggen, dat hij is een werker en een zwoeger, die, of 't mee- of tegenloopt, steeds zal werken van 't begin tot het eind. Door dik en dun, in goede en in zware, moelijke tijden, "Lokker" bleef club en kleuren trouw; moge hij een voorbeeld zijn voor alle jongeren.

Zoo ooit een lid eener vereeniging verdiend en terecht is gehuldigd, dan is het Willem Remijn.

Wij sluiten ons gaarne aan bij allen, die woorden van lof spraken aan zij adres. "Lokker", nog vele wedstrijden!

Veel heil en zegen

Heil en zegen wil ik wenschen
Aan de burgers onzer stad.
In 't bijzonder aan de menschen
Abonné's van 't Zeeuwsche blad -
Hun die onze stad regeeren
Wensch ik toe een wijs beleid.
Dat ze uit 't stadhuis ons leeren:
Zaken doen met zuinigheid.
In fabrieken en kantoren
Heersch' de welvaart als weleer.
Wat we in 't oude jaar verloren
Keere in het nieuwe weer.
'k Wensch den boeren goede dagen
regen, zonneschijn, op tijd.
En, ofschoon ze altijd klagen:
reden tot tevredenheid.
M'burg C.J. v. V.

Zeeuwsche Omroep

Hallo! hallo! Hier is de persdienst van den oficieelen Zeeuwschen Omroep. Het verder vertellen van deze berichten is geoorloofd.

Het comité tot bevordering van plaatselijke vermaardheid te Axel meldt ons met begrijpelijken trots, dat Zaterdag bij een landbouwer een blind kalf zonder staart geboren is. Gelukkig maar, dat het arme beest het gemis van zijn vliegenverdrijver niet zien kan.

Men meldt ons uit de hoofdstad, dat de burgemeesters, secretarissen en ontvangers de verhooging van hun salarissen te Grijpskerke zullen vieren met een opvoering van de revue "Hebben is hebben, maar krijgen is de kunst". Met Gedeputeerde Staten, zijn verschillende andere begunstigers uitgenoodigd.

Uit Goes vernamen wij, dat wegen plaatsgebrek bij de filmvertooning van "De Eeuwige Stilte" voor leden van het vrijwillig motorkorps er tamelijk bewogenheid onder de gedupeerden is geweest. Men wordt verzocht, dat niet al te kwalijk te nemen. Voor zo'n eeuwige stilte begint, is het maken van eenig rumoer nogal begrijpelijk.

Uit Sint Laurens meldt men ons, dat iemand, die te veel gedronken had, met zijn eigen rijwiel kopje onder in een sloot is geraakt. Wie 't raadsel oplost, waarom de menschen, die den minsten dorst moeten hebben, 't eerste er bij zijn om in 't water te raken, komt in aanmerking voor den Nobelprijs.

Onze correspondent te Driewegen seint ons, dat de Raad besloot tot het ophangen van een levensgroot portret van den gemeente-ontvangen in de Raadzaal. Wanneer 't nu geen gewetensgeld gaat regenen in Driewegn, dan helpt niets meer!

Te Heinkenszand heeft het fanfarekorps een serenade gebracht aan den burgemeester, die doctor in de rechtswetenschappen was geworden. Of de gedoctoreerde ook al beweerde, dat hij 't nooit meer zou doen: niets hielp.

Uit Nieuw en St. Joosland vernamen wij, dat een Middelburgsche stalhouder aldaar met een lijkwagen te water is geraakt. Als hem dit met een Jan Plezier was overkomen, zouden we dit vergeeflijk gevonden hebben; nu niet.

Bij een drijfjacht onder Oud-Vosmeer zijn 67 hazen op het veld van eer gesneuveld. Wie durft er nu nog van hazenharten te spreken?

In den Goeschen raad is er zwaarmoedig geboomd over een gemeente-badhuis, dat nog immer niet door B. en W. voorgesteld is. Volgens een plaatselijk blad komt dit, doordat het gemeente-bestuur nog niet met zichzelf in het reine is gekomen over de vraag, of 'n badhuis noodig is voor de vuile menschen, dan wel voor de zindelijke burgers.

Uit Vlissingen meldt men ons, dat zich dezer dagen een boer bij een dokter vervoegde, om een middel waarme hij van zijn hartstocht tot 't rooken genezen kon worden. De geneesheer gaf het den voortreffelijke raad , om met 'n brandende sigaar in 'n kruitvat te vallen.


Een gelukkig nieuwjaar, en tot de volgende week, dames en heeren.