Vorige nummer | Volgende nummer | Overzicht | Online zoeken |
Een onderwijzerscontact in 1806
Een onderwijzer, die dinsdags niet "naar stad" mocht.- Koster en brievenbesteller.- Tevens stovenzetter, klokluider en .... water- en vuurvrouw!
Dat er vroeger op onderwijsgebied zonderlinge toestanden bestonden, zal wel aan niemand onbekend zijn. Dat deze toestanden echter in 't begin van de vorige eeuw op het platteland nog bestonden, is echter wel merkwaardig. Wij willen daarom hier eens een contract afdrukken, dat in het jaar 1806 aan den schoolmeester-voorlezer-voorzanger-koster van 's Heer Abtskerke en Sinoutskerke ter onderteekening werd voorgelegd.
Het contract-reglement bevat verschillende artikelen, welke de bevoegdheid en verplichtingen van den schoolmeester regelen. Artikel 1 zegt het volgende:
1e. Zal hij als schoolmeester verbonden zijn aan het huishoudelijk schoolreglement van het Departement Zeeland, en aan de Alteratiën en Amplificatiën van hetzelve.
2e. Zal hij zich verbinden, om, gezond zijnde, niemand tot den school-dienst te gebruiken, maar dezelve in eigen persoon waar te nemen, zullende hij zes maanden in het jaar schoolhouden, te beginnen met den eersten Maandag in October en te eindigen met den laatsten werkdag van Maart, als wanneer de schooltijd zal moeten duuren des morgens van 9 uuren tot half twaalf, en des nademiddags van één uur tot half vier.
3e. De school zal hij reis op reis aanvangen met den gebede en eindigen met dankzegging tot God. Zullende hij, geduurende de uuren van schoolhouden geenerleije bezigheden, zijn particulier rakende, ter hand nemen, maar met allen ijver zijne scholieren onderwijzen, zoo in het A. B. C. als in het nauwkeurig spellen - lezen - schrijven - cijfferen en Psalm-zingen, en hun alle beleefdhe1id, deugd en goede zeden inscherpen.
4e. De gereformeerde kinderen zal hij des Woensdags nadenmiddags uit zulke geschikte vraagboekjes onderwijzen, als hem door den predikant der plaats tot dat einde zullen worden opgegeven.
5e. Desgelijks zal hij op zulk een uur buiten den schooltijd, als hem door den predikant der plaats zal worden aangezegd verplicht zijn, de gereformeerde kinderen, nadat zij vragen leeren, op bijzondere banken te plaatsen om door den Predikant in order zittende, nader gecatechiseert te worden aangaande hetgeene zij geleert hebben.
6e. Voorts zal hij de ouderlooze kinderen, die van den grooten Armen onderhouden worden, alsmede die kinderen, welker ouderen eenig geld van de Diaconie trekken, met dezelfde naastigheid, als anderen in al het bovengemelde om niet onderwijzen als anderen, en, indien die nalaatig zijn om ter school te komen, die geen, die over dezelve het opzicht hebben, daar van terstond kennis geven.
7e. Eindelijk zal hij niet vermogen des Dingsdags of op andere dagen, in de uuren van schooltijd, zich zonder dringende redenen na stad te begeven, noch zonder consent van de plaatselijke schoolopziener.
Artikel 2 en 3 hebben betrekking op de bijbaantjes.
Als voorlezen en voorganger zal hij gehouden zijn:
1e. Nooit des Zondags of op andere dagen, als er openbare kerkdienst gehouden word, voor plaizier uit te gaan, ten einde hij, gezond zijnde, den kerkdienst in eigen persoon waarneme, tenzij hij van den Predikant permissie verzoeke en verkrijge, om de zeisie nu of dan om dringende redenen te laten verrigten door eenen anderen dien de Predikant als dan zal toelaten of gelieven goed te keuren.
2e. In het voorlezen en zingen zal hij de orders volgen, die hem door den tijdelijken leeraar zullen gegeven worden, en tot dat einde dezelve voor iedere kerk-tijd komen vragen, en dan ook vernemen of er kan worden opgeluid.
Als koster van 's Heer Ahtskerke zal hij verpligt zijn :
1e. Den Predikint en den Kerkenraad in alles, waarin zij het noodig zullen oordelen, ten dienst te staan, hetzij in het bijtijds verzoeken van Predikanten of Proponenten, die hem zullen worden aangewezen als de plaats vacant is, of andersints; hetzij in het ordentlijk beleggen en oppassen van de gewone en buitengewone of gecombineerde vergaderingen, en dat alles op zoo een tijd of plaats als hem door den Praeses der vergadering zal worden te kennen gegeven. Ook zal hij zorgen, dat er een behoorlijk turfvuur aangelegt en in brand is tegen dat de vergadering des swinters bijeenkomt, te rekenen van October tot de eerste vergadering in April, zullende hij ook aan de vergadering pennen, papier en inkt bezorgen.
2e De classicale brieven, die ter lezing worden rondgezonden, zal hij volgens de opgegeven lijst moeten bezorgen.
3e. Bij de catechisatie, die de Predikant houd, voor een vuur zorgen.
4e. Des Zondags zorg dragen, dat van den len November tot den laatsten Maart de leden van het gemeentebestuur en van den Kerkenraad van 's Heer Ahtskerke, den Predikstoet en de Predicantsvrouwenbank van goede stoven met turfkolen voorzien zijn, zullende 'n ieder hem tot dat einde een stoof moeten bezorgen.
De leden van het gemeentebestuur van Sinoutskerke en van den Kerkenraad van gezegde plaats moeten van hetzelf de voorregt genieten (?) mits betalende 1/4 in de turf, hetgeen de koster dan zal worden aangezegt.
5e. Ook zal hij het water tot den heiligen Doop ders zomers kond en des winters matig warm beschikken, de tafel tot het H. Avondmaal toerichten, 't tafelkleed en de servet zuiver, benevens de bekers en schotel glanzig en rein doen bestellen, en dezelve na het H. Avondmaal zorgvuldig bij hem bewaren, zullende ook het brood en de wijn door hem bij tijds besteld en gehaald worden, daar en zooals de Predikant hem zal ordonneren.
6e. Hij zal nauwkeurig op 't huiswerk passen, en zorgdragen dat de klok en wijzer zoo na mogelijk met de zon overeenkomen, zullende hij op alle werkdagen 't gansche jaar door, de kleine klok driemaal daags luiden, des morgens ten 8, des middags ten 12, en des avonds ten 7-uuren : dog des Zondags de orders volgen, die hem gegeven zijn, of nog omtrent het luiden mogten gegeven worden, alsmede op andere Kerktijden.
7e. Eindelijk zal hij na ieder Kerktijd des Predikants Bijbel moeten toesluiten, en ten minste twee maal in elk jaar voor ieder H.Avondmaal de kerk en school te 's Heer Abtskerke doen stoffen, uitvagen en met water laten schoon schuuren, alsmede den Predikstoel, den tuin, (!) de ambagtsheeren- en schepenenbank, benevens die van den Kerkenraad, en de Predikantsvrouwe-bank wel zuiveren met wit zand bestrooien - de kussens, telkens als zij gebruikt zijn, opschudden, en de verdere gestoeltens onderhouden, zullende hij tot dat einde de noodige stoffers, vagers, bezemen en dwijlen van den kerkmeester verzoeken, of anders op order van den ontvanger der kerkemiddelen koopen of laten koopen.
Hier onder volgt nog de verklaring van den benoemde:
"Dit reglement en alle plichten daar in vervat, belove ik getrouw en met Gods hulpe te willen en te zullen nakomen." (volgt handteekening).
Men ziet, dat het in vroeger jaren gemakkelijker was te zeggen, wat de schoolmeester niet, dan wat hij wèl was. Of al deze voorschriften in de praktijk zoo "getrouw en heiliglijk" werden nageleefd? We vermoeden, dat er wel de noodige soepelheid bij zal zijn toegepast. Maar in ieder geval kunnen we zeggen, dat de taak van den onderwijzer in onzen tijd, èn in uitgebreidheid èn in belangrijkheid gewonnen heeft. LEO VAN BREEN.
Zeeuwsche Omroep
Hallo! Hallo! hier is de persdienst van den officieelen Zeeuwschen Omroep. Het verder vertellen van deze berichten is geoorloofd.
Het valt den laatsten tijd bijzonder op, dat er in, onze provincie zooveel schepen gerechtelijk worden verkocht. Geldschieters houden bepaald minder van schipperen dan de Zeeuwsche varensgasten.
Uit Middelburg vernamen wij, dat een hoofdbestuurslid van den Slagersbond aan B. en W. voorgesteld heelt, aan de werkloozen, inplaats van margarine, vet van de slagers te geven. De tijden van burgemeester van der Werf keeren terug. Het is hoopvol, dat in deze crisisdagen er nog zooveel zelfopoffering gevonden wordt.
Onze correspondent te Lewedorp verhaalde ons enthousiast over een schitterend geslaagde tooneelvoorstelling in zijn nieuwe gemeente. Hij had zelfs "gezichten" uit de omliggende dorpen in de feestzaal gezien. Wij hopen, dat de gezichten ook een portemonnaie bij zich gestoken hadden, wijl anders de kaartjesverkooper niet veel aan hun tegenwoordigheid had.
De Middelburgsche mondharmonica-vereeniging E.M.M. heeft heel in Vlissingen een revue gespeeld getiteld "Is 't een uitstapje!" Van Middelburg naar Vlissingen! Of dat een uitstapje is!
Uit Vlissingen meldt men ons, dat het bureau van den Rijkswaterstaat tegen 1 April zal worden opgeheven. De plaatselijke geheelonthoudersvereenigine zal haar best doen om deze ramp te voorkomen.
Men seinde ons uit Goes, dat er binnenkort een tweede apotheek geopend wordt, en dat de gemeentelijke kerkhofcommissie over uitbreiding van haar terreinen peinst. Of ze ook paraat zijn in de goede ganzenstad!
Onze berichtgever te Oostburg telegrafeerde, dat op de lustrumvergadering der oud-leerlingen van landbouwscholen en dito cursussen besloten is, geen bieten te bouwen wanneer de regeering geen voldoenden bijslag geeft. Voorts werden aan de bestuursleden ruststoelen aangeboden. Voorwaar 'n practisch geschenk. Daar kannen ze van profiteeren wanneer de arbeid stil ligt!
Wij vernamen uit Ierseke, dat op de jaarvergadering van de tuinbouwvereeniging de secretaris verklaarde, dat de organisatie juist door den nood der tijden bloeide. Wat zou men van een tuinbouwvereeniging ook anders verwachten kunnen!
Op een lagere school te Terneuzen vertelde de vorige week een onderwijzer, dat tot president van Finland was gekozen een zekere mijnheer Swinhyfvoed, en dat diens naam eigenlijk "varkenspootje" beteekende. Een snuggere leerling merkte toen op, dat de Finnen zeker veel van erwtensoep hielden.
Een jonge 's Heerenboekenaar heeft zich de algemeene verontwaardiging op den hals gehaald, doordat hij het optreden van den illusionist Kinsbergen kenschetste met den naam "kindervoorstelling". De waarheid vindt moeilijk huisvesting en vast niet bij een goochelaar.
Hier is nu niets meer aanwezig, waarom wij sluiten tot de volgende week, dames en heeren.