Het graf van een neger in een mijnwerkerskamp in Midden-Afrika, die Europeesche manieren en levenswijze in het kamp had ingevoerd, doch ook aan sterken drank verslaafd was geraakt. Hij stierf aan alcoholvergiftiging. Als een luguber gedenkteeken plaatsten de negers 'n hoed, 'n electrische ketel en 'n jeneverflesch op z'n graf als symbolen der Westersche beschaving