Ons Zeeland 1936, Ons Zeeland Panorama, jaargang 1936, nummer 11, 12 maart 1936

Vorige nummer Volgende nummer OverzichtOnline zoeken
ZEEUWSCHE OMROEP

Hallo! hallo! hier is de persdienst van den officieelen Zeeuwschen Omroep. Het verder vertellen van deze berichten, in welken vorm ook, is geoorloofd.

Men meldt ons uit Terneuzen dat de Vrijwillige Reddingsbrigade afscheid heeft genomen van den met pensioen gaanden burgemeester en hem bij die gelegenheid een taart met 'n reddingsboei gaf. 'n Practisch cadeau. Valt Z.Ed. achtbare nog ooit in het water, dan kan hij niet alleen het hoofd boven water houden, maar heeft nog mondvoorraad ook!

Met grenzenloos enthousiasme is te Middelburg het gerestaureerde badhuis heropend.
Het nut van de nieuwe provinciale schoonheidscommissie begint al duidelijker te worden. Er zouden reeds plannen bestaan haar 'n vaandel aan te bieden, waarop 'n stuk toiletzeep in een stralenkrans.

Te Goes zijn eenige jongelieden, die zich vermaakten in de plantsoenen, door de politie gesommeerd buiten de perken te gaan.
En dat nog wel door de politie!

Walcheren wordt momenteel druk bezocht door de vermaarde brillendokters, die hun patiënten niet in de oogen maar in den nek zien. De politie-autoriteiten waarschuwden de bevolking.
Zal niet veel helpen. Menschen met 'n slecht gezicht zien niet, wanneer iemand hen bij den neus neemt.

Onze correspondent te Axel deelde ons mede, dat de leden van de harmonie "Concordia" nieuwe petten hebben gekregen en ter gelegenheid daarvan een muzikale wandeling door de stad deden om zich te laten bewonderen. Over enkele weken, wanneer ze ook nieuwe veters in hun schoenen hebben, zal deze omgang herhaald worden!

Uit Ierseke vernamen wij, dat de nachtwacht op de oesterputten twee vechtende honden wilde scheiden, bij welke gelegenheid hij in zijn hand werd gebeten.
De twee honden hebben al zoo lang om een been gevochten, dat het te begrijpen is, dat zij nu eens naar een band hebben omgezien!

Te Middelburg heeft een gymnastiek-vereeniging een demonstratie-avond gegeven voor de kinderen van "Kinderzorg".
'n Mooi idee! Na de periode van luiertjes is het wel eens goed, dat de jeugd ziet, dat er nog vluggertjes zijn!

Te Hoek heeft een wedstrijd plaats gehad op het biljart, waarbij de Hoeksche spelers werden verslagen door de Sluiskilsche.

Ze moeten het nu nog eens probeeren met hun historiscbe tegenstanders, n.l. met de Kabeljauwschen!

Te Borsselen vierde een echtpaar zijn diamanten huwelijksfeest; de fanfare bracht den feestelingen een serenade, bij welke gelegenheid de oudste mannelijke ingezetene een dansnummer uitvoerde.
Wijl de creatie van "de stervende zwaan" iets te somber werd geacht, had men die van "de fladderende kip" gekozen!

Tot volgende week, dames en heeren!

Rilland en Bath
Het polderoproer van 1773
De Ramp van 1906

Op de uiterste punt van het bloeiende Zuid- Beveland, het laatste station der Zeeuwsche spoorlijn, ligt het aardige dorp Rilland, dat met Bath één burgerlijke gemeente vormt. Het loont wel de moeite, de geschiedenis van dit dorp na te gaan, want het hoekje, waar het oude Rilland lag, is van historische beteekenis.
De Heerlijkheid Rilland (of Rillant), welker naam, naar men beweert, van het Deensch afstamt en geul beteekent (wat in eenig verband zou staan met de breedte der Schelde), komt reeds in 1276 in een tol verdrag voor.
De rampzalige overstrooming in het jaar 1530, die geheele dorpen opslokte, wist ook Rilland in het verderf mee te sleepen. Weg was opeens het met zooveel moeite opgebouwde dorp met kerk en de Edelen stonden er machteloos tegenover. Wel echter konden zij helpen de welvaart te herstellen, wat zij dan ook deden.
Zij waren daartoe in de gelegenheid, doordat Rilland zoo gunstig gelegen was aan den oever der Wester-Schelde. De voorbijgaande schepen betaalden dan het verschuldigde, maar daartegenover namen de Heeren der Heerlijkheid op zich schip en lading te beschermen. Zoo werd door de scheepvarenden gaarne betaald, want het kon in dien hoek nogal eens onveilig zijn.
Vele Edelen hebben er te Rilland gewoond, o.a. Ridder Lambert van Valckerisse, die gehuwd was met jonkvrouwe Aeltje van Domburch. In 1442 overleed hij, maar ook zijn graf ging bij de overstrooming van 1530 - die het geheele dorp opslokte - met zooveel andere graf tomben der Edelen en tegelijk met de oude kerk te loor.
Lang, veel langer dan in andere Zeeuwsche streken, liet men het water hier den baas. Wel werd er veel over gesproken het land weer aan de zee te ontrukken, maar het bleef bij praten. Ruim 240 jaar later kwam men bijeen en in 1773 besloot men de hand aan den ploeg te slaan m.a.w., de ware Zeeuwen toonden hun aard, doordat zij den strijd met den waterwolf aanbonden. Men bezat toen nog geen eenheid wat het burgerlijke betreft. Er waren toen verschillende Heerlijkheden, zoodat eerst een inpolderingsplan de gezamenlijke goedkeuring moest verwerven. Dit gebeurde en men aanvaardde het plan, 2175 gemeten in te polderen en aan de zee te ontrukken. Het werd zoo verdeeld, dat de Heerlijkheid Maire 678 gemeten, Rilland 1201 en Bath 296 gemeten zouden krijgen. Op 9 Sept. 1772 had deze historische aanbesteding plaats en in Maart 1773 werd de eerste spade in den grond gestoken. Men trof het buitengewoon, want het was mooi droog voorjaarsweer. Doch helaas!
Op 25 Mei brak er onder de meer dan 3000 polderwerkers een formeel oproer uit, gepaard met werkstaking en sabotage. De oorzaak hiervan lag in het z.g. lage loon en den hoogen levensstandaard. Een 12-tal soldaten werd afgezonden om de rust te herstellen. Dit bleek eehter olie op het vuur te zijn, want de situatie werd des te erger. De 12 militairen werden ontwapend en bespot en met degenen, die hen hadden afgezonden, werd de draak gestoken. Er moesten dus andere maatregelen genomen worden, wilde men verdere onheilen voorkomen.
De Hoog-Baljuw en Rentmeester Bewester Schelde riep militaire hulp in en weldra rukten 150 soldaten uit het garnizoen te Bergen op Zoom op naar Rilland, om bet polderoproer te dempen. De voornaamste oproermaker werd op een daartoe in den polder opgericbt schavot onder de galg streng gegeeseld en voorts, met 300 anderen -onder dekking van krijgsvolk -te scheep naar Oost-Friesland teruggezonden. De 150 militairen moesten echter in Rilland blijven, totdat het werk voltooid was, opdat zij, indien er zich een incident voordeed, dadelijk zouden kunnen ingrijpen.
Tegenspoed kwam echter ook. Zoo was b.v. het Vinkenissegat 8 Juli toegedijkt, doch op 20 Aug. daarop braken de golven, door den storm opgezweept, er weer doorheen.
De Heerlijkheid Bath -eveneens door den watervloed van 5 Nov. 1530 verzwolgen -werd spoedig ingedijkt, doch 9 jaar later werd er de zee weer heer en meester.
Er is ook nog een overlevering, die verhaalt, dat er vroeger nog een polder Den Doel bestond. Verhaald wordt, dat er te Bath een brug over de Honte lag, zoodat de boeren uit die streken hun koren te Hulst ter markt brachten. Steeds werd een bode vooruit gezonden, om de kinderen van den weg te weren, als de Bathsche boeren -die steeds als dollemannen kwamen aanrijden -in aantocht waren. Of dit laatste waarheid is, kan ik niet bevestigen. Wel vond ik ergens vermeld, dat de bewoners van Bath maar een ruw volkje waren.
Zeker is het echter, dat het gedeelte der Wester-Schelde, dat oudtijds de Honte genoemd werd, en breede, maar door zandplaten en slikken verlamde stroom was.
Zoo is het eens gebeurd, dat 17 Januari 1785 eenige leden van de Vroedschap uit Ter Goes geprobeerd hebben, om bij laag water den vasten wal van Noord-Brabant te bereiken. Uit den Reigerbergschen Polder, van de z.g. Bathsche Kaai, tot aan den Zandvlietscben Polder in Noord-Brahant, deden de heeren J. Spijker van Nisse en Jacobus Dominicus (bierbrouwer te Goes) precies in één uur den overtocht, en terug eveneens in denzelfden tijd. Nadat het dorp Bath was ondergegaan (1539) bleven de bouwvallen van den toren langer dan een eeuw in stand en dienden aan de schippers op de Schelde voor baken. In 1688 waren er nog overblijfsels te zien. Wij kunnen deze schets niet besluiten, voor wij nog iets over het fort te Bath hebben vermeld.
Tijdens den vierden Engelschen oorlog van 1780-1784 maakte de Oostenrijksche keizer Jozef II gebruik van de moeilijke omstandigheden, waarin ons land verkeerde om verlost te raken van de bezetting, die de Republiek der Zeven Vereenigde Nederlanden, sinds 1715, mocht leggen in enkele steden en forten in België.
Daardoor werd de Republiek gedwongen tot ontruiming van de forten Lillo en Liefkenshoek, gelegen aan de Schelde ten N. vau Antwerpen. Teneinde echter de hand te kunnen houden aan een der bepalingen van den Munsterschen vrede van 1648 -n.l. dat de Schelde gesloten zou zijn voor handelsschepen van en naar Antwerpen -werd in 1786 een fort gebouwd aan de Z.O.-punt van den in 1773 bedijkten Reigerbergschen polder. Dit fort kreeg den naam Bath, naar het in 1551 verdronken dorp van dien naam, dat evenwel meer Oostelijk lag.
Behalve door een militaire bezetting, grootendeels afkomstig uit de garnizoenen van Lillo en Liefkenshoek, werd het nieuwe fort ook betrokken door een burgerlijke bevolking van enkele honderden zielen, eveneens overgekomen uit de laatstgenoemde plaatsen. Tot op het huidige oogenblik onderscheiden de nakomelingen van deze eerste bewoners van het fort zich van de overige bewoners van Rilland-Bath. De "forteniers" n.l. spreken niet het gewone dialect van O.Z.-Beveland, doch Hollandsch, zij het dan met eenige afwijking.
In de Vaderlandsche Geschiedenis heeft dit fort geen bijzondere rol gespeeld. In 1809 werd het door de Engelschen bezet, zonder dat er één schot gelost werd.
Op 12 Maart 1906 werd Rilland door een zware overstrooming geteisterd. Onze illustraties brengen u dit in beeld, zoodat een uitvoerige beschrijving achterwege kan blijven. Een woord van hulde echter aan de Paters van het klooster, die zich bij deze ramp zeer onderscheiden hebben.
A. M. WESSELS.

Sport van de week

Is er in de tweede klasse A eigenlijk nog wel een touw aan vast te knoopen, vmgen we ons dikwijls af. De uitslagen zijn elke week weer bijna evenveel verrassingen. Wie had nu durven denken, dat Vlissingen van den kampioenscandidaat T.S.C. zou winnen? Dat Middelburg op zoo overtuigende wijze, althans met die cijfers, Terneuzen zou kloppen is al evenmin verwacht. Hero bleef wèl in de lijn door De Baronie uit te schakelen, maar van Goes hadden we niet verwacht, dat op den Raayberg zoo geknoeid zou worden. De situatie op het ranglijstje wijzigt zich van week tot week en nu eens staat T.S.C., dan weer Middelburg bovenaan, terwijl Hero nog steeds bezig is de achterop geraakte wedstrijden in te halen en rechtstreeks op de bovenste plaats aanmarcheert. Zondag werd De Baronie, welke ploeg nog een schoone kans had, slachtoffer van dien Hero-opmarscb, zij het met miniem verschil (1-0). Dat geeft weer moed voor de andere kampioens-candidaten. Eén concurrent zoo goed als kwijt, terwijl Hero's aanval te bedwingen blijkt te zijn. De strijd wordt steeds feller en het is nog op geen stukken na te voorspellen, waar het op uit zal loopen, al zijn er dan ook voor enkele elftallen nog maar een paar wedstrijden te spelen. T.S.C. kreeg een warme ontvangst in de Scheldestad, of beter misschien: een koude douche. Vlissingen is geducht van leer getrokken en de stand op de ranglijst zegt, dat dit verstandig en noodig was. Het heeft er in het laatst wel gespannen, toen T.S.C. van een 4-1 achterstand tot 4-3 inliep, doch de Vlissingen-achterhoede kon den stormloop weerstaan. Door deze overwinning speelde Vlissingen prachtig in de kaart van Middelburg, dat door een overwinning op Terneuzen nu weer op de bovenste plaats terecht kwam. Deze wedstrijd had een allesbehalve sympathiek verloop, tenminste na de rust. Dit was te meer jammer, omdat het spel het aankijken waard was en indien men zich niet te buiten was gegaan aan allerlei unfaire trucjes, zou het spel daarbij zeker aan fraaiheid nog  gewonnen hebben. De 4-0-uitslag is er één met geflatteerde cijfers, want hoewel de eerste drie doelpunten prachtig waren, kreeg Middelburg daarbij toch meer dan het verdiende. Na de rust ging Terneuzen de zaak forceeren, althans probeeren dit te doen en wie Middelburg kent weet, dat deze ploeg niet aarzelt om daarop afdoend antwoord te geven. Zoo kwamen er onaangename incidenten, waartegen de scheidsrechter wel optrad, doch aanvankelijk niet krachtig genoeg. Nadat de Terneuzen-speler, die al den heelen wedstrijd onaangenaamheden had uitgelokt, van het terrein verwijderd was, werd rustig verder gespeeld. Het is te hopen, dat deze speler, die Terneuzen's naam geen goed doet en het faire spel van de meesten van zijn medespelers afbreuk doet, een flinke straf krijgt. Goes is weer leelijk in de klem gekomen door den misstap in Bergen op Zoom en begint weer onderaan te bengelen.
Is de periode van opleving weer reeds voorbij in de Goesche gelederen? Wij kunnen het niet gelooven, dat Goes boven zijn krachten gespeeld heeft en zullen aannemen, dat de laatste nederlagen gevolgen van een inzinking geweest zijn. Het moge Goes echter voor oogen gesteld worden, dat zijn positie verre van fraai is en dat Zeelandia zich wel zal weten te ontworstelen aan de gevaren van de onderste plaats.
In de derde klasse A zijn nog diverse gegadigden voor de eerste plaats met een redelijke kans en wel Hulst, Axel en Hoofdplaat. Alle drie wisten zich Zondag j.l. te handhaven en wel respectieelijk tegen Sluiskil met een klinkende 6-1, tegen Breskens met een angstige 2-1, welke in de laatste halve minuut tot stand kwam, en tegen Terneuzen 2 met een magere 1--0.
In 3 B gingen de Zeeuwen onverstoorbaar verder en door een overwinning op de Zeeuwsche Boys is deze ploeg dicht bij het kampioenschap. Het is nu maar werken om boven de 29 punten te komen en daarmee de theoretische kans van R.C.S. weg te werken, dat nota bene met 3-0 van Zierikzee gewonnen moet hebben. De Schouwensche ploeg is daarmee uitgeschakeld voor de bovenste plaats na drie achtereenvolgende nederlagen. Goesche Boys pikte twee puntjes mee van Hansweert, terwijl de Middelburg-reserves de Zeelandia-dito de baas bleven.