Ons Zeeland 1936, Ons Zeeland Panorama, jaargang 1936, nummer 18, 31 april 1936

Vorige nummer Volgende nummer OverzichtOnline zoeken
Rondom Oostkerke

Oostkerke? Waar ligt dat? 't Is geen wonder dat deze vraag wel eens gesteld wordt. Dit komt, omdat Oostkerke een anderen naam heeft, die veel beter bekend is, n.l. Wolfertsdijk.
Vroeger was Wolfertsdijk een eiland, omgeven door de wateren van het Sloe, de Schenge, den Wijtvliet en den Zuidvliet. Het was vrij groot en bestond uit drie voorname deelen n.l. Oostkerke -Sabbinge -Westkerke. Sabbinge is thans een gehucht. Was het eiland Wolfertsdijk omstreeks 1577 de verdelging nabij geweest, men wist door eendrachtige oeververdediging het gevaar te ontkomen.
Thans begon men iets te zien wat men zeker nimmer had verwacht. Rondom het eiland begonnen aanwassen te komen, die zich als bedijkbare schorren gingen vertoonen. Een groot gedeelte dezer schorren -vooral richting Hongersdijk -werd door den burgemeester van Goes in publieke veiling op 29 Juli 1593 aangekocht.
Oostkerke nam in bloei toe. Het eiland Wolfertsdijk - bedijkt door Wolfaert van Borssele - was door zijn ligging speciaal op den landbouw aangewezen. Vooral in de 16de eeuw werden er schatten verdiend met den meekrapverbouw. In 1622 was de prijs daarvan f 66 de 100 pond, een flink bedrag. Doch toen kwam de daling. In enkele jaren zakte de prijs tot f 15, zoodat aan deze cultuur een einde kwam.
In het jaar 1808-1809 brak het moment aan, dat Oostkerke met het vaste land werd vereenigd. Veel was er reeds in de Staten van Zeeland over gesproken. Een som van f 50.000 gaf men uit voor indijking der diverse schorren en 3369 kostelijke gemeten lands waren bij Zuid-Beveland gewonnen.
Ook van de Fransche overheersching kan Oostkerke getuigen. Duizenden soldaten werden op het eiland gelegerd. De Engelschen probeerden eenmaal het eiland Wolfertsdijk te nemen, zoodat het aan een bombardement bloot stond. Verschillende dooden vielen er. Oostkerke is vooral ook bekend om zijn veer op Noord-Beveland. Op 28 Aug. 1819 gingen er voor het eerst 4 rijtuigen en 8 paarden mee over, een gebeurtenis die druk besproken werd.
Op 10 Mei 1809 werd Oostkerke door koning Lodewijk Napoleon bezocht. Men vond dit bezoek wel prettig, maar de nasleep was, dat f 483,90 opgebracht moest worden om de onkosten van dit bezoek te dekken. Maar enfin, voor f 483 hadden zij dan toch Lodewijk Napoleon mogen aanschonwen.
In 1852 bezocht ook de Prins van Oranje deze plaats. De reden hiervan was, dat de Hooge Gast Zeelands grooten geleerde Dr. J. Ab. Utrecht Dresselhuis wilde zien en spreken.
Wat Sabbinge aangaat, dit is klein, al wordt er tamelijk veel gebouwd. Het dorp is reeds van zeer ouden datum. De Edelman Aegedius van Sabbinge wordt reeds in 1208 genoemd en Ridder Wouter van Sabbinge was lid van de Hooge Vierschaar van Zeeland.
Op Sabbinge stond vroeger een fraaie kerk. In 1806 is zij geheel afgebroken. Haar toren was een gansch eenige en week van andere Zeeuwsche torens sterk af. Thans is op deze plaats een school verrezen. Even buiten de kom van Sabbinge ligt een huis, dat door zijn eigenaardigen bouwvorm de aandacht trekt. Deze bewoonde bouwval is het overblijfsel van het adellijk slot van de Ridders van Sabbinge en Sehenge. "'t Hooge Huis" zeggen ze hier op Sabbinge.
Wij hebben er een kijkje genomen. Veel is er niet meer te zien dan dikke muren en een tralievenster. De kelder, 't middelpunt van uitgangen, is nu een vorstvrije bewaarplaats voor aardappelen. Naar men beweert, zou deze burcht in verbinding hebben gestaan met het kasteel te 's Heer Hendrikskinderen, doch dit komt ons ongerijmd voor.
Een sieraad voor Oostkerke is het nieuwe gemeentehuis, dat enkele jaren geleden verrees, terwijl ook de kerk zeer bezienswaard is.
A.M.W.

Sport van de week

Het regende pijpesteeltjes, maar de weerberichten beloofden beter. De Bilt kreeg gelijk en D.T.S. kon de 15- en 40 K.M.-marschen laten loopen zonder dat de deelnemenden als verdronken kippen binnenkwamen. Aesthetische kwaliteiten komen geweldig in het gedrang als de regen op een groep lichtgekleede wandelaarsters en wandelaars neerplenst. Vooral de dames komen er met zwaar door regenwater beladen rokken niet erg flatteerend voor te staan. Toen we Zondagmorgen aan den start verschenen, zagen wij weer voor ons een paar marschen van vorig jaar, waarbij Pluvius zich in te ruime mate liet gelden en we bereidden ons reeds voor op een mislukking. De marschleiding had echter een fijnen neus, want de start, welke een uur werd uitgesteld, geschiedde zonder regen en verder bleef het den geheelen dag droog. Jammer, dat de Marine-ploeg, welke altijd zoo'n keurigen indruk maakt, zich door den regen had laten weerhouden om deel te nemen. Het tweede gedeelte van het parcours werd eerst verwerkt, in verband met het verlaten van den start.
Het aantal deelnemers is wel eens grooter geweest, doch in aanmerking genomen den tijd van het jaar en den regen, welke een dertigtal inschrijvers niet deed verschijnen, mag een start van 230 loopsters en loopers mooi genoemd worden. De wandelsport is nu eenmaal over het hoogtepunt heen en slechts de echte wandelmenschen zijn overgebleven. De één-dagsvliegen zijn verdwenen, zeker niet tot schade van de sport.
Onze indruk van den marsch is, dat er zich specialisten-groepen aan het ontwikkelen zijn, welke op deze marschen voor het eerst al hun capaciteiten in het geding hebben gebracht om als nummer één uit den marschwedstrijd te voorschijn te komen. Het moet voor de jury een niet al te gemakkelijke taak geweest zijn, om juist deze groepen in de goede en minder goede te verdeelen. Er is door enkele groepen buitengewoon goed geloopen en nog steeds kunnen we aannemen, dat Zeeland tot de beste Nederlandsche wandelsport-streken behoort, zoo het niet aan de spits staat. We zullen geen aparte groepen gaan noemen. want alle hebben hun uiterste best gedaan. De uitspraak van de jury, welke tot het laatste moment een verrassing bleef, geeft de verhouding tusschen de groepen zeer goed weer. Nummer één en twee ontliepen elkaar niet veel en hebben beide inderdaad keurig gemarcheerd. Dat de strijd tusschen deze beide groepen zou gaan, was al vlug te zien.
Tenslotte was Achilles met één punt op negen onafhankelijke beoordeelingen in de meerderheid en kwam de Z.W.V. juist een puntje lager dan nummer twee voor den dag. Ongetwijfeld heeft Achilles eenig voordeel gehad door de grootte van de groep. Ruim twintig deelneemsters en deelnemers in één groep vereenigd, keurig gekleed en in een rustig tempo maken nu eenmaal meer indruk dan een groep van tien, zooals de Z.W. V. had. Het pleit ongetwijfeld voor deze laatste groep, dat ondanks dit kwantum-nadeel de kwaliteit op negen beoordeelingen slechts één punt lager werd aangeslagen. Nummer drie was duidelijk iets in de minderheid, al was ook hier de beoordeeling weer uiterst moeilijk, daar na de nummers één en twee een drietal groepen ongeveer van gelijke kwaliteit waren. Tenslotte had de Amateur uit Goes een halve punt voorsprong en daarmee den derden prijs. Een keurige groep, welke, zich spoedig een concurrent zal toonen van de eersten van thans. Alle overige groepen hebben hun beste beentje(s) voorgezet en een goed figuur geslagen. Wat er aan mankeerde? Enkele punten willen we wel aantippen. Ons leek in de eerste plaats, dat er groepen waren, waarin onvoldoend getrainde menschen waren opgenomen, terwijl in de tweede plaats te weinig in volledig groepsverband getraind was, waardoor de groep niet geheel sloot. Het richten der verschillende gelederen liet dan vaak veel te wenschen over, waardoor een groep een harmonica werd. En tenslotte hebben wij in een van de best marcheerende groepen, welke vast voor een prijs in aanmerking zou zijn gekomen, één der deelnemers lustig sigaretten dampend zien meetippelen. Bjj sportbeoefening hoort dat niet thuis en het maakt vooral in de wandelsport een heel slechten indruk, temeer waar bij het "onderhouden" van dit vuurwerk en het in gereedheid brengen de orde in de achterste gelederen verstoord werd. Deze groep heeft beslist een prijs "verrookt". Zonder er een overdreven gedisciplineerden boel van te maken, konden verschillende leiders méér en krachtiger commando's geven, wat vooral ook bij het "bochtjes-nemen" van gunstigen invloed zou zijn.
Er is nog veel meer te zeggen van marsch-orde, tucht etc., doch dat zou ons te ver voeren. Het is een schitterend geslaagde marsch geworden, waarvan D.T.S. veel genoegen zal gehad hebben. De organisatie was keurig en de wandelaars-geest - dat is een geest van vriendschap en kameraadschap, welken men in geen andere sport zoo aantreft - was over alle deelnemenden vaardig, zoodat ook deze dag weer met gulden letteren in de annalen der Zeeuwsche wandelsport geboekstaafd kan worden.

ZEEUWSCHE OMROEP

Hallo! hallo! hier is de persdienst van den officieelen Zeeuwschen Omroep. Het verder vertellen van deze berichten, in welken vorm ook, is geoorloofd.

Men meldt ons uit Oost- en West- Souburg, dat een heer uit Vlissingen is opgetreden voor de leden van de zwemvereeniging "Luctor et Emergo", die o.m. verklaarde, dat hij gaarne het zwemmen van schoolgaande kinderen op den lesrooster van de scholen zou zien.

Daar aan deze methoden heel weinig verdrinkingsgevaar vastzit, zijn wij daar zeer voor; alleen bepleiten wij geduren de de wintermaanden het zwemmen op den rooster der centrale verwarming!

Uit Goes vernamen wij, dat op de ingelandenvergadering van de Breede Watering bewesten Ierseke de dijkgraaf aanschaffing van een kleine brandkast aanbeval, wijl men er dan de dagelijksche behoeften in kon doen.
De vergadering barstte hierop in daverend gelach uit.
Wij kunnen daarmee niet instemmen. Onlangs heeft immers een landbouw-deskundige in Zeeland bij hoog en bij laag beweerd, dat een goede bemesting als goud voor den boerenstand beschouwd moet worden!

Een Belgische juffrouw, die te Schoondijke een deurmat had weggenomen van een andere joffer, is door den gestrengen rechter te Middelburg veroordeeld om f 25 in 's lands schatkist te storten.
Zoo'n zindelijkheids-delict moetje nu ook net te Schoondijke plegen! Te Slikkerveer of te Zwartsluis zou men het u zoo zwaar niet aanrekenen!

Uit alle plaatsen, waar gast- en zieken-huizen zijn, ontvingen wij berichten van binnengebrachte dames met gebroken armen, beenen, ribben, sleutel- en neus- beentjes.
Dit is de gewone seizoensdrukte voor de chirurgen tijdens de Zeeuwsche schoonmaak!

Onze correspondent te Veere schreef ons met enthousiasme, dat een landbouwer, die vier jaar geleden zijn trouwring was kwijt geraakt, eergister dit voorwerp bij het eggen op zijn land terugvond.
Zoo hebben wij eens bij ongeluk 'n dubbeltje laten vallen in een afgrond nabij den Matterhorn en toen wij zes jaar later in Aarlanderveen een jubilé meevierden van den bond van petroleumlampjesgebruikers, vonden we dit geldstuk weer terug aan den zijkant van een oliebollenkraampje!

Te Middelburg is dezer dagen brand uitgebroken op de scheepswerf "de Hoop". De brandweer heeft zich met al haar materiaal op de vuurzee geworpen en met slangen op sloot en waterleiding de vlammen gedoofd.
Goed zoo, mannen! Het is wel geoorloofd, tegenwoordig de hoop te laten varen, maar nimmer mag men haar laten verbranden!

Uit Nieuw Namen bereikte ons het verrassende bericht, dat de visschers den laatsten tijd veel wrakhout vangen op de Schelde.
De liefhebbers van een gestoofd of gebakken vischje zullen dus behalve op de graatjes ook op de splinters moeten letten.

Hier is nu niets meer aanwezig, waarom wij sluiten tot de volgende week, dames en heeren!