Ons Zeeland 1936, Ons Zeeland Panorama, jaargang 1936, nummer 30, 23 juli 1936

Vorige nummer Volgende nummer OverzichtOnline zoeken
Gaaischieten in Zeeuwsch-Vlaanderen

De "schietingen" vormen in Zeeuwsch-Vlaanderen ongetwijfeld de meest populaire Zondagssport.... Met boog en pijlenkokers gewapend trekken de schutters op, om op de staande of liggende wip hun geluk te beproeven.
De vogels, bestaande uit doorboorde houten doppen, van kleurige pluimpjes voorzien, worden op de ijzeren punten der "prang" bevestigd. De echte schutters schieten het liefst "omhoog".
Statig wordt de prang omhoog geheschen. Bovenaan prijkt "den hogen", daaronder de zijvogels, terwijl zich op de tweede en derde dwarsstang de "kleintjes" bevinden, geflankeerd door "kallen".
De handbogen worden gespannen. In de hemdsmouwen, den "schietlap" om den pols, staan de "ridders van de pees" klaar, om de kleurige vogels af te "blauwen".
"Eerste man."
De schutter treedt naar voren, kijkt even naar boven, legt den pijl op den boog, kromt den rug opzij, terwijl de pees uitgetrokken wordt, even mikken en in vliegende vaart suist de pijl door de prang: meters hoog en ploft een eindje verder neer....
Zoo volgt de een na den ander.
Van tijd tot tijd raakt een pijl een houten dopje....wip.... en de geraakte vogel dwarrelt, wiekend op de kleurige veertjes, omlaag...
Tusschen de schietbeurten in gaan de schutters in groepjes een kaartje leggen en hun dorstige kelen laven. Ieder schot is een pintje waard.
De bogen zijn niet uniform. De trekkracht wordt uitgedrukt in ponden of kilo's. Hoe "zwaarder" de boog, hoe krachtiger de pijl suist door de lucht, hoe meer kans er bestaat, dat een geraakte vogel ook werkelijk naar beneden komt.
Schoon is zoo'n schieting in de felle straling der zomerzon. Hoog de fel-kleurende vogels. Beneden de spannende ruggen, machtige, opbollende armspieren der schutters, terwijl het zweet parelt op de verhitte gezichten.
En dan de zwevende pijlen en dwarrelende vogels. Onwillekeurig tooveren ze ons de oude Breughel-schilderijen voor de oogen, waarop menige middeleeuwsche schieting is afgebeeld.
'n Oud gebruik, dateerend uit de vroege tijden.
De "schuttebroeders" wortelen uit het oude gildewezen. De schuttersgilden, die meestal toegewijd waren aan SintSebastiaan of St. Joris, waren zeer gezien. Naast oefening met den handboog, waarbij ze schoten naar een papegaai (vandaar de naam nu nog : gaai-schieten), oefenden ze zich ook in het hanteeren van andere wapens als dagge en speer. Om beurten werden de stadspoorten en wallen 's nachts bewaakt door de schuttebroeders.
Ook bij oorlogen, en die waren in de Middeleeuwen lang niet zeldzaam, waren de schuttersgilden zeer "gewild".
Wat was dat alles misbaar onderdeel van het toen veel kleuriger en luisterrijker bij de spelen der schuttebroederschappen, die bestonden uit het schieten naar den papegaai en het steken naar den ring.
Wat de tournooien waren voor de ridders, waren deze spelen voor de poorters, waarbij hun vrouwen, verwanten en vrienden, allen in hun fraaiste kleederen, ja, zelfs edelen en de vorst zelf tegenwoordig waren. Vooral de dag van de papegaai-schieting was een gloriedag. Want wie den papegaai, uit hout of leder vervaardigd, kon doen tuimelen, wie het konings-schot kon lossen, werd tot schutte-koning uitgeroepen.
En wie drie jaar achtereen den papegaai van den "paal" kon doen vliegen, werd tot schutte-keizer verheven. Zoo wist Jacoba van Beieren eens, als hooge gaste in Goes, aldaar het koningsschot te lossen!
Het ging er al vroolijk toe, en ook als de avond was gedaald over de Middeleeuwsche geveltjes en de kerktorens te droomen stonden in de teere ijlheid van de donkere lucht, klonk in het schutte-huis nog lang de feestvreugde na.
Tijden gaan en menschen gaan.
De kleurige pracht van het bonte middeleeuwsche leven is voorbij; stilaan verging ook de groote luister van de schuttersgilden.
Ze bleven bestaan, maar werden uitsluitend ontspanningsvereenigingen. Alleen vele namen blijven ongerept gehandhaafd: Zoo waren daar b. v. de St. Sebastiaans-gilden van Lamswaarde, Hontenisse en St. Kruis. Het laatste, dat in 1837 opnieuw werd opgericht, heeft nog in zijn bezit het privilegie, door den koning van Spanje, Filips lI, aan het oude schuttersgiide aldaar verleend.
Honderdvijftig jaar geleden bloeiden nog vele dezer gilden, zooals o.a. nog blijkt uit een oud "gedicht" van 1763, dat getiteld is "Het soet-voogel-gesang ofte den zeer berugten en aengenamen Pijlenstrijdt, gehouden op het Hof te Zande, in Hulster ambagt door de vier gildens Hontenisse, Pauwluspolder, Henstdijk en Polder van Naeme."
De pijlenstrijd werd gehouden ter eere van den nieuwen hoofdman Joachim Ferdinand de Beaufort. Uit dit gedicht blijkt, dat het gaai-schieten toen al gebeurde net als nu. Alleen heet de prang er "gaaistenge" en die bevond zich op het "stengeveld" ('n naam die nu nog in gebruik is).
De koningen waren getooid met hun zilveren breuken, kostbare halssieraden, die soms van hoogen ouderdom waren, versierd met zilveren vogels, wapens enz.
"Vier koningen sag men door ataen Elck met hun silver breuk gelaen
Om den Hooftman te assisteren, En soo naer het velt te gaen."
Tamboer, pijper, vaandrig en bode herinnerden nog sterk aan den ouden tijd.
De teerdagen vormden een belangrijk onderdeel der jaarlijksche begrootingen. Op die teerdagen werd rondgereden. Dit geschiedde ook op Kloosterzande. De leden reden met hun vrouwen na de schieting op boerewagens de gemeente door. De koning genoot de eer, naast de vrouw van den rentmeester te mogen zitten.
Ook nu heeft nog de jaarlijksche koningschieting plaats. Den koningsvogel doen tuimelen is nog altijd een eer.
En zijn er nu geen graven of gravinnen meer gast, toch bloeit nog onder dezelfde zon en denzelfden hemel en op denzelfden grond het gaai-schieten, als een geliefd volksvermaak, als een flauwe afspiegeling van kleurig-bewogen volksleven, lang, lang geleden.
Drs. L. LOCKEFEER.

Zeeuwsche sport

De Scheldebeker-zwemwedstrijd heeft j.l. Zaterdag plaats gevonden voor de zesde maal. Voor toeschouwers was het weer niet bepaald aanlokkelijk; we beleefden één van de dagen, waaruit de zomer 1936 voor het overgroote deel bestaat. Veel wind, dreigende luchten, met zoo nu en dan enkele druppels, in jeder geval lang geen aangenaam zomerweer. De deelnemers en deelneemsters daarentegen hebben het beter getroffen. Alle factoren waren mee, om een recordtijd te maken en dat is dan ook gebeurd. Golfslag en stroom waren zoodanig, dat de deelnemers in een zeer snel tempo naar de kust gestuwd werden. Vjjftien zwemsters en zwemmers waren ingeschreven, waarvan één dame bij het vooronderzoek werd afgekeurd. Zeker zou zjj, indien geen keuring was voorafgegaan, rustjg de groote reis van Breskens naar Vlissingen begonnen zijn, wie weet met welke gevolgen. Door de keuring zijn onaangenaamheden voorkomen en zoo is meteen weer een bewijs geleverd, dat het totstandkomen van een Bureau voor Medische Sportkeuring zeer noodzakelijk is.
Twee deelnemers hebben het onderweg opgegeven, zoodat 14 startten en 12 aankwamen. Stender, die houder van den beker was, heeft zijn bezit verdedigd, doch twee zonen van Albion waren hem te vlug af en zoo zal de beker dit jaar naar Londen verhuizen. Dit is niet de eerste keer, want ook in 1933 was het een Engelschman, die het kleinood mee naar Londen nam. Zooals we hierboven reeds opmerkten is een recordtijd gemaakt door de zeer gunstige omstandigheden, waaronder gezwommen werd. De heer C. Deane van de Penguin Swimmmgclub te Londen werd eerstaankomende in een tijd van 1 uur 1 min. 52 1/5 sec., terwijl nummer twee, eveneens een Engelschman, n.l. de heer Godwin van Shiverer's Swimmingclub te Brighton, een tijd van 1 uur 4 min. 20 2/5 sec. noodig had. De kortste tijd was tot heden gemaakt in 1934, n.l. 1 uur 28 min. 8 sec., zoodat niet minder dan ruim 27 minuten van dezen toch al mooien tijd zijn ingeloopen. Dit record stond op naam van den heer J. Stender, die niet alleen in 1934 (in 1935 werd de wedstrijd niet gehouden), maar ook in 1932 winnaar werd. Nu was de langste tijd 1 uur 28 min. 30 sec. en is dus zelfs door den laatstaankomende het record van 1934 benaderd. De eerste Zeeuw was de heer R. de Bel uit Sas van Gent, die als nummer 6 in 1 uur 21. min. 37 sec. het traject aflegde. De eerstaankomende dame was mej. N. Roelans van R.DZ. te Rotterdam, die 1 uur 17 min. 8 sec. noodig had.
De verdere uitslagen kunnen wij gevoeglijk weglaten nu de dagbladen reeds in extenso de volgorde hebben weergegeven. De krachttoer is dus weer volbracht en een twaalftal zwemsters en zwemmers hebben blijk gegeven tot een bijzondere prestatie in staat te zijn. Al mogen nu het getij en de golfslag meegewerkt hebben om een recordtijd te vestigen, uit zichzelf is toch deze prestatie niet tot stand gekomen. Ook dit jaar is het geen Zeeuw geweest, die beslag op den beker wist te leggen. Hoe lang zal het nog duren voordat we eens een zoon of dochter van ons eigen Zeeuwsche landje juichend kunnen ontvangen als winnaar of winnares van den Scheldebeker! Men zou toch zeggen, dat de Zeeuwsche deelnemers en deelneemsters hun Schelde zullen kennen en dat zij tevoren weten, welke prestatie verlangd wordt. Beter dan wie ook kunnen zij hun training inrichten en zich op den grooten kamp prepareeren. Trouwens, er verschenen niet veel Zeeuwen aan den start en hiervan moest nog één worden afgekeurd. Ten slotte hebben mej. Bijsterveld te Vlissingen en de heeren De Bel uit Sas van Gent en Van Loo uit Middelburg als Zeeuwen het eindpunt bereikt en misschien moeten we daarmee al tevreden zijn. Laat ons echter hopen, dat we het volgend jaar niet alleen tevreden moeten zijn net het "uitzwemmen" van den wedstrijd, maar dat de beker ook eens geen verre reis moet maken en in Zeeland blijft.


ZEEUWSCHE OMROEP

Hallo! hallo! hier is de persdienst van den officieelen Zeeuwschen Omroep. Het verder vertellen van deze berichten, in welken vorm ook, is geoorloofd.

Men meldt ons uit Middelburg, dat de vereeniging tot instandhouding van oude gebouwen haar jaarvergadering heeft gehouden en dat daarin werd geklaagd over de toenemende verwaarloozing van deze huizen. Naar men ons verzekerde, moet besloten zijn, dat de leden zich verplicht hebben zich schoor te zetten tegen muren, welke het meest overhellen!

Men bericht ons, dat Vreemdelingen-verkeerbevorderaars er over klagen, dat de hevige regens van vorige week het toerisme in Zeeland zeer geschaad hebben.
Laat ons een hartig protest uiten! Naar een Niagara in Amerika loopt men met honderdduizenden heen en als wij een grooten waterval te vertoonen hebben, blijft men juist daarom bij moeders pappot!

Onze correspondent te Sas van Gent seinde ons, dat aldaar een juffrouw ter hoogte van het douane-kantoor met haar fiets tegen een benzine-pomp is gereden, waardoor zij zjch nogal bezeerde. Het slachtoffer wist geen verklaring van het ongeval te geven.
Toevallig zijn in Vlissingen en Terneuzen dergelijke ongevallen gebeurd onder even onverklaarbare omstandigheden.
Men denkt, dat de fietsen tegenwoordig uit 'n soort hoogmoedswaanzin ook tanken willen!

Tegen den wensch van het Prov. Bestuur in hebben de leden der Zeeuwsche Staten met groote meerderheid besloten, het kastekort van een geitenvereeniging te dekken.
't Is dom, dat ook de koolverbouwers in hun nood niet om een bijdrage zijn komen vragen. Bij politici immers bestaat er heel vaak de neiging, om behalve de geit ook de kool te sparen!

Te Middelburg is hartelijk gelachen om het feit, dat een aangekondigde fanfare-uitvoering bij de Abdij verschoven is wegens vochtigheid van den grond.
Deze spotters wisten zeker niet, hoe treurig juist een "toon"-kunstenaar er aan toe kan zijn, indien hij natte schoenen en koude voeten krijgt!

Te Vlissingen heeft de politie vier vaste collectanten van het crisis-comité aangehouden, welk kwartet ontdekt had, dat er zelfs in crisis en in collect-bussen muziek kan zitten. Het moet niet onmogelijk zijn, dat hun aanleg er toe leidt, dat zij "cellist" worden!

Te Zierikzee is door eenige burgers een bejaarde vrijgezel aangetroffen, die schreiend naast zijn rijwiel stond, omdat de slippen van zijn jacquet tusschen de spaken waren gefladderd.
Die smart lijkt ons niet zoo vreemd. Het valt heusch niet mee, wanneer iemand zoo opeens de eenige panden, die hem toebetrouwd zijn, verliest!

Te Goes is een juffrouw met den mattenklopper een koe te lijf gegaan, die via 'n brandgang in haar bijkeukentje was gekomen en daar boe zei en bah! deed.
Toevallig had dezelfde juffrouw 's morgens den slager weggestuurd, omdat zijn geleverd vleesch niet versch genoeg was.

Tot de volgende week, dames en heeren!