De Zeeuwsche Editie 1929, tekst nummer 25

Vorige nummer Volgende nummer OverzichtOnline zoeken

Een Zondag in den Zak van Zuid-Beveland

Door Leo van Breen

 

Het is eigenlijk niet te doen om van Zeeland een werkelijk volledig en afgerond overzicht te geven. Men kan, zooals in de serie "Zeeland in Vogelvlucht" hier en daar een greep doen, maar daarbij moet men toch veel moois laten passeeren zonder er gebruik van te kunnen maken. Zoo was het ook met den zak van Zuid-Beveland, tot ik daar ongeveer een paar weken geleden op een mooien Zondag weer eens verzeild raakte.

En toen heeft dat stuk Zuid-Beveland, in het scherpe najaarszonlicht, zoo'n indruk op me gemaakt, dat ik weer naar de pen moest grijpen om er iets van te vertellen. Ten onrechte noemde men lange jaren Walcheren den tuin van Zeeland, en de tuinbouwstreek Kapelle-Wemeldinge den tuin van Zuid-Beveland. Ten onrechte, omdat èn Schouwen èn de zak van Zuid-Beveland evengoed aanspraak op dien naam kunnen maken. Ik geloof zelfs, dat ik den zak van Zuid-Beveland 't mooiste Bevelandsche gedeelte vind. Wanneer men van uit Goes door de Poel naar 's Heer Abtskerke rijdt, dan opent zich dadelijk een vergezicht, dat de moeite waard is. Prachtig liggen de weiden met de kleine boschjes in het scherpe zonlicht. Op den achtergrond torentjes en nog eens torentjes; het dichtst bij die van het dorp, waar de tocht heenvoert. 's Heer Abtskerke heeft slechts eenige honderden inwoners en toch is het, wat grondbezit betreft, een der rijkste dorpen van Zuid-Beveland. Het landschap wordt verderop wat ruiger begroeid. Nisse ligt al in een wolk van groen, waar tusschen de zware toren opsteekt. Van de 4 hoektorentjes is er maar één meer over, misschien restauratie ? De rood-witte pastorie ligt in het groen als tegen een heuvel en doet denken aan een Zwitsersch chalet. We naderen dan de Weel. Of liever, één der Weelen ; want het is hier een land van water. Overal vindt men deze kleine meertjes, waarin veel gezwommen wordt, en gebaad ; zoowel door dier als mensch. Ze liggen laag en meestal te midden van dijken, die fraai beplant zijn. Verderop beginnen de goed onderhouden wegen opmerkelijk te dalen en te stijgen een berglandschap in miniatuur. Men komt bij groote viersprongen van wegen, met hofsteden tusschen de kruisingen ; vangarmen, die de schatten van het land voeren naar de stad. Mispels en noten vonden we daar aan den weg, een echt luilekkerland. Dan weer verder over de dijken met de zingende populieren ; overal een evangelische rust en stilte: een heerlijke Zondagmorgen. 's Avonds zijn de boomen maar treurig ; dan klinkt het ruischen treurig en maakt eenzaam. Eenzaam. Dat zei een boer ook. Die was in Parijs geweest en in Duitschland, en nu vond hij 't hier maar 'n klooster. Vreemd was het, juist hier den naam van de groote lichtstad te hooren noemen ; maar het schijnt, dat de boeren in den zak van Z.Beveland veel gebruik maken van reisvereenigingen.

In Ovezande zagen we bij een klompenmakerij een geimproviseerden draaimolen, dien men hier op de foto kan zien. De dorpsjeugd behoeft zich dus Zondags niet te vervelen, waarop anders veel kans zou bestaan, want 't is een stil dorp.

De boomen, die vroeger aan het kerkje een buitengewone bekoring gaven, zijn weg.

Waarom toch ? Het trof ons, dat bijna overal het hout verdwijnt ; de hofsteden liggen kaal ; de meeste dijken zijn naakt en verlaten. In Schouwen doet men dat toch anders ; daar hooren de boomen bij het huis en als men ze rooit, plant men er dadelijk nieuwe.

Nu staat het kerkje te midden van suikerbieten, en dat is toch al te prozaïsch. Onder Ovezand troffen we waarempel de korenmolen aan, die vroeger in Goes op het Ravellijn stond, den z.g. Gortmolen. Zooiets doet je hart goed; een molen met een geschiedenis heeft men bewaard en een nieuwe plaats gegeven.

Ook onder Borsselen is veel hout verdwenen. Maar er zijn erger dingen. En erger is het, dat men bij de kruising Staartsche dijk en Mooldijk den weg, die over een onbewaakten overweg van de locaalspoor voert, zoo gemaakt heeft, dat het uitzicht er zeer onvoldoende is, en men bovendien een levensgevaarlijke bocht heeft te nemen. Dat is toch onbegrijpelijk. Hoewel niet goed te praten, kàn men toch nog eenigszins begrijpen, dat men niet alle bestaande gevaarlijke bochten en kruisingen zoo maar spoorslags opruimt, maar men mag zich toch niet aan de fout schuldig maken, het aantal gevaarlijke punten met een te vermeerderen. Hopelijk nemen de autoriteiten op dit punt eens een kijkje.

Borsselen is een der meest typische dorpen in Zeeland, omdat 't zoo weinig Zeeuwsch is. De torenspits steekt maar juist boven de boomen uit, maar dat is een wonder, want deze miniatuurkerk kan men wel zóó in zijn vestzak steken.

Het plein met zijn hooge olmen is zoo groot, dat men er gemakkelijk een regiment soldaten zoo kunnen opstellen. Er zijn prachtige hoekjes, oude huisjes met klimop begroeid en er is een klapbank, waarop de dreigende waarschuwing : hoort - ziet -zwijgt - te lezen staat. (Hoe men iets kan hooren, wanneer ieder zwijgt, was ons overigens een raadsel).

We gaan het dorpscafé binnen. Daar treft het prachtige oude tegelwerk, dat bijna twee wanden in beslag neemt. Het zijn de mooie violette geglazuurde tegels ; meest tafereelen ontleend aan den Bijbel. Men kan daarop zien hoe Cain Abel versloeg, hoe Jezus den blinde ziende maakte en hoe Job eenzaam op zijn mesthoop zat.

Alle primitieve voorstellingen, maar juist daardoor treffend. Ook boerentafereeltjes ziet men er, en in het midden is er als pièce de milieu één groot tegelwerk, een Jan Steen tooneeltje met op den achtergrond gaai schietende boeren (zie de foto).

De eigenares van deze kostbaarheden is gelukkig goed Zeeuwsch en heeft reeds menig verleidelijk aanbod van opkoopers van de hand gewezen.

De tegels vindt men hier veel. Ook in een molenaarswoning zagen we er zeer bijzondere ; een hemelsblauw baksteenpatroon en in het midden violette bloemornamenten.

We verlaten Borsselen en volgen den Zeedijk; daaraan loopt parallel de locaalspoor. Onder den rook van Ellewoutsdijk, dicht bij Coudorpe ligt een fraaie vluchtheuvel, dien we hier afbeelden.

Ellewoutsdijk heeft een monument, waarop het trotsch kan zijn : het oude slot, dat doet denken aan een miniatuur Moorsch paleis. Wanneer het kleiner was, zou het in deze omgeving wellicht misstaan, maar waar het groot is, en bovendien bijna alles in front is gebouwd, lijkt het wel, of men in 'n oude Spaansche stad wandelt.

De toren van Ellewoutsdijk moet noodig gerestaureerd worden ; trouwens het slot heeft dit ook wel noodig.

Aan den zeekant ligt het oude fort, dat tijdens de mobilisatie heeft dienst gedaan; het is een vierkant plomp ding, dat weinig waarde heeft, zoowel uit een oogpunt van schoonheid als uit een militair oogpunt.

Van Ellewoutsdijk weer het land in en door een wirwar van landweggetjes terug.

's Heerenhoek en Heinkenszand hebben we niet vergeten, maar daarheen gaan we later nog eens, omdat daarvan zeer uitvoerig bijzondere dingen te vertellen zijn. Geduld dus, zooals wij óók geduld moeten hebben tot zich de gelegenheid opent voor een nieuwen tocht!