De Zeeuwsche Editie 1929, tekst nummer 26

Vorige nummer Volgende nummer OverzichtOnline zoeken

Een Oud Zeeuwsch Muziekgezelschap

Op tweeden Pinksterdag vierde het fanfare-gezelschap Eendracht maakt Macht" te Kruiningen zijn vijf-en-zestigjarig bestaan. Ter gelegenheid van dit feit organiseerde de bond van Harmonie- en Fanfaregezelschappen in Zeeland zijn elfden Provincialen Bondswedstrijd te Kruiningen, en we plaatsten te dier gelegenheid eenige kiekjes van de feestelijkheden. Plaatsgebrek verhinderde toen het opnemen van een kleine historische beschouwing, welke ons van bevriende zijde werd toegezonden. Echter, wat in 't vat is, verzuurt niet, en we achten het nog niet te laat om nog eens het licht te laten schijnen op de omstandigheden welke in dien lang vervlogen tijd aanleiding gaven tot het oprichten van deze muziekvereeniging, welke met al haar zuster vereenigingen deze goede eigenschap deelt, dat ze in het bestaan van zeer velen een vroolijke noot brengt en op de anders vaak stille dorpen heel wat menschen behoedt voor verveling met al de gevolgen van dien.

1864-1929, voorwaar een eerbiedwaardige leeftijd. Het is dan ook een van de oudste muziekvereenigingen in Zeeland. Een tijd vol afwisseling heeft het gezelschap doorgemaakt, een tijd van glorie, een tijd van alleenheerschappij op de Zeeuwsche eilanden, die het door slechts enkele vereenigingen, en dan nog in Vlaanderen, betwist werd.

Van dien glorietijd getuigen de bekendheid van het corps, de concerten, die gegeven werden in Goes en Middelburg, later in de Rotterdamsche Diergaarde, Antwerpen, Brussel; de vooraanstaande steden zoowel van Holland als van België noodigden het gezelschap op hun wedstrijden en festivals, waarvan het menigmaal bekroond huiswaarts keerde. Door de omliggende plaatsen werd het bij alle feestelijke aangelegenheden aangezocht ; geen wonder dat niet alleen Kruiningen, maar ook de ongeving trotsch op het gezelschap was.

De oprichting ervan was het gevolg van een eigenaardigen samenloop van omstandigheden.

In 1864 vierde te Kruiningen een echtpaar zijn 60-jarige echtvereeniging en de feestgrage bevolking greep dit betrekkelijk zeldzaam voor komende geval aan, om het tot een feestdag voor het geheele dorp te maken, en tegelijkertijd van hun meeleven blijk te geven. Men organiseerde een soort optocht, waarbij het echtpaar, in een versierden kapwagen gezeten, vergezeld door de burgerij, een omgang door het dorp zou, maken. Bij een optocht hoort natuurlijk muziek, en men zag wel in dat men, om den stoet te begeleiden en er de vroolijkheid in te houden, niet met de traditioneele trekharmonica kon volstaan. Gelukkig telde het dorp onder zijn inwoners eenige voortreffelijke muzikanten. De oplossing was gevonden. De muzikanten gingen zich oefenen in het samenspel, tot de bewuste dag was aangebroken.

Op den dag van het feest stelden ze zich aan de spits van den stoet. Indrukwekkend was de optocht. Niet weinig droeg daartoe bij de medewerking van het muziekgezelschap, wat ook niet te verwonderen is, als men bedenkt dat de bezetting van het gezelschap bestond uit een fluit, twee clarinetten, een klephoorn en een schutterstrom die duidelijke sporen vertoonde van zijn ervaringen tijdens den tiendaagschen veldtocht.

Aangemoedigd door de bijvalsbetuigingen die den muzikanten ten deel vielen, besloten zij zich blijvend te vereenigen zoo spoedig mogelijk uitbreiding aan het gezelschap te geven, doch voor dit laatste was geld noodig.

De hopman van het handboogschuttersgilde "De drey Korenbloemkens, in minnen verzaemt" wist die bezwaren te ondervangen. (De naam van dit gilde herinnert sterk aan den rederijkerstijd, en naar alle waarschijnlijkheid had het gilde aan een dergelijke rederijkerskamer zijn bestaan te danken).

Hij (de hopman) wist bij zijn leden den trots op het bezit van een eigen muziekgezelschap op te wekken en hen zoodoende te bewegen een renteloos voorschot beschikbaar te stellen voor den aankoop van instrumenten, ten bedrage van honderd gulden, verdeeld in obligaties van vijf gulden.

De geldelijke bezwaren waren nu opgeheven en kort daarna kwam men tot de oprichting van het eigenlijke "Eendracht maakt Macht" dat weldra uitdijde tot een voortreffelijke harmonie, die tot de jaren 1914-1918 zijn reputatie van een der beste Zuidelijke gezelschappen te zijn zou handhaven. Veel droeg tot de bekendheid bij het feit dat "Eendracht maakt Macht" om de vijf jaar zijn "lustrums" vierde door een festival, waaraan steeds door talrijke zustergezelschappen van heinde en ver werd deelgenomen.

Toen kwamen de noodlottige oorlogsjaren de meeste leden moesten zich in den militairen dienst begeven. Het onvermijdelijke gevolg was, dat de vereeniging stil gelegd moest worden. Kort na den vrede hervatte men de vereeniging; echter schaarden zich slechts enkele oude leden om hun vaandel; meest jonge krachten moesten de overigen vervangen ; de vereeniging had een gevoeligen klap gekregen, het "eendrachts-gevoel" scheen niet zoo sterk meer als voorheen. Toen de bond van Harmonie en Fanfarevereenigingen tot stand kwam, heeft ook "Eendracht maakt Macht" zich bij dien bond aangesloten, en het heeft zich, zij het met moeite, losgemaakt van de traditie - die om de vijf jaar een festival eischte - en zijn mede-bondsleden sindsdien tweemaal op een bondswedstrijd ontvangen.

De sporen van den malaise-tijd vervagen ; ook in de na-oorlogsche jaren werden weer nationale en internationale wedstrijden en festivals bezocht, en nog steeds heeft de naam en de plaats van herkomst van het gezelschap een bekenden klank in Holland en Vlaanderen. Hopen we, dat Kruinigens fanfare, die trotsch op een glorierijk verleden kan bogen, ook in de toekomst, onder de leiding van haar eminenten directeur, haar zinspreuk indachtig zal blijven, en dat haar streven zij, die steeds meer te verwezenlijken.

v. N.

 

Een Tak van Arbeid die verdwijnt

Het is de oude geschiedenis. welke zich altijd weer herhaalt: het oude dat door het nieuwe wordt verdrongen; het goede dat plaats moet maken voor het betere. Ook in den tak van arbeid, waarvan we op deze bladzijde eenige foto's geven, en waardoor aan velen nuttige en productieve arbeid werd verschaft : we meenen de oester-industie. Neen lezer, wees niet bang! We brengen u nu eens niet naar de putten, waarvan we reeds verschillende malen de bijzonderste foto's reproduceerden. We blijven op den wal en zullen het ditmaal eens hebben over de bereiding der oesterpannen, juist deze laatste zijn het, over welker verdwijnen we hierboven schreven. Vroeger werd in de oesterkultuur altijd gebruik gemaakt van witgekalkte pannen, die werden uitgezaaid op de perceelen, en waaraan het oesterbroed zich hechtte. Deze methode is langzaam maar zeker vervangen door het uitzaaien van kokhanen-schelpjes, waaraan zich het oesterbroed even goed vasthecht. Dat zulks een verbazende besparing aan arbeid geeft, laat zich denken. Zag men vroeger te Ierseke langs den Zeedijk zoo ver het oog rijkte. groote stapels witte pannen, wat 'n pittoresk gezicht opleverde, op heden ziet men ze nergens meer. Ja toch! Een abonné van onze Zeeuwsche editie kwam ons vragen nog eens een foto te komen maken van de laatste campagne dat hij, als wel de laatste die nog pannen gebruikte, pannen verhandelde: ook hij hield op met pannen zaaien. We vonden het zeer interessant om onze lezers, naar aanleiding van dat feit, nog eens een en ander van dat verdwijnende bedrijf te kunnen toonen.