Ons Zeeland 1927, nummer 8

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE BEVELANDSCHE WEEK

De moord in Ierseke; Ds. Kersten bij de begrafenis; over onze verbinding met Brabant; van een jubileum en van de victorie die in Heinkenszand aanvangt.

De moord in Ierseke op den 35-jarigen melkventer M. Biersteker - vader van 10 kinderen - heeft niet alleen in het oesterdorp, doch in ons geheele gewest veel beroering gewekt. Toen Dinsdag op de Goessche markt nadere bijzonderheden van het drama bekend werden, dacht of sprak men over niets anders meer.

Hoe het gebeurde zich heeft afgespeeld, wie als de vermoedelijke dader werd gearresterd ondanks zijn verzekering dat hij niets met den moord had uitstaande, behoeft hier niet meer te worden herhaald, de nieuwsbladen hebben het tragische voorval uitvoerig genoeg belicht. Terwijl we dit schrijven zijn trouwens geen nieuwe bewijzen, die de schuld van den aangehoudene onomstootelijk zouden vaststellen, bekend. Zoodra de aangeklaagde voor de Middelburgsche rechtbank terecht zal staan, kan blijken of de publieke opinie, die A. R. schuldig heeft bevonden, het ditmaal bij het rechte einde had.

Het medelijden met de achtergeblevene weduwe van Biersteker en met zijn 10 kinderen, was algemeen. Bij medelijden alleen is het gelukkig niet gebleven, in Ierseke heeft zich aan het einde der vorige week een comité gevormd, dat beoogt een klein fonds voor de nagelaten betrekkingen van het slachtoffer bijeen te brengen. Het is te hopen, dat deze daadwerkelijke menschenliefde den steun zal hebben van de geheele provincie.

De begrafenisplechtigheid, die de vorige week Vrijdag is gehouden, werd geleid door Ds. Kersten, tot wiens kerkgenootschap A. R. en Biersteker behoorden. Ds. Kersten wees er in zijn toespraak op, dat dit geval de Goddelijke gerechtigheid eischte, in verband waarmede bij de overheid aangedrongen moest worden op wederinvoering van de doodstraf.

Toespraken als deze bij een open groeve willen er bij schijver dezes niet in, omdat het kerkhof toch eigenlijk geen plaats is om de wraak te prediken. Wraak is er op deze wereld al genoeg: menschenliefde te weinig. Ook is dit Ierseksche geval, dat ieder weldenkend mensch verontwaardigd zal hebben gemaakt, en dat velen zal hebben doen vergeten, dat bij den moord twee onschuldige partijen zijn betrokken: het huisgezin van het slachtoffer en het huisgezin van den dader. Over het laatste is dezer dagen met geen enkel woord gerept. Zijn de vrouw en de kinderen van A. R. - zoo deze schuldig wordt bevonden - echter niet evenzeer, misschien meer nog te beklagen dan de treurenden in het huisje van Biersteker, waar één plaats nooit meer zal worden ingenomen?

Als men dit bedenkt en zich dan de woorden van Ds. Kersten op de begraafplaats herinnert, wordt men kregel.

Liefde heeft deze wereld noodig, niet de wraak die al eeuwen bewezen heeft, het menschdom niet beter te maken.

x

Onze verbinding met Noord-Brabant, met een groot woord wel: hoofdverkeersader van Zeeland geheeten, heeft er zich al lang op kunnen beroepen in het middelpunt der belangstelling te liggen. Zij, die wel eens van dezen weg gebruik maakten, weten wel waarom. De toestand was er meer dan treurig, vooral in den Caterspolder. Zelfs de besturen van de A. N. W. B. en de K. N. A. C., hebben hun invloed doen gelden om dezen weg te doen verbeteren. Van den minister is thans het verblijdend bericht gekomen, dat het in de bedoeling ligt om in 1927 met den aanleg van het gedeelte van den verbindingsweg Zeeland-Noord-Brabant in den Caterspolder te beginnen en de verbetering regelmatig voort te zetten.

Dit betreft dus de uitvoering van het plan van den rijkswaterstaat, dat we eenige maanden geleden in "Ons Zeeland" ter sprake hebben gebracht.

Komen er geen nieuwe hinderpalen, dan zal de misère van den Zeeuwschen hoofdweg spoedig geleden zijn en zal onze provincie meer aantrekking verkrijgen voor automobielen, die er nu tweekeer overdachten alvorens lijf en goederen op den verbindingsweg met Noord-Brabant te wagen.

Zoo langzamerhand komen we wel waar we wezen moeten.

x

Ellewoutsdijk heeft dezer dagen de bloemetjes buiten gezet naar aanleiding van de zestig-jarige echtvereeniging van M. Geerse en diens vrouw J. Krijger. Dit was het vierde feest in een halve eeuw van dien aard. De gemeente heeft zich niet onbetuigd gelaten en door vlaggen en andere uitingen te kennen gegeven, dat zij met 60-jarige huwelijken sympathiseert. Des middags bood de feestcommissie namens de bevolking een stoffelijk blijk van belangstelling aan, waarbij o.a. de burgemeester het woord voerde. Het fanfare-gezelschap "Prinses Juliana" van Baarland, bracht een serenade en daarop" deed het bruidspaar per auto onder de opwekkende tonen der muziek een tocht door het dorp. Bijna alles liep in den stoet mee en toen deze eindelijk weer bij de woning van het bruidspaar was aangekomen, lieten zich de beide zangvereenigingen hooren.

Voor de krasse oudjes en de familie was de huldiging een treffende gebeurtenis.

x

Men zal zich herinneren, dat ik destijds, over landverhuizing schrijvende, betoogde, dat men er hier niet zooveel voor gevoelde. Men liep wel de gratis-lezingen en bioscoopvoorstellingen over emigratie af, maar tot daden kwam men niet. Een bericht uit Heinkenszand doet inzien, dat er uitzonderingen op den regel bestaan. Vijftig personen, oud en jong, staan daar op het punt om de bekende omgeving te verlaten en te trachten in Canada een werkkring te vinden, die hier buiten het bereik ligt.

Dit bericht bewijst dat het geslacht der Hollandsche pioniers nog niet is uitgestorven, en dat de vrees voor het onbekende niet zoo algemeen is als destijds werd verondersteld.

Begint in Heinkenszand de victorie?

A. M. D.

DE KALENDER DER NOORDGROEP

Klachten over het mosselbedrijf; vrees voor de schendende hand; over de Zierikzeesche gasfabriek en over een pluimveetentoonstelling.

Reeds eerder mochten we onder dit hoofd eens het een en ander mededeelen over het mosselbedrijf in Zeeland en wel speciaal te Bruinisse, waar van ouder tot ouder, door een groot deel der bevolking deze visscherij wordt uitgeoefend, met meer of minder succes. In den laatsten tijd gaat het met het mosselbedrijf, om een zachten term te gebruiken, niet best. Moordende concurrentie en lage valuta zijn twee factoren, die het Zeeuwsche mosselbedrijf geducht hebben geknauwd.

Eenigen tijd geleden is door een te Bruinisse gevestigde vereeniging, welke de belangen van schippers en visschers voorstaat, tot den minister van financien het verzoek gericht om van overheidswege in te grijpen in den noodtoestand. Daarop is toen bericht, dat de minister te zijner tijd zal bepalen, of, en zoo ja, hoeveel pachtvermindering noodzakelijk zal zijn. Van die pachtvermindering is tot heden weinig gekomen, maar wel heeft het bestuur der Visscherijen op de Zeeuwsche stroomen aan de mosselkweekers bekend gemaakt, dat de mogelijkheid is geopend om de thans in pacht zijnde perceelen in te geven, een gevolg van de vele klachten allerwege geuit over de onmogelijkheid om de pachten te kunnen opbrengen.

x

Rooilijnen kunnen in gemeenteraadszittingen onbelangrijke punten van bespreking vormen, maar een enkele keer verdienen ze wel eens meer dan anders de aandacht. In de laatste vergadering van den Zierikzeeschen gemeenteraad moest de rooilijn voor het Westen van het Vrije worden vastgesteld, met het oog op den woningbouw aldaar. Dit stadsdeel - het Vrije - is een der aardigste plekjes van ons stadje en wel daardoor, omdat men nergens beter dan daar het silhouet van de oude huizen en gebouwen, waaraan Zierikzee rijk is, kan waarnemen. Een zoo'n typisch stadsgezicht vindt men vrijwel nergens mee in ons land. Geen wonder dat er in den raad stemmen opgingen om dat typische stadsbeeld ongerept te bewaren. Toen de voorzitter echter de verzekering gaf, dat hij persoonlijk er voor zorg zou dragen dat de Westzijde van het Vrije niet zou worden bebouwd, ging het voorstel er door.

x

Meer tegenkanting ondervond het voorstel om in de gasfabriek - het smartekind dier gemeente - ingrijpende veranderingen aan te brengen, waarvan de kosten worden geraamd op fl 49.000. Twee leden der vorige gascommissie konden zich met deze voorstellen die een uitvloeisel waren van de gegeven adviezen door den rapporteur, welke den vorigen zomer een uitgebreid onderzoek op de fabriek had ingesteld - niet vereenigen, terwijl een hunner opmerkte, dat wanneer men den weg opgaat door den rapporteur aangegeven, dit de gemeente duizenden zal kosten. De burgemeester, die thans van de nieuwe gascommissie voorzitter is, verklaarde, dat geen dingen aangeschaft zullen worden, die niet in het voorstel tot verbetering stonden, maar alleen datgene wat noodig is om de fabriek aan den gang te houden en om te voorkomen dat men niet in den donker komt te zitten. Zoover wilde men het niet laten komen en de voorstellen der nieuwe gascommissie gingen er met meerderheid van stemmen door. Een lid der nieuwe commissie zorgde voor een verrassing, Tijdens de zitting kondigde hij aan, dat hij op de gasfabriek dingen had ontdekt, die het daglicht niet kunnen zien en daarvan zou hij in een geheime vergadering mededeelingen doen. Na de openbare zitting ging dan ook de raad in comité-generaal en viel voor pers en publiek het scherm.

x

IJverig wordt door de besturen van de pluimveevereeniging "Excelsior" en de "V. P. Z." gewerkt aan de voorbereidende maatregelen, die noodig zijn voor de te Zierikzee eind Maart a.s. te houden provinciale pluimveetentoonstelling. Het aantal liefhebbers van pluimvee is in de laatste jaren op Schouwen-Duiveland sterk gestegen, vooral het kweeken en houden van mooie hoenderrassen, een soort sport dus.

Op de komende expositie zal de heer Muijs uit Amersfoort, - die reeds meermalen als zoodanig zijn krachten gaf -, als keurmeester optreden voor de sportklasse, terwijl de heer van Asperen Vervenne de jury uitmaakt voor de bedrijfsklasse. Ook de bijenvereeniging "Schouwen-Duiveland" en de postduivenvereeniging "Prins Hendrik" nemen aan de tentoonstelling deel.

M. d. P.

DE WEEK OP WALCHEREN

Een vrouw over beroepskeuze; de autobus-concessie Middelburg-Domburg; een nieuwe beurs; bebossching der duinen; een record en een onbegrijpelijke maatregel; over het Vlissingsche Ziekenhuis en over een kwijnend stadje.

Middelburg werd op uitnoodiging van de Vereeniging voor Beroepskeuze door mej. Anna Polak, directrice van het Nationaal Bureau voor Vrouwenarbeid een lezing gehouden over Beroepskeuze voor meisjes. De begaafde spreekster zette uiteen, wat naar haar meening 't richtsnoer moet zijn der vereenigingen voor beroepskeuze. Vooreerst erkenning van de gelijkgerechtigheid van man en vrouw, jongen en meisje, en ten andere, dat er moet gestreefd worden, de rechte man en de rechte vrouw op de rechte plaats te brengen. Daartoe dient ook de vrouw een plaats te worden ingeruimd in de Vereenigingen voor Beroepskeuze. Zij vond gelegenheid er op te wijzen, hoe er voor de vrouw verschillende wegen openstaan om zich voor de maatschappij en zichzelven nuttig te maken; hoe er bepaalde beroepen zijn, uitstekend voor de vrouw geschikt en omgekeerd; ook ongeschikt. Na de pauze vond zij gelegenheid op verschillende haar gestelde vragen te antwoorden en aldus nader haar standpunt te doen kennen. Met dank aan de spreekster werd de vergadering door den voorzitter gesloten.

x

Een bericht in de bladen over de concessie voor autobussen, doet ons zien voor welke moeilijke questies de Gedeputeerde Staten worden geplaatst. Het gold de vraag, aan wie concessie voor den autodienst Middelburg-Domburg zal worden verleend, aan den Stoomtram "Walcheren" of aan de N.V. welke sinds 2 jaar dit traject exploiteert. Gedeputeerden konden het nog niet eens worden, 't geen zeer begrijpelijk is. Zij toch zullen in de eerste plaats zich afvragen, waardoor de geregelde verzorging van het verkeer het best verzekerd is, en met bijzondere belangen in mindere mate rekening moeten houden dan met algemeene. Het moet erkend worden, dat beide gegadigden beschikten over keurig materieel en geschoold personeel, dat beide den dienst uitstekend verzorgen en dat op beider belangen moeten gelet. Het wil velen hier voorkomen, dat Gedeputeerden niet zullen mogen nalaten in aanmerking te nemen, welke der beide concurrenten financieel het krachtigst is, opdat de continuïteit van den dienst het best verzekerd zij. Ook zal ongetwijfeld worden overwogen, dat door toekenning der concessie aan de N.V. Walcheren, de reeds lang voor Walcheren begeerde ceintuurbaan werkelijkheid zal worden. In beperkte mate is die toestand thans reeds een feit. Daartegenover moet erkend worden, dat de N.V., die reeds 2 jaar deze route tot volle tevredenheid van het publiek exploiteert een dankbare erkenning harer diensten in den vorm der concessie wel verdiend zou hebben. De belangen der aandeelhouders mogen buiten het geding blijven. Zooals men begrijpen zal, wordt door direct-belanghebbenden de beslissing met groote belangstelling tegemoet gezien; maar ook het publiek is belanghebbende en wel in sterke mate. Het is te hopen dat alleen het publiek belang den doorslag zal geven.

x

Middelburg is al weer een instelling rijker geworden. Het heeft een postzegelbeurs gekregen. Deze wordt elken Zaterdagmiddag van 2-4 ure gehouden op de Graanbeurs. Blijkens de mededeelingen, welke mij ter oore kwamen, is de eerste beursdag een succes geworden; vooral de jongeren waren sterk vertegenwoordigd met hun ruilboekjes en deden voordeelige "zaken". Het initiatief tot deze beurs is uitgegaan van de vereeniging Middphi.

x

De bebossching van de duinen te Oranjezon, op het gebied der Middelburgsche Duinwaterleiding, welke sedert eenige jaren wordt toegepast, is in de laatste weken met kracht aangepakt. Teneinde, in verband met de open leidingen, verstuivingen tegen te gaan en den invloed daarvan op de watervoorziening te voorkomen, werd indertijd tot dien maatregel besloten. Tegelijk beoogde men daardoor de aantrekkelijkheid van het duinlandschap te vergrooten. Deze maatregel vereischt evenwel veel handen en geld. Het gemeentebestuur heeft nu bij wijze van werkverschaffing een veertigtal arbeiders in dienst gesteld om het noodige grondwerk te verrichten en de aanplanting in snel tempo te doen geschieden. Het geregeld vervoer dier arbeiders van en naar Middelburg geschiedt door autobussen. Het effect, dat van dezen maatregel verwacht wordt, wettigt de gemaakte kosten ten volle, er wordt productieve arbeid verricht.

x

Ten opzichte van de Vlissingsche mailroute viel de vorige week een record te boeken. De mail beliep toen één keer zelfs 2000 zakken. Vroeger werd zelfs de grootste mail eerst ingeladen en eerst dan het sein van vertrek voor den trein gegeven. Nu evenwel liet men den trein vertrekken, vóór deze belangrijke mail was overgebracht; zoodat plm. 800 zakken bleven liggen, om met den volgenden sneltrein te worden verzonden. Waarom toch die maatregel? Men laat een mailtrein loopen en de mail gedeeltelijk liggen! Welke kwade geest heeft aan Staatsspoorwegen deze wijsheid in 't oor geblazen? Stelt men dan geen prijs meer op 't behoud van een zoo belangrijke transitomail?

x

De ziekenhuiskwestie te Vlissingen nadert langzaam aan hare ontknooping. Voor den Raad van State, afdeeling Geschillen van Bestuur, is Woensdag j.l. deze questie behandeld en hebben vóór- en tegenstanders van nieuwbouw hunne argumenten kunnen plaatsen. De financieele toestand van het oogenblik en in de toekomst evenwel zijn verre van rooskleurig te noemen en verschillende keeren hebben, na de toelichting van het beroep door den Burgemeester, daarop het volle licht doen vallen. Vooral de meening van den Wethouder van financiën zal van beslissenden aard zijn, alsook de zienswijze van Dr. Staverman, die wijst op de aanwezigheid van het R.K. Ziekenhuis te Vlissingen en den geringen afstand van Middelburg. (7 K.M.). De Koninklijke Beslissing volgt later. De kans, dat deze den gemeenteraad in 't gelijk zal stellen, schijnt niet bijster groot te zijn.

x

In verband met de plaatsruimte, waarover we beschikken, is het ons niet mogelijk zelfs maar in extenso melding te maken van elke "troonrede", waarmee de burgemeesters der diverse Walchersche gemeenten het jaar plegen te openen. We maken voor ditmaal een uitzondering voor Veere. In de raadszitting van Vrijdag 4 dezer deelde de voorzitter mede, dat dit plaatsje in den laatsten tijd aardig aan het opkomen, door het weggaan der Fokkerfabriek aanzienlijk in inwonertal is teruggegaan en oeconomisch sterk heeft geleden. Het aantal ingezetenen daalde van 1100 zielen tot beneden 1000 en in verband daarmee gingen de inkomsten der gemeente achteruit, Het was met kennelijk leedwezen, dat deze inlichtingen werden gegeven en we begrijpen ten volle de gevoelens, waarmee de harten der Veerenaars deze mededeelingen hebben ontvangen. Het is hard te moeten ervaren, dat alle inspanning tegen achteruitgang en verval nutteloos is.

J. V.

DE WEEK IN ZEEUWSCH-VLAANDEREN

Het onderwerp, dat aan de orde van den dag is; de opmerkelijke rede van den burgemeester van Terneuzen; over de toekomst van den tuinbouw en over een 40-jarig jubileum.

Alweer over de bestrijding der werkloosheid. Niet, omdat ik dit vraagstuk telkens naar voren wil schuiven, maar omdat het hier aan de orde van den dag is.

We hebben hier een speciale commissie voor dit doel, n.l. de commissie voor de werkverruiming in Zeeuwsch-Vlaanderen. Deze heeft thans aan eenige gemeentebesturen verzocht door steun aan de vlasindustrie te verleenen de werkloosheid te helpen verminderen.

De vlasindustrie kwam hier vóór den oorlog niet in belangrijke mate voor, maar in de oorlogsjaren, zoo van 1915-1919, viel er in de vlasserijen grof geld te verdienen - ook de smokkelhandel in vlasproducten bloeide -, zoodat de zwingel-inrichtingen, etc in grooten getale verrezen. Deze industrie scheen voor Zeeuwsch-Vlaanderen veel te beloven, maar na den oorlog, toen de winsten verminderden en er slechte jaren met vrij groot verlies volgden, bleken deze jonge ondernemingen nog te weinig weerstandsvermogen te bezitten en moesten het, de een voor en de ander na, tegen de economische misère afleggen. Zonder steun zal deze nijverheid er wel weer niet boven op komen, maar aangezien de werkloosheid zoo groot en het aantal arbeidskrachten in een vlasserij vrij belangrijk is, wilde bovengenoemde commissie een poging wagen. Ze klopte bij enkele gemeentebesturen aan en dat van Axel was wel bereid tot medewerking. Een Raadslid werd aangewezen, dat in die commissie namens het gemeentebestuur zal zitting hebben.

Dat gaat dus den goeden kant uit.

Hetzelfde kan gezegd worden van de besluiten van de gemeenteraden van Hoek en Terneuzen, die weer in een geheel anderen vorm hun medewerking verleenden, teneinde het aantal werkloozen te verminderen.

Daar zijn in die gemeenten, zooals wellicht in meerdere plaatsen, personen, die wel naar Canada willen emigreeren, maar die niet over voldoende contanten beschikken, om hun voornemen tot uitvoering te kunnen brengen. Eenig geld hebben emigranten toch altijd noodig, niet alleen voor de reis, maar ook voor de levensbehoeften in den allereersten tijd na aankomst in Canada.

Welnu, de gemeenteraden van Hoek en Terneuzen besloten aan enkele serieuze personen, van wie men op goede gronden mag verwachten, dat zij in Canada slagen zullen, een voorschot te verleenen voor een zeker bedrag, dat deze emigranten noodig hebben (ongeveer fl 130.- per persoon). Een besluit, dat zeker toejuiching verdient. Alleen had de gemeenteraad van Hoek de onkieschheid om de diverse personen in het openbaar te bespreken. Wat voor zin heeft het, zou ik willen vragen, om de doopceel van die menschen, alleen, omdat ze emigreeren willen, in 't openbaar te lichten?

De gemeenteraad van Oostburg hield een dergelijk voorstel tot voorschot-verleening nog aan, omdat de leden er nog niet zoo zeker van waren, dat voorschot met interest zouden worden terugontvangen.

x

Een opmerkelijke Nieuwjaarsrede wil ik nu even bespreken. De Burgemeester van Terneuzen wilde zich in de Raadsvergadering van 3 Februari niet, zooals in Nieuwjaarsredevoeringen zoo dikwijls gebeurt, verdiepen in het verleden, doch wilde liever enkele perspectieven openen over de toekomst van het stedeke. Hij raadde de verschillende politieke partijen aan, deze punten van zijn program eens te bespreken met de eventueele candidaten voor het Raadslidmaatschap.

De Neuzensche Burgemeester noemde o.a. op: uitbreiding van los- en laadplaatsen voor de binnenvaart, verplaatsing van de vluchthaven, verbinding van het daar liggend eiland met den vasten wal, uitbreiding van los-, laad- en opslagplaatsen langs de beide kanaaloevers tot Sas van Gent (waarvoor samenwerking met het bestuur dezer gemeente noodig zal zijn) en - het meest gedurfde komt achteraan - gedeeltelijke overbrenging van het eindpunt der Maatschappij "Zeeland" uit Vlissingen naar Neuzen, teneinde een directe en snelle verbinding te krijgen tusschen Brussel en Londen via Terneuzen,

Vooral het laatste plan opent inderdaad ongedachte perspectieven voor het kleine Terneuzen. Een tusschenstation in het internationaal verkeer tusschen Brussel en Londen! Moge er inderdaad, maar dan niet alleen in de politieke partij-instanties te Neuzen, over gepraat worden!

x

Enkele maanden geleden schreef ik in deze rubriek over de toekomst van den tuinbouw in West-Zeeuwsch-Vlaanderen. Ik betoogde toen, dat men er in de eerste plaats op bedacht zal moeten zijn, te zorgen voor het snel vervoeren van fruit en groenten naar Vlissingen, opdat ze in zoo versch mogelijken toestand daar ter veiling arriveeren. Het kan natuurlijk ook zijn, dat men zich voor den afzet der tuinbouwproducten wenden zal tot België, maar daarvan is mij niets bekend.

Nu hield dezer dagen te Hoek - dus in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen - de tuinbouwvereeniging hare eerste algemeene vergadering. Uit de opgaven ter vergadering bleek, dat er alleen in die gemeente thans reeds 15 gemet land voor tuinbouw is ingericht, wat zeer zeker al een belangrijke oppervlakte is.

De vergadering besloot te onderhandelen met de te Hulst bestaande vereeniging, teneinde te komen tot centralisatie en gezamenlijke veiling. Dit is zeker een stap in de goede richting.

Wie weet, of we in de naaste toekomst hier in de bodemcultuur niet een groote verandering zien plaats grijpen. Ons district is nu een sterk overwegend landbouwgebied, maar het lijkt me niet onmogelijk, dat, evenals dat op Zuid-Beveland is geschied, de tuinbouw al meer den landbouw gaat verdringen.

Er is landhonger. Tal van boerenzoon's willen een bedrijf gaan beginnen, maar het lukt hun niet. Om een eigen landbouwbedrijf op te zetten, heeft men een flinke oppervlakte aan grond noodig. Maar voor tuinbouw is kleiner gebied noodig. Meer liefhebbers kunnen dus worden geholpen, meerdere arbeidskrachten vinden werk dan in den landbouw, terwijl de financieele uitkomsten over enkele jaren genomen zeker niet ongunstiger zijn dan in den landbouw.

Het komt er nu maar op aan, dat in dezen de leiding krachtig en deskundig is, dat men zich door tegenslagen in 't begin niet laat ontmoedigen en dat de adspirant-tuinders al hun best doen, om spoedig de noodige theoretische en practische kennis op te doen.

x

In Axel bereidt men zich weer op feestviering voor. De Vereeniging tot bevordering van Vreemdelingenverkeer zei toe, medewerking te zullen verleenen bij de viering van het 40-jarig bestaan van de muziekvereeniging "Concordia". Voorts wil zij op Koninginnedag een kinderfeest organiseeren en daaraan een huisvlijttentoonstelling verbinden. Nu, de kunst van feestvieren verstaat men in Axel wel.

Z. V.

 

IK WEET NIET ..... MAAR ......

.... het komt me voor, dat geen land ter wereld zulk een prachtige en vooral zulk een daadwerkelijke propaganda voert voor het stoutste volkenbondsidee: Europa zonder verdeelende inwendige grenzen - dan Holland. Bij alles wat de Hollander-in-bosjes nalaat of zich voorneemt te doen, vraagt hij zich af: "Hoe dien ik het best de internationale gedachte, hoe speel ik het klaar mijn egoïsme uit te schakelen, hoe kan ik overtuigend bewijzen dat mij het hemd niet nader is dan de rok. Het geheele leven van den bewoner van het lage land aan de zee is gebaseerd op het Rijk Europa, ingesteld op het zich altijd herhalende verlangen: alle andere landen in dit werelddeel goed te doen.

In dezen tijd, die een streep haalt door de goede voornemens, ontsproten aan den oorlog van 1914, doet iemand die den vrede lief heeft, verheugend aan. Hij staart met afschuw naar de landen in de omgeving die het woord volkenbond en vrede op de lippen doch de buskruit-grenzen in het hart dragen en zijn oog valt welgevallig op Nederland, dat niet moe wordt met de daad voor z'n idealen te strijden ten koste van eigen gewin. Wellicht werpt hij de vraag op: moet het prachtige streven van Nederland niet in breeden kring bekend gemaakt worden; moeten de staten, waar het lands-egoïsme hoogtij viert, niet attent worden gemaakt op het land van klei en zand met water, moeten er geen lange geschriften op groote schaal verspreid worden, die de rest van Europa kunnen doen inzien hoe ver Nederland hen voor is en hoe diep zij zich schamen kunnen over hun nalatigheden jegens de algeheele verbroedering.

Het komt me voor dat deze vraag bevestigend beantwoord dient te worden, en dat er staande de lezing van dit nummer van "Ons Zeeland" een bond van "internationale plichtenwijzers" opgericht moet worden, wiens eerste taak zal zijn aan alle Europeesche regeeringen een manifest van ongeveer de navolgenden inhoud, te zenden.

(Gelieve door te halen wat niet gewenscht is.)

Majesteit, Excellentie, mijnheer de President,

Kameraden. (Het laatste alleen te gebruiken voor

Rust-land.)

"Gezien er de laatste jaren veel gesproken is over eeuwigdurende vrede, over oorlog aan den oorlog en over verbroedering der volken:

Gezien het schoone doel en overdenkende, dat woorden wekken maar voorbeelden strekken:

hebben de "internationale plichtenwijzers", allen woonachtig in Nederland (liggende aan de zee ten Noorden van België en ten Westen van Duitschland) de eer u te wijzen op een kruimpje van het reuze-veel dat dit land reeds van den vrede van Munster af voor de internationale ideé heeft gepresteerd. Wij hopen, dat het u zal inspireeren tot navolging, dat het u zal doen overhellen naar de internationale liefdadigheid en de ware verbroedering, die de linkerhand niet laat weten wat de rechter doet.

Dat Nederland steeds zijn egoïsme kon afschudden en terwille van het doel altijd aan anderen den voorrang wist te geven, dankt het o.m. aan de opvoeding der jeugd gedurende vele geslachten. Hierdoor toch heeft langzamerhand de meening ingang kunnen vinden, dat binnen de grenzen van Nederland alles klein is, daar buiten alles groot. U zult ons toegeven dat een dergelijke meening voor de practijk van de Europeesche filantropie niet gemist kan worden. Het houdt het verlangen naar de buitenwereld levendig, het doet vreemde talen leeren, het bezorgt de hotelhouders buiten de Nederlandsche grenzen een ware bron van inkomsten. De zorg van het welzijn der niet-Nederlanders eindigt niet bij deze categorie van personen, er zijn voorbeelden te over om dit te bewijzen. Herinnert u slechts de duizenden die in het lage land aan de zee de gelegenheid kregen gedurende vele maanden een verkoudheid op te doen op Nederlandsche kosten. Het milde Nederlandsche hart heeft in de jaren van Europeesche ellende van groot en klein gesproken, zóó zelfs dat de liefdadigheid het karakter van een wedstrijd aannam. U zult dit met ons prijzen, zeer zeker als u weet, dat de animo voor weldoen het grootste is als het buiten onze grenzen wonenden betreft.

Wij zullen het bij vermelding van deze diensten, ten gerieve der algemeene verhouding, niet laten, omdat markanter gevallen ons ten dienste staan.

Zoodra België te kennen gaf, dat ze iets voor een belangrijk Nederlandsch bezit voelde, hebben we niet geaarzeld ons ideaal wederom te dienen. Gedeeltelijk geven we onze Zuidelijke buren het begeerde verdrag al, de rest komt ook, zelfs al zijn er velen die plots gaan aarzelen en het land-egoïsme willen dienen. Zij vormen een smet op ons internationaal wapenschild.

Gelukkig kan gemeld worden dat deze kleine smet weggepoetst zal worden door een andere daad, die niets te raden laat. In Vlissingen loopen wel eens booten binnen, die post vervoeren voor midden-Europa bestemd. Enkele waren zoo kortzichtig te denken, dat dit vervoer specifiek Nederlandsch moest blijven. Anderen, verder kijkend, brachten evenwel naar voren, dat niet aan het egoïsme mocht worden toegegeven en dat dit evengoed door een ander land zou kunnen geschieden. Zij deden de treinen die de post van de booten moesten overnemen daarom zóó vroeg vertrekken dat niet alle mail mee kon. Dit tactisch optreden heeft in de landen, die een mail kunnen gebruiken veel bijval genoten. Het zij hier slechts aangehaald als het jongste staal van de Nederlandsche breede internationale opvatting, die een ieder het zijne gunt.

Wij doen een beroep op Uw verlangen naar vrede. Schaart u achter Nederland, dient het groote streven en spiegelt u in de daden, waarin een klein volk zoo groot zal zijn.

Namens de internationale plichtenwijzers

............ enz."

Deze eerste brochure moet natuurlijk gevolgd worden door vele andere. Als de bond zijn taak goed opvat en Nederland voortgaat het treffende voorbeeld te geven, kan de volkenbond wel naar huis gaan.

EGO

 

DE VROUW AAN HET WOORD

Op mijn schrijftafel geuren lelietjes van dalen en een goede geest zette op de boekenkast een pul met zacht-paarse tulpen.

Ik ruik de lente!

En daarmee gaan mijn gedachten naar wat het komend voorjaar ons vrouwkes brengen zal.

't Zijn nog maar zachte geluidekes, die tot ons komen.

De jumper, mesdames, blijft het doen. En geen wonder ook! Zouden we niet noode afstand doen van dit gemakkelijke èn flattante kleedingstuk?

De jumper 1927 is eigenlijk een huichelaar. Je zoudt denken, dat het een aardig "hebbedingetje" was, eenvoudig van teekening, in ieder opzicht simpel. Stop! even een tusschenzin, iets, waar wij vrouwen sterk in zijn.

Simpel! 't is een woord waar het zwakke geslacht van tegenwoordig gaarne mee werkt.

Een simpel hoedje! een simpel japonnetje!

Arme hij, die het betalen moet. Als een vrouw thuiskomt en zegt, dat ze een simpel jurkje gekocht heeft,. ., man, pas dàn op je beurs! Tien tegen één, dat hij meer kan dokken, dan wanneer zijn liefelijke ega royaal-weg gezegd had: "Ik heb eens in je beurs geblazen en een dure japon gekocht."

Maar 't is het raffinement van de vrouw om met het woord simpel den prijs te drukken.

De jumper, die we zullen dragen is simpel = duur!

En dit is uitsluitend te wijten aan het fijne handwerk en de origineele details.

Zoo zagen we o.a. een jumper van zijde en wol in oranje. Op den onderrand waren Cubistische borduursels aangebracht in zwart en oranje. Deze jumper werd gedragen op een plooi-rokje van beige crêpe de Chine.

Wanneer u bij dit keurig geheel een vilt-hoedje in henna-bruin draagt, handschoenen, tasch en kousen in beige, dan kunt u regelrecht naar de Riviera gaan en er succes hebben.

De mondaine vrouw, die haar triomfen in Cannes viert, vergenoegt zich er niet mee, dat alle onderdeelen van haar toilet harmonieeren, ze zorgt er angstvallig voor, dat haar hondje niet uit den toon valt.

Moet ze het "woefje' nog koopen dan kiest ze er een, dat kleurt bij haar toilet, heeft ze er reeds een, dan houdt ze rekening met de kleur van het hondenbeest en is er zeker iets van zijn kleur in haar toilet te vinden.

Heeft Madame op haar roode vos, die zoo gracelijk van haar schouders afhangt, een bosje zoet-geurende violetten, op woefje's halsband is eveneens een klein tuiltje violetten gestoken.

Gelukkig maar, dat u en ik aan dergelijke mondaine malloterigheden niet mee doen. Toch is 't wel eens aardig ervan te hooren.

We zijn nu in den tijd van de bals en de avondfeesten. Misschien, mevrouw, heeft u een dochter, die haar entrée in de wereld moet maken en is 't u niet onverschillig te weten, wat ze bij deze joyeuse entrée zal dragen.

Onnoodig te zeggen, dat hierbij de grootste eenvoud betracht moet worden. Haar grootste sieraad is immers haar eigen mooie jeugd.

Crêpe Georgette en Mousseline de soie zijn de stoffen, die het meest verwerkt worden voor de avondkleeren van onze jonge meisjes.

En de kleuren? Bleu turquoise, vert d'eau, zachtrose, geheel wit.

Garneering? Een strik, een bloem, kleine knoopjes of heel fijne plooitjes.

We zagen een dot van een jurk van zacht-rose mousseline, waarbij het lijfje geheel glad was en het rokje gegarneerd met 15 ingehaalde, smalle lintjes, die in eenigszins golvende lijn opgewaaid waren. Het jonge meisje mag heel weinig sieraden dragen, hoogstens een fijn colliertje, een armband en één ring.

Een kleine, beschilderde of kanten waaier en een dancing-taschje, waar alleen maar plaats is voor een kleine zakdoek mogen haar vergezellen naar het eerste feest, dat haar hart sneller zal doen kloppen en een blos tooveren op haar teêre wangen,

E. B. B.

 

HET JOURNAAL VAN PHILEMON ZIJDEWIND

9 Februari. Afschuwelijke droom gehad vannacht. Een jeugdvriend van me, die wist, dat ik, als schooljongen, dubbeltje ingeslikt had, bij doorbijtpogingen, en nu blijkbaar op zwart zaad zat, achtervolgde me door dik en dun. Wilde jacht, Marathon, steeplechase; verloor terrein, werd neergeslagen en gelddorstige vriend, begon met behulp van 'n drilboor, de zilver-ader te ontginnen, welke hij in mijn corpus vermoedde. In doodsangst en zweetdroppelen wakker geworden.... foei, foei! Herinnering verder verontrust, door de wetenschap, dat ik gisteravond, op het overloopje staande, na rijp beraad, er niet toe kon besluiten af te dalen om deur op nachtslot te doen.

Moest Liesbeth eens weten! Niet dat ik bang ben van aard, maar teveel verantwoordelijkheidsgevoel.

Man en vader!

Hoop intusschen, dat vandaag niet zooveel meer gesproken wordt over gruwelijken moord te Ierseke. Zoo reeds erg genoeg!

10 Februari. Vanmorgen thermometer onder nul. Vermoeden dat de vijver voor ons huis toegevroren zou zijn, juist bevonden. Alleen in 't midden nog 'n kleine opening en daarin zwanen. Merkwaardige dieren. Ik wollen sokken en zooltjes in de schoenen, water vermijdende, toch behoefte aan hulpmiddel Purol, om springende voeten in toom te houden. Zij (de zwanen n.l.) zonder scha of schand kunnende vertoeven in ijzige bijt. Geen spier vertrekt in hun gezicht.... Spartaansch! Ze zien wel wit, maar dat komt niet van de kou, want van den zomer zagen ze ook wit.

Ontbijt niet zeer rustig: onderbroken door gezeur over schaatsen en bonzen van Liesbeth op de ruiten, daar ondernemende jongens, zich persoonlijk op de hoogte wilden stellen van des ijsvlaks draagkracht.

Wel hinderlijk, maar toch verheugend te zien, hoe dankbaar de jeugd daarbuiten voor de waarschuwingen was. Omkijken met lachende gezichten en steeds meer waaghalzen voor onze woning. Had toch liever, dat de buren ook eens iets in die richting deden. 't Lijkt wel, of altijd alles van één kant moet komen

11 Februari. Hemelsch weer! Lichte dooi. Eenige besognes in de stad. Heb glazenmaker ontboden. Wanneer ijs nog lang blijft, glasverzekering misschien voordeeliger. Ook telegram afgezonden aan oom en tante Habakuk-Vogelveer, wegens gouden huwelijksfeest; 50 jaar getrouwd; merkwaardig staaltje van uithoudingsvermogen, bij zulke bejaarde menschen. - Vanmiddag kennis gemaakt met logée van Breeduitstra. Gedrieën 'n wandeling gemaakt. De logée, mijnheer Kolobijn, gesproken over plannen in zijn streek, tot electrificatie; hij daar sterk tegen. Breeduitstra ried warm bemoeienis van provincie aan; aan het eerste tiental jaren geen gevaar voor oplichterij via een koperdraadje. Commissie ook zeer goed.... niet-werken. Veroordeelenswaardig sarcasme.

12 Februari. "China in Holland" heeft een ongeluksdag. Vanmorgen kachel aangemaakt met, wegens visite, niet-gelezen avondblad en Liesbeth volgt 't feuilleton. Toch te streng optreden verkeerd. In tranen, zenuwen en verbouwereerdheid, heeft 't kind nu ochtendvoer aan de kanarie en zangzaad aan de kippen verstrekt. Fatale gevolgen. De kanarie haalt den avond niet en de kippen kakelen als razenden. Anderen gelukkig niets bemerkt. Ik zwijg; ik houd niet van vogels. Ze zijn vuil (morsen maar jongens) en ondankbaar. Die hokken en kooien! En als je ze fatsoenlijk uit zou laten, smeeren ze hem; niet dat ik 't erg zou vinden, maar er zijn anderen.

13 Februari. Sterfhuis. De kanarie lag vanmorgen op dooie gemak met pooten omhoog. Aan tafel met de anderen over raadselachtigen dood gesproken. Sientje deed schuw. Goed kind, Jossie, in nieuwsgierigheid, standaard omgetrokken, kooi kapot. Jossie schreiend in donkere kast; Liesbeth wil geen nieuwe koopen ('n kooi n.l.). Gaat goed! Heb Jossie op m'n rug laten rijden en Sientje 'n fooitje gegeven. Wegens bevroren tuingrond de overledene op minder eervolle wijze begraven. Enfin, 't is zooals Wybo zei: beter tien vogels in de.... lucht, dan één in je hand.

14 Februari. Vond in 'n tijdschrift interessant artikel. Goed verwerkt en 's avonds in soos gesproken over 't nut der vitaminen voor rachitus-ratten. Veel succes. Alleen gooide Krimp van Dulmen kinderlijk met propjes papier. Breeduitstra hem op 't onvoegzame daarvan gewezen en, zeker om af te leiden, 'n Amerikaansche historie verteld. In Mexico, waar revolvers om niets uit den gordel vliegen, trad laatst in volkscafé een strijkje op, met meer ijver dan talent en herbergier daarom een bordje geplant met opschrift: "Niet schieten, want ze doen hun best". Tot mijn verwondering werd hierover zeer gelachen.

15 Februari. De kippen loopen opvallend verwaand en kakelen nog steeds als gekken. Wybo in vertrouwen genomen en van 't zangzaad verteld. Wybo, hij is no. 3 van zijn klas, meende dat het 'n soort onbevredigde hoogmoedswaanzin was. Hij heeft 'n verflenst bouquet in 't hok geworpen en sindsdien veel verbetering. Onderwijs tegenwoordig op hoog peil!

 

 

Praten is meestal gemakkelijker dan zwijgen, maar

tegelijk veel gevaarlijker.

 

TREFFERS EN POEDELS

Ierseke's Treurspel.

Teer aspect van vreedzaamheden,

kerkje, huisjes, weltevreden,

rossig rood van zonnegloren,

avondvrede lijkt geboren,

stramme stille Zeeuwsche erven,

niemand denkt daar wel aan sterven,

dorpje, lieflijk panorama,

zonder zonden, zonder drama ....

... lage huisjes, nauwe straatjes,

open-deure-burepraatjes,

criminaliteitsgeruchtjes

door de weeë oesterluchtjes,

thans een walgelijk aroma

bij 't afschuwelijk axioma:

Gisteravond - niets te vreezen -

man, die denkt alleen te wezen -

donker straatje, waar hij door gaat,

zelfontbrandig van de misdaad ....

moordenaar, verblinde zinnen,

wist niet wat hij ging beginnen,

in een hoofd een diepe wonde,

rood symbool van zware zonde;

looden hand van de justitie,

heel gewichtige politie,

foto's, scheikunde, verhooren,

microscoop, verdachte sporen. -

Stoere visscher op de straat,

bloedplas van een kameraad,

staart met stomheid naar den grond,

neemt het pijpje uit zijn mond ....

 

 

WILLEM TELL II

 

 

Wij weten zelden iets te waardeeren, voordat wij

het verlies ervan betreuren.

 

 

Al hebt ge geen enkele illusie meer, besef toch wat illusie zij voor de jeugd en hoe groot de verantwoordelijkheid is, die ge op u laadt, door haar die te ontnemen.

HET ELECTRICITEITSBEDRIJF TE VLISSINGEN

 

Electriciteit is tegenwoordig in Zeeland aan de orde van den dag. In verband hiermede leek het ons interessant iets te schrijven over het electriciteitsbedrijf te Vlissingen, dat al vele jaren de Scheldestad en Middelburg van stroom voorzag en dat in de toekomst waarschijnlijk op geheel Walcheren licht en kracht zal brengen.

Tot goed begrip van een en ander is het niet ondienstig dit opstel aan te vangen met het aangeven van de wijze waarop de electriciteit van een centrale met stoommachines of turbines geproduceerd wordt.

Men begint met steenkolen of een andere brandstof aan te voeren. Deze kolen worden onder stoomketels verbrand. De warmte welke de kolen bevatten, verwarmt het water in de ketels en is het kookpunt dan bereikt, dan verzamelt de ontwikkelde waterdamp zich boven in de ketels, waar deze dampen door steeds nieuwe aanvoer samengedrukt worden, zoodat druk ontstaat.

Deze waterdamp-onderdruk - de stoom - wordt dan door pijpleidingen van de ketels naar de turbines gevoerd.

De stoom moet zoo warm mogelijk aan de turbine komen. Dit, omdat, om het eens zeer eenvoudig uit te drukken, de blaaswerking van de stoom bij eenzelfde druk van zeer warme stoom grooter is als bij meer afgekoelde stoom.

Eenerzijds gaat de samengedrukte stoom in de turbine door een pijp van 10 c.M. diameter en heeft een temperatuur van circa 300 graden Celsius.

Na de wielen doorloopen te hebben komt de stoom, waaruit intusschen de kracht en warmte ontnomen is, in 'n buis van circa 1 M. diameter en heeft dan nog slechts een temperatuur van een 15 graden Celsius Uit deze buis komt dezelfde hoeveelheid stoom welke van de ketel kwam, thans zonder druk en reeds sterk afgekoeld, in een ruimte terecht, geheel gevuld met eenige duizenden pijpjes, waarbinnen groote hoeveelheden koud kanaalwater stroomen, waardoor de stoom geheel gekoeld wordt, zoodat deze weer tot water overgaat, vandaar naar reservoirs om daarna wederom in den ketel geperst te worden om opnieuw verwarmd te worden.

Intusschen heeft de stoom de turbine aan het draaien gebracht. Aan de turbine is een tweede machine verbonden, welke de electriciteit moet maken. Binnen in deze machine zijn een aantal zeer sterke magneten, zoo sterk, dat men daar gemakkelijk eenige duizenden kilogrammen zou kunnen aanhangen. Deze zijn op dezelfde as van de turbine aangebracht en draaien 3000 keer in de minuut rond. De grootte van de magneten is ongeveer 80 c.M., zoodat, rolde deze ronde magneet op den grond, deze de afstand Middelburg-Goes in circa 3,5 minuut zou afleggen.

Deze magneten draaien dus zeer snel in het stilstaande huis van de electrische machine. In dit stilstaande huis zijn eenige honderden geïsoleerde koperdraaden aangebracht en is het voldoende dat de t r e k k r a c h t der magneten langs deze koperen draden gaat, dus zonder dat deze geraakt worden, om in deze draden de electriciteit op te wekken

Van deze draden in de machine wordt de electriciteit verder door koperen kabels naar de schakelborden gevoerd, om verder verdeeld te worden en geleid naar de plaats waar behoefte aan electriciteit is.

Deze electriciteit heeft nu door middel van de turbine en dynamo, een deel van de kracht en warmte in zich genomen, welke te voren in de kolen, daarna stoom, aanwezig was.

Door de gemakkelijke voortleiding der electriciteit kan nu op de meest gewenschte plaats eenvoudig door een motor op te stellen, de electriciteit in kracht veranderen of door een strijkijzer ok kookketel aan te sluiten stroom in warmte veranderen of door een dun draadje in een lampje wit gloeiend te maken, licht maken.

Er wordt veel gemeend dat de stroom niets meer kost, zoodra de machine maar draait. Dit is niet juist, daar voor elk lampje dat meer aangesloten wordt, de kraan zich meer opent en meer stoom doorlaat, dus om de ketels op druk te houden, harder gestookt moet worden en dus meer kolen verbruikt worden.

In het bovenstaande is in groote trekken weergegeven, hoe in een centrale de electriciteit geproduceerd wordt.

De kunst is, zooveel mogelijk electriciteit te maken met zoo weinig mogelijk kolen, waarvoor de installatie modern en goed in orde moet zijn en alles juist overwaakt. Zoo begint men in de centrale te Vlissingen elke K.G. kolen te meten, welke het ketelhuis binnen gebracht wordt. Evenzoo wordt elke Liter water gemeten, welke in de ketels gepompt wordt. De rook welke in de schoorsteen trekt, wordt voortdurend gecontroleerd om te zien of de kolen wel op de meest economische wijze verbrand worden, waaraan voor het personeel premiestelsels verbonden zijn. De stoomdrukken en temperaturen worden voortdurend geregistreerd en gemeten. Evenzoo wordt dagelijk het stoomverbruik aan elke turbine gemeten, zoodat de kleinste afwijking van het normale dadelijk bekend wordt. Zoo worden de kolenkosten per K. W. U. dagelijks tot in 100ste centen nauwkeurig berekend.

Wijders zijn in een dergelijk bedrijf nog vele hulpmachines en apparaten, welke ten doel hebben deels de economie te bevorderen, deels de bedrijfszekerheid te verhoogen.

Een kleine toelichting op electriciteitstarieven in het algemeen is hier waarschijnlijk niet ondienstig, omdat men zich zou kunnen afvragen, waarom worden de K. W. U. voor kracht goedkooper verkocht als voor verlichting.

De stroomafname gedurende 24 uur in den centrale is als weergegeven in nevenstaande voorstelling, welke uit de Centrale Vlissingen stamt, en den 31en December 11. weergeeft.

's Morgens 6 uur is het verbruik 350 K. W. U., daarna loopt de belasting op aangezien de cliënten 's morgens hier en daar licht gebruiken en zoo langzamerhand hier en daar een motor wordt aangezet. Wordt het lichter, dan worden de lampen uitgeschakeld en blijven de motoren draaien, zoodat de belasting 9 uur 's morgens in hoofdzaak bestaat uit motoren. Dit blijft zoo tot ongeveer 12 uur in den middag. Tot circa 2 uur staan de meeste industrieën stil, waarna de motoren wederom, doch in mindere mate in werking gesteld worden, dit tot ongeveer half vier, waarna door de invallende schemering de lichten meer en meer aangestoken worden en het hoogste punt om circa half zes bereikt wordt. Langzamerhand wordt 't verbruik weer minder om om 8 uur (winkelsluiting) nog sneller af te nemen. Men kan verder concludeeren, dat eerst om 2 uur 's nachts nagenoeg alle verbruikers naar bed waren (oudejaarsavond) en hun licht uitgeschakeld hadden. De circa 200 K. W., welke dan tot 's morgens 6 uur overblijft is een gevolg van wat nachtlichten, straatverlichting, de industrieën met continu bedrijf en het verbruik van de centrale zelve.

De centrale moet dus minstens zoo groot zijn, dat om 17 uur 30 of half zes, circa 1300 K. W. kan geleverd worden plus een reserve die even zoo groot is.

Dit is in de Vlissingsche Centrale zeer zeker.

Begonnen werd in 1910 met 2 machines van 200 P.K., in 1913 had de uitbreiding plaats met een turbine van 600 P.K., in 1918 tweede uitbreiding met een turbine van 600 P.K., in 1922 uitbreiding met een turbine van 1500 P.K. en in 1926 uitbreiding met een turbine van circa 3500 P.K.

Thans is geïnstalleerd circa 6500 P.K., dus in 16 jaar tijd het 16-voudige van waarmede begonnen is.

Voor het plaatsen van de 3500 P.K. machine werd een van de 200 P.K. machines uitgebroken. Zoo de Tramwegmaatschappij de electrificatie van Schouwen en Duiveland ter hand had genomen, waarvoor indertijd plannen bestonden, zou zij met de eerste kleine machines van 200 P.K. begonnen zijn en geleidelijk de centrale uitgebreid hebben, als zij te Vlissingen deed.

In het ketelhuis is men begonnen met twee waterpijpketels met een gezamenlijk verwarmend oppervlak van 300 M2. en zijn thans aanwezig 7 ketels met een verwarmend oppervlak van ruim 1300 M2.

In korte trekken is hier het mooie Vlissingsche bedrijf geschetst, dat onder leiding van den directeur, den heer J. Sloover, tot een groote hoogte kwam.