Ons Zeeland 1927, nummer 11

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE BEVELANDSCHE WEEK

Over den moord in Ierseke en over de Zeeuwsche liefdadigheid; de jongste nieuwtjes van den locaalspoorweg; het kanaal door Zuid-Beveland in gevaar.

De bladen brachten dezer dagen het bericht, dat de officier van Justitie fl 400,- uitlooft aan hem, die omtrent den dader van den moord te Ierseke inlichtingen verstrekt, welke tot veroordeeling van den dader leiden. Dit bericht wijst er niet alleen op, dat de gearresteerde en als bedrijver door de publieke opinie gedoodverfde, nog niet bekend heeft, maar tevens dat de Justitie nog niet over voldoende gegevens beschikt om den verdachte voor de rechters te brengen. Men ziet hieruit hoe gevaarlijk het is geheel oor te verleenen aan het koor der groote massa, die met haar veto altijd dadelijk gereed is, en die, zoo het in haar macht lag het "schuldig" wel zou weten te plaatsen. Dit geval doet ook weer tot uiting komen hoe gunstig onze rechtspraak (die alleen op bewijs veroordeelt) afsteekt bij die in sommige andere landen, waar een jury het al dan niet schuldig meestal op gevoels-motieven baseert.

De inzameling voor de achtergelaten betrekkingen van het slachtoffer van den moord te Ierseke, heeft tot nu toe al zeer mooie resultaten gehad. Blijkens de jongste opgave is reeds een bedrag van omstreeks fl 10.000 bijeen gehaalt. Het werk der liefdadigheid is evenwel nog niet gestaakt, zoodat het eindbedrag hooger kan worden. Behalve in Zeeland zamelt men buiten de provincie voor het goede doel in, en het zijn vooral de Zeeuwsche vereenigingen die in deze prachtig werk verrichten.

Het leed in een huisgezin van Zeeland geleden, heeft de provinciegenooten elders het hart warm gemaakt. Ook op deze plaats mag een woord van waardeering jegens de gulle gevers, niet ontbreken.

x

De locaalspoor door Zuid-Beveland is zoo goed als aan het starten. Uit een officieele mededeeling is thans bekend, dat de lijnen van den spoorweg 18 Mei a.s. met eenige feestelijkheden geopend zullen worden, waarna de geregelde dienst kan aanvangen op Donderdag 19 Mei. Het is echter nog mogelijk dat een en ander één of enkele dagen later geschiedt.

Over de dienstregeling, die uit den aard der zaak nauw zal samenhangen met den treinenloop op de lijn Roosendaal-Vlissingen, zullen eerlang nadere mededeelingen gedaan kunnen worden. De besprekingen met o.a. de bootcommissie over de aansluitingen naar en van Neuzen en Zierikzee, zijn nog gaande. De Nederlandsche Spoorwegen zijn bereid om in het redelijke aan de uit Zeeuwsch-Vlaanderen en Schouwen laatstelijk weder zoo dringend geuite wenschen tegemoet te komen. Maar ook de vaartijden der booten moeten doelmatig zijn, anders wordt het doel nog niet bereikt.

x

De Kamer van Koophandel te Antwerpen heeft het Kanaal door Zuid-Beveland over den hekel gehaald, teneinde te bewijzen dat het bekende Moerdijk-kanaal uit het beruchte, in de maak zijnde verdrag met België, zéér noodig er moet komen. De Kamer was van oordeel, dat het verkeer door ons kanaal zoo toeneemt, dat deze waterweg weldra niet meer in staat zal zijn het te dragen.

Beweerd wordt: "Sinds 1919 is de tonnenmaat die de Sluizen van Hansweert voorbijvaart met 150 pct.

toegenomen!"

Een onzer groote bladen heeft de berekening der Antwerpenaren gecontroleerd en komt tot de conclusie:

Wanneer men geen abnormaal slecht jaar als basis neemt, zooals de Kamer van Koophandel te Antwerpen doet, dan krijgt men een toeneming van iets meer dan 40 pct.

Ook dat is echter nog veel. Men bedenke ten eerste, dat 1926 in verband met de Engelsche kolenstaking een abnormaal goed jaar is geweest en ten tweede, dat de capaciteit van het kanaal sinds 1913, dank zij de door Nederland uitgevoerde werken veel vergroot is. Wat het verkeer in een kanaal voornamelijk beperkt, is het aantal en de grootte der sluizen. In 1913 nu waren er bij het begin en het einde van het kanaal slechts twee sluizen respectievelijk van 112 en 110 meter lengte. Zoowat vijftien jaar geleden is men echter een derde paar sluizen gaan bouwen, ieder 152 meter lang. Te Hansweert is die derde sluis al sinds 1916 in gebruik. Te Wemeldinge zal ze over enkele maanden klaar zijn. De capaciteit van het kanaal zal dan met meer dan 50 pct. vermeerderd zijn.

Daarover rept de Antwerpsche Kamer van Koophandel met geen woord. Evenmin als over het feit, dat de groote meerderheid ook van de tegenstanders van het tegenwoordige verdrag bereid is een redelijke oplossing van dit verkeersvraagstuk goed te vinden.

Er zijn dus bij de heele zaak ongetwijfeld ook zeer groote Nederlandsche belangen betrokken. Waarom zouden wij dan niet meewerken aan een goede oplossing van het vraagstuk? Geen goede oplossing zou het echter zijn als men een toestand schept, waarbij, theoretisch althans, het heele massaverkeer van Rotterdam naar Antwerpen zou verplaatst worden, Wanneer men tegelijk een Ruhrort-kanaal en het ontzaglijke Moerdijk-kanaal van het tegenwoordige verdrag graaft en daarenboven alle voordeelen aan Rotterdam blijft weigeren, zou dit gevaar van verplaatsing van het massagoederenverkeer ernstig dreigen.

Uit deze en tal van andere kwesties blijkt wel, dat de Belgen niet veel goeds met ons voor hebben als het verdrag tot stand komt.

Baas in eigen huis is toch maar alles waard.

A. M. D.

 

DE KALENDER DER NOORDGROEP

Een historisch feest in Zierikzee op komst; de turnsport in Noord-Zeeland; over de malaise in het mosselbedrijf en over de pogingen die gedaan worden om uit het moeras te geraken.

Onvoorziene omstandigheden voorbehouden, wacht heel Schouwen-Duiveland en speciaal Zierikzee, in Juli van dit jaar een groot feest. De Zierikzeesche Oranjevereeniging koestert n.l. het plan een feest te organiseeren in den trant van dat van 1922, toen het feit, dat 350 jaar geleden Zierikzee de zijde van den Prins van Oranje koos, feestelijk werd herdacht. De "clou" van het feest, waarvoor men thans reeds bezig is de grondslagen te leggen, wordt gevormd door de komst van "Karel de Stoute te Zierikzee in 1454", in welk jaar de grondvesten van den St. Lievensmonstertoren, onder oppertoezicht van den Mechelschen bouwmeester Keldermans, zijn gereed gekomen. In grove trekken zullen de feestelijkheden bestaan uit de komst van Karel den Stoute uit zee, de rechtszitting op het Havenplein, met als achtergrond de Beurs, en een bezoek van Karel aan de werken van den St. Lievensmonster. De rechtszitting is van de drie hoofdzaken weer de voornaamste. Historisch juist is, dat Karel de Stoute bij zijn komst in 1454 te Zierikzee de vierschaar heeft gespannen tegen twee edellieden uit het Westen van Schouwen, die voor den rechterstoel werden gedaagd om zich te verantwoorden voor de overtredingen betreffende jachtrecht en strandvonderij, grafelijke rechten, die moesten worden geëerbiedigd, maar welke rechten de edelen van geslacht tot geslacht als erfelijk hadden beschouwd en er niet goed over heen konden dat Philips van Bourgondië die rechten had geknot. Reizangen en gebarenspel zullen op het Havenplein de rechtszitting verduidelijken. 170 personen zullen aan het gebarenspel moeten deelnemen. Waar de costuums uit den lijd der overdadig rijke Bourgondische hertogen zijn, belooft dit feest, dat midden Juli van dit jaar zal worden gehouden, weer tal van bezoekers van heel het eiland en wellicht ook nog van daarbuiten te trekken.

x

Verscheidene malen troffen we in "Ons Zeeland" foto's aan van gymnastiekuitvoeringen of pakkende gedeelten daaruit en daarom meenen wij met alle bescheidenheid te mogen wijzen op de foto's, die in dit nummer afgedrukt zijn van een tweetal nummers, die onlangs door de Zierikzeesche gymnastiekvereeniging "Olympia" werden uitgevoerd en o.i. waard zijn in breeder kring bekend te worden. Naast de gewone gymnastiek vermeldde het programma een paar bizondere nummers, waarvan de eerste was "Klompendans" voor meisjes van 8-11 jaar. Het was een lust de kinderen in hun keurige en fleurige pakjes den klompendans te zien uitvoeren. Het was een levend geworden schilderijtje waarop vele nationale en vooral Zeeuwsche costuums voorkwamen. Ze kregen een verdiende ovatie en het publiek applaudisseerde net zoo lang tot de kleutertjes weer voor het voetlicht verschenen, om met hetzelfde animo de zoo in den smaak gevallen volksdans nogmaals uit te voeren.

In den "Slavinnen-dans" blonken de dames-leden van deze gymnastiekvereeniging uit. In keurige Grieksche gewaden - zwart met goud - werd dit fraaie nummer uitbeeldingsgymnastiek, waaraan zooveel zorg en moeite was besteed, correct uitgevoerd. De in dit nummer afgedrukte foto's mogen er van getuigen, dat men in Noord-Zeeland niet achter blijft in de beoefening van de sport in den goeden zin van het woord.

x

De mosselvisscherij in Zeeland, die zulke droeve tijden medemaakt, blijft de aandacht in beslag nemen.

Pogingen bij den betrokken minister aangewend om een zekere retributie te heffen van de Zuiderzee consumptie-mosselen hebben gefaald. Thans heeft een lid der Prov. Staten, woonachtig te Bruinisse, de plaats waar men op groote schaal de mosselvisscherij uitoefent, zich er voor gespannen en wel om maatregelen te beramen ter bestrijding of algeheele wegneming van de thans heerschende malaise in het mosselkweekersbedrijf in Zeeland.

Uitnoodigingen zijn gericht tot alle gemeentebesturen in Zeeland waar het mosselvisschersbedrijf wordt uitgeoefend, ten einde een tweetal leden aan te wijzen voor het vormen van een commissie ter bespreking van den slechten toestand in genoemd bedrijf, welke commissie na rijp overleg beslissingen zal kunnen nemen betreffende den te volgen weg die er toe leiden kan tot het gewenschte doel te komen. "Algemeen Schippers- en Visschersbelang" te Bruinisse besloot in beginsel aan deze poging steun toe te zeggen. Binnenkort zal eveneens met den Inspecteur der Visscherijen een bespreking worden gehouden voor openstelling der Zuiderzee voor het halen van mosselzaad, waarbij dan tevens verzocht zal worden de openstellingstermijn te bepalen van 1 Mei tot 1 Augustus en de Zuiderzee geheel als vischterrein vrij te geven. We willen hopen dat de hooge autoriteiten er toe zullen medewerken, dat het eenmaal bloeiend bedrijf van den mosselkweeker weer in het rechte spoor zal worden gebracht.

M. d. P.

 

DE WEEK OP WALCHEREN

Vlissingen als aanloophaven komt in de gratie; die arme slagers; van een rioolput en een aangenaam perspectief en een origineel idee.

Met betrekking tot de (zie 't vorig nummer) aangeroerde kwestie, welke de Antwerpsche Kamer van Koophandel op haar achterste beenen deed staan, kunnen we nader mededeelen, dat de London & North Eastern Railway inderdaad overweegt in hoeverre het gebruik van Vlissingen als aanloophaven harer booten kan strekken, om de lijn, in nog meerdere mate dan thans het geval is, te doen beantwoorden aan den eisch van vlug en betrouwbaar vervoermiddel voor reizigers. Een aanleggen te Vlissingen met directe aansluiting per spoor naar Antwerpen en Brussel, zou inderdaad de mogelijkheid scheppen van een stipter dienst, dan thans mogelijk is. Immers de vaak voorkomende mist op de Schelde werkt als een storend en vertraging inhoudend element. De belangen der zakenmenschen, die tusschen België en Engeland heen en weer reizen, verdragen zich niet met deze vaak voorkomende vertragingen. In Antwerpen zijn de gemoederen thans reeds zóóveel gekalmeerd, dat men de mogelijkheid van een gebruik van Vlissingen als aanloophaven reeds als wenschelijkheid gaat bepleiten.

Daaraan is ongetwijfeld de zekerheid, dat het goederen verkeer geenerlei wijziging zal ondergaan, niet vreemd. De huidige ligplaatsen toch zullen behouden blijven en het laden en lossen zal als tot heden kunnen plaats hebben. Het Handelsblad van Antwerpen toont zich met den overwogen maatregel zelfs ingenomen en schijnt - hoewel het zegt, dat het besluit in dezen nog moet genomen worden - zich reeds geheel en al met de in uitzicht gestelde plannen verzoend te hebben. Het wil ons voorkomen, dat de uitvoering van dit voornemen zoowel in het belang van Vlissingen als van Antwerpen zijn zal en we kunnen het slechts toejuichen, dat men daardoor openlijk de groote beteekenis van onze Scheldehaven erkent.

x

Er zijn toch rare menschen op de wereld; menschen, die altijd klagen, ook al wettigt hun weggedaan uiterlijk het vermoeden, dat ze niet van den wind leven. Vraag het een boer, of de oogst nogal is meegevallen en zijn antwoord is een compositie in mineur; vraag het een, visscher en hij zegt U, dat hij "geen leven, geen staart" heeft gezien; vraag het een Walcherschen slager en hij jammert over de hooge keurloonen voor 't vee. Hij gaat zelfs nog een stapje verder en (als hij te Middelburg woont) requesteert hij aan den gemeenteraad door middel van zijn vakvereeniging "Luctor et Emergo", om die keurloonen verlaagd te krijgen. Het antwoord, dat den Middelburgschen slagers op dat verzoek te wachten staat, kan men, gezien het praeadvies van B. en W. met groote waarschijnlijkheid taxeeren op nul. Deze toch bewijzen in hun zeer uitgebreid advies, dat zelfs de geringe verlaging van 50 cent per slachtdier de opbrengst der keurloonen met fl 2200,- per jaar zou doen dalen. De keuringsdienst kan een dergelijke daling der ontvangsten niet verdragen zonder tot het besommen van nadeelige saldi te geraken. Voorts moet de gemeente rekenen met de toekomst, die den dienst tot het toekennen van hooger loonen zal verplichten. Bovendien is het keurloon vastgesteld voor eenige (tot den dienst Middelburg behoorende) gemeenten tegelijk en niet voor Middelburg alleen, zoodat adressanten zich tot al die gemeenten zouden moeten richten. B. en W. presenteeren hun dan nog het volgende snuifje:

De mededeeling van adressante, dat de keurloonen als een extrabelasting op het slachtvee moeten worden beschouwd behoeft, naar ons oordeel, niet al te tragisch te worden opgevat. Het zal U immers, evenals ons, bekend zijn, dat, toen bij inwerkingtreding der Vleeschkeuringswet, de keurloonen voor vee niet onbelangrijke werden verhoogd, de kleinhandels-prijzen van het vleesch evenzeer en in sterker mate werden verhoogd, zoodat de slagers zeker van die verhooging der keurloonen geen geldelijk nadeel hebben ondervonden. Veeleer hebben zij daarvan voordeel genoten.

En dat verzoek om verlaging van, op den consument ruimschoots verhaalde, keurloonen valt samen met een onderzoek, door de Z. L. M. op verzoek van het Kon. Ned. Landbouw Comité in te stellen, naar...... de overmatige winst, door de slagers in ons land gemaakt. Niet onwaarschijnlijk zal daaruit blijken, dat ook de Walchersche slagerspatroons niet van wind leven en door hen adres hun zaak in de oogen van het publiek hebben geschaad.

x

De groote rioolput, die weken lang de aandacht der Middelburgsche wandelaars trok en boven zijn toekomstig verblijf hing, is dan eindelijk op zijn plaats beland. De daling van het 25.000 kilo wegende gevaarte is geschied, zonder averij te bekomen of te veroorzaken. En zoo kan dan nu het werk der rioleering, dank zij volhardenden arbeid en technische vinding, doorgaan. Dit opent een voor de wandelaars aangenaam perspectief van droge wegen en schoon schoeisel, wat allicht aanleiding zal zijn tot het voeden van een tevredener stemming, dan die welke tot nog toe overheerschte.

x

Dat de "vonden des menschen" vele zijn en dat originaliteit zich ook in kleine gemeenten kan manifesteeren, bewijst ons een besluit van den gemeenteraad van.... Arnemuiden. Daar heeft men de toestemming tot straatventen (leuren) afhankelijk gesteld van het brengen van een offer ad fl 0.25 per keer aan de gemeentekas. Oorspronkelijk is deze maatregel wel. Of hij veel kwartjes zal opleveren, is de vraag.

De Koopmansbond "Eendracht maakt Macht" te Middelburg heeft zich nu reeds in een adres tot den Raad gewend, om dezen maatregel ingetrokken te krijgen. Het komt ons wel eenigszins bedenkelijk voor, dat een gemeente, die dagelijks zooveel leursters over Walcheren uitzendt, tot iets dergelijks besloten heeft. Immers, veronderstel eens, dat de andere gemeenten Amemuiden gingen navolgen, wie zou zich-zelf dan in de vingers gesneden hebben? Zouden de Arnemuidsche vischvrouwen, die elkaar zoo fel beconcurreeren, dat kwartje kunnen missen van hun schamele verdiensten op gornèt en zeekrael?

V.

 

 

Hoop en herinnering zijn de twee geniussen, die den mensch voor twijfelen behoeden en hem waarde aan het leven doen hechten.

 

 

DE WEEK IN ZEEUWSCH-VLAANDEREN

Het mislukte Carnaval te Sas van Gent; over geld uitgeven en over slapte; de trek naar België; propaganda voor den tuinbouw; "met den tijd meegaan".

Ik schreef een vorigen keer over de Carnavalsdebatten in den gemeenteraad van Sas van Gent. De Burgemeester die wel wist, hoe groot in dezen volgens wet en verordening zijn bevoegdheid was, liet niet veel uit. Hij luisterde slechts.

Tot de eigenlijke Carnavalsviering, zooals die in verschillende R. K. plaatsen (ik denk aan Den Bosch en Bergen op Zoom) en ook in België plaats heeft, heeft de Burgemeester geen toestemming gegeven. Daarvoor moeten de redenen in vorige Carnavalsfeesten gelegen zijn.

Wel werd er verlof verleend tot het houden van dansmuziek in de café's en wel des Zondags, Maandags en Dinsdags, telkens tot middernacht. Blijkbaar vonden de feestvierenden dit echter niet voldoende (wie het Zeeuwsch-Vlaamsche volk van den grenskant kent, verwondert zich daarover niet), want naar de berichten luiden hebben de anders zoo drukke dagen ditmaal een heel kalm verloop gehad.

Het jonge volk trok naar de naburige Belgische plaatsen Selzaete en Assenede, waar het volop Carnaval was. Van de in Sas van Gent geboden dansgelegenheid werd slechts een vrij gering gebruik gemaakt.

x

Ondanks de malaise en de werkloosheid is er dus nog veel lust tot uitgaan en feestvieren. Trouwens een ras-echte Zeeuwsch-Vlaming zal wel zorgen, dáárvoor althans nog eenig geld te reserveren,

Toch klagen de reizigers, die hier den middenstand geregeld bezoeken, over een ongekende slapte. Er vallen weinig orders te boeken. Sommigen schrijven dit toe aan den stormloop van verleden jaar naar België met zijn toenmalige lage valuta. De burgerij heeft toen groote voorraden ingeslagen en vandaar, dat er zoo weinig koopkracht is,

Dit zal wel voor een groot gedeelte juist zijn. Maar men denke vooral toch niet, dat het koopen in België nu tot het verleden behoort. Het neemt nu wel niet meer die ongekende afmetingen van vorig jaar aan, maar het bezoek aan de Belgische markten, even over de grens (b.v. Selzaete) is toch nog van groote beteekenis.

Men moet zelf maar eens een kijkje gaan nemen op de markt te Selzaete, die men zelfs wel "Hollandsche" markt neemt, om te zien, hoeveel Zeeuwsch-Vlamingen daar hun inkopen doen.

Vele vrouwen gaan graag in Selzaete markten. Niet alleen vanwege die markt zelf, want koopjes op de markt halen, is een kunst, die niet ieder verstaat. Maar ook, omdat er in Selzaete zulke groote en goed gesorteerde winkelzaken zijn verrezen, waar scherp met de marktventers wordt geconcurreerd.

Welken omvang dat over de grens gaan koopen heeft aangenomen, blijkt wel uit het bedrag, dat alleen in Sas van Gent in 1926 aan invoerrechten is ontvangen van personen, die per spoor van een bezoek aan België terugkeerden. Dit bedrag is ruim fl 5000,-. Wordt deze 8 pct. invoerrecht in kapitaal omgerekend, dan blijkt, dat alleen langs Sas van Gent voor een bedrag van fl 62.500 ingevoerd werd aan artikelen van kleinen omvang, door spoorreizigers.

Beschikte men over het cijfer van de totaalopbrengst der Belgische douane-gelden langs de geheele Zeeuwsch-Vlaamsche grens, dan zou men zich eerst een volledig beeld kunnen vormen van den invoer in ons land uit België. Maar toch doet bovenstaand cijfer ons wel zien, dat de Zeeuwsch-Vlaamsche winkelstand een groote inkomst heeft moeten missen,

Omgekeerd is, gelijk ik enkele weken geleden schreef, de uitvoer uit ons land naar België den laatsten tijd ook toegenomen. Ik las juist dezer dagen nog, dat langs het douane-kantoor te Sas van Gent veel jonge kalveren worden uitgevoerd. België heeft deze dieren noodig ter aanvulling van den nog steeds niet aangevulden veestapel, maar ook als slachtvee. Vooral die gestichten en ziekenhuizen in en om Gent vragen geregeld kalfsvleesch.

Een minder mooi bericht is, dat de goederen die naar België worden verzonden, zoo weinig veilig zijn. Een dezer nachten is n.l. even over de grens, en wel te Everghem een goederentrein geplunderd. De dieven moeten goed op de hoogte met de toevallige omstandigheden geweest zijn. De laatste dagen en nachten vóór den diefstal werden alle goederentreinen door gendarmes geconvoyeerd, maar juist dien bewusten nacht was dit niet het geval. De dieven hebben toen hun slag geslagen en hebben o.m. een groote partij geweven goederen gestolen. De daders zijn tot heden toe onbekend.

x

Nu een ander chapitre. De actie voor meerdere beoefening van den tuinbouw in Zeeuwsch-Vlaanderen neemt nog steeds toe. De vermoedelijke redenen daarvoor noemde ik reeds eerder.

In Biervliet werd nu weer een openbare vergadering gehouden met het resultaat dat aldaar een afdeeling van de Mij. tot bevordering van Ooft- en Tuinbouw is opgericht. Ook in deze gemeente wil men het dus eens wagen met den tuinbouw.

Te Hoek - in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen - is men reeds een stapje verder. Daar heeft men ingezien, dat, wil de tuinbouw loonend beoefend worden, de noodige kennis niet mag ontbreken. Er is daar een tuinbouwwintercursus gehouden, onder leiding van den actieven rijkstuinbouwconsulent voor Zeeland, den heer v. d. Plassche te Goes, en aan de leerlingen van dezen cursus is dezer dagen het eind-diploma uitgereikt. De heer v. d. Plassche wees er bij deze gelegenheid op, dat de tuinbouw in deze streek nog in het geboorte-tijdperk verkeerd, zoodat eendrachtige samenwerking hier zeker noodig is. Volharding, eensgezindheid en gezamenlijk overleg zijn zeer noodig en een min of meer vijandige concurrentiegeest kan als kiespijn worden gemist.

x

0ok de landbouworganisaties in deze streek doen alle moeite, om te zorgen, dat de landbouw met zijn tijd meegaat.

Zoo is dezen winter te Axel en Terneuzen een druk bezochte cursus gehouden in motorkennis voor de landbouwers. Te Axel had nu vorige week de eindles plaats, waarbij bleek, dat de deelnemers, dank zij de lessen van den heer Ir. de Regt, aardig op de hoogte waren gekomen met den bouw en de werking van motoren. Dhr. Stevens, de landbouwconsulent voor Zeeland, wees nog op de groote beteekenis van den motor voor het landbouwbedrijf, die daarin de laatste jaren zulk een voorname plaats is gaan innemen.

"Met zijn tijd meegaan", is ook de leuze van het Bestuur der Ambachtsschool te Neuzen.

Dit Bestuur wijst er de ouders van jongens, die de lagere school verlaten, op, dat in de plaatsen, waar een of ander industrie als hoofdbedrijf optreedt, de ouders daarmede bij de vakkeuze voor hun kinderen rekening houden. In Eindhoven laat men de jongens gaarne opleiden voor het werk aan de Philipsfabrieken, in Vlissingen voor de werf "de Schelde".

Waar nu in Terneuzen een scheepswerf is gevestigd, die, naar met grond verwacht mag worden, daar een toekomst heeft, is het van groot belang, dat de geschoolde werkkrachten straks in T. zelf te vinden zijn.

Het Bestuur der Ambachtsschool heeft daarom de gelegenheid opengesteld voor opleiding der jongens in den scheepsbouw. Hebben ze dien driejarigen cursus doorloopen, dan bestaat er voor hen gelegenheid in de plaats zelf een behoorlijk bestaan te vinden.

Het is nu maar te hopen, dat de bedoelde categorie ouders het pogen van het ijverige Bestuur der Ambachtsschool op prijs stellen.

Z. V.

 

Een stil leven en een leeg leven zijn twee verschillende zaken.

 

 

 

TREFFERS EN POEDELS

Leger des Heils.

Elken Zaterdagschen avond

zingt er wel een uur of twee,

op de Markt van Zeeland's hoofdstad

In koortje van de Heilsarmée.

En ze zingen in den zomer,

als de avondhitte gloeit,

en ze zingen in den winter,

als een eik de kou verfoeit,

als de rauwe regenwinden

jachtend striemen naar benee,

àltijd krijgt de buitenstaander

'n vleugje idealen mee. -

In een gummi regenjasje,

onder de tompouce van Moe,

kijkt een kleine zus aandachtig

en met open mondje toe.-

Mammie, wat zijn dat voor menschen?

Dat zijn Heilssoldaten, snoes.

En die dames met die hoeden,

zijn dat Heilssolvrouwen, moes?

Moes, waarom staan die te zingen?

Voor de arme menschen, toet. -

Moes, die man daar, die ze uitlacht,

weet die dat dan nog niet goed?

En de arme menschen zelf, moes,

weten dié.... Kom nou maar schat,

goed je kraagje dicht, dan gaan we

fijn om lekkers in de stad.

Moes, als Pappie arm zou wezen,

luisterden wij ook wel hé?

Ja.... zegt Moes en neuriet zachtjes

even met de zangers mee.

WILLEM TELL II

 

Schetsen uit Zeeland.

 

 

Worstelend Zeeland

door

A. M. WESSELS DOUW.

Ook andere gedeelten van Zeeland moesten het dien dag ontgelden. Het ergst was Noord-Beveland er aan toe. Dit werd geheel overstroomd en kostte aan duizend menschen het leven. Noord-Beveland weet er alles van. Zelfs 66 jaar lang, was er geen Noord-Beveland op de Zeeuwsche kaart....

Zooals gemeld, bleef de stad dan gespaard, doch helaas na niet langen tijd zou ook zij verzinken.

't Is 21 jaar later, 14 Januari 1551. Nog altijd lag Reimerswaal op den Zuid-Bevelandschen grond. Op dezen datum werd ze echter weer door een vreeselijke overstrooming geteisterd, waardoor de stad dagenlang onder water stond. Met deze ramp was het lot der stad vrijwel beslist, daar Reimerswaal thans door het water ondermijnd was. Tot 1574, dus 34 jaar lang, hebben de bewoners om het behoud der stad met de zee geworsteld. Helaas, het was te laat! Telkens brokkelden gedeelten af en spoedig lag Reimerswaal aan alle zijden in het water. De golven der Schelde spoelden aan alle zijden tegen de muren der stad. Deze waren natuurlijk niet gebouwd om de golven te stutten als een zeewering, en het was dus geen wonder, dat in 1557 een groot deel der muur instortte en het water vrij en ongehinderd door de straten der stad spoelden. Achtereenvolgens stortten ook het ondermijnde Stadhuis, de groote R.K. Kerk en het klooster in. ...

Daar al het omliggende land verzwolgen was, sprak het vanzelf, dat men de benoodigde levensmiddelen van buiten de stad moest halen, zoodat de Reimerswalers naar Goes of Bergen op Zoom moesten, om zich hiervan te voorzien.

Nu bleek dat de afgunst en naijver, tusschen de twee Zuid-Bevelandsche steden - Goes en Reimerswaal - die lang bestond, niet geweken was. Want de marktmeesters van Goes beletten aan hen, die uit de beproefde stad kwamen, hun inkoopen te doen, voor en al eer de Goesenaars zich zelf op de markt van alles voorzien hadden, van hetgeen ze hebben wilden. De Staten van Zeeland grepen echter in en bevalen, dat de Roemerwalers gelijke rechten hadden. Gelukkig dat het tegenwoordige bestuur van Goes er anders over denkt. Ze heeft thans een harer nieuwe straten in het nieuwe bouwplan, naar hare ongelukkige zusterstad genoemd.... Roemerwalerstraat....

In 1643 vertrok de laatste inwoner der stad, terwijl het in 1684 slechts een hooggelegen eilandje meer was, dat slechts fl 12.- opbracht.

Het archief en de Privilegiën, van deze goede Zeeuwsche stad werden naar Middelburg gebracht en als een kostbare bezitting bewaard.

Na dien tijd zag men er wel schepen heengaan, om steen te halen van de bouwvallen. Maar thans in 1927 ziet men niets meer, dan een wijde waterplas, waarop eenmaal den 29 Januari 1574, de beroemde zeeslag geleverd werd tusschen de Spanjaarden onder Geimes en Romero en de Zeeuwen onder Admiraal Lodewijk van Boisot, waarin eerstgenoemde sneuvelde en Romero slechts kon vluchten om zijn leven te redden. Van dezen strijd, hing grootendeels het behoud van Zeeland af.

Is het wonder, dat bij een herinnering aan het verleden van Reimerswaal, een dichter het vol smart uitte in een dichtwerk, dat aldus aanvangt:

"0 machtig Reimerswaal! dat als een flonkersterre

"Bij Zeelands steden blonk; 'k Zie u niet meer van verre,

"Daar van uw Ringmuur zelfs geen stuk mocht blijven staan.

"Geen enkele torenspits, blinkt mij van ver meer aan. . . ?

Uit den worstelstrijd der Zeeuwen teekenen we ook aan den dag van 26 Januari 1682. Op dien datum triumpheerden de golven wederom. Hoewel er steeds met groote zorg aan de dijken was gewerkt met alle, in deze tijd dienstige middelen, de kokende zeeën spotten er eenvoudig mede. Niet de dijken, maar de, zee was heer en meester. Overal sloegen gaten in de dijken en brullend en loeiend en kokend en bruisend stroomde het water, alles voor zich uitdrijvend, niet minder dan 75, zegge vijf en zeventig polders in.

Toch mocht het de taaie Zeeuwen, gelukken ze meerendeels weer aan de zee te ontwringen, zij het dan dat de schade lang gevoeld werd.

Ook 22 November 1801, doch vooral 14 en 15 Januari 1808 was weer een dag van emotie. Geheel Zeeland kreeg enorm schade. Vooral de Kruiningsche Polder moest het ontgelden. 30 groote en kleine Hofsteden stonden tot aan de nokken in het water. Meer dan 1000 inwoners bekwamen groote schade, het leggen van den nieuwen dijk kostte fl 525.000. - En dit was dan nog maar van 1 polder. - In 1825 deed de zee weer een aanval en met succes. Zestien duizend en zeven en vijftig gemeten kostbaar land, stroomden onder en waren voor de eerste jaren weer bedorven, gezwegen nog van de enorme schade.

Schreef ik ten onrechte hierboven "Worstelend Zeeland"?

IK WEET NIET......MAAR.........

.... het komt me voor, dat het Zeeuwsch-Vlaandersche dorp Overslag dezer dagen een ontdekking gedaan heeft, die tot groote dingen in de gemeentepolitiek kan leiden. Toen de vorige week Dinsdag de eerste raadsvergadering in dit jaar was afgeloopen, heeft men heel gezellig den pot verteerd, in casu het door de raadsleden ontvangen presentiegeld. Men had botje bij botje gelegd, een lid gaf een paar konijnen, een tweede aardappelen, een derde boter, een vierde weer wat anders en zoo kon men goedkoop een souper aanrichten. Men had het gezelschap nog wat uitgebreid en ook de twee notabelen van het dorp den hoofdonderwijzer en den gemeenteveldwachter aan tafel genood.

Al smakkende en slurpende geraakten de kleine veeten en oneenigheden van het afgeloopen jaar op den achtergrond en er ontstond, vooral tegen het einde van de smulpartij, de groote verbroedering, de ideale saamhoorigheid, welke vuur de welvaart van een gemeentelijke huishouding de eerste voorwaarde is,

Weinige gemeenten in onze provincie en ook elders kan aan het Overslagsche gemeentebestuur een waar voorbeeld nemen, en men zal er goed aan doen de niet-gepatenteerde, maar daarom niet minder groote, ontdekking van Overslag in de toekomst op ruime schaal toe te passen. Wat weerhoudt onze gemeenten het precentiegeld op, laten, we zeggen, fl 7,50 per zitting te brengen en een verordening in het leven te roepen, die bepaalt dat deze som niet in contantes doch in vaste en vloeibare consumptie na iedere openbare raadsvergadering vereffend moet worden in een besloten zitting? Niets of niemand! Geen sterveling in den politieken hemel zal zich er tegen verzetten als bij denkt aan de gevolgen der toepassing van de subliemste uitvinding van 1927.

Want:

Welke mogelijkheden opent zij? Worden de gemoederen der raadsleden door een of andere kwestie verhit, nemen de debatten een Russisch of Coreman's tintje aan, dan tikt de voorzitter stilte en stelt aan de orde tot aan het presentiegelden-souper de onderhavige en verdeelende kwesties te laten rusten. Bij de biefstukken en konijntjes, in de omgeving van doperwtjes, appelmoes, gebakken aardappelen en de Bourgogne zal het geschilpunt blijken een zaak te zijn die maar één kant heeft, vooral als zorg wordt gedragen haar aan te snijden, wanneer reeds meer dan de helft der beschikbare flesschen door den concierge ledig naar het gemeentearchief zijn getransporteerd. Met tranen in de oogen zullen de uiterste partijen elkaar gelijk geven, het dessert kan getuige zijn van een daadwerkelijke algemeene verbroedering, van een edelen strijd in het zich wegcijferen. Blijkt een enkel raadslid, ondanks de in het vooruitzicht gestelde besloten eet-zitting, recalcitrant en continueert hij zijn dwarsdrijverijen, dan kan de voorzitter in vereeniging met den concierge herhaling van een dergelijke houding voor een volgende vergadering voorkomen, door den opstandige de taaiste beetjes op zijn bord te spelen of door hem - nietwaar, ook een conciergekellner kan wat over het hoofd zien - meermalen met den wijn te negeeren. De betrokkene moet al heel weinig Zeeuwsch zijn als hij in dat geval zijn politieke leven niet gaat beteren.

Hebben de gemeentebesturen bovendien nog het inzicht om het Overslagsche systeem te vervolmaken door inplaats van den schoolmeester en den dienaar der politie de bevolking van de perstribune voor de besloten zitting uit te noodigen, dan kan men er zeker van zijn, dat er geen onverstandig woord meer over de lippen der Edelachtbaren zal vloeien. Het verwarde politieke leven zal een fraai boek worden en de kiezers zullen met bewondering en ontzag voor de daden van den raad vervuld zijn.

Vermoedelijk zal Overslagsche uitvinding (die een waar ei van Columbus is) een geheele ommekeer in het politieke leven van ons Vaderland teweeg brengen, daar behalve de gemeenteraden, de provinciale staten, en de beide Kamers haar spoedig zullen toepassen.

Verwacht kan worden dat Overslag dezer dagen een druk bezoek zal genieten van de voorzitters van diverse colleges, die vóór de toepassing in eigen boezem op studiereis naar Zuidelijk-Zeeland trekken.

En is het systeem algemeen ingevoerd, dan daalt op 31 Augustus als belooning, een ware lintjesregen over Overslag neer.

Geen der aanzittenden aan het presentie-geldensouper heeft deze geweldige gevolgen waarschijnlijk tijdens het kauwen en slurpen kunnen overzien.

EGO, (handelaar in wijn, welke zeer geschikt is om raadskwesties, die verdeeldheid wekken, op te lossen,)

DE VROUW AAN HET WOORD

Wat is in een hand?

Zoo heel veel, mijne dames. Laat me uw hand zien en ik zal u zeggen wie u is.

U lacht? Gelooft u niet aan Chiromantie?

Ik wel. Ik heb alle handen van m'n goede vriendinnen èn vrienden bestudeerd en ik ben tot de overtuiging gekomen, dat handlijnen en handschrift een beteren kijk geven op iemand's karakter, dan jarenlange omgang.

De tijd ontbreekt me, om een studie van het handschrift te maken, jammer genoeg, want het lijkt me een buitengewoon interessante studie.

Maar de handlijnen! Daar heb ik me danig in verdiept en m'n kennissen, die het weten en die me als zoo'n soort Ka Koffiedik beschouwen, steken me vaak met smeekend gebaar hun pootje toe, teneinde hun levenslot te orakelen.

Maar dan komen ze van een koude kermis thuis.

't Is me wel mogelijk hun karakter en sommige dingen uit hun verleden te zien, maar hun toekomst ligt in het duister voor me.

Stelt u er belang in, dan wil ik u gaarne af en toe iets vertellen van de handlijnen, die ik zag; u kunt dit dan toetsen aan uw eigen handen.

De vorm van hand, nagels en pols staat in nauw verband met elkaar, zoodat men bij het beschouwen van de hand, niet alleen naar de lijnen moet kijken, maar ook rekening moet honden met de overige deelen.

Daar is dan b.v. de hand met de puntige vingers, die mooie, sierlijke hand, waar we met welgevallen naar kijken.

Ai! ai!

Wie in het bezit van een punthand is, die is wel een gevoelsmensch, maar de logica ontbreekt. Het zijn de menschen met de goddelijke verbeelding, de rijke fantasie.

Ze zijn als champagne, bruischend, sproedelend van geest, vol spontaniteit, direct bereid door het vuur te gaan voor iemand, die hen sympathiek is, even gauw weer alle mooie beloften vergetend.

Ze zijn goede vertellers, hebben het in hun macht hun gehoor te boeien, kunnen een onbelangrijk voorval tot iets groots maken en men vergeeft het hun, dat hun groote fantasie de feiten wel eens anders voorstelt dan ze waren, omdat ze weten voor te dienen met een pikant sausje.

Een vrouw met puntvingers kan nooit een ideale huisvrouw zijn. Ze zal haar huis zoo weten in te richten, dat het 't oog zal streden, artistiek en smaakvol, zal de bloemen in een vaas weten te schikken als geen ander, maar eisch niet van haar dat ze diezelfde kamer een goede beurt geeft, of dat haar Slanke, mooie handen een heerlijk diner samenstellen.

Ze zal het menu opmaken en dit op onverbeterlijke wijze doen, de tafelversiering zal even fraai als origineel zijn en als gastvrouw bereikt ze het volmaakte. Maar al wat daar buiten staat láát ze doen.

Maar - er is een troost voor de punthanden.

Wanneer ze trouwen met iemand, die in het gelukkig bezit van vierkante vingers is, dan worden alle ondeugden van den puntvinger verzacht en kan de verbintenis een zeer harmonische zijn.

Ontbreekt bij den puntvinger de logica, de practische zin, bij den vierkanten vinger is die in ruime mate aanwezig.

Vlijt, plichtsbesef, regelmaat, orde, dit alles kunt ge vinden bij de vierkante vingers. Maar eisen geen poëzie van hun, geen romantische droomen. Autoritair zijn ze en 't is zeker daardoor, dat ze hun meening graag door willen drijven.

Spreek met hen over politiek, ga met hen filosopheeren, maar, in 's hemelsnaam, spreek niet met hen over kunst!

't Is daarom, dat de vereeniging van punt- en vierkanten vinger dikwijls idelaal is, ze vullen elkaar immers aan.

Hetgeen niet wegneemt, dat er zeker huwelijken zullen zijn, die voldeden aan dezen eisch en.... toch mislukten.

Maar dan, mijne dames, waren er andere invloeden in 't spel en 't zou me te ver voeren u deze op te sommen.

En ik zei u al, de verschillende deelen van de hand spraken mee, de knokkels, de geledingen, de handlijnen.

Ik vertelde u nu van deze twee vormen, in een ander babbeltje krijgt u de spadel- en kegelvormige vingers.

E. B. B.

HET JOURNAAL VAN PHILEMON ZIJDEWIND (gecondenseerd extract)

2 Maart. 't Wordt Lente. Winterjas thuis gelaten en in demi-saison wandeling gemaakt. Prettig kleedingstuk. Mr. Mierick van Peuteren heeft me eens in vertrouwen verteld, dat het me vlug staat wanneer ik snel loop. Bepaald complimenteus, kan die man zijn. Had hachelijk avontuur op straat. Stationsweg wemelde van menschen. Klampte griffier Dorrias aan, die me wilde voorbijschieten en vroeg naar de rede. Haastig raffelde hij: "Ontvanger Pluksnijder naar Weesp verplaatst.... reist dadelijk af.... allemaal naar 't station uitgeleide doen populair beambte we zien hem noode verrekken bonjour." Weg was hij. Ik stond stil. Greep me aan lantaarnpaal vast. 't Duizelde me "Allemaal naar 't station en toch niet gaarne zijn vertrek zien." Zijn zij gek.... of ben ik het? Na Hofmann druppels en lange rustpoos tot bedaren gekomen. Herinnerde me nu een dergelijk geval, dat me eens in Bommersklonte overkwam. Groot dorp, klein kerkje. Stond er naar te kijken en vroeg 'n voorbijganger opheldering. Die sprak paradoxaal-wonderspreukig: "Als ze er allemaal ingaan, gaan ze er allemaal niet in, maar nu ze er niet allemaal ingaan, gaan ze er wel allemaal in". Toen kwam me dat te staan op zes weken zenuwensanatoriumverpleging. Ben er vandaag beter door gerold. M'n hersenen worden bepaald sterker, sinds ik appels eet.

3 Maart. Heden winterjas weer opgezocht voor de ochtendwandeling. Wegen hier schandelijk verwaarloosd. Trapte 'n paar maal op 'n plas en zakte er door; zal ingezonden stuk schrijven. Breeduitstra mag dan beweren, dat je in alle kleinere plaatsen in de gaten loopt: 't kan toch nergens zoo erg zijn als hier.

4 Maart. Heden weer demi-saison. Kapper vertelde me, dat we hier 'n grillig klimaat hadden. Neem 't op zijn woord aan; ook van hem vernomen, dat er in België taalstrijd was en dat ze in China stakingen den kop indrukken, door stakers den kop af te rukken. Radicaal, radicaal.... en censequent.

Eerst dachten ze, dat het vergif in de staarten zat, knipten ze af; en nu ze vermoeden, dat het in 't hoofd schuilt, wordt ook dat deel van 't lichaam gescheiden; rare Chineezen. Overigens nog overal bloederigheid; arm pacifisme; laat ons paraat blijven. Zal die conclusie ten berde brengen op a.s. burgerwachtvergadering. Leuke avonden altijd. Uitgezonderd vorigen keer. Toen bier gemorst op m'n rok en verloren met pandoeren. Geloof dat Breeduitstra valsch speelt. Ze moesten hem royeeren. Laatst toen we het allemaal gloeiend eens waren, dat wij de Burgerwacht nog geen eervolle begrafenis mochten geven, riep hij alleen: "lijkenlucht!"

5 Maart. Op de soos heeft Krimp van Dulmen getoast op de Zeeuwsch-Vlaamsche gemeente, waar gemeentebestuur en veldwachter, ter gelegenheid uitbetaling prescentie-gelden, zich in gezellige reunie verzaamden en als symbool van eenheid zich allen te goed deden aan dezelfde spijzen en dranken. Innemende menschen. Dr. Doorloop vroeg of het in Aardenburg geweest was, "Daar eten ze elkaar op", schreeuwde Breeduitstra met een banaler woord voor "eten". Mr. Mierick vond het gewaagd om zoo kort op Philiplandsche geval, zoo'n maaltijd te arrangeeren. Ook voorbeeld om in één avond op te maken, waar 'n jaar voor gewerkt was, niet stichtend en dat vol-voeren van veldwachter is eigenlijk voedsel geven aan praatjes over poging tot omkoopen. - Onzin! Je kunt overal wel argwaan uit zuigen.

6 Maart. Opgeschrikt door tijding dat gemeentearchivaris, die als verzorger van drie oude zusters, eere-lid van Heemschut is, een lichten aanval van beroerte heeft gekregen, omdat de stadhuis-bode hem niet voorzichtig genoeg verteld heeft, dat te Nieuw- en St. Joosland een stoepsteen is gevonden, die een onderschrift bleek te hebben. Onverantwoord! Dat gedrag van die bode tenminste. Heel ons gewest is vol van gemelde vondst.

Jhr. Verboendere had vernomen, naar hij zei, dat het een oude molensteen was; hij vermoedde van een molen afkomstig. Wie weet of ze bij dieper graven den molen niet vinden. Zou best mee willen helpen, al is Liesbeth dan ook bang, dat ik er een klap van zou kunnen krijgen.

7 Maart. Kregen rekening van dokter Doorloop. Liesbeth vond die veel te hoog. Was er wel bang voor! Waren van 't najaar alen onder behandeling geweest wegens bladderende neuzen en vervellende handen, ontstaan door uitwendig gebruik van zeep-met-cadeaux. Eerst de zeep, toen de dokter, later het cadeau en nu de nota. Maak me sterk dat we voor dàt geld wel tien spinazie-hakborden hadden kunnen knopen. Kan best zijn, dat ik 't Liesbeth nog eens onder 't oog breng. Hoewel: "vrouwen zijn vrouwen. .. en vrede is mannelijk", zou mijn vader zeggen. In ieder geval zijn we beter af dan de familie Puck-Grootes, die den geheelen winter premie-cacao hebben gebruikt en nu aan steenpuisten en aderverkalkingen laboreeren en bovendien de zedelijke kwelling doorstaan, dat zij misschien medegewerkt hebben, iemand dakloos te maken.

8 Maart. Heb rekening aan dr. Doorloop betaald. Niet overteld wat Liesbeth gezegd heeft, wel ter sprake gebracht het geval der familie Puck-Grootes. Dr. Doorloop ontkende ten stelligste dat premie-cacao oorzaak van genoemde verschijnselen was. Die kwalen zaten in de familie; kwestie van erfelijke belasting; een der voorvaderen heeft in bouwmaterialen gehandeld. Kan waar zijn; ik denk er 't mijne van.

Overigens 'n aardige man, die dr. Doorloop. Komt uit Zeeuwsch-Vlaanderen. Vertelde me, dat momenteel Terneuzen de vooruitstrevendste plaats van Nederland is. Daar doen ze aan "Einsteinerei", "realiviteitstheorie" en "vierde dimensie". Ter boekstaving daarvan, toonde hij mij volgende bericht uit provinciale bladen: "Dr. H. B. v. Nes, sinds 1881 geneesheer te Terneuzen, daarna een aantal jaren in Indië, om vervolgens in zijn eerste standplaats de practijk weder te hervatten, zal weldra zijn practijk neerleggen en te de Bildt gaan wonen". Heb 't wonderbaarlijk gevonden. Vreemd! Vreemd!