Ons Zeeland 1927, nummer 13

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE BEVELANDSCHE WEEK

Einde Juli tentoonstelling in Goes; over een historisch spel en over dilettantisme; een stoepen-oorlog in 't zicht; de overweg bij Rilland-Bath afdoende onveilig gebleken.

De reeds eerder aangekondigde historische tentoonstelling, die dit jaar te Goes gehouden zal worden, heeft thans meer vasten vorm aangenomen. In de jongste bijeenkomst waar behalve de besturen van de vereenigingen tot bevordering van vreemdelingenverkeer (V.V.V.) en "Nijtengo", het college van B. en W. van Goes vertegenwoordigd waren, zijn nadere mededeelingen omtrent de plannen gedaan. Dr. Folmer, voorzitter van V.V.V. zeide, dat einde Juli het meest geschikte tijdstip voor de tentoonstelling werd geacht, verder gaf hij bijzonderheden over de besprekingen die in den boezem van het uitvoerend comité zijn gevoerd. V.V.V. zal de eigenlijke expositie (waarvoor de hulp van gemeenten en van particuliere bezitters van oudheden is ingeroepen) verzorgen, terwijl "Nijtengo" het op zich neemt de feestelijkheden te arrangeeren. Het ligt in de bedoeling een ringstekerij te houden en een historisch spel op te voeren. Voor het laatste heeft men reeds contact gezocht met een onderwijzer uit een der Bevelandsche dorpen, die in zijn vrijen tijd met min of meer succes de litteratuur beoefent, en met de Goessche -dilettanten-tooneelvereeniging "Onderling Kunstgenot". Het destijds door den heer De Witt-Huberts uit Den Haag in overweging gegeven advies, dat kon leiden tot een permanent landsspel, blijkt men in den wind te hebben geslagen. Blijkbaar verwacht "Nijtengo" algemeen meer van dilettantisme, hetgeen, gezien het fiasco van alle beroepskunst in Goes, niet eens zeer groote verwondering baart. En dan: het is zeker goedkooper. Het zal me benieuwen wat er van de attracties rond de historische tentoonstelling terecht komt, als goedkoop ook hier maar niet duurkoop wordt.

x

Nog niet zoo heel lang geleden is in Middelburg een stoep-trottoir-oorlog op papier ontbrand. De eene helft verklaarde zich voor het behoud van de oude stoep in de winkelstraten, de andere helft zwoer bij het meer moderne trottoir.

Evenmin als de Hoeksche en Kabeljauwsche twisten is deze moderne onbloedige oorlog van acuten aard, het heeft er van weg dat hij van de hoofdstad van Zeeland zich naar de hoofdstad van Zuid-Beveland zal verplaatsen. De vijandelijkheden over trottoirstoep zijn in Goes weliswaar nog niet geopend, doch de kwestie maakt al een onderwerp van gesprek uit. En de weg tusschen woord en daad is dikwijls korter dan men denkt.

Het gemeentebestuur heeft al geruimen tijd het plan de stoepen in de Lange Kerkstraat (dè winkelstraat) te vervangen door trottoirs. Alvorens het zoover is, moeten de eigenaars der stoepen echter de grond vóór hun huizen aan de gemeente cadeau doen. Thans is gebleken (op een bijeenkomst, waar de directeur van gemeentewerken het trottoir propageerde), dat niet alle bewoners der Kerkstraat hiervoor voelen, hetgeen wellicht verband houdt met het gerucht, dat met de stoepen de vergunningen tot het étaleeren van goederen vóór de winkels zullen vervallen. De meeste winkeliers schrikken van zooiets terug.

Zooals gezegd - de oorlog van de stoep is nog niet ontbrand - maar vergis ik me niet, dan staan we aan den vooravond van de mobilisatie. Gezien de geringe breedte der Kerkstraat en lettende op de eischen van het verkeer, sluit ik me bij de trottoir-partij aan. Wie volgt?

x

De aanrijding op den onbewaakten overweg bij Ritland-Bath (men herinnert zich dat een vrachtauto den trein torpedeerde, waarin Ir. Kalff, lid van de hoofddirectie der spoorwegen, zich bevond) heeft onlangs voor het Kantongerecht gediend. Voor den chauffeur van den auto, die als beklaagde terecht stond, werd door het O. M. vrijspraak geëischt. Uit de diverse verklaringen kwam vast te staan, dat de overweg daar ter plaatse zeer gevaarlijk is, omdat het uitzicht niet ten alle tijde voldoende geacht kan worden. We hopen, dat deze meening de directie der spoorwegen ter oore zal komen en dat zij spoedig zal overgaan tot bewaking van dezen overweg, die in 1 1/2, jaar tijds 4 ongevallen opleverde.

Schrijver dezer deelt het oordeel van het O. M., dat de onbewaakte overwegen in vele gevallen ten onrechte de zondebokken van het publiek zijn, doch waar onvoldoende uitzicht voldoende is gebleken, hoort bewaking.

A. M. D.

 

DE KALENDER DER NOORDGROEP

Het snelverkeer in de Noordgroep, dat wegverbetering eischt; de pachters op lange termijnen gerustgesteld; wat komt er van de Zierikzeesche abattoir-plannen terecht?

Het steeds toenemend snelverkeer doet ook in de Noordgroep de behoefte aan wegverbetering en verbreeding ontstaan, opdat voetganger en wielrijder het hun rechtmatig toekomend deel van den weg kunnen benutten. Zoo heeft het in het vorige jaar veel moeite en tijd gekost om de contribueerende gemeenten van den straatweg Zierikzee-Brouwershaven te bewegen mede te gaan met het door Gedep. Staten ontworpen plan. Aan dezen weg is men thans bezig. In Tholen duren de besprekingen over de wegsverbetering Scherpenisse-Stavenisse nog altijd voort. In October van het vorig jaar hebben te dier zake besprekingen plaats gehad tusschen Ged. Staten, het waterschap St. Maartensdijk en het gemeentebestuur van Stavenisse. Men achtte toen de kosten te hoog. Kort geleden hebben H.H. Gedeputeerden een nieuw plan ingediend, waarvan de kosten geraamd zijn op fl 275.000 (het vorige plan werd op fl 320 begroot). Bij dit nieuwe plan is rekening gehouden met de bedoeling, om het wegvak Stavenisse-Provinciale steiger te zijner tijd in onderhoud te brengen bij de Provincie, welke dit weggedeelte daarna op hare kosten zal verbeteren. Ten aanzien van de jaarlijksche onderhoudkosten wordt voorgesteld deze te doen plaats hebben in verhouding tot de lengte van de thans bij de belanghebbenden in onderhoud zijnde weggedeelten. Wanneer de helft der onderhoudskosten komt ten laste der provincie, dan zullen de gemeenten Stavenisse en Scherpenisse en het waterschap St. Maartensdijk onderscheidenlijk in die kosten moeten bijdragen 10.3, 0.3 en 39.4 pCt. De gemeentebesturen van Tholen (Stad), Scherpenisse en Poortvliet zijn niet bereid genoemde bijdragen voor deze wegsverbetering toe te zeggen.

x

In het midden der vorige maand is door het Haagsche gerechtshof arrest gewezen in een zaak, die de landbouwers op ons geheele eiland en wellicht ook daarbuiten met groote belangstelling niet alleen, maar ook met groote voldoening zullen hebben vernomen. Genoemd Hof heeft n.l. arrest gewezen in een pachtkwestie, die langen tijd de gemoederen der groote pachters heeft bezig gehouden. Het betrof hier een vordering van den ontvanger der registratie te Zierikzee voor schenkingsrecht en boete, wegens vermeende te lage pachtsom.

In deze procedure werd in Mei 1925 door de Middelburgsche rechtbank vonnis gewezen, waarbij de vordering van genoemden ontvanger ongegrond werd verklaard. De ontvanger ging evenwel in hooger beroep en het gerechtshof bekrachtigde het vonnis van gemelde rechtbank. Het gerechtshof bepaalde echter, dat een onderzoek van 3 deskundigen moest plaats hebben, van welk onderzoek een schriftelijk rapport is uitgebracht. Dit rapport werd op 12 punten door den ontvanger bestreden, met het gevolg dat het hof, na partijen te hebben gehoord, in haar conclusiën en pleidooien, zoo ook de procureur-generaal, de ontvanger, als vertegenwoordigende den Staat der Nederlanden, op al die 12 punten in het ongelijk heeft gesteld. Door het Haagsche Hof is dan ook het verzet tegen de vervolging goed en van waarde verklaard en de ontvanger, q.q. het rijk, veroordeeld in de begroote kosten van hooger beroep, hetgeen rust in de harten van de pachters op langen termijn heeft gebracht.

x

In de laatste vergadering van den raad van Zierikzee is de abattoir-kwestie opnieuw aan de orde gekomen. De slagers verzochten tot den bouw van een centraal slachthuis met koelinrichting over te gaan, maar.... zonder bijdrage uit hun beurs, zooals in de vorige vergadering was voorgesteld. De gemeentebouwmeester had na de besprekingen, die het dagelijksch bestuur met de H.H. slagers had, eens opgenomen wat den verbouw van de particuliere slachthuizen zou kosten wanneer deze aan de wet zullen moeten voldoen. Dat zou fl 32.000 kosten. Daar de slagers geen rentelooze aandeelen in het te bouwen slachthuis wenschten te nemen, adviseerden B. en W. niet tot den bouw van zoodanige inrichting over te gaan. De overgroote meerderheid was mede van meening, dat, gezien de groote kosten (fl 68.300), de uitgaven voor de gasfabriek (fl 49.000), de komende uitgaven voor de nieuwe brug voor de Zuid Havenpoort en de waterleiding, Zierikzee onder deze drukkende geldende omstandigheden niet tot den bouw van een abattoir dient over te gaan, hoewel men van het hygiënisch nut natuurlijk wel was overtuigd. Zoo werd dan ook besloten. Het woord is thans aan de slagers, merkte de voorzitter op, die het niet onmogelijk achtte, dat de slagers, die voor fl 32.000 zullen moeten verbouwen, aan een slachthuis zonder koelinrichting, wat op 37 mille wordt geraamd, wel hun medewerking zullen willen verleenen. Afwachten is thans het parool.

M. d. P.

 

DE WEEK OP WALCHEREN

Uitbreiding van de "Schelde" in 't zicht; verbetering van 't Middelburgsche hôtelwezen; een verlies voor 't Archiefwezen.

Het moet erkend worden, dat de Regeering het ten aanzien van hare plannen met betrekking tot VIissingen, niet bij woorden laat. Eerlang zal zij bij de Staten-Generaal een wetsvoorstel indienen, strekkende tot vergrooting der Vlissingsche sluizen. Doel van dit voorstel is: de Kon. Mij. "De Schelde" in staat te stellen tot het bouwen van schepen met grooter afmetingen, dan haar tot nog toe mogelijk was.

De maatschappij heeft echter aan die grootere sluizen al heel weinig, indien zij niet de beschikking kan verkrijgen over terreinen, aan de tegenwoordige grenzende, en bestemd voor grootere hellingen en uitbreiding der fabrieksgebouwen. Het bedoelde wetsontwerp zal de "Schelde" in staat stellen, deze terreinen door onteigening te verwerven en voorziet in de noodzakelijkheid om het z.g. verbindingskanaal belangrijk te verbreeden. De noodige voorzieningen aangaande de betrokken verkeerswegen zijn getroffen, terwijl met de behoeften en rechten van de huurders der binnen het plan vallende perceelen rekening is gehouden. De onteigening zal niet ineens doch naar behoefte en bij gedeelten geschieden, en den betrokken huurders van perceelen tijdig worden aangezegd. Het is te hopen, dat deze grootscheepsche plannen bevorderlijk mogen zijn aan den bloei van ons groot scheepsbouwbedrijf en den oeconomischen welstand van Vlissingen.

x

Middelburg heeft met het oog op het komend reisseizoen, dat hopelijk (en waarschijnlijk) aan het hotelwezen aldaar hooge eischen zal stellen, zijn maatregelen genomen. Het Grand Hotel in de Lange Delft, dat in den vóórzomer van 't vorig jaar gedeeltelijk afbrandde, is herbouwd en volgens den eisch van moderne gemakken voorzien. Het historische (de eetzaal) is natuurlijk onherroepelijk weg; maar de nieuwe eetzaal, op kostbare en schoone wijze betimmerd en van fraai zijden behang voorzien, geeft de grootst mogelijke vergoeding voor het verlies van dit historische gedeelte. De nieuwgebouwde kamers zijn voorzien van ingebouwde vaste waschtafels en kasten, terwijl de aan vele dezer grenzende badkamers aan de hoogste eischen voldoen. Uit alles blijkt, dat er geen kosten gespaard zijn om het reizend publiek te gerieven en den naam van het hotel in eere te houden. Ook de hotels De Nieuwe Doelen en De Abdij hebben het winterseizoen benut om door het aanbrengen van verbeteringen met den tijd mee te gaan en aan den komenden vloed van vreemdelingen een behoorlijke ontvangst te verzekeren. Waar Middelburgs ingezetenen bij een druk vreemdelingenbezoek grootelijks belang hebben, daar is een flink hotelwezen een zaak van groote beteekenis, een zaak van bijna algemeen belang.

x

In den persoon van den heer C. de Waard, oudcommies van het Rijks-archief te Middelburg, die in 't begin dezer week te Middelburg werd ter aarde besteld, heeft het archiefwezen in ons gewest een gevoelig verlies geleden.

Aanvankelijk opgeleid voor den militairen stand, trad hij eerst op rijperen leeftijd in de archiefloopbaan. Na een vrij langdurige tijdelijke werkzaamheid, volgde in 1899 een vaste aanstelling en in den loop der jaren klom hij op tot Commies. Het feit, dat hij geen vakopleiding had gehad, moge hem gehinderd hebben, zijn vlijt en zijn scherp vernuft vulden het gebleken tekort aan en deze, gepaard met zijn aanleg tot archiefwerk, stelden hem in staat tot het in 't leven roepen van een aantal werken, zoowel op archiefgebied als op historisch terrein, welke aan de archiefstudie belangrijke diensten hebben bewezen. Van de inventarissen mogen worden genoemd die van de archieven der Middelburgsche Godshuizen, die van de kaarten en teekeningen in het Middelburgsche rijksarchief, die van 't archief van den polder Walcheren, van de charters der Zeeuwsche Rekenkamer en die van 't Archief van Arnemuiden. In de laatste jaren van zijn leven hield zijn wakkere geest zich bezig met de voorbereiding eener uitgaaf van een scheepsjournaal, afkomstig van den kapitein Cornelis Evertsen. En alles werd bewerkt met een nimmer falende nauwkeurigheid. Nog lang na zijn verscheiden zullen de beoefenaars der Zeeuwsche en der vaderlandsche geschiedenis met dankbaarheid gedenken hoeveel bronnen van kennis door den, heer De Waard zijn bewerkt of toegankelijk gemaakt.

Werkzaam van aard, aangenaam in den omgang, verwierf de heer De Waard zich de achting en toegenegenheid van allen, die met hem in dagelijksche aanraking kwamen, niet het minst die van zijn superieuren, die dan ook niet achter zijn gebleven om daarvan in 't openbaar, in woord en geschrift, met waardeering te getuigen.

V.

 

DE WEEK IN ZEEUWSCH-VLAANDEREN

Het Kantongerecht voor Hulst behouden; over trams in onze streek; dankbaar, maar niet voldaan.

Den lezers, die de Tweede Kamer-verslagen in de bladen geregeld volgen, is het bekend, dat deze Kamer dezer dagen wel niet door verwerping van het aanhangige wetje maar dan toch door aanneming van een motie het heeft uitgesproken, dat zij in meerderheid niets voelt voor opheffing van nog meer kantongerechten dan die welke in de dagen der bezuiniging reeds gesneuveld zijn.

Vanwege deze uitspraak der Kamer feestte men in Hulst, want ook het kantongerecht aldaar had er aan moeten gelooven. En er was een felle actie tegen die voorgenomen opheffing gevoerd.

Reeds in de dagen, dat Mr. Th. Heemskerk Minister van Justitie was, is er in de Tweede Kamer over gesproken welk kantongerecht, als er dan een in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen moet verdwijnen, het best gemist kan worden. De strijd ging daarbij tusschen Hulst en Neuzen.

De Hulstenaren noemden hun stadje een centrum van die streek, gemakkelijker te bereiken vanuit de verschillende dorpen dan Neuzen. De verdedigers van laatstgenoemde plaats spreken dat natuurlijk tegen en wezen er op, dat Neuzen veel belangrijker plaats is met een grooter zielental, waar handel en scheepvaart bloeien.

Ook ging de strijd over de werkzaamheden van de kantonrechters zelve. Neuzen wees er op, dat het aantal zaken, dat voor 't kantongerecht komt, daar grooter is dan in Hulst. Hulst meende, dat de strafzittingen te H. veel gewichtiger zijn dan die te Neuzen. Het gaat nu zoo gemakkelijk in Hulst. 't Is er 's Maandags markdag. De dorpelingen komen naar de stad om inkoopen te doen, landbouw- en zuivelproducten te verkoopen en, als 't noodig is, op 't kantongerecht te verschijnen. Men behoefde voor zijn zondigen niet extra te verletten.

De godsdienstige- en politieke factoren speelden in deze kwestie ook een rol. Het land van Hulst is overwegend Roomsch-Katholiek, terwijl dit van Neuzen en omgeving niet gezegd kan worden.

In 1910 werd de waarneming van het kantongerecht Neuzen door minister Regent (R.-K.) opgedragen aan den kantonrechter te Hulst. In 1919 vertrok de kantonrechter van Hulst naar Bergen op Zoom en keerde minister Heemskerk (A.-R.) de rollen om. De kantonrechter van Neuzen zou Hulst waarnemen.

Van R. K. zijde is daartegen toen fel geageerd met het gevolg, dat de vacature-Hulst weer werd opengesteld en werd aangevuld. Nu zagen de Katholieken in het voornemen van minister Donner tot opheffing een achterstelling bij de Protestanten. De plaatselijke R. K. pers roerde zich geducht en er was groote vrees in de R.K. harten. Maar zie, de meerderheid der Tweede Kamer bracht uitredding en de Katholieke kantonrechter te Hulst mag blijven.

x

In Hoofdplaat is men niet zoo feestelijk gestemd. Zooals men weet, is de minister van Waterstaat daar onlangs op bezoek geweest, teneinde te praten over de tramplannen Hoofdplaat-Breskens. De Burgemeester deelde hierover in de laatstgehouden Raadsvergadering het een en ander mede. Maar de Raad was allesbehalve content.

Allereerst wekte het verwondering, ja ontstemming, dat de wethouders bij dat onderhoud met den Minister niet uitgenoodigd waren. Ook kwam aan het licht, dat Gedep. Staten er voor waren de tram te laten rijden over den Roodenhoek en niet over Hoofdplaat. Daarom had de Raad gaarne gezien, dat er bij den Minister ook eens krachtig gepleit was voor het Hoofdplaatsche standpunt.

Na niet bepaald vriendelijke discussies besloot de Raad de beslissing af te wachten, en wanneer die voor Hoofdplaat verkeerd uitvalt, in beroep te gaan bij de Kroon.

Nu ik het toch over trams heb, wil ik in dit verband nog meedeelen, dat door de Stoomtram Maatschappij Breskens-Maldeghem de laatste rails gelegd zijn van de lijn Cadzand-Cadzand-haven. De baan kan in April geopend worden. Cadzand zal dan een kruispunt van tramwegen worden, n.l. 1e van Cadzand over Zuidzande naar Oostburg, 2e van Cadzand over Nieuwvliet, Groede naar Breskens, 3e van Cadzand over Retranchement naar Sluis en 4e van Cadzand naar de haven.

Nu denke men niet, dat we hier in een ideaal land waren. Helaas neen. Soms heeft het er alles van, dat er beter voor gezorgd wordt de suikerbieten vlugger weg te krijgen dan de passagiers. Met de aansluiting op sommige sneltreinen die van Vlissingen vertrekken of daar aankomen, kon het wel wat beter zijn. Ook voor wachtgelegenheden kon heusch wel beter gezorgd worden. Maar als aan deze redelijke verlangens nog eens voldaan wordt, kan toch gezegd, dat de tramweg-maatschappijen op een behoorlijke wijze in de verkeersbehoeften hebben voorzien.

x

Klagen mag men niet altijd. Een mensch moet op z'n tijd ook eens dankbaar zijn.

Dat kan men althans in Sluiskil wel zijn, want al is hier misschien het "dankbaar, maar niet voldaan" van toepassing, het mag toch vermeldt, dat de P. Z. E. M. na eenige onderhandelingen het tarief voor afname van electriciteit van 55 op 50 cent per K.W.U. (voor licht) en van 25 op 20 cent (voor kracht) heeft gebracht.

Een voorstel om het lichttarief te bepalen op 45 cent en dan een contract af te sluiten voor 5 jaar werd helaas niet door de P. Z. E. M. aanvaard. Voor drie jaar is dus nu de stroomprijs op 50 cent bepaald.

Dankbaar mogen ook de boeren te Koewacht en omstreken zijn, want het mond- en klauwzeer, dat verleden jaar in die gemeente zoo lang geheerscht heeft, is thans gelukkig geheel verdwenen. In de laatste twee maanden heeft men van geen gevallen meer vernomen.

De gemeente Koewacht heeft nog een andere reden tot dankbaarheid. Bij den correspondent der Arbeidsbemiddeling is momenteel geen enkele werklooze ingeschreven, terwijl in zooveel andere plaatsen juist groote werkloosheid heerscht. Het schijnt, dat de vlasindustrie hier en over de grens (Stekene) aan zoovele handen werk verschaft, dat werkloosheid niet voorkomt.

x

De boeren hebben nog een laten meevaller. Allerwegen worden de nog voorradige aardappelen voor Fransche rekening tegen flinke prijzen opgekocht. Er wordt aan de boeren 5 1/2 en 6 cent per K.G. betaald.

Ook de vlasprijzen zijn beduidend gestegen. Zelfs vlas, dat voor eenigen tijd onverkoopbaar was, gaat voor goede prijzen van de hand. Als we dan nog herinneren aan de voordeelige contracten, die de boeren momenteel voor de suikerbieten kunnen afsluiten, behoeft het geen betoog, dat de vooruitzichten voor den landbouw lang niet ongunstig zijn.

Z. V.

 

TREFFERS EN POEDELS

Belgische Annexatie-pogingen.

't Is alweer het oude liedje

aan den Vlaamschen overkant,

ze beginnen weer te tornen

aan 't bezit van Nederland. -

Vele deftige meneeren

loopen met adressen rond,

en verzamelen daar namen

voor een Zeeuwsch-Vlaamsch-België-Bond.

Menig Hollandsch lijdend voorwerp

strijdt een strijd in zijn gemoed,

tusschen 't houden van zijn baantje ,

en zijn echt Wien Neerlandsch Bloed.

Weest getroost, gij Nederlanders,

die Uw naam daar zetten gaat,

'n handvol namen heeft geen waarde

wèl een in-spontane daad,

'n Gouden Daad uit overtuiging,

net als toen, met Haar erbij,

toen Uw hart U toegebruld heeft:

Néderlander, dàt ben jij! -

't Is wél weer het oude liedje.

maar daar blijft het dan ook bij. -

WILLEM TELL II

 

DE VROUW AAN HET WOORD

Als er Mode-Show is bij Hirsch ...

Dagen tevoren buigen de blonde en de zwarte, de gebob'de en geshingelde kopjes al naar elkaar toe en vragen elkaar teeder en vol geheimenis:

"Ga je ook naar de show?"

En als de dag eindelijk is aangebroken, dan roetschen de "reuze-karren" oftewel de mooie, luxewagens het Leidscheplein op en de mevrouwtjes en de jonge meisjes, de neusjes gedoken in den kraag van hun bontjas trippen de stoep van het mode-paleis op, draaien de deur binnen, neuzen even de verschillende rayons langs en gaan dan de breede trap op naar de étage waar show gehouden wordt.

Een gezoem als in een bijenkorf komt u tegemoet bij het betreden van dit heilige der heiligen.

Aan de tafeltjes met de witte dekjes, waarop een vaasje met zacht-rose of roode tulpen en de theekopjes, wit met gouden randje, zitten de vrouwkes en wachten met blije schitter-oogen, als kinderen, die straks den Kerstboom zullen zien, op de dingen die komen zullen.

De deftige knechts in zwart, met kuitbroek en witje kousen, loopen gewichtig rond. De kittige meisjes met de coquette, witte plooi-mutsjes op, beginnen al de thee te serveeren en de strijkjes, aan iederen kant van het balcon een, zetten hun streelende melodietjes al in.

De eerste mannequin van het huis komt binnengezweefd. Ze wiegelt op haar hooggehakte schoentjes in een grijsblauwe tailleur, met vilt-hoed in dezelfde kleur en lichten vos nonchalant geworpen om het ranke halsje, voorbij de kijk- en koop-grage vrouwkes.

Vlak achter haar komen nog twee mannequins, beiden in donkerblauwe tailleur, de eene met rood vest, hoed van donkerblauw vilt en grijzen vos, de andere met plooirok, de rnantel wit-gebiesd, casaque in wit met jabot, hoed in blauw, donkeren vos.

Dus - sommen we op - vesten onder tailleurs, plooien op zij in de rokken, algeheel geplooide rokken of rokjes die kort èn nauw zijn, want kort zijn ze alle.

Het zou natuurlijk ondoenlijk zijn, u al het moois te schetsen, dat ons getoond werd, daarvoor ontbreekt me de plaatsruimte. Ik doe dus hier en daar een greep.

Daar was dan "Colinette" een robe de soir van bleu fanée, crêpe de Chine, geheel opgewerkt met simili, terwijl aan den rug een soort tullen cape wappert, die de draagster het aanzien van een sluiervischje geeft.

"Betty!" zegt de naam u niet al, dat hier iets heel lief en teers komt?

Een robe de soir voor een jong meisje of vrouwtje, geheel van écru kant. Het rokje, bestaande uit eenige smalle volants, eng vallend over de heupen. Oogenschijnlijk van grooten eenvoud, is deze robe door de fijne kant tot een rijk geheel geworden.

"Marigni". De slanke mannequin, met de smachtende Oostersche oogen, met den gang van een panter, brengt dit prachtig complêt, bestaande uit een ivoorkleurige robe, waar overheen een zwarte mantel gedragen wordt, die aan den onderkant geheel geajourd is, zoodat de robe er doorheen schijnt.

Een zwarte hoed en klein Japansch parasolletje van witte zijde en zwarte kant, hooren bij dit élégante black and white-geheel.

En wat zegt U van dit beeldig geheel? Als u zooiets aan het strand draagt, is uw succes verzekerd.

"Azalea"! In de oranje-achtige tint van deze bloem is het jasje van peau de pêche, dat recht en strak gedragen wordt op een robe van wit en oranje crêpe de Chine. En wit vilten hoedje en wit parasolletje hooren erbij.

"Polette". Een robe d'après midi van zwarte charmeuse, gegarneerd met knalrood.

"Grillon", een complêt in zandkleur. De mantel van reps-zijde, met tamelijk breede dwarse plooien, de robe van crêpe de Chine, heel simpeltjes, met alleen een kleinen gesp van simili.

"Fleurette". Een en al zomer! Een fleurig toiletje van witte crêpe Georgette met papavers en korenbloemen. Het rokje vallend in drie volants. Ach en er was nog zóóveel meer, maar ik mag niet veel langer van stof zijn, de jurken niet omdat het geen mode is, ik niet, omdat mijn hooggeachte Hoofd-Redacteur dan boos kijkt!

Laat ik even nog releveeren, dat een zacht blauw, bleu pâle, zeer en vogue is, ook grijs-groen, zwart en wit.

In een ander babbeltje beschrijf ik nog meer jurken en mantels. Dus, au revoir, mesdames!

F. B. B

 

 

PRozA-GEDICHT.

(Meditatie.)

We moeten elkaar maar een beetje liefhebben,

Dan is alles goed.

We moeten maar luisteren, des avonds op den landweg

naar de schrille stem van een arm meideke, dat

heimwee zingt - heel stil zijn en luisteren ....

We moeten maar zijn als een deeltje van het simpele

licht aan God's hemel

We moeten, maar zijn als een droppel van den grooten,

milden regen -;

We moeten maar zijn als het kindeke dat stamelt

tot dieren en bloemen, ergens in een weike waar

lijnwaad blankt,

We moeten ons maar wat vergeten - dan geven wij

veel.

We moeten elkaar maar een beetje liefhebben.

Niets meer.

JAN VAN VLAENDEREN.

 

HET JOURNAAL VAN PHILEMON ZIJDEWIND

16 Maart. Heerlijke lente-dag. Gezin opmerkzaam gemaakt op seringen-boom, die de eerste groene blaadjes vertoonde. Naar Wybo geslagen met mijn servet, omdat hij oneerbiedig zinspelingen maakte op den bekenden ouden bak. Liesbeth zei, dat den naasten buren, wegens getreiter met gramophoon, ditmaal geen bouquet zal worden uitgereikt. Dacht om nachtvorst van vorig jaar en lachte. Liesbeth wilde reden van die voorlijkheid weten. Bedacht 'n uitvlucht en zei, dat ik om 'n grap lachte. Liesbeth moest weten welke grap. Dischte de bewering op van Breeduitstra, dat die huwende paren, in zijn naaste familie en kennissen, altijd het schilderij "Voor den storm" cadeau doet. Ik had geen slechtere "bak" kunnen vertellen.

17 Maart. Liet me heden te onzaliger ure verleiden om te schamperen op den lakschen leg onzer kippen. Liesbeth trok partij. Kippen op haar advies gekocht. Ik kreeg de schuld. Had het hok beter en meer schoon moeten houden. Waarom zweeg ik ook niet! Den ganschen morgen bezig geweest bij die ondieren; veel krom gestaan; wist den geheelen middag niet, waar mijn rug begon of eindigde. Begin steeds meer hekel te krijgen aan fauna. Had Liesbeth maar iets van mijn aard, dan zou ze me indertijd het kegelen niet verboden hebben, omdat ik wel eens poedels gooide.

"China in Holland" vertelde me in vertrouwen, dat ze er over denkt haar vlechtjes te offeren op het outer der polka-woede. Kan het haar niet kwalijk nemen, sinds ik Jossie's jongste neiging ken. Er schijnt 'n soort wisselwerking van aantrekkingskracht te bestaan tusschen mijn zoon en Sientjes strengeltje.

18 Maart. Ochtendpost bracht een brief van neef Henri uit Twente. Komt binnenkort in de stad om zijn economische kennis te luchten in een rede over "Afzetmogelijkheden", waarmede hij elders in handels-kringen, enorm succes behaalde. "En passant", deelde hij mede, dat zijn broer, na mislukte speculatie, op de flesch geraakt is. Alles verloren, behalve de eer en het geld, dat hij op naam van zijn vrouw gezet heeft.

In loop van den dag, Jossie, mijn jongste, in tuin spelende, vreeselijken kreet uitgestooten. Dachten aan een ongeluk. 't Was niet zoo. Ventje haalde uit 't nachthok naast de kippenren een ei, 't eerste.

"Zie je wel," zei Liesbeth triomfeerend "'t Hok is te vuil geweest,"

Jossie stormde met het ei naar boven; liet 't halverwege vallen, O, dat gezicht van Liesbeth; .... nieuwe traplooper. Vreemd genoeg rolde het van tree tot tree.

"'t Is nog heel", jubelde Jossie opgelucht.

't Was het lok-ei! O, dat gezicht van Liesbeth. Ben naar beneden gegaan om kippen op te vangen en weer in te sluiten; begin meer sympathie voor die dieren te voelen.

19 Maart. Zag op wandeling in hoofdstraat mooie étalage bij boekhandel Wurmori, Prachtige standaardwerken. Dat trekt altijd. Ben naar binnen geloopen om potlood te koopen voor Wybo. Bediende vertelde me, naar hij zei uit bezorgdheid, waarschuwende geschiedenis. Scholier, die ook 'n potlood kreeg, deed er onvoorzichtig mee; 't drong zoo diep in zijn oog, dat hij 't waarschijnlijk missen moet. Geloove wie 't wil. Vermoed eerder, dat hij me voor reserve nog een potlood wilde aansmeren. Zal niet gaan!

20 Maart. Krimp van Dulmen op wandeling vergezeld en veel kunnen spreken, want hij loopt slecht. Hij was enthousiast over de prachtige werking van bureau voor beroepskeuze. Sterke staaltjes daarvan voorhanden. Een bleef me in 't geheugen. Zoon van zijn zwager, van zijn prilste jeugd af onbedwingbare neiging tot overdrijven en onwaarheidspreken. Alles geprobeerd daartegen; niets hielp. Werd steeds erger en kon op 't laatst niets anders meer dan liegen. Zwager wanhopig. Wat moet er uit zoo'n jongen groeien. Ten langeleste naar bureau van beroepskeuze. Professoren en psychologen uren met cliënt bezig geweest. Geestdriftige toestanden en eenstemmige verklaringen, dat jongeling een prachtige toekomst wacht, wanneer hij zich verbindt aan Haagsch Departement (afd. offic. tegenspraak) of aan het Metereologisch Instituut te De Bilt.

21 Maart. Aanvang der Lente. Dag die me heugen zal. Niet om de Lente, maar om iets anders. Oudergewoonte kwam melkboer heden mijn tuintje opknappen. Vroeg hem op 'n gegeven oogenblik - Liesbeth stond er bij -: "Wat zeg je van ons kippenhok?" Trok dat monstrum, tergend langzaam, aan zijn pijp en zei: "Kippenhok.... kippenhok.... om de waarheid te zeggen, heeft 't meer van hanensoep, zoolang die beestjes er in houdt."

Paniek! Zwendelarij. Moest naar de politie. Kippen indertijd gekocht van rondreizend poelier aan de deur. Weet z'n signalement niet meer. Wat 'n toestand. En Beppie heeft laatst nog wel straf gehad, omdat ze beweerde 's morgens van het gekraai niet te kunnen slapen. Ik mag ook niet denken aan dat lok-ei!

22 Maart. Kreeg op soos van mr. Mieriek van Peuteren vrijkaart voor Oogstfilm, die vertoond wordt te Rilland in een dorschschuur gezeten op geperst stroo. Gulle kerel. Dankbaar aanvaard. Vond alleen toelichting onduidelijk. Mr. Mieriek zei, dat niet de vertooning met de dorschschuur, doch genoodigden op geperst stroo moesten zitten.

Dat is hinderlijk. Wegens de pluisjes. Draag altijd zwart laken. Mr. Mierick deelde ook mede, dat zaklantaarn-bezit, voorschrift was. Die heb ik niet. "Tja!" zei mr. Mierick. Vroeg later waar de schuur stond, hoe je er komen kon en vandaan moest gaan. Dat wist-ie niet. Heb besloten om vrijkaart aan Sientje te geven. Dat kind heeft niet al te veel ontspanning in haar leven.