Ons Zeeland 1927, nummer 21

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE BEVELANDSCHE WEEK

Wethouder D. D. v. d. Bout overleden; over zijn persoon en werk; 24 uren telefoneeren; van belastingpenningen; over particulier- en algemeen belang; een verwijzing naar elders; een scheidende dijkgraaf.

Goes heeft in de afgeloopen week een zeer groot verlies geleden. Op bijna 70-jarigen leeftijd is daar ter stede na een kort ziekbed overleden de heer D. D.v. d. Bout, wethouder en voorzitter van het burgerlijk armbestuur, welke functies hij vele jaren achtereen bekleedde. Ik meen me niet aan overdrijving schuldig te maken als ik zeg, dat hij, de heer v. d. Bout, de populairste figuur in de ganzestad was. Ondanks zijn hoogen ouderdom was hij nog een actief werker, iemand die met interesse aan het Goessche leven deelnam. Als voorzitter van het B. A. kwam hij veel met "den kleinen man" in aanraking en het was aandoenlijk te zien, hoe men hem in die kringen waardeerde. Z'n eenvoud was bijna spreekwoordelijk, z'n goedheid en zijn breede menschelijkheid algemeen bewonderd. De heer v. d. Bout kon beschouwd worden als een van de zeldzaam wordende pracht-kerels van een vorig geslacht, die door hun karakter vooral in dezen tijd de algemeene sympathie opwekken. Onnoemelijk veel heeft hij in het belang van Goes en de Goessenaars tot stand gebracht. Toen Zaterdag j.l. de teraardebestelling plaats had bleek uit de belangstelling voor de droeve plechtigheid, welk een plaats de thans ontslapene in de harten der menschen heeft ingenomen.

Ik had het voorrecht den heer v. d. Bout meermalen over zijn werk te hooren, en dan troffen me steeds z'n bescheiden persoonlijke aanspraken, z'n rijke innerlijk, dat naar alle lijdenden uitging, z'n groot-menschelijk inzicht en z'n gevoel voor humor.

Aan menig graf wordt gezegd, dat de overledene een plaats innam, die moeilijk zal zijn aan te vullen, hoewel niet iedereen die meening deelt. Aan het graf van wethouder v. d. Bout echter kunnen deze woorden geen tegenspraak uitlokken.

Zijn plaats in het publieke leven te Goes was een geheel eenige, zooals z'n persoon geheel éénig was.

Zijn dood is zelfs voor den buitenstaander zoo moeilijk te aanvaarden, omdat hij iets karakteristieks van het Goessche leven deed verdwijnen.

De overledene, oorspronkelijk landmeter van het kadaster, werd in Zierikzee geboren. Hij was ridder in de orde van Oranje-Nassau.

Bij alle inwoners van Goes zal z'n figuur en werk in herinnering voortleven.

x

De Commissie voor Ziekenhuisbelangen te Goes heeft onlangs een vergadering gehouden, waarbij verschillende genoodigden tegenwoordig waren, ter bespreking van de mogelijkheid tot het verkrijgen van een vier en twintig-urendienst voor de telefoon te Goes. Zulk een openstelling achtte de Commissie van groot belang voor de verdere ontwikkeling van Goes en zijn achterland. Voorzitter der vergadering was de heer Dr. Hondelink uit Krabbendijke. Aanwezig waren, behalve verschillende burgemeesters en medici, de inspecteur der Posterijen, Telegrafie en Telefonie en de Directeur van het P. T. T. kantoor te Goes.

Medegedeeld werd dat de postautoriteiten zich in principe tot medewerking bereid hebben verklaard en dat zij zullen zorgen voor openstelling van het kantoor en voor verlichting en verwarming onder voorwaarde, dat aan het bedrijf der Posterijen en Telegrafie wordt vergoed de jaarwedde voor de(n) persoon, die van des avonds 9 uur tot des morgens 8 uur het toestel te bedienen heeft. De kosten zullen ongeveer fl 1200 per jaar bedragen.

Na eenige bespreking kwam men tot de conclusie; dat deze kosten door de diverse gemeenten zullen gedragen moeten worden, en dat Goes het leeuwenaandeel daarvan zal hebben bij te dragen. In alle gemeenten zal dus eerstdaags in den raad het voorstel komen om voor de 24-uren telefoonverbinding bij te dragen. Terwille van het algemeen belang, dat geen algemeen belang blijkt te zijn, maar een persoonlijk. Want het zijn enkele instellingen en zaken, die van de nachtelijke telefoongelegenheid zullen profiteeren. Was het niet veel billijker geweest, dat deze ondernemingen en zaken de kosten hadden gedragen, in plaats van de gemeenten.

Het is hier het oude lied: men schermt in dezen tijd maar al te vaak met de woorden "algemeen belang", vooral als het uitgaven betreft. Het is te hopen, dat de onderscheidene gemeenteraden beter dan de diverse burgemeesters het verschil tusschen persoonlijk en algemeen nut zullen weten te onderscheiden. M'n indruk was, dat de hoofden van verschillende instellingen, die voor de 24-uren verbinding in aanmerking komen en van de besprekingen getuige waren, heel verwonderd waren over het inzicht der burgemeesters. Dat zij niet tegen dit inzicht opkwamen, laat zich verstaan. Nietwaar, iedere ondernemer is wel zooveel koopman, dat hij een gratis aanbod niet afslaat, zelfs niet al ziet hij in hoe dwaas het is.

x

Wie dit overzicht opslaat voor de officieele opening van de locaalspoorweg door Zuid-Beveland, welke gebeurtenis in ons gewest met veel vreugde is begroet, komt hier niet te veel te weten. Men wordt hiervoor verwezen naar elders in dit nummer, waar genoegzame aandacht aan de inwerkingstelling van de locaalspoor is gewijd.

Wegens vertrek naar elders heeft de heer Ridder als dijkgraaf van den polder Oud-Noord-Beveland ontslag genomen. In de jongste vergadering van ingelanden van den polder, is de scheidende dijkgraaf, die 15 jaren aan het hoofd van den polder stond, gehuldigd. Hem werd dank gebracht voor hetgeen hij al die jaren tot stand wist te brengen. De vergadering gaf den ontvanger-griffier opdracht, namens ingelanden, den dijkgraaf een stoffelijk blijk van waardeering te doen toekomen.

A. M. D.

 

DE KALENDER DER NOORDGROEP

Het eerste hotel aan Schouwen-Westrand; de luchtverrassing van Poortvliet; feest in Zierikzee; over bruggenbouw.

Het aan den voet der duinen te Westen Schouwen gebouwde hotel-pension "Zeelust", is thans officieel geopend in tegenwoordigheid van vele belangstellenden uit de naaste omgeving. De burgemeester van Burgh, de heer Boot, hield de openingsrede, waarin hij, onder aanhaling der geschiedenis van Westen Schouwen, het van ouds gezochte oord van verpoozing, zijn genoegdoening uitdrukte met de voltooiing dezer inrichting, die, naar hij hoopte, voor den eigenaar een succes en voor den vreemdeling een rustige, een aangename verblijfplaats zal mogen zijn.

Het gebouw, waaraan kosten noch moeite gespaard zijn, om het tijdelijk verblijf van den vacantiegast zoo aangenaam mogelijk te maken, bevat 11 frissche slaapkamers, die een prachtig uitzicht op zee en duin bieden, een gerieflijke eetzaal, recreatiezaal, ontvangkamer, ruime keuken, terras en veranda, benevens een moderne meubileering. Onze beste wenschen voor dezen eersteling aan Schouwen's Westrand, dat zachtjesaan weer het toevluchtsoord wordt voor vreemdeling en eilandbewoner.

x

Het zoo rustige Thoolsche dorp Poortvliet kwam, eenige dagen nu weel al geleden, 's morgens in rep en roer, doordat een luchtballon boven die gemeente dreef, welke, blijkens het uitwerpen van kleeren en anker, naar een geschikt landingsterrein uitzag. Op een weide in de nabijheid van het dorp kwam het groote gevaarte behouden op den grond. De 4 inzittenden, een dame en drie heeren, waren te Münster in Westphalen (Duitschland) opgestegen, doch waren genoodzaakt te dalen wegens defect aan het, nu weer al eenigszins verouderde, luchtverkeersmiddel. De ballon werd op een vrachtauto geladen en naar het naastbijzijnde spoorstation, Bergen op Zoom, vervoerd, waarheen ook de luchtvaarders per particuliere auto vertrokken.

Dit ongewone feit, een welkome afleiding in de dagelijksche sleur, bracht vele menschen ook uit de omliggende gemeenten, op de been.

x

De feestelijkheden, die dit jaar te Zierikzee zullen plaats hebben, zijn voorloopig door de Oranje-Vereeniging ter plaatse vastgesteld op Donderdag 7 Juli e.k. Het bestuur heeft reeds verschillende vergaderingen gehouden ten einde 't bestek op te maken voor de festiviteiten van dien dag. Het bestuur van V. V. V. zegde in principe zijn medewerking toe voor het organiseeren van een onderdeel van het historisch feest, waarbij Karel de Stoute de hoofdpersoon zal vormen. Als voornaamste punten prijken op het voorloopig programma: de aankomst van Karel de Stoute uit zee en ontvangst door het stadsbestuur, Ringrijderij te paard aan den voet van den Zierikzeeschen Monstertoren, welks grondvesten in 1454 werden gelegd en welke werken door den zoon van Philips werden bezocht, gebarenspel voor de Beurs op het Havenplein, waar Karel de vierschaar zal spannen over Floris en Arent van Haamstede, twee Schouwsche edellieden, die het met de ordonnantiën van grave Philips niet zoo precies namen, etc. etc. 's Avonds wordt de "Klompendans", door de dames-juniores van de gymnastiek-vereeniging "Olympia", welk nummer op de laatste uitvoering dier vereeniging zoo uitstekend is geslaagd, op het podium voor de Beurs herhaald, terwijl aan de oude haven het boegsprietloopen zal worden uitgevoerd, een nummer, dat bij het laatste historische feest zoo'n opgang maakte. We komen op dit feest nog wel terug voor bizonderheden.

x

De totale kosten voor de nog dezen zomer te bouwen brug voor de Zuid-Havenpoort te Zierikzee, zullen in ronde cijfers fl 31.000.- bedragen, maar daarvoor hoopt men dan ook een fraaie, in deze antieke omgeving der stad passende, brug te krijgen, n.l. een dubbele klepbrug, zooals onze voorvaderen gekend hebben en welk model op oude kaarten der stad nog is te zien. Tijdens den bouw zal ten gerieve der bewoners van een deel der gemeente, buiten deze poort woonachtig, maar die hun kantoor of werkplaats hebben in de stad, een noodbrug worden geslagen, terwijl tevens met de mogelijkheid om met schepen door dat deel der haven te varen is rekening gehouden. Door het bouwen van een nieuwe brug zal, naar men zeker hoopt, het fraaie antieke aspect der stad niet schaden, maar integendeel nog verfraaien.

M. d. P.

DE WEEK OP WALCHEREN

Een geslaagde Beethoven-avond in Middelburg; padvinders in de kazerne; over moderniseering van den boerenstand; een bazar.

Vóór alles wil ik in deze rubriek nog even melding maken van den schitterend geslaagden Beethovenavond, dien we in Middelburg gehad hebben. Dat was een kunstavond, in den vollen, echten zin van het woord en het is geen wonder, dat ik kort daarna iemand uit een kleinere Zeeuwsche stad niet zonder eenige jaloerschheid hoorde zeggen: "zoo iets is toch blijkbaar in Zeeland alleen in Middelburg mogelijk".

In de eerste plaats is voor zulk een avond veel geld noodig. Denk alleen maar aan de solisten, die meestal een verre reis moeten maken. Zelfs was op dezen Beethoven-avond versterking van het orkest met leden van de Arnhemsche Orkest-vereeniging noodzakelijk. En daarmede zijn ook groote onkosten gemoeid.

Maar verder is noodig een kring of vereeniging, die zulk een avond durft organiseeren. In dit geval waren het er twee, de zangvereeniging "Tot Oefening en Uitspanning" en de "Vereeniging voor Instrumentale muziek".

En ten slotte moet er in zulk een stad toch het publiek zijn, dat een dergelijk loffelijk pogen weet te waardeeren. De klacht is helaas algemeen, dat het gros der menschheid zou wenig gevoelt voor zuivere kunst, maar zich wel graag vergaapt aan den schijn. In Middelburg was echter de zaal, zoowel bij de groote repetitie als bij de uitvoering, zeer goed bezet. Hulde aan onze hoofdstad!

De Zeeuwen, die in de groote steden onzes lands wonen en daar, zoo ze willen, dikwijls van werkelijk hoogstaande kunst kunnen genieten en misschien wel eens medelijden met ons gehad hebben, zullen uit bovenstaande zien, dat we hier toch niet absoluut misdeeld zijn.

x

Van de kunst naar de gezelligheid, ziedaar een overgang, dien velen wel gaarne willen maken en waaraan ik me nu ook eens wil schuldig maken. Ik wil die gezelligheid zoeken bij onze padvinders. Deze kranige Middelburgsche jongens en meisjes hebben nu eens niet tenten opgeslagen, maar hebben hun intrek genomen in de voormalige hulpkazerne aan den Zuidsingel.

In deze lokaliteiten is allereerst electrisch licht en waterleiding aangelegd, maar alle verdere werkzaamheden aan het in orde brengen verbonden, zijn door de padvindsters en padvinders zelf verricht, De leiders hebben een vertrek gekregen en houden daar de administratie bij. Beneden hebben de jongens een flink lokaal, ze hebben daarvoor zelf het meubilair gemaakt. Boven is het verblijf van de meisjesgezellen, die ook allerlei meubeltjes zelf vervaardigden en vaak tot een alleraardigst resultaat kwamen.

Vorige week Zaterdag is dit nieuwe clubhuis officieel geopend in een bijeenkomst, waartoe ook de ouders toegang hadden. Des middags was er gelegenheid voor ieder belangstellende om een kijkje te nemen. Zoo heeft deze verhuizing zeker bijgedragen om meerdere bekendheid te geven aan de padvinderij.

x

Ik schreef reeds eerder, dat een Walchersche boer in vele opzichten een tikje conservatiever is dan b.v. zijn collega in Zuid-Beveland. Toch streven de leiders der landbouworganisaties er wel naar om den Walcherschen boerenstand wat te moderniseeren. En met genoegen maak ik hier melding van den te Middelburg gehouden cursus in motorkennis, uitgaande van den kring Walcheren der Z. L. M. Het was alleen opmerkelijk, dat tot de deelnemers verschillende jongelui uit Zuid-Beveland behoorden, terwijl er onder de Walchersche cursisten verscheidene waren, die niet tot de boerenzoons gerekend kunnen werden.

Dat moet nog anders worden, wil 't goed zijn.

Hoe noodig overigens zulk een cursus ook is, bleek wel uit de toespraak, die een landbouwer uit Biggekerke bij de eindles hield. Deze landbouwer gebruikt, zoo zei hij, reeds 8 à 10 jaar een motor, maar hij is nooit in de gelegenheid geweest daaromtrent theoretische kennis te verkrijgen. De jongelui van den tegenwoordigen tijd hebben dus veel voor. Of ze dat allen waardeeren, is een andere vraag.

x

Tot voor eenige jaren werd er voor onze slechthoorende medemenschen zoo goed als niets gedaan. Wellicht waren er ook toen wel eenige hulpmiddelen om het verzwakte gehoor-orgaan te assisteeren, maar ze waren zoo goed als onbekend.

Het is aan de bekende "dooven-moeder", mejuffr. Tine Marcus, gelukt, om daarin verandering te brengen. De slechthoorenden hebben zich georganiseerd en zooals overal, bracht ook hier organisatie verbetering.

De gehoor-apparaten werden aanmerkelijk verbeterd. Tentoonstellingen en cursussen werden over 't geheele land gehouden en door alle ten dienste staande middelen werd het ongemak, dat de doofheid oplevert, tot een uiterst minimum teruggebracht.

De afdeeling Vlissingen van de Vereeniging tot bevordering van de belangen van Slechthoorenden, heeft vorige week zulk een interessante tentoonstelling, als hiervoren bedoeld, gehouden. De burgemeester opende ze. Wat mij verwonderde is, dat Zijne Edelachtbare in zijn openingsrede moest meedeelen, dat van minstens 50 Vlissingers bekend zijn, dat zij hardhoorend zijn, maar toch niet aangesloten bij de vereeniging. Wat een kortzichtigheid. In ieder geval is het te hopen, dat zij deze tentoonstelling zullen hebben bezocht en daardoor overtuigd zullen zijn van het groote belang der vereeniging, die hun leven wil veraangenamen.

 

DE WEEK IN ZEEUWSCH-VLAANDEREN

Onze vlas-industrie; de veekeuringen; de a.s. feesten in Hulst; de gemeente Graauw en de Z. V. W. M.

Naar men ons mededeelt, zal zeer waarschijnlijk door den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw een Rijkscommissie voor de vlasindustrie in Zeeuwsch-Vlaanderen O. D. worden samengesteld, welke commissie tot taak hebben zal, nauwkeurig de oorzaken op te sporen der vele moeilijkheden, die onze vlasindustrie sinds geruimen tijd te bestrijden heeft.

Deze commissie zal slechts bestaan uit een beperkt aantal leden, uitgenoodigd zullen worden: de Rijkslandbouwconsulent te Goes, de hoofdinspecteur van den Arbeid te Dordrecht, de hoofdcommies van het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid (de heer Meyer de Vries); voorts vertegenwoordigers van het Kon. Nederl. Landbouwcomité, den Chr. Boeren- en Tuindersbond, het Chr. Nationaal Verbond, den R. K. Boeren- en Tuindersbond, het R. K. Werklieden Verbond en het Ned. Verbond van Vakvereenigingen.

x

Thans hebben reeds provinciale veekeuringen plaats gehad in Axel, Nieuw Namen, Clinge, Zuiddorpe, Biervliet en Aardenburg.

Te Axel werd slechts weinig, doch volgens de keurings-commissie uitnemend hoornvee aangevoerd, te Nieuw-Namen 30 stuks (de commissie wees erop, dat hier nog geen goede fokstier beschikbaar is), te Clinge 38 stuks, te Zuiddorpe 93 stuks (hier gaf de commissie te kennen op menige plaats in Zeeland ondervonden te hebben, dat daar de belangstelling voor fokvee aanmerkelijk mindert, maar nu het genoegen te hebben te kunnen constateeren, dat in Zuiddorpe precies het tegenovergestelde gebeurt), te Biervliet, met IJzendijke samen, 168 stuks en te Aardenburg 60 stuks.

x

Zooals wij vroeger reeds schreven zal aan de van 3 tot 7 September a.s. in Hulst te houden landbouwtentoonstelling ook een geschiedkundige afdeeling worden verbonden. Van diverse zijden zullen oude, voor de historie der streek karakteristieke voorwerpen afgestaan worden, o.m. een flinke collectie schilderijen. De vele toezeggingen van financieelen steun voor het welslagen van den historischen optocht, zullen het wellicht eveneens mogelijk maken een dier feestdagen middeleeuwsche muziek en middeleeuwsche reidansen uit te voeren.

In de hoofd-commissie voor de historische afdeeling hebben zitting de heeten Fr. Vermeulen (voorzitter) en Mr. J. Lambooy (secretaris).

In de sub-commissie voor den historische optocht: E. Doens (voorzitter), J. Adriaanse (secretaris), R. O. Wilking (penningmeester), W. v. Poppel, Gust-Staal, G. Adriaansens, George Vael en Joh. Burm.

In de sub-commissie voor de historische tentoonstelling: C. Dekkers voorzitter, W. Blommaert (secretaris), J. J. Gielen (penningmeester), L. J. Colsen, Jos. van Damme, Ed. Lansu, R. Vereecken, L. Tricot Jzn.

x

Niettegenstaande, dat de gemeente Graauw zich contractueel verbonden heeft aan de N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding, weigerde dezer dagen de Graauwer gemeenteraad toch, en met algemeene stemmen, in te gaan op het voorstel van B. en W. om, naar aanleiding van het schrijven der Z. V. W. M. tot volstorting der aandeelen, een geldleening van maximum fl 151.000 aan te gaan.

Thans komt in de Zeeuwsch-Vlaamsche bladen een stuk voor van den Raad van Toezicht der Z. V. W. M. waarin deze nadrukkelijk wijst op de verplichtingen, welke voortspruiten uit elk contract door een gemeente met de Z. V. W. M. gesloten.

De Raad van Toezicht vindt het "onbegrijpelijk, hoe sommige menschen, al zijn zij zelf tegenstander van de waterleiding, in den betrokken gemeenteraad tegen kunnen stemmen.

Al spoedig immers zou een civielrechterlijk vonnis de gemeente veroordeelen tot storting en dan moest men toch leenen op eigen gelegenheid en bovendien nog kans loopen schadevergoeding te moeten betalen voor de schade, die zij aan de vennootschap en de andere gemeenten door oponthoud, dat haar weigering veroorzaakt, doet lijden. Thans loopt het eenvoudig over nakoming van contractueele en statuaire verplichtingen. En het spreekt vanzelf, dat men zich daarvan niet door een raadsbesluit, hetwelk teniet doet wat vroeger besloten is, kan onttrekken".

v. d. E.

 

DE VROUW AAN HET WOORD

Nu zijn we in volle fleur met onze zomer-toiletten. 't Is al bloemen en moezen, ruitjes en streepjes!

De robes van bedrukte crêpe Georgette zijn allerliefst. En voordeelig zijn ze, want garneering is overbodig. Een snoes zagen we!

Op een fond van zwart, groote donker- en lichtroode rozen. Het rokje vallend in drie volants, de taille ruim, van voren toegeknoopt op een vestje van dezelfde stof met open zoompje, voilà tout!

Een ander van witte crêpe Georgette met zacht lila bloempjes en donker-groene bladen, had een geplisseerd rokje met onderrand van zijde in de kleur van de bladen.

Een Casaque viel even over de heupen en had eveneens een onderrand van groene zijde. Van dezelfde zijde waren de coquette zakjes, aan iedere kant een, en het ceintuur en kraagje.

Dan zijn er de robes van "Radium Changeant". Beeldig zijn die en het is een prettige zomerdracht.

Van tetra-zijde met groenen weerschijn en witte moezen was het elegante model, dat ons getoond werd.

Het rokje iets ruim vallend, aan den rechterkant met eenige inrijgsels. De taille even bloesend, met breeden band vallend over het rokje. Een ceintuur bijna op de normale taille-hoogte met langen, doch smallen strik.

Om den rond-vallenden hals een wit-zijden biais met toegestrikte einden.

Viel de ceintuur-strik links, die van den hals zat aan den rechterkant.

Meer nog dan tevoren ziet men op de avondtoiletten lange franjes dragen.

We zagen een robe van witte crêpe Romain, over het rokje vielen twee rijen wit-zijden franje. De taille viel van achteren iets langer dan van voren en ook de franjes van het rokje volgden dit voorbeeld. Van de schouders hing een lange franje af, als een korte cape.

Een ander toilet van zwarte crêpe Georgette op een fond van bleek-rose zijde, had een rokje geheel van franje, terwijl de taille kruiselings op de heup bijeengehouden werd door een gesp van simili.

Op de lichte avond-robes worden smoking-vesten gedragen van brokaat, lamé of taffetas. Dit laatste voor wat koele zomer-avonden, als we na het diner op 't terras van ons hotel zitten. Deze vesten worden geheel gegarneerd, of liever, zijn bezaaid met pailetten, hetgeen de draagster als het avondlicht haar beschijnt, er feeëriek doet uitzien.

Het zilver-brokaat als onderrobe is zeer en vogue en heeft het voordeel, dat men een japon, die men al veel gedragen heeft op een onder-robe van dezelfde kleur een geheel ander aanzien geeft.

Onder een japon van donker-blauwe crêpe Georgette of zwarte crêpe de Chine staat zoo'n onder-robe van zilver-brokaat buitengewoon gedistingeerd.

Evenals ieder jaar zijn ook dit seizoen de zwart en witte ruitjes en vogue, vooral voor onze jonge meisjes.

Staat het ook niet kwiek voor zoo'n gezellig, bungelig sportmeisje, een plooi-rokje van ruitjes-stof met een casaque van een knal-roode stof?

Daarbij een lange mantel van de ruitjes-stof, met kraag, lange doorloopende revers en manchetten van de roode stof en een zwart lak-ceintuur.

Dezelfde combinatie kunt u maken van zwart en wit, dus de casaque en de mantelgarneering van wit flanel of shantung naturel.

De zwart-zijden mantels blijven het eveneens doen in dit seizoen. Zoowel voor jonge vrouwen als voor die op rijperen leeftijd, zijn deze soupele en gratieuse mantels aan te bevelen. De eenige garneering, die men op deze mantels draagt, bestaat uit een kraag en manchetten van slangenhuid.

De voering moet in overeenstemming zijn met de robe die er onder gedragen wordt.

Men doet dus verstandig, rekening te houden met de verschillende toiletten, die men heeft.

E. B. B.

 

 

 

DE ZUID-BEVELANDSCHE SPOORWEG

Voor het grootste gedeelte van Zuid-Beveland was het Woensdag j.l. een heuglijke dag. Uit de nieuwsbladen heeft men reeds kunnen vernemen, dat toen n.l. de officieele opening van den locaalspoorweg heeft plaats gehad.

Tal van autoriteiten, o.w. de secretaris-generaal van het departement van waterstaat (de minister was verhinderd) en Jhr. Quarles van Ufford, Commissaris der Koningin in Zeeland, waren Woensdag bij de directie en commissarissen van den spoorweg te gast. In de morgenuren werd een rit over de nieuwe lijn gemaakt, die de gelegenheid bood op te merken hoe mooi Zuid-Beveland in het voorjaar is en waarbij tevens tot uiting kwam, dat de bewoners der door den spoorweg verbonden dorpen met het nieuwe verkeersmiddel waren ingenomen. Overal wapperde de nationale driekleur, de plaatselijke muziekkorpsen brachten muziek, de schoolkinderen liederen. Er heerschte vreugde in het Bevelandsche land.

Aan boord van het s.s. de "Mecklenburg" van de maatschappij "Zeeland", werd in de nabijheid van den steiger te Borsselen, door de gasten het noenmaal gebruikt. Veel is er aan tafel gesproken, te veel om er hier ook maar iets van weer te geven. Het zij genoeg, dat men algemeen hulde bracht aan den energieken ontwerper en directeur van den spoorweg, Dr. Jenny Weyerman.

In den namiddag breidde het getal der gasten van den spoorweg zich aanmerkelijk uit. Velen gaven gevolg aan de uitnoodiging om zich enkele uren in de Wemeldingschen boomgaard bij den vluchtheuvel te verpoozen, waar- 't Goessche à Capella-koor en "Hosanna" uit Goes voor de noodige afleiding zorgden. Bevelandsche meisjes in de gewestelijke dracht droegen er zorg voor, dat het den gasten aan niets ontbrak.

"Ons Zeeland", dat het voorrecht had tot de genoodigden te behooren, meende er goed aan te doen den gedenkwaardigen dag voor het welvarende Zuid-Beveland in beeld te brengen. Achterliggende drie pagina's vertellen van 't spoorwegfeest, dat alleszins geslaagd mag heeten. Hoe zou het ook anders kunnen, als mensch en natuur zich vereenigen om 't den gasten aangenaam te maken.

 

 

 

Ahasverus In Vlaanderen

door

JAN H. EEKHOUT.

Aan de Oostpoort hadden de sondeniers van de stadswacht den verwilderden vent zottelings bedreigd met rapier en musket en gelijk altijd als hij wederstaan wierd, had de Jood hen entwat danig leelijks tegengegrold in zijnen viezen baard. Dit laatste bevonden de krijgsluiden zoo zeer koddig, dat zij waren uitgebarsten in eenen langen schater - een potsierlijk dikkert bekletste zich daarbij zelfs herhaaldelijk de gepoefte dijen! - en Ahasverus voorts maar vrijelijk lieten passeeren.

Alzoo doorsjokte de vreemde doler thans strate na strate der tierige stede van Sluys-aen-den-Zwene, den fel gevoorden, kop diep gebogen en almaar morrende tegen mensch en wereld.

Lijk een gestage ronk sloeg door zijn hersens de geduchte daver van gansch het nijver straatbedrijf: 't gebotsbolder, af en aan, van logge karren en zware wagenen, waarvoor breede Vlaamsche peerden brieschten en vierklauwden onder 't felle geklak der aanhitsende djakken; 't vischwijvengekrijt de bonte huizingen langs; het driftig gestap der haastige koopmans, keerend wellicht van den markthandel op dit achternoensch uur; 't getal soms van koppels zatte, witbestoven meeldragers; 't gebas en gekef van honden en hondekens. - Doch onverschillig voor al 't gene rondom hem gebeurde, tort Ahasverus voort, in immer dezelfde houding. Ternauwernood blikte hij opwaarts toen hem voorbij rukte met heftigen trommelslag en ijzerklinkenden schred een gansch vendel hellebaardiers en busknechten, blinkend van wapenen en joelend begeleid door benden drummende schoolrakkers. Och, dit alles miek hem geen duit. Hij wist slechts één ding: dat hij moe was, tenden, en verlangde om rust. Want den godheelen dag had bij in laaiende zonne die vervloekte hobbelbanen van Vlaanderen afgeketst - 't stof stak waarachtig tot in zijn haar!

En geen speldekop laving was hem al dien tijd over de lippen gevloeid - behalve dan, te mid-noene, aan ievers een slootkant eene gulpe troebel water, welke hij dadelijk uitgespuugd had vanwege de walgelijke smake. 'n Eenen dwalenden hond ontstolen broodkorst had zijn grootsten honger gestild.

Van lieverlede zocht Ahasverus in buurten waar 't minder rumoerde. Op een nauw pleintje, waar stilte heerschte - behoudens 't scherpe kavelen van 'n paar klappeien, hangend over hun halfdeurken - hield hij halt en loerde eens dieflings omhooge. Zijn lijf snokte plots van verschot; 't was hem als striemde een nijdige zweepslag zijn ziel. Zijn oogen sperden, klemden zich vast aan een gebrandschilderd, gothiek-bogig raam der St. Jans-kerk, die vlak voor hem met wonderlijke macht rank-lijnig omhoog schoot in de vroege, fijne avondlucht. Ha, de daar afgemaakte figuur, hij kende haar - en dat kind op den arm van dien man .... dat kind....... Verdoemd!", gromde hij, en met geweld scheurde hij -zich los van de schildering, welke hem alstware met tooverkracht tot kijken dwong.

De vingers krampend gekromd voor zijn vertrokken wezen en onder het uiten van duizend verdoemenissen, wankelde de Jood weg. De wijven kreten hem woorden van bijtende spotternij achterna.

In een duister steegje rocht hij, ruggelings geleund tegen een smerig muurtje, tot zijn zelven. Toch kon hij de verzoeking niet wederstaan de beide vuisten dreigend en tergend op te heffen in de richting der kerk. Doch onmiddellijk daarop besefte hij zijn zwakheid, zijn machteloosheid tegenover het onbegrijpelijk Eere, het Alom-Goddelijke. En hij had plots wel kunnen schreeuwen lijk een kind.

(Wordt vervolgd).

ZITTENDE BIJ ....

Dr. J. W. JENNY WEYERMAN.

Ditmaal zal ik moeten afwijken van den regel. Deze "Zittende bij . . . " wordt niet een min of meer juiste weergave van een onderhoud, dat plaats had om "Interviewer" in de gelegenheid te stellen zijn interview samen te stellen.

Om de eenvoudige reden, dat Dr. Weyerman er niet voor voelde als "slachtoffer" te fungeeren.

"Als U over mij schrijft," luidde z'n schriftelijk antwoord op ons verzoek, zult U ook over m'n werk moeten schrijven. Ik zou U daartoe over dat werk moeten vertellen, den tegenstand, dien ik daarbij ondervond niet kunnen verzwijgen en soms over personen en toestanden harde woorden zeggen."

Wanneer de aangezochte een ander dan Dr. Weyerman was geweest, zou er wellicht een poging in het werk gesteld zijn om hem van meening te doen veranderen. Wie Dr. Weyerman kent, zal me toegeven, dat ik verstandig handelde door zulks niet te trachten. Al stond het als een paal hoven water, dat in "Ons Zeeland", waarin de opening van den locaal-spoorweg op Zuid-Beveland zou worden vastgelegd, de persoon, wiens naam onafscheidelijk aan dit grootsche werk verbonden zal blijven, niet mocht ontbreken.

En restte mij dus m'n stof te putten uit de herinnering aan enkele vluchtige ontmoetingen, af te gaan op indrukken verzameld tijdens besprekingen met Dr. Weyerman over niet-persoonlijke kwesties, te hooi en te gras eenige gegevens te verzamelen.

Men kijkt vreemd op, als een Dr., die in Zeeland deksels knap werk op technisch gebied heeft verricht, dokter blijkt. En een gewaardeerd dokter. Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat de heer Weyerman z'n aandacht aan de kwalen en kwaaltjes van de inwoners van 's Heer Arendskerke gaf. Als ik hem leer kennen, is 'm dat niet aan te zien. Z'n figuur en optreden heeft niets van den dorpsdokter, die zich geduldig laat "doorzagen" over allerlei onbeteekenende voorvallen in honderden gezinnen; hij doet me niet denken aan den rustigen toehoorder, die een begrijpend en geïnteresseerd glimlachje heeft voor allerhande misèretjes. Zijn geluid is scherp, z'n betoog zeer kort, zakelijk. Uit den markanten kop boven het krachtige lichaam spreekt wilskracht, in de oogen is bijna altijd iets, dat een tegenspraak niet aanmoedigt. Als ik niet beter wist, zou ik me vermoeden in gezelschap van een groot-industrieel van Amerikaansche origine te zijn. 'n Ideale hoofdfiguur voor een roman, waarin een conflict tusschen werkgever en werknemers wordt behandeld; maar dan niet de figuur van het genre, dat de lijdelijke rol speelt, integendeel: hij zou in een boek van den arbeid de onverzettelijke leider moeten zijn, de man wiens inzicht minder buigzaam is dan het ijzer uit z'n hoogovens.

Neen, met den besten wil ter wereld kan ik in den Doctor den dokter uit 's Heer Arendskerke niet ontdekken....

Waarschijnlijk had hij in het dorp de gelegenheid de goede, maar vooral ook de slechte toestanden in Zeeland op te merken. Hem moet gedurende de jaren dat hij recepten schreef opgevallen zijn hoe achterlijk Zeeland toentertijd op menig gebied nog was, en hoeveel de hygiëne er te wenschen over liet. Ik kan me indenken hoe dezen ontwerper van groote denkbeelden, en organisator van geboorte, de vingers gejeukt moeten hebben, en hoe hij den eersten tijd na kennisneming van de mistoestanden gevochten heeft tegen de stem, die diep in hem regelmatig fluisterde: "Pak aan, dat is een terrein voor je". Misschien is deze stem hem ten slotte den baas geworden, en heeft zij den dokter gedrongen op de plaats die hem naar aanleg reeds jaren toekwam: op de plaats van den schepper van groote werken.

"In korten tijd speelde hij het klaar dat Tholen en Zuid-Beveland de welputten vaarwel zegden en heil zochten bij de waterleiding."

Een eenvoudige beweging met de pen en. ... dit zinnetje staat er. Eigenlijk een lachwekkende poging is het op papier aan een werk te herinneren, dat door zijn omvang en moeilijkheden bijna niet te overzien is. Men moet den Zeeuwschen plattelander kennen, zijn argwaan tegen het nieuwe en onbekende aangevoeld hebben, door zijn wantrouwenden en zwijgzamen taaien aard geprikkeld zijn geworden, om, zij het dan ook slechts vaag, te kunnen vermoeden wat er "verzet" moest worden, alvorens het besluit tot het oprichten van de waterleiding er door kwam.

Dr. Jenny Weyerman speelde het in korten tijd klaar de plattelandsbevolking voor het nieuwe denkbeeld te winnen. Dàt hij het deed zal voor ons toekijkers steeds een mirakel blijven, maar hij dééd het.

Het tot stand brengen der waterleidingen zou voor velen de verwezenlijking van een einddoel beteekend hebben, voor den dokter was het niet meer dan een voorpostengevecht. Een inleidende strijd voor den, grooten veldslag; een spoorweg voor Zuid-Beveland, dat uit zijn isolement verlost moest worden terwille van de beschaving, den vooruitgang en de hygiëne. Een geboren soldaat, die ééns het kruit geroken heeft, kan er niet meer buiten; een geboren organisator, die één taak volbracht heeft, kan niet bij het resultaat daarvan gaan neerzitten

Dr Weyerman zag de noodzaak van een spoorweg in; de spoorweg kwàm er.

Wéér wil ik niet trachten ook maar een tipje op te lichten van het godijn dat de periode afsluit, die aan den aanleg van den spoorweg vooraf ging. Wie den tot-stand-brenger van dit werk aankijkt, leest iets uit die periode van zijn gelaat. Grootsche scheppingen laten nooit na stempels te drukken, hetzij zacht-blije, hetzij strenge, opgebouwd uit moeilijkheden en teleurstellingen.

Voor de laatste zorgen de menschen wel, de kleinere vooral, die een grootsche schepping niet kunnen overzien en die dit trachten te verbergen achter muren van verdachtmaking en van wantrouwen.

Dit alles is Dr. Weyerman niet gespaard gebleven; m.i. pleit het beter voor z'n groote persoonlijkheid, dan een boekdeel vol loftuitingen.

Vooral in een klein land gaat een groot man niet over rozen zonder doornen.

Behalve de smarten, aan iedere mooie schepping verbonden, heeft Dr. Weyerman de vreugden ervan leeren kennen. Ik bedoel de vreugden, die niets met waardeering uitstaande hebben, doch die hun oorsprong in het werk zelve vinden. Zij waren het zonder twijfel, die aan het welslagen in groote mate bijdroegen.

Woensdag j.l. hebben de redevoeringen van bekwame mannen voor Dr. Jenny Weyerman het voetstuk gebouwd, dat hij ruimschoots verdiende. De tijd zal dit voetstuk, dat thans nog niet voor iedereen zichtbaar is, in opvallend en duurzaam materiaal vatten.

Na jaren zal duidelijker dan thans nog naar voren komen dat Zeeland aan Dr. J. W. Jenny Weyerman groote verplichtingen heeft.

INTERVIEWER.

 

TREFFERS EN POEDELS

Io Vivat, Locaalspoor !

"Welkom, Vreemdeling."

Op dat kleiplakkaat in Zeeland,

waar het stadje Goes op ligt,

zijn de menschen dezer dagen

wel wat uit hun evenwicht,

want daar gaat de feest-première

van den binnenlandschen trein,

gratis rit voor invité's met

gratis zang, muziek en wijn.

Door immense weidevelden

rijdt de trein met trotsch gefluit,

veel alluviale koeien

kijken hare oogen uit.

Aan de halten staan fanfares,

flaggengroet en kinderkoor,

vele menschen - het is waarheid -

zien voor 't eerst een échte spoor.

De locaalspoorwachtlokalen

zijn vandaag het fuifadres,

met gejuich wordt hij ontvangen,

de Zuid-Beveland-Express.

Bij dit monument voor Zeeland

op het stil onthullingsuur,

gaat veel dank der feestbedrijvers

naar een kloeke mansfiguur....

die daar plechtig doch eenvoudig

bij de hooggehoeden staat,

over wiens frons-denkersvoorhoofd

'n trek nu van voldoening gaat;

'n pionier met stalen wilskracht,

die veel wil.... en ook veel kan,

véél heeft hij de lijn gegeven,

hulde, Jenny Weyerman!

Beveland zal dankbaar wezen

voor dit groote staatspresent,

zal het weten te hanteeren

als een nuttig instrument.

En als over honderd jaren

't nageslacht de spoor beziet,

zegt men: Ja, die lui van vroeger

waren heusch zoo dom nog niet!

WILLEM TELL II.

Sommige ouders zijn er trotsch op, als ze in hun kinderen hun eigen fouten terugvinden.

De reinste, onbaatzuchtigste liefde is de moederliefde, die alles duldt, alles verdraagt en alles opoffert, zonder ooit een belooning te verlangen.

 

HET JOURNAAL VAN PHILEMON ZIJDEWIND

11 Mei. Vriend Schnabelmann uit den Bosch op bezoek gehad. Vriend Schnabelmann zeer sentimenteel; in linkeroog beefde permanent een parelende traan.... kwam waarachtig niet van den Noordenwind. Hij kon den geheelen dag wel schreien en daarom deed hij het ook vertelde hij me in vertrouwen en tegen de anderen weidde hij, met weeke stem, uit, over teere herinneringen aan zijn Heimat. Weemoedige sfeer hing rondom ons. Aandoenlijk klonk het verhaal van de oude, door asthma gekwelde geit, die één dag voor zijn dood nog leefde, melk gaf en de moede oogen niet wilde sluiten, aleer alle verwanten de revue gepasseerd waren. Onze harten braken bij de droeve tragedie van zijn jongste zusje, dat zoo aanhankelijk en lief van karakter was geweest en op haar tachtigsten verjaardag, nog zonder bril de wenschjes van haar kleinkinderen aanhoorde, en onze traanklieren forceerde hij met de innige-teedere geschiedenis over de, onder een doorzichtig glazen stolp bewaarde, kinderschoentjes van zijn grootvader, jong gestorven aan groeistuipen der melktandjes.

Om hem tot andere gedachten te brengen, liet ik Sientje Beiersch bier halen, maar 't werd eer erger dan beter. Tenslotte op man af gevraagd, wat hem scheelde. 't Bleek nawerking van Zondagsche indrukken, opgedaan bij de Stahlhelmbetooging te Berlijn. Verbazing onzerzijds. Vriend Schnabelmann weleer zeer republikeinsch en nu plotseling militairistisch, Liesbeth ondervroeg scherp, maar 't antwoord van Schnabelmann brak reeds in 't begin af met een snik en dat maakte háár zelfs nerveus; ze snoof in hoogspanning, schoof mij een sigaar en Jossie de koekschaal toe; 't kind vluchtte; ik hield stand.

Op wandeling vertrouwde Schnabelmann mij zijn geheim toe. Jarenlang voelde hij zich reeds onvoldaan, er haperde wat aan en ten laatste begrepen wat het was. Hij had behoefte om nog eens door 'n echten Pruisische Feldwebel uitgeveterd te worden en Zondag was hem dit geluk geworden. "Noem 't kinderachtig", brak hij uit, "maar ik, en honderden met mij, hebben hun hemel op aarde hervonden."

Ik kòn echter niet spreken en ook in mijn oog beefde nu een traan; .... niet van den Noordenwind, o neen! .... niet van een stofje; o neen!

Prachtige dag, rijk aan psychologische vondsten.

12 Mei. Belastingbiljet ingevuld onder toezicht van Liesbeth. Liesbeth lacht altijd om gewetensgeld. Voel me den geheelen dag terneergedrukt. Zie in m'n verbeelding hoe mijn handteekening onder dat: "Aldus naar waarheid opgemaakt", me grimmig tegengrijnst. Ik huiver. Ja 't is koud. Straatje omgeloopen toen commissaris van politie naderde. Zou ik me in figuurlijken zin kunnen verschuilen achter Liesbeth, wanneer 't misloopt? Zij is toch eigenlijk de schuldige. Toch bemerk ik niets aan haar. Ze vit tegen Sientje, foetert tegen de kou en wil kachel zetten. Evenzoo veel teekenen van koelbloedigheid. 'n Bijzonder karakter.

13 Mei. Nog niet geheel normaal. Vanmorgen vrees voor koorts. Thermometer aangelegd. Schrok me dood.... 107 graden. "De dokter!" hijgde ik. "Onzin," zei Liesbeth, "brandweer is beter.... met je flauwe grappen ......je hebt de gewone thermometer!"

Tableau! Dadelijk veel beter.

Vanavond naar lezing geweest over verzachting van zeden. Humaan spreker. Gevangenen moeten voortaan cellist worden genoemd en 't spreekwoord: "De gelegenheid maakt den dief", dient veranderd in: "Gelegenheid kweekt genegenheid". Voorts nog iets geboomd over genade boven rechtvaardigheid. Als 'n razende, geapplaudiseerd.

14 Mei. De werkster kwam vanmorgen niet. Haar moeder 'n beroerte gekregen. Dadelijk dood. Kwam van den schrik. Inwonende zoon wilde morgen naar Roosendaal. "Hoe laat kom je terug?" had ze gevraagd. "Twee-en-twintig uur, acht-en-veertig," zei de zoon. Toen gebeurde het. Laatste woorden waren: "En 't is altijd zoo'n oppassende jongen geweest.".

15 Mei. Tante Nora Paps op visite gehad. Leek 't ons kwalijk te nemen, dat de kachel niet meer stond. Klaagde over huiveringen. Liesbeth weet de kou aan de ijsheiligen. Tante, die een tikje doof is, zei: "Ja, kou is voor ijs veiliger." Beppie de kamer uitgezet. Tante gesproken over 'n mijnheer Dukkenstief, die haar kruidenier, slecht voor zijn vrouw en nu weduwnaar was. "Geloof maar, dat er wat bij zoo'n man omgaat", trompettende Liesbeth. "Ja", knikte tante, "hij heeft een best zaakje". Wybo uit de kamer gezet. Ik met Jossie wandeling gemaakt.

16 Mei. Aardige dag. Liesbeth houdt haar kamer met kiespijn en Breeduitstra is tegen de lamp gevlogen met z'n kinderachtige Citroën. Had wegenbelasting vergeten te voldoen. Woest was-ie! "Weet je, hoe 't wordt in Nederland?" brulde hij, "Over 'n paar jaar mag je je dienstmeisje niet meer om een stofkam zenden, zonder dat je een jacht-acte voor haar gekocht hebt".

Zal Liesbeth waarschuwen als kiespijn over is.

17 Mei. De soos vanavond niets gezellig. Krimp van Dulmen vertelde, dat een huismoeder onder zijn kennissen krankzinnig was geworden. Haar drie lieve kinderen waren in een onbewaakt oogenblik, met de lucifers aan 't spelen gegaan en toen zij weer binnenkwam waren ze allemaal verbrand. "Alle drie kinderen?" vroeg ik met oprecht meegevoel. "Neen, de lucifers", grijnsde hij; en om die flauwe grap werd nog gelachen!

 

VEREENIGINGSNIEUWS.

Dordrecht heeft thans ook een Zeeuwsche vereeniging. In het begin dezer maand is onder voorzitterschap van den heer J. G. van Niftrik, de constitueerende vergadering gehouden.

Nadat door den voorzitter, in zijn openingsrede, gewezen was op de gevoelsargumenten die samenbrengen hen die in het zelfde gewest zijn geboren, of daar hun leven hebben doorgebracht, en nadat door dezen waren genoemd tal van onderwerpen die de stof zullen kunnen leveren voor studie -en voor -onderlinge besprekingen, kwamen in behandeling de statuten der nieuwe vereeniging, en daarna het huishoudelijk reglement.

Het voorloopig bestuur, de heeren Croin, Hubrechtse, mr. De Jager, De Jonge, Van Niftrik, Stevense en Van der Werff, werd bij acclamatie definitief benoemd.

Behalve de namen van de 42 personen, wier Zeeuwsche afkomst reeds bekend was en die voor deze vergadering, waren uitgenoodigd, werden in de vergadering nog tal van andere namen van in Dordrecht wonende Zeeuwen genoemd. Ook aan hen zal een uitnoodiging worden gezonden om tot de vereeniging toe te treden.

Met veel belangstelling slaan we de eerste levensteekenen dezer afdeeling gade. Onze beste wenschen voor de stamgenooten in de oude Merwedestad.