Ons Zeeland 1927, nummer 24

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE BEVELANDSCHE WEEK

Over een weifelenden zomer en over een bad-treintje; Goes, dat boven den stand leeft; een nieuwe kerk te Rilland.

Terwijl dit overzicht geschreven wordt, is men het er nog niet over eens, dat we in 1927 waarlijk zooiets als een zomer zullen krijgen. Er zijn er genoeg, die hun winterkleeding nog aan den kapstok hebben hangen en er nog niet toe durfden overgaan deze omhulselen te bergen in de zomersche kasten, waar ze andere jaren op dezen tijd een begeerlijken buit der motten vormen. Vergissen de pessimisten zich en moeten we dit jaar de tropische kleedingstukken nog voor den dag halen; komen er waarlijk nog dagen, dat we naar het water en het strand verlangen zullen.... dan heeft de directie der spoorwegen kans in onze streken de populariteit te gewinnen, die ze elders door de onbewaakte overwegen reeds lang verspeelde. Wat toch is het geval? Gedurende den zomerdienst doet deze directie op Zaterdag en Zondag een late trein uit Vlissingen naar Goes loopen en stelt daardoor de bevolking van de Bevelanden in de gelegenheid een aantal uren langer dan andere jaren van de Vlissingsche zomer-genoegens te profiteeren. Ik stel me voor, dat dit strand-treintje - vooropgesteld, dat de zomer nog komt - de belangstelling van naar koelte verlangende Bevelanders zal hebben en dat het een populair vervoermiddel zal worden. Behalve de dagjes-badgasten zullen de dansgrage Bevelandsche jongelui, die des Zondags de Vlissingsche dancings bezoeken, er het hart aan verliezen.

x

De "Prins van Oranje" te Goes, de reeds door een voorgeslacht geprefereerde schouwburg en vergadergelegenheid, zal weldra een algeheele verfraaiing ondergaan. Hetgeen wel niemand een overbodige luxe zal noemen. Deze schouwburg zag er uitwendig zoo weinig aanlokkelijk uit, dat men er vreemdelingen liefst niet opmerkzaam op maakte. De oude gevel zal nu echter omver worden gehaald en er zal een nieuwe worden opgetrokken, die blijkens de teekening van den architect v. d. Weert aan kunstzinnige eischen kan voldoen.

Ook het inwendige van de "Prins van Oranje" zal grondig verbeterd worden. Goes heeft dus in het komende theater-seizoen twee schouwburgen, die er zijn mogen. Bovendien gaat een gerucht, dat er een derde in de maak is, n.l. op de plaats waar thans het Slot Ostende staat.

Zijn de geruchten juist, dan vraag ik me af: "Wat moet Goes met een drietal tooneel- en ontspanningsgelegenheden doen, terwijl tooneel noch ontspanning daar ter stede voldoende belangstelling heeft?" Ik heb de idee, dat de ganzenstad op theatergebied, evenals op het terrein van de drukpers, boven haar stand gaat leven. Een plaats van ruim 8000 inwoners kan zich nu eenmaal niet de gedragingen van een groote stad permitteeren, en zeer zeker niet als in die plaats een aanzienlijk aantal bewoners volgens hun godsdienstige opvattingen wars van tooneel- en ontspanningsgelegenheden zijn.

x

De vorige week bracht "Ons Zeeland" een foto van de oude meestoof "Reigersberg" te Rilland, die weldra als hulpkerk ingericht heet te worden. Te Rilland zal n.l. een nieuwe kerk voor de Ned. Hervormden worden gebouwd. Het gaat hier om te vervangen de oude kerk, die afkomstig is van fort Liefkenshoek, waar zij als garnizoenskerk dienst deed, en welke kerk in 1832 naar fort Bath is verplaatst, waarna zij in 1892 nog eens naar het dorp Rilland werd overgezet.

Daar de oude kerk bouwvallig was, moest wel tot bouw van een nieuwe kerk worden besloten.

A. M. D.

 

DE KALENDER DER NOORDGROEP

De komende feesten te Zierikzee; het gevaarlijke Thoolsche veer; Pinkstermuziek.

Zierikzee, en naar we hopen ook overig Schouwen-Duiveland, gaat zich langzamerhand gereed maken voor het ook reeds onder deze rubriek aangekondigde historische feest, dat, met het oog op de deelname van de visschers uit Zierikzee, i. p. v. 7, op 8 Juli e.k. zal plaats vinden.

Dit uitstel was noodig, omdat de visschers dan van hun tocht naar de Zuiderzee, indien wind en tij hun gunstig zijn, terug kunnen zijn om hun gewaardeerde medewerking te kunnen verleenen bij de binnenkomst van Karel den Stoute, grave Philips zoon, stadhouder van Zeeland.

De historische optocht met de terechtzitting voor de monumentale Beurs, vormen de clou van het feest, dat het feest van Schouwen-Duiveland schijnt te zullen worden, want de deelname strekt zich verder uit dan de poorten van Zierikzee, eenmaal de tweede plaats van ons gewest en hoofdstad van Zeeland beOosten Schelde!

Het programma vermeldt o.a.: 'de aankomst van Karel uit zee; ontvangst door het stadsbestuur; bezoek aan den St. Lievens Monster, waarvan juist ten tijde van Karels bezoek de fundamenten waren gelegd onder oppertoezicht van den Mechelschen bouwmeester Keldermans; terechtzitting op de Oude Haven voor de Beurs, waar Philips' zoon de vierschaar zal spannen over Arent en Floris van Haemstede. (Dit deel vooral belooft bizonder interessant te zullen worden. Een gebarenspel zal deze terechtzitting vertolken, terwijl een zangkoor van 300 zangers en zangeressen het spel zullen begeleiden. Men is al aan het instudeeren der melodiën, welke voor het grootste deel ontleend zijn aan Valerius.)

De ringrijderij te paard vormt mede een der vele attracties. Jammer genoeg kan dit nummer niet uitgevoerd worden in oud-Schouwsch costuum, met het oog op de daaraan verbonden kosten. 's Avonds heeft men boegsprietloopen over de Oude Haven, rondvaart met versierde en geïllumineerde vaartuigen - muziek aan boord is niet vergeten - fakkeloptocht, etc. etc.

De carillonbespeling zal ditmaal achterwege moeten blijven. Het nieuwe klokkenspel kan uiterlijk 31 Augustus gereed zijn. Wel jammer, want het oude carillon van den ranken raadhuistoren, verleende sinds eeuwen haar luister aan de feesten aan haar voet. Laten we hopen dat een stralende Julizon dit groote feest zal begunstigen!

x

Men herinnert zich ongetwijfeld het vreeselijk ongeluk dat een tweetal jaren geleden in de Kerstweek aan het Thoolsche veer plaats greep. We zullen er niet verder over uitweiden. Dezer dagen had eveneens met een autobus aan datzelfde veer een ongeluk plaats, dat goed afliep, maar ook slachtoffers had kunnen eischen. Een Thoolsch varkenskoopman stond op het beruchte veer gemoedelijk met iemand te praten naast zijn autobus, waarin zich eenige varkens bevonden. Naar men weet te weten stond de zaak niet safe, want op een gegeven moment ging de bus aan de rol met zijn levende have, welke in de "Eendracht" terecht kwam. Nu is het bekend dat varkens goed kunnen zwemmen, zoodat de man zijn "keutjes" levend terug kreeg, maar de bus bleek, nadat zij met vereende krachten op het droge was gebracht, nogal gehavend.

x

Schouwen's weststrand trok den tweeden Pinksterdag wel bizonder de aandacht. Op het terrein van den heer C. M. Bolle werd een concours gehouden van den bond van muziek- en zanggezelschappen op Schouwen-Duiveland, terwijl aan den voet der duinen, tusschen het lommerrijke Haamstede en Burgh het jaarlijksche zendingsfeest gevierd werd. De afdeeling Goes der S. D. A. P. hield in de kom van laatstgenoemde gemeente een openluchtmeeting met mandolinemuziek en reidansen van de A. J. C. Met recht "elk wat wils". We komen hierop nog nader terug.

M. d. P.

 

DE WEEK OP WALCHEREN

De Chr. Vrouwenbond in Middelburg; een zonderlinge uitlating; Pinksteren-drie voor gemeenteambtenaren; over geld-inzamelen; radio en Rotary.

Vorige week genoot Middelburg de eer, dat binnen haar muren de jaarvergadering van den Ned. Chr. Vrouwenbond werd gehouden. De Zeeuwsche hoofdstad mocht zich een tweetal dagen verheugen in de aanwezigheid van tal van dames van zeer uiteenloopenden leeftijd, uit alle deelen van ons vaderland.

De dames hebben natuurlijk vergaderd, maar het Bestuur en de regelings-commissie hadden er voor gezorgd, dat er ruimschoots tijd beschikbaar was, om de gasten te doen genieten van het vele schoons, dat Middelburg en omgeving biedt. Er werd een tocht met touringcars en autobussen naar Domburg gemaakt en de Abdijgebouwen te Middelburg werden onder leiding van een der Raadsleden bezichtigd.

Ook de begroetingsavond droeg een gezellig karakter. Op dezen avond werden o. a. Zeeuwsche reidansen uitgevoerd.

Van de vergaderingen wil ik hier niet veel schrijven. Het Tweede Kamerlid mevrouw Mr. Frida Katz sprak een rede uit over: "De invloed van dezen tijd op het zieleleven van onze jonge meisjes en vrouwen". Maar wel wil ik als curiositeit aanteekenen, dat een der dames van het Hoofdbestuur in de openbare middagvergadering, waarin ook een deputatie van de R. K. Vrouwenorganisatie aanwezig was, er bij de leden op aan drong, hare inkoopen alleen te doen bij .... Protestantsche winkeliers. Even later sprekend over den groei van het blad der R. K. Vrouwen-organisatie, liet dezelfde dame zich ontvallen: "Daar zit de geestelijkheid achter".

Bepaald vriendelijk was zij dus niet gestemd tegenover haar R. K. sekse-genooten. Misschien een gevolg van den Aardenburgschen strijd?

x

Het is bekend, dat een Officier van Justitie, als hij requisitoir neemt, tegenover een beklaagde niet altijd even vriendelijke woorden gebruikt. In den regel is het zoo, dat de Ambtenaar O. M. zooveel mogelijk de min-gunstige mededeelingen omtrent een beklaagde doet, terwijl de verdediger zich uitslooft, om aan te toonen, dat er geen beter mensch op de wereld bestaat dan zijn cliënt.

Maar toch wist ik niet, dat een Officier van Justitie zich ook al min-gunstig uitlaat over hooge rechterlijke ambtenaren. Althans, ik meen zoo iets te mogen opmaken uit hetgeen Mr. Wolfson, Officier van Justitie te Middelburg, zei tot den nieuw-benoemden president der Rechtbank aldaar. Spreker memoreerde - zoo las ik in de bladen-, dat Mr. baron thoe Schwartzenberg als een zéér hoogstaand rechterlijk ambtenaar bekend staat, van onkrenkbare trouw, . . . . hetgeen niet van alle hooge ambtenaren kan gezegd worden.

Als de man van het recht zoo iets zegt, moet het natuurlijk waar zijn. Het ware absurd te veronderstellen, dat zoo iemand onwaarheid zou spreken. Maar vleiend waren deze bewoordingen nu juist niet. Enfin, de waarheid bedient zich ook nooit van vleitaal.

x

Voor menschen buiten Walcheren doet het altijd wat vreemd aan, is het zelfs wat belachelijk, dat zij hier niet genoeg hebben aan twee Kerst-, Paasch- en Pinksterdagen, en dat er een derde dag bij moet.

Toch krijgt die derde feestdag steeds meer een officieel cachet. Hij is niet, zooals wel eens gedacht wordt, alleen een dag van boeren-jool. Ook in de steden Middelburg en Vlissingen wordt hij àl meer in eere gesteld.

Zelfs waren in deze beide steden de bureaux van alle openbare instellingen der gemeente voor het publiek gesloten. Alleen het kantoor van den burgerlijken stand was een korten tijd in de morgenuren geopend.

Men zal het buiten Zeeland moeilijk gelooven, maar onze brave gemeente-ambtenaren hebben Pinksteren-drie mogen vieren.

x

Op een heel vroolijke manier is te Vlissingen op 4, 5 en 6 Juni geld ingezameld voor een minder opwekkend doel, n.l. het marine-sanatoriumfonds. Een groot drie-daagsch feest in "de Oude Vriendschap" was het middel om de beurzen open te krijgen.

Talrijke attracties, w. o. vroolijke keuken, oliebollenkraam, zuurtent, het beroemde Hoofd van Jut, deden dienst als lokmiddelen, terwijl ook het dansen naar hartelust kon worden beoefend.

x

De oudjes in het Oude Mannen- en Vrouwenhuis te Middelburg hebben radio in het gebouw, waarin ze worden verzorgd, gekregen. De heer Hoegen van Hoogelande was de milde gever. In de mannenzaal en de beide vrouwenzalen staan luidsprekers opgesteld en zoo kunnen deze verpleegden op hun ouden dag nog genieten van dit veelgeprezen wonder der moderne techniek.

Inderdaad genieten ze er van. Ze houden nog wel van een stukje vroolijke muziek. En is er radio-kerkdienst, dan zorgen ze hun Bijbeltje bij de hand te hebben en zingen ze de Psalmen en Gezangen mee. Aan waardeering tegenover den schenker zal het zeker bij de oude lieden niet ontbreken.

x

Het was op het eind der vorige week een drukte van belang op de reede van Vlissingen. Niet minder dan zes groote booten van de Cunard-lijn, aan boord waarvan zich 3000 leden der Amerikaansche Rotary organisatie bevonden, arriveerden daar. Het doel van de reis dezer Amerikanen was Ostende, waar een congres der Rotary Clubs werd gehouden.

Drie der zes schepen zetten, nadat van loods verwisseld was, koers naar Antwerpen en vertrokken met tusschenpoozen van een half uur, teneinde het zwaaien in de haven van Antwerpen mogelijk te maken.

De andere drie schepen bleven op de reede liggen. Drie paketbooten van Ostende kwamen langszij en namen passagiers en goederen over. Met tusschenpoozen van twee uur vertrokken deze paketbooten naar Ostende.

Het was een ongekende drukte.

 

DE WEEK IN ZEEUWSCH-VLAANDEREN

De cycloon in O.-Zeeuwsch-Vlaanderen; de verkiezings-kwestie te Aardenburg te St. Jansteen; een belangrijke jaarvergadering.

Evenals in den Gelderschen Achterhoek heeft, verleden week, zij het dan ook gelukkig minder hevig, in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen, vooral in de buurt van Axel, een soort cycloon gewoed. Het noodweer brak omstreeks half zes 's avonds boven Axel uit. Hagel-steenen als knikkers sloegen neer, verbrijzelden een enorm aantal ruiten (in één straat 400). Pannen werden van de daken losgerukt, boomen ontworteld. Buiten de kom der gemeente vernielde het noodweer een landbouwschuur, waarin zes personen een schuilplaats hadden gevonden, Twee hunner, die niet tijdig ontsnappen konden, werden ernstig gewond. Er is voor duizenden guldens schade aangericht.

Ook te Stoppeldijk heeft de wervelstorm danig huisgehouden. Aldaar werden de beide schietpalen der schietbaan omvergeworpen en verzakte een arbeiderswoning. Te Lamswaarde knapten ettelijke boomen als luciferstokjes af; te Graauw werd een groot gedeelte van een schuurdak uiteengerukt; zeer zware balken kwamen een 100 M. verder neer; voorts bereikten ons nog "cycloon-berichten" uit Boschkapelle en Sas van Gent.

Het spreekt vanzelf dat te velde alle gewassen deerlijk hebben geleden.

x

Naar aanleiding van de verkiezingskwestie te Aardenburg, werd dezer dagen, op een weiland, aldaar, door de Roomsch-Katholieken een protestmeeting gehouden. Deze vergadering, welke door niet minder dan 2500 personen bijgewoond werd, had een heel rustig verloop. Als sprekers traden op, de heer Nolet, hoofdonderwijzer te Heille, en de heer Piet Kasteel uit Amsterdam. De heer Nolet laakte het zeer, dat de tegenstanders op een bloot vermoeden van fraude onmiddellijk den officier van justitie in den arm hebben genomen, wat tot gevolg heeft gehad, dat eenige oude, grijze heeren, die ieders vertrouwen bezitten en reeds jaren op het stadhuis voor de belangen der gemeente hebben geijverd, beklad werden. Spr. is van meening, dat niemand gezien heeft, dat door zijn partijleden fraude werd gepleegd.

Op voorstel van den heer Nolet werd door de vergadering de volgende motie, bestemd voor de heeren Ruys de Beerenbrouck, Mr. van Schaik en den minister van justitie, Mr. Donner, aangenomen:

"Roomsch-Katholieken van Aardenburg en omstreken, ten getale van 2500 in openluchtmeeting bijeen, vragen van u steun in "moeilijken strijd voor billijkheid en recht".

De heer Piet Kasteel hield een propaganda-rede voor het Roomsch-Katholieke geloof. De vergadering werd door muziek en zang opgeluisterd.

x

Niet alleen Aardenburg, maar ook St. Jansteen heeft zijn verkiezingskwestie. Twee St. Jansteensche raadsleden, tevens leden van het hoofdstembureau, hebben geweigerd het proces-verbaal van den officieelen verkiezingsuitslag te onderteekenen, wijl in dit verbaal niets voorkwam over het protest dat de heeren hadden aangetekend tegen de onregelmatigheden, welke tijdens de stemming plaats gehad hebben. Een vijftal kiezers zou n.l. op niet geoorloofde wijze hun stem uitgebracht hebben, "doordat ze zich lieten voorlichten, zonder dat daarvoor wettelijke termen aanwezig waren.

x

Verleden week werd te Schoondijke onder voorzitterschap van den heer D. H. van Zuyen, gehouden de jaarvergadering van de Maatschappij tot bevordering van Ooft en Tuinbouw in West-Zeeuwsch-Vlaanderen. Blijkens het verslag van den secretaris kan de vereeniging bogen op een benijdenswaardige vitaliteit. Geconstateerd werd dat de fruitteelt in West-Zeeuwsch-Vlaanderen toeneemt. Voorts was er in het verslag sprake van om pogingen aan te wenden landbouwerszoons op kweekerijen geplaatst te krijgen en daardoor te komen "tot een gedeeltelijke omzetting van landbouw in fruitteelt."

De rekening over het afgeloopen dienstjaar wees aan: ontvangsten f 1360,61; uitgaven f 865.39; batig saldo; f 495,22. De begrooting werd op een bedrag van f 1110.25 vastgesteld.

x

Voor de binnenkort in Sluis te houden Paarden- en Rundvee-Tentoonstelling, werden tot dusver 250 paarden en 75 stuks hoornvee opgegeven.

v. d. E.

 

DE VROUW AAN HET WOORD

Als je bol moe is van het vele werken en je smijt met nobel gebaar je trouwe vulpen neer, vast besloten om de eerste maanden geen letter op 't papier te zetten, ga dan drie of vier dagen naar zee, bosch, hei, of.... Brussel.

Dit laatste koos uw getrouwe mode-verslaggeefster, omdat ze het aangename aan het nuttige wenschte te paren.

Dat een vrouw van onzen tijd vier dagen op reis kan gaan met een schijntje bagage, is werkelijk een van de weinige dingen, dien ik in dezen chaos-tijd op prijs stel.

Weet u wat ik meenam?

Om te beginnen m'n wijn-roode trois pièces, Waarvan het rokje geplisseerd is en de casaque van ragfijne plooitjes, met gezellige overhemd-mouw, het smoking-manteltje ongevoerd. Rok en mantel zijn van kasha, de casaque van zijde.

Bij warme dagen is 't een heerlijke dracht, want de smoking laat de geheele borst open.

Is 't guur, dan draag ik er overheen, den beigen kasha-mantel, dien ik aan weerskanten kan dragen.

Op reis draag ik de geruite kant, beige en reebruine ruitjes.

Kuier ik langs 's Heeren wegen, hup! dan draai ik het zaakje om en ik heb een effen beige jas, waar mijn donkere vos het wonderwel op doet.

Alles is er op berekend, dat de mantel aan twee kanten gedragen kan worden. Er zitten knoopen aan weerskanten en de knoopsgaten zijn binnen als buiten even mooi.

Even releveeren, dat ik het roode costuumpje op reis aan had en den langen mantel over m'n arm droeg. Hiervoor behoefde ik dus geen plaats in den koffer.

Ik nam dus den gemakkelijken koffer mee, waar al m'n toilet-benodigdheden, als borstel, kam, tandenborstel, kleerborstel, etc. al in zitten en die om zoo te zeggen altijd klaar staat om er vlug, vlug met me op uit te trekken.

Niet groot is ie, die koffer, maar als een legkaart past m'n vierdaagsche garderobe er in.

De dessous nemen bijna geen plaats in, niet meer tenminste, dan een stuk of wat vloeipapiertjes.

Drie paar zijden kousen, twee paar beige en een zwart, liggen naast de kleine gekleurde en effen zakdoekjes, in zakjes de zwart-satijnen avondschoentjes, die geheel omrand zijn met strass.

Hier boven ligt m'n kimono, ook al zoo'n gezellig niemendalletje van hel-roode zijde met witte chrysanten, dan de avond-cape van zwarte crêpe-satin, de heel eenvoudige, waarvan de doffe kant voor de cape gebruikt is en de smalle banden, die den onder-rand garneeren en den band die langs den hals naar beneden loopt, van den glanzenden kant zijn gemaakt, en dan, als laatste kleedingstukken, m'n avond-japon van zwarte tulle, die geheel mouwloos is en waarvan de taille gevormd wordt door vier breede, platte plooien, het rokje door drie volants.

Een tamelijk breed ceintuur van bandfluweel heeft op zij een strik, waarin een touffe vergeet-mij-nieten.

Voilà tout!

Omdat ik het niet prettig vind met bloote armen aan een diner te verschijnen, dat geen feest-diner is, heb ik het zwarte taf-zijden smoking-jasje meegenomen, dat ik voor mijn doen handig in mekaar draaide en opwerkte met zilver-pailletten.

Er bleef nog plaats in den koffer voor m'n armbanden, korte èn lange parelsnoer (net echt!), theater-taschje van zwarte zijde, geplooid en met franjes en de twee bloemen, de witte camélia van peau de Suède en de knal-roode roos van tulle.

In m'n handtasch, een groote, ruim geplooide zak van antiloop-leêr, met sluiting van kristal, stopte ik goede reis-lectuur, een flacon eau de lavende, m'n poederdoosje, zakkam, kleine portefeuille met bankpapier en beursje met kleingeld.

En toen alles klaar was, gaf mijn man toe, dat de vrouw van 1927 tenminste in dit opzicht een verbetering was.

Maar op het laatste minuutje - ik moest geen vrouw zijn, als ik op het nippertje niet nog een kleinigheid vergeten had - ontbrak m'n regenscherm.

De taxi stond al voor!

Een goede geest haalde de tompouce. Ik opende den koffer, lei kalm de paraplox er in en dit bedaarde doen ontwapende den man, die het verwijt al klaar had.

In een volgend babbeltje hoop ik u te vertellen, wat ik in Brussel aan mode-snufjes zag.

E. B. B.

 

IK WEET NIET .......... MAAR ........

.... het komt me voor, dat Ellewoutsdijk iets op het geweten heeft, waardoor het de ooievaars tegen zich in het harnas heeft gejaagd. Nietwaar, als er een jaar lang in een dorp van ettelijke honderden zielen van beiderlei kunne geen geboorte heeft plaats gehad, dan botert het tusschen dat dorp en het gilde der ooievaars niet. Als ik een vogelkenner was -toevallig ben ik dat niet - als ik iets meer van de psychische gesteldheid en van den gemoedstoestand van het fladderend gevogelte in het algemeen en van den langbeenigen kikkerdief in het bijzonder af wist, zou ik niet rusten voordat ik wist waarom Ellewoutsdijk reeds een jaar lang uit de gunst van het ooievaarsgilde was en nu onder de vele steden en dorpen in het geliefde vaderland een geheel eenige, zij het een weinig roemvolle en benijdenswaardige plaats inneemt. Als ik b.v. mijnheer Vijverberg was, die in "Ons Zeeland" zoo dikwijls blijk gaf bij de vogels een kind aan huis te zijn, zou ik u over de oorzaak van de ooievaarsche antipathie jegens Ellewoutsdijk niet in het onzekere behoeven te laten. Ik zou u in dat geval haarfijn inlichten over de Ellewoutsdijksche tekortkomingen jegens de langbeenige en langsnavelige trekvogels hier bedoeld en schrijven "Geliefde lezer, zus en zoo staat het er mee.... en niet anders."

Als ooievaars wandelden inplaats van vlogen, zou ik daar trouwens de kunde van mijnheer Vijverberg niet voor noodig hebben. In dat geval zou m'n uitspraak zijn: "Het zijn de vermaledijde Ellewoutsdijksche keien, die de vlucht van de ooievaars veroorzaakt hebben; ze (niet de keien) kregen eksteroogen en verzakkende magen van de middeleeuwsche straten in Ellewoutsdijk, samengesteld uit niet luchtledige gaten met hier en daar een enkele kei; en daarna namen ze een motie aan om het Bevelandsche dorpje met het witte Kasteel te mijden, tot de burgerij eens in den zak tastte om een en ander te verbeteren. Zooals gezegd: ooievaars wandelen niet, waarschijnlijk kan de slechte bestrating dus hier uit het gedrang blijven.

Ik zou nog enkele andere mogelijke oorzaken van de antipathie der ooievaars kunnen aanvoeren, doch daar ze bij grondige beschouwing weinig steekhoudend zijn, zal ik ze maar achterwege laten.

Ik peins liever over het middel, dat de ooievaars kan lijmen voortaan Ellewoutsdijk weer in hun kinderdistributiewerkzaamheden te betrekken.

Wat denken de Ellewoutsdijkers van een kikkerfokkerij in het groot, met provinciale subsidie? Een goed gecultiveerde en geproportioneerde kikker is voor "vadertje langbeen" een beter verleidingsmiddel dan een kruikje oude klare voor een drooggelegden Amerikaan. Ik maak me sterk, dat een kikkerfokkerij van eenige afmetingen alle grieven tegen Ellewoutsdijk zal doen vergeten en dat zij het middel is, om dit dorp binnen korten tijd zijn eenige en niet mooie plaats in de rij der Zeeuwsche dorpen te laten verspelen.

Den gemeenteraad van Ellewoutsdijk wordt dit advies gratis verstrekt.

Wordt het aanvaard, dan zal ik over eenige maanden gaarne overwegen massa-peter te worden.

EGO.

 

TREFFERS EN POEDELS

't Vlissingsche roeiboot-avontuur.

Altijd zingt de Westerschelde

nog haar eeuwenoude lied,

altijd trekt zij onweerstaanbaar

en waardoor dat weet men niet.

'n Tweetal Vlissingsche scholieren

maakte de emotie mee,

zacht maar zeker trok een hartstocht

hunne harten naar de zee.

In 'n roeiboot met z'n tweeën

roeiden ze de Schelde op,

zonder zeemansondervinding

kozen ze het ruime sop

.... tot het donker was geworden,

blonde zee werd grauw en vuil,

liet haar prooi niet huistoe keeren,

gretig wacht de golvenmuil;

hunne boot voer al maar verder,

stroom en tij kwam bovendien,

langzaam kwam het wreede spookbeeld

Zal ik Moeder nooit meer zien?

......................................... ....

Toen de loodsboot ze aan wal bracht

ongedeerd, alleen wat nat,

was hun pantalonne-zitvlak

niet meer zoo te zeggen plat.

Bliksekatersche kwajongen,

bromde Pa in z'n sigaar,

maar zijn hart dacht even aan het

standbeeld op den boulevard.

En het "dank U", dat de Moeder

tot den loods gestameld heeft,

is een klank, die heel zijn leven

om z'n loodsen-ooren zweeft....

WILLEM TELL II.

 

HET JOURNAAL VAN PHILEMON ZIJDEWIND

1 Juni. - Op scheurkalender geconstateerd, dat de lieve Mei ten einde is. Dat scheelt een winterjas. Juni begint gelukkig beter. 'n Temperatuur om te streelen. Het kouwelijke thermometer-kwik kruipt eindelijk uit zijn schulp. 'n Mild regentje vloeit lavend uit de lauwe luchten. Ik adem diep en leef. Stemming bedorven door onzen melkboer, die overtuigd-tevreden uitriep: "Gras en eieren!" Dat bracht de aandacht op de tuin-gazons. De jeugd luchtte haar kennis. Woorden als prairie, jungle, Wild-West, rimboe, klonken op. Ik zei, met veel verbazing in mijn stem: Wat kan in één nacht zulk gewas toch opschieten. Lies bitste iets over "onzinnige uitvluchten" en "schande voor de buren". Om erger te voorkomen den tuin ingegaan met keukenmes; met hetzelfde voorwerp en 'n stijven rug huiswaarts gekeerd. Nu zit ik nog met 't gràs. Jammer dat je niet meer van hooikisten hoort, want dan droogde ik 't.

2 Juni. - Vanavond acte-tasch propvol met gras geduwd en vervolgens uit wandelen gegaan om op eenzaam plekje mijn bagage uit te storten. "Mijn papa reist met veevoer," gichelde Wybo van 't balcon af, "En hij heeft 't stalenboek bij zich," wist Beppie. Jossie sliep gelukkig; die heeft zoo'n schelle stem. Buiten bleek het lichter, dan ik gedacht had; nadeel van den zomertijd. Op den buiten-singel behoedzaam tasch geopend, blik zijwaarts, blik achterwaarts, fiksche handgreep, me schielijk gebukt, vuist ontsloten. "Halt, politie!" bulderde 'n man in uniform. Schrok me dood, "U steelt gras, mijnheer," klonk 't barsch en ruwe vingers woelden in mijn leeren portefeuille. "'t Is m'n eigen gras," stotterde ik. De agent lachte hoonend. "Uit m'n eigen tuintje." Wederom hoongelach. "En wilde u in 't donker nu eens kijken of het leek op het gras hier.... of loopt u er mee voor de gezelligheid.... of laat u het luchten!" Ik rilde, noemde m'n naam en kwaliteiten; vertelde dat ik naar 'n vriend ging, die 'n konijn hield. Geschokschouder. "Wie is die vriend?" "Krimp van Dulmen". "Ik zal meegaan." Tocht vol benauwenis. Tien uur en dan nog op bezoek bij Krimp, die niet van nachtvolk houdt. M'n hand, die de schel beroerde, woog als lood. Groote verwondering. Veel vragen. "Wat verschaft ons de eer?" "Werd u hier gebracht?" "O, ik dacht dat ik iemand zag!" "Zijn er zieken thuis?" Krimp, die 't pootje heeft, zat in soda-bad; ik op pijnbank. Weet niet meer wat ik gezegd heb. Herinner me flauw, dat Krimp Jr. informeerde of Juni Grasmaand was. Toevallig! Vlug opgestapt. Bemerkte buiten, dat ik de plek gras nog in m'n hand had.

3 Juni. - Hartkloppingen.

4 Juni. - Breeduitstra op visite. Vertelde van 'n koloniaal ambtenaar te Parijs, die 70 krokodillen mee naar huis nam, waarna zijn vrouw uitriep: "de krokodillen er uit of ik er uit." Krokodillen gehouden, vrouw weg. Kon wel eens probeeren of hij ze uitleent voor 'n poosje! Keek naar Liesbeth. Die fronste haar wenkbrauwen. Ze vond de Parisienne idioot. Moest gezegd hebben: "Jaag de krokodillen weg, of ik bezem jullie er uit." Ze is er toe in staat. Zal niet naar Parijs schrijven. Porto verknoeien! Verder over politiek geboomd. Liesbeth in vuur. Kopjes van tafel gehaald. Breeduitstra zei, dat de allerbeste raadsleden nooit gekozen worden. Gaf me veel te denken.

6 Juni. - Pinksterdagen benut om strooibiljet saam te stellen voor het geval dat ze mij candidaat stellen voor den Raad. Veel hulp van vrienden gehad. Suggestief gesteld. Zal het in dagboek vereeuwigen.

"Aan alle stemgerechtigden".

Een onzer verstandigste burgers heeft eens gezegd dat de allerbeste raadsleden nooit gekozen worden. Daaruit is het alleen te verklaren, dat een man als de heer Philemon Zijdewind, nog ambteloos burger is. Mogen we u zijn staat van dienst eens voorleggen?

1. Oud-leerling van de zoo gunstig bekende bewaarschool van juffrouw Boonewater.

2. Oud-leerling van de lagere school in 't, Koren-korrelstraatje.

3. Oud-leerling van de destijds afgebrande kostschool van den heer Kukelkamp.

4. Wachtgelder in Rijksdienst.

5. Achttien jaar getrouwd met Elisabeth Harpoenier.

6. Vader van drie wellevende kinderen.

7. Werkgever aan jonge dienstboden.

8. Abonné op twee onzer grootste dagbladen.

9. Bewoner van een burgerhuis.

10.Lid der buurtvereeniging, der societeit en donateur van I.B.I.

11.Bezoeker van belangrijke vergaderingen, enz.

Ons dunkt een opsomming die er zijn mag.

Bovendien vindt de kunst in hem een wakker beschermer. Leende hij niet reeds driemaal zijn gebloemd vest aan de Tooneelvereeniging uit en herinnert ge u niet hoe hij, toen men den souffleur bij zijn diamanten feest een leuningstoel aanbood, het "Lang-zal-ie-leven" aanhief.

Kent gij zijn bezadigdheid in 't oordeelen niet. Hoe levendig staat 't ons nog voor den geest, hoe hij, bij 't verlaten van de soos, toen de heer X uitriep: "'t giet!" kalm zei: "neen, het motregent!"

Heeft hij niet, in den tijd, dat men de ambtenaren van dagdieverij verdacht, het gevleugelde woord gesproken: "bewonder hun geduld, om dag aan dag op werk te wachten".

Beseft gij niet, wat zijn zonnige glimlach voor wonderen kan wrochten in de raadszaal? Gij moet op hem stemmen; gij zult op hem stemmen; gij stemt op hem, evenals "Eenige Vrienden."

Als dit niet helpt!