Ons Zeeland 1927, nummer 25

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE BEVELANDSCHE WEEK

Over een wethoudersverkiezing in Goes; propaganda met zwembroekjes; over een jubileerend raadslid en over feesten ten plattelande; het Groene Kruis in Zeeland.

Zooals men zich herinneren zal heeft de jongste raadsverkiezing te Goes een rechtsche meerderheid opgeleverd. In September wordt de samenstelling van den raad rechts 8, links 5, terwijl de oude raad werd gevormd door 7 linksche en 6 rechtsche leden. Op deze verdraaiing der macht is dezer dagen al gezinspeeld bij de verkiezing van een wethouder in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer v. d. Bout. Namens de rechterzijde deelde Mr. Goedbloed mede, dat zij nu wilde helpen om den heer Bommel van Vloten, den candidaat van links, tot wethouder te benoemen, doch dat zij zich in September het recht voor hield twee rechtsche wethouders te verkiezen. Een zeer duidelijk teeken dus, dat de nieuwe meerderheid in het najaar niet de destijds door de linksche meerderheid betrachte loyaliteit zal bestendigen. (Destijds verkoos de linksche meerderheid een liberalen en een r.k. wethouder). Ook in de gemeenteraden dringt de politiek meer en meer door, terwijl de persoonlijke kwaliteiten op het tweede plan geraken. Velen met ons zullen het veranderen van het karakter der gemeenteraden betreuren.

x

Tengevolge van het on-zomersche weer heeft de Goessche bad- en zwemclub "'t Sas" nog niet veel aan propaganda voor de zwemsport kunnen doen. Enkele grappenmakers, waarschijnlijk baloorig over het uitblijven van de zwemwarmte, hebben echter dezer dagen in de ganzenstad zelf, en op een eigenaardige wijze, reclame gemaakt voor de zwemsport. Zij plunderden een vergeten openlucht-étalage van zwembroeken in een nachtelijk uur en distribueerden deze onmisbare attributen der edele sport voor diverse huisdeuren. Toen Goes in den morgen ontwaakte wapperden aan de huizen van diverse personen frisch gekleurde zwembroekjes.

Een ironische hulde aan den weifelenden zomer?

x

Maandag j.l. was het 35 jaar geleden, dat de heer Jacob Zegers als lid van den raad der gemeente Kapelle werd geïnstalleerd. De heer Zegers mocht steeds weer met een overgroot stemmenaantal dien zetel innemen, ook nu weder bij de laatst gehouden verkiezing. Hij kan zich in de algemeene achting van de burgerij verheugen.

Voor den jubilaris is de Maandag niet onopgemerkt voorbijgegaan. De burgerij uit Kapelle heeft onomwonden te kennen gegeven, dat het werk van den heer Zegers, in het belang van de gemeente verricht, op hoogen prijs wordt gesteld.

x

Omstreeks Juni doet ten plattelande de feesterij in de openlucht opgeld. Nagenoeg geen dorp of het heeft een concours op zang- of sportgebied, of een zendingsfeest. Voor dit jaar noteerden we al: Heinkenszand, Hansweert en Schore. De nieuwe spoorweg werkt het bezoek aan de dorpsfeesten natuurlijk in de hand, en zoo is er voor de diverse zaken nog al belangstelling.

x

In Goes heeft de provinciale Zeeuwsche Groene Kruisvereeniging haar jaarlijksche vergadering gehouden, waarop 25 afdeelingen vertegenwoordigd waren.

Het aantal afdeelingen bleef 51 met circa 19000 leden.

De aftredende bestuursleden, de heeren Ch. Dieleman te Tholen, dr. L. G. Gelderman te Kortgene en S. Hage te Bruinisse, werden herkozen en gekozen de heer P. L. Abrahamse te Vlissingen.

Een voorstel van het hoofdbestuur om dit bestuur te machtigen een commissie te benoemen, welke onderzoeken zal, hoe de vereeniging het vlugst komen kan tot aanstelling van één of meer districtsschoolartsen in de provincie, werd aangenomen.

Zoo mogelijk zal een buitengewone algemeene vergadering worden belegd als de bedoelde commissie met haar werkzaamheden gereed is.

A. M. D.

 

DE KALENDER DER NOORDGROEP

"Prins Frederik Hendrik"; waar blijft de chirurg voor ons eiland; over zang en sport en over een droevig ongeval.

Op den dag der Zierikzeesche Paardenmarkt, die ditmaal niet druk bezocht was door het ongunstige weer, maar welke weersgesteldheid den dorstenden bodem zeer te stade kwam, zijn in hotel "Juliana" door den burgemeester van Zierikzee, mr. Fokker, de Nationale Schietwedstrijden geopend, welke gedurende de Pinksterweek zijn gehouden. Deze wedstrijden zijn georganiseerd ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de schietvereeniging "Prins Frederik Hendrik" te Zierikzee, met medewerking van de zustervereeniging "Graaf Lodewijk van Nassau" te Nieuwerkerk, die eveneens jubileerde en van de afdeeling Schouwen-Duiveland van den Bijzonder Vrijwilligen Landstorm. Bij de officieele opening waren o.m. tegenwoordig, kapitein van Schelven, vertegenwoordiger van generaal Duymaer van Twist, de heer Laernoes, secretaris der gewestelijke Landstorm-commissie en de heer A. C. van der Vliet, commandant der Zierikzeesche burgerwacht.

Fraaie medailles, benevens kunstvoorwerpen, waren als prijzen voor de vaardige schutters door verschillende personen ter beschikking gesteld.

x

Reeds meermalen hebben we onder deze rubriek geschreven over het Ziekenhuis te Noordgouwe en de noodzakelijkheid betoogd van het aanwezig zijn van een vast aan die inrichting verbonden chirurg, op ons tamelijk geïsoleerd liggend eiland. Loffelijke pogingen zijn aangewend om de zaak financieel in betere paden te leiden, maar de zaak loopt niet zooals ze loopen moest, volgens het oordeel van hen die het werkelijk belang van de bewoners van dit eiland op het oog hebben. Uit den treure is hier ook medegedeeld hoe de toestand t.a.v. het ziekenhuis is, zoodat we ons van den plicht ontslagen achten, om verder op deze langdurige geschiedenis in te gaan. Alle gemeenteraden van Schouwen-Duiveland kregen onlangs een circulaire van het bestuur der vereeniging het Ziekenhuis, waarin verzocht werd, thans 10 cent per inwoner meer subsidie te verleenen dan tot dusver het geval was. (De eerste aanvrage was 25 cent per inwoner méér). Maar voor het dubbeltje meer krijgt men ook niet het volle pond, n.l. een vasten chirurg, maar wil de vroegere directeur van het ziekenhuis 1 maal per week naar Noordgouwe komen, zoo noodig nog een keer en voorts in spoed-eischende gevallen als hij geroepen wordt.

Het lijkt voor een outsider nog al aardig voor een plattelandsch ziekenhuis, maar de insider weet, dat het op den duur toch mis zal gaan. In de laatste zitting van den raad van Zierikzee werd de circulaire behandeld, maar de raad ging niet met het daarin gedane voorstel accoord. Hij nam daartegenover een motie aan, waarin o.m. de subsidie-aanvragende vereeniging uitgenoodigd werd haar besluit om den te benoemen chirurg geen practijk op het eiland te doen uitoefenen, zoo noodig te herroepen en alsnog te trachten het daarheen te leiden, dat een vaste chirurg zich hier zal vestigen. Wanneer genoemde vereeniging deze vingerwijzing ter harte neemt, dan komt men op den goeden weg, maar anders zal het sukkelen blijven, wat heel jammer zou zijn, want het ziekenhuis te Noordgouwe is voor de bevolking van Schouwen-Duiveland onmisbaar geworden.

x

De ongunst van wind en regen belette niet dat velen naar Haamstede trokken op den Tweeden Pinksterdag, waar ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van "Haamsteedsch Zangkoor" vanwege den Bond van Muziek en Zanggezelschappen op Schouwen-Duiveland en St. Philipsland, een concours werd gehouden.

Eere-voorzitter van het comité, dat de zaak in handen had, was burgemeester Van Zuyen, die de deelnemende gezelschappen het welkom toeriep. Na de speeches werd gezamenlijk het Schouwsche Volkslied gespeeld, welk lied getoonzet is door den heer Swenne, voorzitter van bovengenoemden Bond. Op het versierde feestterrein, welwillend afgestaan door den heer C. M. Bolle, had het eigenlijke concours plaats. Met groote opgewektheid werd de vreedzame kamp gestreden, waarna de jury de behaalde prijzen aan de deelnemers toekende. Niettegenstaande het ongunstige weer slaagde het concours uitstekend, was het feest vrij goed bezocht en werd de dag met vuurwerk besloten.

x

In den namiddag van dienzelfden dag had onder Moriaanshoofd, gemeente Kerkwerve, een droevig ongeval plaats. De heer Z. uit Oosterland reed met zijn auto in de breede en vrij diepe watergang, waarbij hij zelf onder den wagen geraakte en verdronk. Zijn medepassagier kwam met den schrik en een nat pak vrij.

x

Zaterdag voor Pinksteren had onder Zierikzee een sportdemonstratie plaats, uitgeschreven door de gymnastiekvereeniging "Rust Roest" aldaar. De verschillende nummers en kampen, die bij het publiek zeer in den smaak vielen, bewezen ten volle, dat men op Schouwen-Duiveland, wat de sport betreft, nog niet ongerust behoeft te zijn. Speciaal de nummers hoogspringen, kogelstooten en hoogrekturnen trokken de aandacht, terwijl ook de damesleden bij het balwerpen en brugturnen hun beste beentje voorzetten. Ook had een korfbalwedstrijd plaats tusschen twee 12-tallen, samengesteld uit de beste korfballers van het eiland, welke wedstrijd ten doel had de beste spelers aan te wijzen, die binnenkort tegen een ander twaalftal uit een ander deel der provincie zullen uitkomen. De prijsuitreiking had des avonds door den burgemeester plaats in hotel "Juliana".

M. d. P.

 

DE WEEK OP WALCHEREN

De woningbouwvereeniging voor Souburg; primitieve brandweer op het platteland; hoe wordt het college van B. en W. in Middelburg; een burgemeestersbenoeming.

In sommige gemeenten gaat het een enkele woning-bouwvereeniging niet voor den wind. Tot heden konden deze vereenigingen in onze provincie echter nog wel het hoofd boven water houden, al hebben sommige eenige moeite de eindjes bij elkaar te knoopen, vooral als zij in de duurste tijden hebben gebouwd. In Souburg evenwel is het met de Algemeene Woningbouwvereeniging misgeloopen. Het is met haar zelfs tot een faillissement gekomen.

Maar daarmee beginnen de moeilijkheden pas voor een gemeentebestuur, dat volgens de wet garant is voor de gelden, in de huizen gestoken. Souburgs gemeentebestuur heeft daarom naar een redelijke, niet al te onvoordeelige oplossing uitgezien.

De vereeniging tot verbetering van de Volkshuisvesting te Vlissingen werd bereid gevonden de woningen der Souburgsche vereeniging over te nemen. En de gemeenteraad van Souburg besloot daarin te treden. Het Rijk heeft toegezegd, de bijdrage, die eertijds jaarlijks aan de Woningbouwvereeniging werd toegekend, te kapitaliseren. De gemeente betaalt de kosten van overdracht der huizen aan de Vlissingsche vereeniging en zal jaarlijks fl 1258,11 hebben bij te passen in het exploitatie-tekort.

Deze kwestie is dus van de baan, als althans de Vlissingsche bouwvereeniging op den langen duur haar bestaan kan volhouden.

Een dure herinnering overigens aan den beruchten crisis-tijd. En tevens getuigend van een ongezonden toestand, deze n.l., dat uit de gemeentekas jaren en jaren lang toeslag op de huur wordt verstrekt aan een zekere categorie van burgers, mede van de belastingpenningen van anderen, die aan hun huisbaas het volle pond hebben te betalen.

x

Hoe primitief de brandweer ten plattelande werkt, is weer eens gebleken bij een brand te Arnemuiden. Ik maak de spuitgasten aldaar volstrekt geen verwijt. Ik neem zelfs aan, dat ze heel spoedig op het terrein van den brand present waren. Maar het is dan toch weer gebleken, dat zij, die op eenigen (hier was het nog niet eens bijzonder verren) afstand van de kom der gemeente wonen, wel mogen bijdragen door middel van hun belastingen in de kosten van de brandweer, maar er practisch weinig of niets aan hebben.

Wat betekent één onnoozele, dikwijls ouderwetsche, met geringe capaciteit werkende brandspuit bij een flinken brand? Welke dorpen hebben een motorspuit? Die is toch zeker in de eerste plaats noodig. En daarbij kan natuurlijk, als reserve, evenals in de grootere steden, eenig klein materiaal bij een zwaren brand dienst doen.

Waar men waterleiding heeft, kan men, zooals vanzelf spreekt, ander materiaal aanschaffen.

Maar in Arnemuiden is men nog zoover niet. Daar brandde op 3 Juni eerst een groote landbouwschuur en daarna het daarbij behoorende woonhuis geheel af. Heeft deze brand niets tot onze dorpsgemeenteraden te zeggen?

x

Zooals bekend, behoort een der wethouders van Middelburg tot de A. R. partij en de andere tot de S. D. A. P. Dat is niet toevallig zoo, maar een gevolg van een zekere afspraak tusschen die twee partijen, die de sterkste in den Raad van Middelburg zijn en samen over een meerderheid beschikken.

De gemaakte afspraak of het getroffen accoord heeft echter niet kunnen verhinderen, dat bij belangrijke, principieele besprekingen in den Middelburgschen Gemeenteraad S. D. A. P.-ers en Anti-Revolutionairen zou goed als altijd niet naast, maar juist tegenover elkander stonden. Van een S. D. A. P.-A. R. coalitie bleek in de practijk niets.

Waar nu de gemeenteraad weer voor vier jaren is samengesteld en de twee genoemde partijen over de meerderheid zijn blijven beschikken, komt opnieuw den vraag naar voren: wat nu?

In dat verband maak ik hier melding van een artikel in "de Zeeuw", wel met een pseudoniem onderteekend, maar dat blijkens den inhoud afkomstig is van een vooraanstaand, meelevend, althans goed op de hoogte zijnd partijman, waarin er ten sterkste op wordt aangedrongen, de verkiezing van wethouders eerst in de vergadering der A. R. Kiesvereeniging ter sprake te brengen.

Uit hetgeen ik zoo nu en dan uit Anti-Revolutionairen mond opvang, blijkt wel, dat er zijn, die gaarne den soc.-dem. wethouder gewipt zagen. Ook in bovenbedoeld dagblad-artikel worden tal van grieven tegen de S. D. A. P. geuit, die ik hier niet bespreek, omdat dit tijdschrift geen politieke meening voorstaat.

Maar wel meen ik te mogen concluderen uit het bovenstaande en uit de vele beschuldigingen, van soc. dem. zijde bij de verkiezingen tegen de A. R.-'n ingebracht, dat het waarschijnlijk is, dat er verandering zal komen in de samenstelling van het college van B. en W. van Middelburg.

x

De burgemeester van Koudekerke is in gelijke betrekking te De Bilt benoemd en heeft in 't begin dezer maand daarom onze provincie verlaten.

Veertien jaar is hij burgemeester van het welvarende Koudekerke geweest.

Er is hier wel bijzondere reden om een woord te wijden aan dezen burgemeester. Immers in zijn 14-jarige ambtsvervulling viel niet alleen de vermoeiende oorlogstijd (dien hebben alle burgemeesters gekend), maar ook een annexatie-poging van de zijde van Middelburg.

Het bestuur dezer stad wierp begeerige blikken naar het Zand, een belangrijk en zich snel ontwikkelend deel van Koudekerke. Annexatie-pogingen werden in het werk gesteld. Maar de kranige burgemeester van Koudekerke was op zijn post en streed met mannenmoed voor zijn gemeente, die zoo ernstig in haar welvaart werd bedreigd. Hij mocht de voldoening smaken, dat zijn arbeid met succes werd bekroond en de annexatie verijdeld.

Ongetwijfeld zal de bevolking van Koudekerke van harte ingestemd hebben met de woorden van dank, hem hiervoor door den wethouder toegesproken.

De A.

DE WEEK IN ZEEUWSCH-VLAANDEREN

De stormramp in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen; nog iets over de verkiezingskwestie te Aardenburg.

Het is voorbij. Dezelfde cycloon, welke verleden week zoo hevig teisterde het Oosten van ons Zeeuwsch-Vlaamsch landeke, woedt thans wellicht ergens in Azië - of God-weet-waar! ....

Het is voorbij. Gedood werd op de akkers de vriendelijke wuiving der zomersch-blondende gewassen. .. Bijna al de vruchten in het getroffen gebied liggen hopeloos verslagen, - geknakt, vernield. En de bezitters dier verpletterde velden, ze klemmen je tanden fel op-een, verbijten hun wanhoop. Want velen hunner voelen zich totaal geruïneerd, vooral de "kleine bezitters".

Naar aanleiding eener dezer dagen door de burgemeesters der getroffen Oost-Zeeuwsch-Vlaamsche gemeenten gehouden vergadering, heeft de Commissaris der Koningin, Jhr. Mr. J. W. Quarles van Ufford een bezoek gebracht aan de verwoeste streek, teneinde zich persoonlijk op de hoogte te stellen van den toestand, aldaar.

Vergezeld van dr. L. J. A. van der Harst, Hoofdcommies ter Prov. Griffie en de heeren burgemeesters van Axel en Westdorpe, reed de Commissaris allereerst, over Sluiskil, naar den Papeschorpolder. Waar de oogst over een uitgestrektheid van 166 hectaren zoo goed als gansch vernietigd is.

Hier werd het eigenaardige feit geconstateerd, dat vlas en, tarwe nog rechtop stonden, doch bij nadere beschouwing toch geknakt bleken. Ook in de nabijzijnden Eugeniepolder is de oogst voor het grootste gedeelte verloren (80 hectaren).

Daarna werd de tocht voortgezet en de Oud Papeschorpolder bezichtigd. Hier bleken de halm-gewassen over een strook van drie tot vier K.M. als door ongeoefende handen afgesneden. De slachtoffers zijn vooral kleine, niet verzekerde landbouwers.

Verder werden nog bezoeken gebracht aan Axel, waar van één landbouwer alléén reeds, volgens diens mededeeling, 125 gemeten oogst werden verbrijzeld, aan de Axelsche Sassing, den Catharina-polder, den Stoppeldijk-polder en Stoppeldijk zelf, waar burgemeester De Waal den Commissaris nog eenige mededeelingen deed omtrent den ramp in zijn gemeente.

Zeer onder den indruk aanvaardde de Commissaris de thuisreis. Hij hoopte al hetgene wat in zijn vermogen ligt te doen om de nood in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen te helpen lenigen. Want er moèt geholpen worden. Immers, de geleden schade bedraagt honderd duizenden!

En thans waag ik het, uit naam van alle Zeeuwsch-Vlamingen - die elkander niet in den steek zullen laten en ook den Gelderschen Achterhoek niet zullen vergeten - hier een beroep te doen op de milddadigheid van alle Nederlanders, die wonen boven de Schelde!

x

De verkiezings-kwestie te Aardenburg is nog steeds niet in 't reine gebracht. De beschuldigers blijven beschuldigen, de "beschuldigde" ontkennen. Doch tijdens het tweede onderzoek van den Officier van Justitie in Aardenburg, is o. m. het volgende, waarvan ieder kan denken wat hij wil, komen vast te staan:

1e. De candidaat D. Scheele, lijst 3, verkreeg slechts 1 geldige stem, terwijl twee familieleden van dezen candidaat nadrukkelijk hebben verklaard op D. Scheele hun stem uitgebracht te hebben en dit wel op wettelijke wijze.

2e. De candidaat J. Dey, lijst 3, verkreeg eveneens slechts 1 geldige stem, terwijl twee zijner familieleden dezelfde verklaring, als bij geval 1 geschied, af legden.

3e. De candidaat M. Balkenende verkreeg 0 geldige stemmen; toch verklaarde één zijner familieleden den heer Balkenende zijn stem te hebben gegeven.

Wij kunnen niet nalaten hier nog even te memoreeren de meeningen van een paar groote bladen benoorden den Moerdijk.

"Het Centrum" schrijft, na de punten van beschuldiging te hebben opgesomd, "Zijn deze feiten juist, dan kan onze afkeuring ervan niet ernstig en luide genoeg worden uitgesproken"; "Het Vaderland" acht "in het algemeen belang een streng onderzoek noodig", hoewel het blad eraan twijfelt of een strikt Juridisch bewijs wel zal kunnen geleverd worden.

v. d. E.

 

 

EEN ZONNIGE DAG BOVEN ZEELAND.

door A. V Y.

't Is mooi weer, en de Soesterbergsche vliegwereld zet de bloemetjes buiten. Bij alle afdeelingen rollen de toestellen uit; voor alle hangars ronken en razen de schroeven en boven de groote vlieghei pirouetten in het zonlicht onze Fokkertjes, dat het een lust is. Een paar verkenners zijn samen aan het hoogte nemen; een paar jagers voeren een spiegelgevecht; héél hoog in het blauw zoemen een drietal C V machines, die, elk met vierhonderdvijftig paarden, nog hoorbaar zijn als het oog hen in het scherpe licht reeds niet meer volgt.

Alle afdeelingen vliegen - alleen bij de hangars van de Vliegschool staan de toestellen nog binnen. En de leerling-vliegers staan te popelen om er op uit te trekken - het wachten is er maar op de beslissing van den commandant. Die zit naar de weerberichten te kijken en om de tafel staan de leerlingen in spanning: waarheen vandaag?

De commandant is een man van weinig woorden: "Nou, de weersverwachting is goed; jullie kunnen er op uit. Eh.... Gilze-Rijen-Vlissingen-Rotterdam. In Gilze benzine bijvullen, anders haal je 't niet. 't Is nou tien uur - dus vóór vieren terug. Saluut!" Ieder krijgt zijn opdracht toegereikt - de hangardeuren schuiven open en een stuk of twaalf toestellen worden naar buiten gereden. De paar dozijn gelukkige uitverkorenen haasten zich om weg te komen - het is even een verwarring en gedraaf van mecaniciens, die schroeven aandraaien, startblokken aanbrengen; schouderriemen helpen aanbinden.... Maar al gauw is er schot in - een voor een hobbelen de "Kisten" (alles wat vliegt heet nu eenmaal niet anders dan "Kist" in vliegtaal) de hei op, taxiën naar de startvlag en nemen dan hun daverenden aanloop, zon en blauwe lucht tegemoet!

Terwijl onze trouwe 107 in breede cirkels klimt en de hangarwereld langzaam wegzakt, zie ik, dat we als zesde vertrokken zijn: verspreid in de richting Utrecht zoeken een vijftal toestellen de richting van Gilze-Rijen.

Een harde Zuid-Oosten wind, die bij elke nieuwe streep van den hoogtemeter heviger schijnt te zijn, tracht ons links te laten afdrijven, zoodat we allen den kop scheef moeten houden om koers te houden. Ondanks den wind is het rustig vliegen: geen sprake van "remous" is er; het toestel vliegt haast vanzelf, zonder het slingeren en wegzakken, dat anders bij Oostelijke winden alle aandacht vraagt.

De mécanicien vóór mij trekt zich dan ook al gauw van de heele vliegerij niets meer aan en zit, ineengedoken achter zijn ruitje, met een sportblad in zijn dikgehandschoende vingers te goochelen; alleen als een enkele maal bij een scherpe zwenking - àl maar rechtuit vliegen verveelt - eens de wind bij hem binnen slaat en een hap voetbaluitslagen meeneemt, kijkt hij onvriendelijk om. En ik zit wat over boord te turen, de van ouds bekende punten van den lucht-weg volgend en eens wat cirkeltjes draaiend boven Vianen, Loevestein, Waalwijk....

Na een half uur glijden we aan boven het vliegveld van Gilze; de toerenteller springt terug van 1200 op 400; de hoogtemeter bibbert terug: 500.... 400.... 300.... 200.... 100.... nog een bocht over het dennenbosch - neus in den wind.... uitzweven.... en terwijl de snelheidsmeter nauwelijks 50 K.M. meer aanwijst, stuiten onze wieltjes op de Brabantsche hei.

We laten bijvullen - drinken een kop van de gerenommeerde Brabantsche koffie bij Lisette aan den Gilze'schen straatweg, binden ons dan weer in de riemen, laten even vól toeren proefdraaien. De motor loopt prachtig - de startblokken vóór de wielen gaan weg.... klaar? .... en weg rennen we: naar Zeeland.

We hebben geen kaart meegenomen en volgen, om niet boven België te verdwalen, gemakshalve den spoorweg. Zoo glijden Breda, Roozendaal en Bergen-op-Zoom voorbij en dan komt de dam die naar Beveland voert. Dáár ligt Zeeland!

Na Roozendaal ben ik gaan klimmen, zoodat we op 2000 M. hoogte boven Rilland komen. 't Is helaas niet erg helder vandaag: de kimmen liggen omhuld van nevels en het vergezicht is bepekter dan ik hoopte. Toch is Antwerpen vaag zichtbaar en blikkert het water van Hollandsch Diep en Noordzee in de verte. Daartusschen: Zeeland; onze prachtige eilanden en de breede stroomen. 't Is laag water; in de Wester-Schelde volgen de enkele zeeschepen die we zien, de watergeul die zich tusschen de zandbanken van Vlaanderen naar Beveland slingert.

Ze vallen niet erg op, die groote oceaanschuiten. Want van deze groote hoogte telt alleen het allermachtigst menschenwerk nog mee: schepen, treinen, fabrieken of torens worden tot stippen. Alleen Zeeland zèlf imponeert ons: onze eilanden die nauwelijks uit het water geheven, met hun vele dijken even zoovele monumenten zijn voor hen, die in strijd met stroomen en golven, dit land veroverden en konden behouden in die vreemde vormen waarin het nu wégglijdt, diep onder mijn trouwe Fokker.

Ik laat den motor stoppen, zoodat we, spiraalsgewijs planeerende, neerzweven om bij Hansweert nog 400 M. hoogte te hebben; dan trekken onze 110 paarden weer met volle kracht aan en schuift het kanaal naar Wemeldinge snel achter ons weg. We volgen de Zuidkust van Beveland, maken wat photo's van Ellewoutsdijk, waar de aardige haven, het fort en het groote witte buiten van de Van Hattum's even zooveel markante punten in het Zeeuwsche land vormen. Nu glijden we naar het Sloe, gaan even naar Veere kijken en komen dan boven Middelburg, dat welhaast rondom in het water schijnt te liggen, zóóveel weiden staan er om heen half ondergeloopen. 't Is Donderdag; 't is markt in Middelburg. De Lange Delft is één donkere deining met de witte stippen der Walchersche mutsen; de markt met de vele zeilen kramen lijkt als met planken belegd. Prachtig is de Abdij, vlak om den Lange Jan, die zoo brutaal zijn kroon in óns domein steekt.

Middelburg is móói uit de lucht, zooals het mooi is voor de vreemdelingen die het op den grond bezoeken; Middelburg, de stad met de oude vormen, alles om het hart samengedrongen, en alles in oude grijze, matte kleuren, behalve waar, in brutaal rood, een nieuw gebouwde wijk de harmonie verscheurt.

Kom - we moeten voortmaken! In glijvlucht volgen we het kanaal, tot de groote pasvlakte van het Souburgsche vliegveld aanstrijkt en onze wieltjes al gauw over de Zeeuwsche klei rollen, een uur nadat de Brabantsche hei onder hen weggesprongen is.

Volgt een gemeenschappelijk lunchje aan den Vlissingschen Boulevard - en om half twee zijn we opnieuw aan den Boulevard, op tweehonderd meter hoogte een cirkel draaiend om de hooge hijschkraan. De wind is toegenomen en die krijgen we recht achter op het eerste stuk van onze rondvlucht om Walcheren, zoodat we van Vlissingen tot Westkapelle precies 4 1/2 minuut vliegen.... Tot blijkbaar groot plezier van de schoolkinderen zwenken we in lage curves over het volle schoolplein heen; dan gaat 't in rechte lijn naar Rotterdam.

Reeds van Westkapelle klimmen we, om bij Veere voldoende hoogte te hebben. Want we risqueeren niet om bij eventueele motorpanne niet meer in staat te zijn ergens boven de breede wateren geen land meer te halen.... En nu glijden ze diep onder ons door: de zonnige Zeeuwsche eilanden, waarover in breede wolkenschaduwen donkere plekken varen, die, als wij, de rechte lijn houden en van eiland op eiland glijden, dwars over de blinkende stroomen. 't Is zeer helder geworden: als we hóóg boven Noord-Beveland den kop het Noord-Oosten in wenden, duidt een gele vlek in de klare lucht al het verre Rotterdam aan. Links onder den vleugel schuift in de diepte het eenzame Zierikzee aan: de eenzame stad op het grillige eiland, waar in de verte blonde duinen blinken, maar de nog kale bebossching van Schuddebeurs nog als een dun waas over het land schijnt te liggen. Het trekt alles onder ons door, heel diep: deze prachtige klare eilanden en breede stroomen. En we bepeinzen even, of een K.L.M.-luchtlijn van Vlissingen op Rotterdam, die in enkele kwartieren passagiers zou kunnen voeren over een streek die uit de lucht zóó schoon is, dan toch werkelijk geen reden van bestaan zou hebben. Een tijdwinst van meerdere uren.... een vergezicht dat tevergeefs op alle in exploitatie zijnde lijnen wordt gezocht....

Helaas: 't is niet op ónzen weg dat de overweging van deze ideeën ligt. We zijn maar twee militairen in 'n klein Fokkerverkennertje en we zouden om vier uur in Soesterberg zijn. Vaarwel, Zeeland.... tot ziens! Een goed half uur na de groene vliegwei bij de Wester-Schelde hebben we die aan de Waalhaven bereikt - en om goed drie uur hobbelen we over de Soesterbergsche hei naar onze hangar.

Met een rijke herinnering aan mooi Zeeland te meer!

Menschen, die dadelijk bereid zijn, hun leven op te offeren, zijn met het eerste druppeltje bloed meestal buitengewoon zuinig.

Men moet soms heel diep zinken om er bovenop te komen.

 

PAN EN DE LENTE.

Wie zegt dat hij zich in zijn sterven wrong,

het aangeschoten dier gelijk, en kréét,

wild kreet om martelende pijn? Wie zegt,

dat in de kramping van zijn vingers brak

de zuiv're syrinx? -; dat zijn donker lijf

in 't went'len kruid en bloem verplette? .... Neen.

Ik zeg U: zingend stierf de groote Pan,

de ruige god van bloeiend veld en vee!

Hij zong, en al wat leefde was zeer stil

en hield vroom luisterend den adem in.

Hij zong: geen weet de woorden, die hij zong,

en geen de wijze... en toch, en toch .... Hij zong

vaarwel aan blad en bloem en boom, aan wolk

en zon, aan wind en water, mensch en dier -

vaarwel aan verte, aan aarde en hemel, dag

en nacht, aan maan en ster en teed're scheem'ring.... Al

wat leefde was zeer luisterend en stil....

En alzoo zingend stierf de groote Pan.

Men zegt: de Dood is hard; de Dood is koud -,

doch Pan was bij gelijk een moeder mild.

Pan stierf. - Maar thans doorzwerft zijn gouden geest

het zoetst seizoen der aarde: dit Getij!

En 't is of broeder Dood hem nimmer vond.

't Gehijg der lentestormen. , . . 't is 't gehijg

uit Pan's hunkerende borst terwijl hij jaagt,

de wijde velden door, naar liefdebuit:

de nimfen blank en blond en herterank.

Het lied der vroege leeuwriks in het blauw,

het is 't hartstochtelijke lied van Pan

(de leeuwriks weten hoe de syrinx floot).

De merelzang in boomgaards, rose en teêr,

het zoet geluid dat uit de bloesems valt,

het is het liefdelokkend lied van Pan

(de merels weten hoe de syrinx floot).

't Kristallen klateren der valbeek, 't is

Pan's blije lach om klaren dageraad

(de valbeek weet nog hoe Pan lachen kon).

Door 't jonge riet beeft stil Pan's fluistering

(nog weet het riet hoe bij vlei-fluist'ren kon,

in 't oor der nimf die, moe, zich vangen liet).--

Wie zegt, dat hij zich in zijn sterven wrong?

Ik zeg U: zingend stierf de groote Pan!

Hij stierf. - Maar nù doorzwerft zijn gouden geest

het zòetst seizoen der aarde: dit Getij !

JAN H. EEKHOUT.

 

DE VROUW AAN HET WOORD

Wat ik in Brussel aan nieuwe snufjes zag? Veel! Ik ga er u van vertellen, doe er uw voordeel mee, mijne dames. Ik beschrijf u dan al wat me bizonder trof, want, geloof niet, dat Brussel alleen goedgekleede vrouwen heeft, men ziet er evenveel, die smakeloos, of niet naar hun taillenummer gekleed zijn.

Heel kwiek was het slanke vrouwke met den mantel van zwarte zijde, waarvan het kraagje van veau mort-né was. Op het hoedje was eveneens een klein ornament van het arme doode kalfje aangebracht.

De mantel, die even teruggeslagen was, liet een plooi-rokje zien van crêpe Georgette, waarboven een blouse werd gedragen met borst van fijne plooitjes in ivoor-witte crêpe de Chine. Om geheel in dit zwart en wit te blijven, droeg madame in haar arm een snoezig woefje van wit astrakan met lieve, zwarte kraaloogjes.

Het hondenbeest was net echt. Deze hand-tasschen zijn énorm en vogue in Brussel. Al wat vrouw is sjouwt ermee. Ze zijn ook wel gemakkelijk.

Deze woef had een voering van zwarte zijde en o, raffinement! het zakdoekje dat er in opgeborgen was had zwarte moezen op een wit fond, het poederdoosje was van wit ivoor, het donsje wit met een zwart zijden kopje.

U ziet, ik heb madame opgenomen, ze was de moeite van het kijken ook wèl waard! Zwart-zijden kousjes met zwart suède schoentjes, waarop een klein gespje van git en simili, dus ook alweer zwart en wit voltooiden dit waarlijk zeer smaakvolle geheel.

Een jong, aardig, sport-meisje had om haar rank halsje drie kleine zakdoekjes van chiffon geknoopt in verschillende kleuren. Een knoop hing op den rug, een op den schouder, een op de borst. 't Was meer eigenaardig dan mooi, maar ze was jong, frêle en blij en dan staat alles aardig,

Een ander jong meisje zag ik, dat een plooi-rokje droog van marine-blauwe shantung, waarop een mouwlooze sweater van licht beige toile de soie. Hier weer boven een jasje van bedrukte crêpe de Chine in ruiten van beige en blauw. Een aardige hoed van beige met smal blauw zijden lintje, schoentjes en ceintuur van het jasje van eendere kleur in leer en ook de kousen, alles in licht beige.

Alle bloemen, die de mantels of bonten sieren, zijn van suède in fijne tinten.

Op een donkere bont zag ik een camélia dragen van wit glacé met teêr-groene blaadjes.

Op de avond-robes de groote rozen in drie oploopende tinten van mousseline.

Nu krijgt u nog eenige avond-toiletten.

Een heel gedistingeerde was die van zwarte tafzijde.

Op een onderjurk van dezelfde zijde viel de robe eigenlijk als een losse mantel en werd los toegestrikt door twee smalle bandjes.

Langs de heele japon een galon van zilver-borduursel. De rok met een ruim vallende volant van zilverkant.

Een andere robe van witte mousseline de soie was geborduurd met kleine bloemen in zacht-lila en opgewerkt met parels. Het breede ceintuur dat de in boléro vallende taille van de rok scheidde, was van dezelfde kleur mauve als de satijnen fourreau waarop dit beeldig kleedje gedragen werd.

Een avondjas in de kleur van de geborduurde bloemen op de robe, van taffetas, met figuren in gouddraad en een kraag van grijze vos stond werkelijk aanbiddelijk en de slanke draagster met de blanke huid, de kool-zwarte haren en oogen wist wel wat ze deed, toen ze dit prachtig ensemble koos.

Nog veel meer moois zag ik en ik zou er u gaarne nog van vertellen, maar ik màg niet nog meer plaats innemen.

Het blijft voor u bewaard.

E. B. B.

 

TREFFERS EN POEDELS

Onze Zomer.

't Was het wintersch middaguurtje

op den tweeden Pinksterdag,

soms kwam grauw een zonnegloren

met een waterigen lach. -

Vlissing's boulevard is ledig

op wat dagjesmenschen na,

In ijscoman kijkt zeer chagrijnig

in zijn leege centenla.

'n Wandelende bakvisch glimlacht

kouwelijk naar een meneer,

als z' een dancing binnentrippen,

is er geen attractie meer.

Geen attractie? .... ja, toch schijnt er

nog wel iets het kijken waard,

want wat ziet dat groepje menschen,

dat daar zoo de zee in staart ?

Er zoowaar, het wordt steeds grooter,

rare woorden stijgen op,

zou men Chamberlin verwachten,

of weer zeelui-in-den-dop?

Men gebruikt al verrekijkers,

dringt en duwt, wordt onbeleefd;

"Zou je denken, dat-ie", vraagt men,

"nou z'n Zondagsch pak aan heeft?"

"Halen doet-ie 't nooit", zegt iemand,

'n dame antwoordt zacht: "o jé",

pinkt en traan weg, neemt een kauwgom

en kijkt dan weer naar de zee,

'n Touring-car met twee personen

stopt. - Men slaat het schouwspel ga.

"Da's niet mis", zegt de chauffeur dan,

"doe zoo iets nou maar eens na."

- - - - -- - - - - - -

Ik

knoop mijn jas dicht, zet mijn kraag op,

ben belangstellend gestemd,

schrijd ook derwaarts en ontwaar dan

'n man, die hier met Pinkster.... zwemt-

WILLEM TELL II.

 

HET JOURNAAL VAN PHILEMON ZIJDEWIND

8 Juni. Mijn bloedeigen zuster Keetje op bezoek gehad. Geen dag van onvermengd genot. Ze heeft in de familie den roep, dat ze Liesbeth aandurft. 'n Reputatie, die zware verplichtingen geeft. In mijn huis hangt de zware dampkring van den gewapenden vrede. Er worden steken onder koffie-, thee- en chocoladewater gegeven. Ik gevoel me als de rat waar twee terriers om vechten; als 'n barricade, die de inzet is van een heftigen strijd. In de pauzen gooit Liesbeth met deuren en pannen; ze hitst "China-in-Holland" op en wanneer 't kind, in dienstijver, domme vragen stelt, wordt ze wederom afgesnauwd. Ik lijd niet alleen. Na schooltijd is Jossie omhelsd. Die schreide, "Tante heeft prikkers" riep-ie gevoelig, "tante moet naar den barbier". Pijnlijke scène, nog verhevigd door het ontactisch geredeneer van Wybo over 't afnemen van baardschurft na de invoering van veiligheidsscheermessen. Daarna hevig debat over opvoeding, tusschen Liesbeth en Keetje, waarbij woorden als "dwaze moeders" en "verzuurde tantes" opgeld deden, en hetwelk eindigde met zwaarwegende stilte. Balletje opgeworpen over sport en tijdgeest. Tante hapte gelukkig toe.

Ze wilde dat ze vijf en twintig jaar later geboren was, dan zou ze allicht Kea zijn gedoopt en haar fameuze vlugheid, waarmee ze nu sajetballen in kousen voor kennissen verandert, aangewend kunnen hebben op racketballen bij 't tennissen. Dan had ze nu haar neus slechts buiten de deur te steken, om de autoriteiten in een hoogen hoed rond te doen vliegen; wanneer ze ergens arriveerde zou de menigte "hiep-hiep-hoera!" brullen en de "Eerste hulp bij ongelukken", moest flauw gevallen dames, en onder den voetgeloopen kinderen, naar naastbij-gelegen-apotheken sjouwen.

"Dan moest je toch geen platvoeten hebben" merkte Liesbeth op.

"Als je gal maar in orde is," wierp Keetje tegen.

Onweer afgetrokken naar de keuken, waar Sientje het nagerecht liet vallen. Deus ex machina.

9 Juni. Volksoploop rondom de Groote Kerk. Er liep een man zonder winterjas. Politie witte handschoenen uitgetrokken en gechargeerd. "Liefdadigheid naar vermogen" heeft den ongelukkige van een stevige duffel voorzien. Rust in de stad hersteld. Politie witte handschoenen weer aangetrokken.

10 Juni. Vergadering geweest van de notabelen tot oprichting van een steuncomité voor de slachtoffers van de stormramp in Achterhoek en Zeeuwsch-Vlaanderen. Burgemeester initiatief genomen. Enorme belangstelling, Toen de voorzitter zei, dat het 't doel niet was om zelf veel te geven, doch het streven uit moest gaan naar de zakken der burgerij, beving een geestdriftige ontroering de vergadering. De gemeentesecretaris weende vreugde-tranen. Besloten werd dat 40 der aanwezigen met lijsten zouden loopen. Daarna een ontzaggelijk gedrang om zoo'n lijst te veroveren. Ik zou er vast een bemachtigd hebben, wanneer iemand - ik geloof dat 't de secretaris was - niet 'n wandelstok tusschen mijn beenen had gestoken. Raakte onder den voet, en toen ik den horizon weer zag, was de kans op een lijst verkeken. Liesbeth woest. Nu zijn we voor ons fatsoen verplicht, zelf wat te geven en we komen niet aan de weet, wat of alle anderen afdroegen.

11 Juni. Met Breeduitstra een Singeltje gepakt. Die had 'n kennis gesproken uit Sommelsdijk, alwaar 'n inwoner, toen hij 's nachts met kiespijn uit het raam van zijn boerderij lag, de Oceaan-vlieger hoorde voorbij snorren. Gaf in 't dorp veel beroering. De raad in spoedeischende vergadering bijeen, besloot Chamberlin en Levine tot eere-burgers van Sommelsdijk te benoemen. Heel den omtrek afgezocht om iemand te vinden die een brief in een vreemde taal kon schrijven. Eindelijk 'n onderwijzer opgedoken die, naar de faam meldde, vroeger de Engelsche ziekte en later 'n dito bij-akte had gehad, maar die weigerde, Amerikaansch was hij niet machtig. Om aan 't gezanik een eind te maken, is nu de boer-die-'t-hoorde eereburger gemaakt.

Breeduitstra vroeg nog met nadruk of ik ze niet had zien vliegen. Ben me niets bewust.

12 Juni. Onaangenaamheidje met den melkboer. Toen ik hem vanmorgen hielp, herinnerde ik me de kwestie, die onlangs op de soos bij een theologisch debat ter sprake kwam en vroeg aan hem, wat de reden was, dat er onder zijn collega's zooveel doopsgezinden waren. De man leek boos te worden en zei bits: "ik vraag aan u toch ook niet waarom of u altijd op pantoffels loopt." Trok me voornaam terug: heeft me zeker verkeerd begrepen.

13 Juni. Gras geknipt en gevoederd aan passeerende paarden. Behalve 'n beet in mijn enkel en een blessuur aan mijn knieschijf geen strubbelingen.

14 Juni. Leesbibliotheek bezocht en 's avonds in soos verklaring gegeven van cyclonen. Koude luchtstroom boven, dan een wolkendek en warme atmospheer beneden. De koude wil naar omlaag, de warmte opwaarts, opening in 't wolkendek dat als trekgat in schoorsteen werkt, vandaar de zuiging. Vrienden hebben me met stoel en al opgeheven. Zeer attent ook zeer geestig. Bij 't stijgen riepen ze "warmte" en tijdens 't dalen "koude". Toen ik op 't biljart viel horlogeglas gebroken. Krimp troostte me met vooruitzichten op Nobelprijzen. Zal wel nimmer gebeuren.