Ons Zeeland 1927, nummer 30

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

Onze Populaire Zomerreis.

Spa was vroeger, toen er noch werd gespeeld, een der drukste mondaine badplaatsen. Het is gelegen in een boschrijke bergstreek, aan de Waga, bezit een Romaansche kerk, grootsche badinrichting en prachtige wandeldreven.

Van Spa trekken wij door het Amblève dal, om vervolgens de Ourthe te bereiken, wij doen de beroemde cascade van Coo aan, deze waterval wordt gevormd door de Amblève, die zich door twee spleten naar beneden stort, terwijl het water na verloop van een uur, weder aan den voet der rots komt. Dan gaat onze tocht in de richting van Laroche, een plaatsje hoog in een bergachtige streek gelegen en omgeven door vijf mooi begroeide valeien. Een rots domineert de Ourthe en biedt een schilderachtig panorama over den omtrek. De omstreken van Laroche zijn een eldorado voor den vreemdeling.

Over Rochefort komen wij te Han.

Met de bergtram gaat de tocht langs de kronkelende en snelvlietende Lesse met haar welig begroeide oevers, vervolgens gaat men door een prachtige kastanjelaan, passeert den uitgang van de grot, bestijgt daarna de hoogten en er ontrolt zich voor onze blikken aan een onafzienbare horizon een grootsch panorama, dat bij elk der onmetelijke bochten, die de lijn beschrijft, van karakter verandert. De tram beklimt aldus de rotsen van Faule, inderdaad een loodrechten muur, langs welks puntige toppen zij rijdt en vanwaar men loodrecht in een met houtgewas bezette vallei ziet. Eindelijk bereikt men den top van den berg, gaat vervolgens weer omlaag en houdt juist boven den Gouffre van Belvaux stil. Op dit punt staat een der schilderachtigste chalets bij wijze van station. Als de reiziger op het terras van dit gebouw wandelt, kan hij genieten van de bekoring, die uitgaat van deze stille en woeste natuur, van deze met houtgewas beplante bergen, waar geen enkele woning de nabijheid van den mensch verraadt.

Na dit verkwikkend oponthoud slaat de groep bezoekers een zig-zag loopende weg in, die hen door het bosch naar den voet van den berg voert, waar zich de kuil van Belvaux bevindt, waarin zij zullen afdalen.

Stilletjes nadert de Lesse den grooten ingang van de rots. Zij slaat er tegen aan met haar wild bruisend water. En de berg, die een weinig open is, verzwelgt de rivier.

Wij verlaten de kuil van Belvaux en zullen de Lesse in het onderaardsche opsporen. Welk een fantastischen tempel der duisternis betreden wij thans? Naar de beschaduwde gewelven verheffen zich aan alle kanten pilaren van ijs, gedraaide albasten zuilen, broze zilveren punten. De eerste trap van den ingang af is zichtbaar, zij leidt naar de Keldergalerij. Eeuwen geleden, in de vóór-historische tijden en zelfs in het Romeinsche tijdperk, zochten de vroegere bewoners daar een toevlucht. Sieraden, wapens, beenderen en talrijke scherven van aardewerk, die op deze plaats verzameld zijn, bewijzen het.

Aan alle zijden handig geplaatste electrische lampen, verlichten plotseling de wonderen van kleine, half in de schaduw verdwenen paleizen.

De grot van Han is verdeeld in tal van zalen, galerijen, enz., welke door den leider van onzen reis ter plaatse uiteengezet zullen worden.

De deelnemers aan onze zomerreis werden er aan herinnerd, dat zij in het bezit moeten zijn van een bewijs van Nederlanderschap.

 

DE BEVELANDSCHE WEEK

Slachtoffers van den zomer; fruitvervoer per trein; over een loffelijk begin en over de beteekenis van een bezoek.

 

 

Het koude en het warme jaargetijde eischen steeds slachtoffers. In den winter betaalt de roekelooze menschheid tol aan het ijsvermaak, in den zomer vallen slachtoffers aan de zwemsport ten offer. De vorige week noteerden we in dit gewest reeds een tweetal verdrinkingen. In Schore was het de 21-jarige mej. J. B. uit Kapelle, die tijdens het baden in het buitenwater den dood vond, in Kruiningen geraakte een onvoorzichtig jongetje in den sterken stroom, en hij schoot er het leven bij in.

Het is de gewoonte van plaatselijke correspondenten om berichten als hierboven bedoeld, in de bladen te beëindigen met een aansporing om toch vooral in of in de nabijheid van het water voorzichtig te zijn, en het gebeurde wordt overigens tot afschrikking voor oogen gesteld. Ik zal me bij deze tendenzieuse berichtgeverij niet aansluiten. De zomer eischt nu eenmaal offers, evengoed als zoovele andere dingen in dit ondermaansche. Men zorge te kunnen zwemmen.

x

Bij het in werking stellen van den Zuid-Bevelandschen spoorweg, is er door verschillende autoriteiten op gewezen, dat het nieuwe vervoermiddel in de toekomst zijn bestaansrecht eerder aan het vervoer van goederen zou moeten ontleenen, dan aan het verplaatsen van passagiers. En zoo is het ook. Onze dorpen zijn te klein en de menschen die er wonen verplaatsen zich niet dikwijls genoeg, om een instelling als deze locaalspoor aan het rijden te houden. De hoop is gevestigd op de pee en op het fruit. Inzake de fruitverzending heeft de directie van den spoorweg reeds maatregelen getroffen, die op het platteland met instemming begroet zullen worden. Gedurende het fruitseizoen wordt iederen werkdag een gesloten goederenwagen gesteld aan elk der stations 's-Heer Arendskerke, Heinkenszand, 's-Heerenhoek, Borsselen, Driewegen-Ovezand, Oudelande, Baarland, Hoedekenskerke, Kwadendamme, Nisse en 's-Gravenpolder. Deze wagen blijft daar dien dag staan. Ieder die nu fruit naar de veiling te Goes wil zenden om dat daar den volgenden dag te laten verkoopen, kan den geheelen dag door, ten tijde dat het hem het beste schikt, aan het station aanbrengen, wat hij te verzenden heeft en het in den wagen zetten.

Den volgenden ochtend worden de wagens naar Goes gebracht, waar ze te 9.45 rechtstreeks voor de veiling worden gebracht.

Voor de stations Wemeldinge, Kattendijke en Wolphaartsdijk is een gelijksoortige regeling gemaakt, Ook van daar worden elken morgen de wagens, die den vorigen dag in lading zijn gezet, tijdig naar de veiling vervoerd.

Men heeft er rekening mede gehouden, dat de Zeeuwsche fruitverzender van administratieve romslomp niet veel weten wil, en deze dus tot uiterst minimum beperkt.

Het komt me voor, dat de veilingmenschen spoedig niet anders dan per spoor zullen verzenden. Gezien de toenemende beteekenis van Zuid-Beveland als fruitcentrum, en overwegende dat we midden in het bietenland zitten behoeft een sluitende exploitatie van den nieuwen spoorweg niet zoo onmogelijk geacht te worden als velen nog wel aannemen.

Aken en Keulen zijn immers ook niet in één dag gebouwd.

x

Men zal zich herinneren, dat B. en W. van Goes nu niet direct felle voorstanders zijn van een grondige verkeersregeling in de smalle ganzenstad, die door het moderne verkeer overvleugeld werd. De handige wijze waarop zij een goed gedocumenteerd verkeersplan buiten de aandacht der raadsleden wisten te brengen, bewees het. Toch staan de Goessche stadsbestuurders, blijkens een dezer dagen genomen besluit, niet absoluut afzijdig tegenover orde in het verkeer. Na lang wikken en wegen zijn eindelijk een paar straten aangewezen, die slechts in één richting bereden mogen worden. Een begin dus (zij het dan een klein begin) van reglementeering van de verkeers-chaos. Laten we hopen, dat deze eerste poging spoedig door andere zal worden gevolgd. Zeer zeker zal dan blijken, dat ook in een kleine stad ingrijpende maatregelen genomen kunnen worden, die niet alleen geen ontstemming zullen wekken, doch die na aanpassing aan den nieuwen toestand den dank van de meerderheid der inwoners zullen oogsten. Over het algemeen is men in Goes een tikje te benauwd om de menschen voor een feit te stellen. Men wil het daar in het overdrevene een ieder naar den zin maken. Zeer te waardeeren, maar zoo doende bereikt men niet veel.

x

De Nederlandsche Journalisten-Kring organiseert ieder jaar een excursie voor zijn leden. Zoo worden reeds Arnhem, Gouda en het Gooi bezocht. Bijna alle steden stellen de komst van de journalisten op hoogen prijs, wat wel verband zal houden met het feit, dat in alle bladen van de verkregen indrukken tijdens de excursie verslag wordt gegeven. De stad, die de journalisten te gast krijgt, is altijd eenige dagen achtereen in de Nederlandsche bladen het onderwerp van den dag. Een prachtige reclame of niet? Het vorige jaar lag het in de bedoeling van den Ned. Journalisten-Kring om Zeeland in het jaarlijksche uitstapje te betrekken. Waarschijnlijk was men er in onze provincie nog niet achter, welk een flinke reclame uit dat plan te halen zou zijn, men moedigde een, en ander niet voldoende aan, en het gevolg was, dat de excursie naar Zeeland in het water viel. Ik heb deze mislukking voor onze provincie, die bekendheid nog o zoo goed gebruiken kan, altijd ten zeerste betreurd. En met mij vele anderen, die iets meer van Vreemdelingenverkeer weten. Toe te juichen is het daarom, dat in Goes dezer dagen het initiatief genomen werd om 12 couranten ter gelegenheid van de historische tentoonstelling uit te noodigen een vertegenwoordiger naar Zeeland te zenden. Het dozijn persmannen zal, behalve in Zuid-Beveland, ook in Walcheren worden rondgeleid en in de gelegenheid gesteld worden de schoonheid van onze provincie te leeren kennen.

In 12 Nederlandsche bladen zullen daarna artikelen aan de aantrekkelijkheid der Zeeuwsche landen en stroomen worden gewijd, die een prachtige inleiding kunnen vormen tot de week-ends naar onze provincie, welke V. V. V. wil propageeren.

A. M. D.

 

DE KALENDER DER NOORDGROEP

Een kwestie tusschen polder en kerk; de kerk te Tholen in verval; muziek te Oud-Vosmeer; A. J. de Looze.

 

 

In een der groote dagbladen werd kort geleden de aandacht gevestigd op een eigenaardige kwestie, n.l. een verband tusschen polder en kerk. Waar deze zaak zich openbaarde op een der dorpen in de Noordgroep, meenen we dat dit ook hier een plaats moet vinden. Het betreft het nauwe verband tusschen polder en kerk te Dreischor. Allereerst iets over deze kerk, waarvan het Zuiderkoor als grafkapel is ingericht en de tombes bevat van Mr. Johan Daniël en Cornelis Daniël Ockersen en van hun neef en erfgenaam Petrus Mogge. Mr. Johan Daniël was raadsheer in de Hoven van Holland en Zeeland, Cornelis Daniël, een jongere broer van eerstgenoemde, was afgevaardigde voor deze provincie in de Staten-Generaal. Zij zijn beiden in de kerk te Dreischor begraven en te hunner eere is in die kerk een prachtige graftombe opgericht, evenals voor hun neef, Petrus Mogge, ambachtsheer van Dreischor, schepen, raad en burgemeester van Zierikzee, opperdijkgraaf van Schouwen en lid der Staten-Generaal. Deze laatste overleed te 's-Gravenhage op den 6 November 1756 en werd den 19 d.a.v. te Dreischor begraven. Bij testament van 20 Februari 1743 bemaakte hij aan zijn geboorteplaats Zierikzee een som van fl 420.000.- ter stichting eener hoogeschool, die er, dank zij de noodige tegenkanting, nooit gekomen is.

Het oude kerkgebouw te Dreischor met de fraai marmeren graftomben door Seuntius vervaardigd, maakt moeilijke tijden door, omdat voor noodzakelijk onderhoud de noodige fondsen ontbreken. Men heeft zich nu tot den polder gewend. In 1582 heeft de kerk den polder gered door hare gronden te gelde te maken en de opbrengst te schenken aan het polderbestuur voor de noodzakelijke oeververdediging. Toen in het eind der 18e eeuw staat en kerk werden gescheiden, erkende men de zilveren koorde en werd de polder in 1798 verplicht jaarlijks fl 180,- aan de kerk te geven, welke belofte ze tot op den huidigen dag is nagekomen. Dit bedrag beteekent natuurlijk veel minder dan toen en daarom hebben kerkvoogden van genoemde gemeente bij den polder een aanvraag tot subsidieverhooging ingediend, maar het bestuur van den polder kan daartoe vooralsnog niet besluiten. Thans is men bezig vrijwillige bijdragen van de lidmaten te vragen, terwijl sommige dezer een vaste verhooging op hun kerkelijken hoofdelijken omslag hebben toegezegd. Niet onmogelijk is het, dat men zich ook nog tot rijk en provincie zal wenden.

x

Ook Tholen's kerk, van grauwen arduinsteen opgetrokken en staande op een ruim plein, dat van zijn groote boomen is beroofd, raakt in verval. De hooge en fraai gebouwde toren draagt een lage spits. Het kunstige, door pilaren gedragen, gewelf wekt de bewondering van bouwkunstenaars. In het koor vindt men merkwaardige herinneringen aan de ambachtsheeren en -vrouwen van Tholen. Men wil voor de restauratie van het schoone gebouw den steun inroepen van het Rijk, opdat ook dit bouwwerk der vaderen nog lang bewaard blijve voor het nageslacht.

x

Dezer dagen is te Oud Vosmeer de nieuwe muziektent op het plein voor het gemeentehuis ingewijd. Drie zustervereenigingen uit Tholen, Poortvliet en Scherpenisse waren ter opluistering van dit inwijdingsfeest opgekomen. De burgemeester, eere-voorzitter van Oud Vosmeers' muziekvereeniging, sprak bestuur en directeur toe en reikte ter herinnering aan dezen dag een medaille over, dat aan het vaandel werd gehecht. Een talrijk publiek, dat zoo nu en dan voor een gietbui de vlucht meest nemen, woonde de openluchtuitvoering bij.

x

In den hoogen leeftijd van 80 jaar overleed 12 Juli te Zierikzee de heer A. J. de Looze, oud-directeur der Zierikzeesche Nieuwsbode, die van 1893 tot 1912 het bewind aan bovengenoemd bekend Zeeuwsch orgaan heeft gevoerd. Eerst als mede-eigenaar en kort na den overgang in een vennootschap, als directeur, wijdde hij aan deze courant, door zijn vader in 1844 opgericht, zijn beste krachten en wist haar door ijver en toewijding tot bloei te brengen.

M. d. P.

DE WEEK OP WALCHEREN

De landbouwers in Middelburg; onze provinciale bibliotheek; sjacherende wijkventers; Zoutelande in de rechtzaal; over arbeidsbemiddeling,

 

 

Als dit nummer verschijnt, zijn de landbouwfeesten te Middelburg reeds achter den rug. Terwijl ik dit overzicht schrijf, is men nog druk doende aan het in orde brengen van het terrein en aan het treffen van voorbereidende maatregelen voor de ontvangst van mensch en dier.

't Is wel jammer, dat men in de naaste omgeving van Middelburg niet beschikt over één groot terrein van voldoende oppervlakte om alles behoorlijk op te stellen. Het tentoongestelde moet dit keer over verschillende weiden verdeeld worden. Er wordt echter al het mogelijk gedaan om de aangevoerde dieren en artikelen zoo overzichtelijk mogelijk op te stellen. Zoo zal er een weide zijn voor paarden, een voor rundvee, een voor klein vee en een voor machinerieën.

Terwijl ik dit schrijf, is de hoop van duizenden, die bij deze tentoonstelling en bij de Z. L. M. betrokken zijn, op mooi zomerweer gevestigd. Het vroolijke zonnetje moet velen van de boerderij en uit de stad naar de Griffioen jagen!

Maar ach, wat is de zomer van 1927!

x

Zooals wel vele, maar lang niet alle Zeeuwen bekend is, is te Middelburg, in een monumentaal gebouw in de Lange Delft, de Provinciale Bibliotheek gevestigd. Uit het verslag over 1926 blijkt, dat weder vele aanwinsten van beteekenis op het gebied der Zeelandica werden verkregen.

Het aantal bezoekers der Bibliotheek bedroeg in 1926 5361, dat der uitgeleende boeken 5968.

Verblijdend is, dat de bibliotheek buitendien belangstelling ondervindt bij eenige leeraren, die haar met hun leerlingen bezoeken. Wie geregeld of slechts nu en dan van deze bibliotheek, waar men op prettige, vriendelijke wijze wordt ingelicht en geholpen, gebruik maakt, weet wel, welke schatten aan de voortbrengselen onzer litteraire schrijvers, maar bovenal op historisch gebied, speciaal van Zeeland, daar te vinden zijn. Het gebruik maken van allerlei studiebronnen is er bovendien nog vergemakkelijkt, doordat - door het aanstellen van tijdelijke hulp - veel, wat tot nu toe in minder geordenden toestand werd bewaard, nu is gerestaureerd, ingebonden en gecatalogeerd.

x

Zoo nu en dan kan men in de provinciale bladen een advertentie lezen, waarin een melk- of groentewijk te koop wordt aangeboden. Het blijkt, dat er vooral in den melkhandel goed geld te verdienen valt en dat er daarom velen zijn, die wel melkslijter willen worden. En zooals het overal gaat, gaat het ook hier: als er veel vraag naar en weinig aanbod van een artikel is, stijgt de prijs.

Nu vind ik dit soort handel er een van een onaangenaam karakter. Stel u voor, daar wordt op een zekeren morgen aangebeld en daar staat niet uw gewone melkboer voor u, maar een persoon, die zich aandient als uw toekomstige melkleverancier. U is dus buiten uw weten en goedvinden verkocht en geleverd. Ik kan me levendig begrijpen, dat menigeen voor zulken behandeling bedankt en alleen uit protest besluit dan toch in geen geval melk te betrekken van iemand, die u opgedragen wordt.

Toch zijn er blijkbaar velen, die er geen bezwaar tegen hebben, versjacherd te worden, zoodat de klandizie in hoofdzaak wel van verkooper op kooper overgaat. Althans, ik hoorde juist dezer dagen, dat een melkwijk, waarin voor pl.m. fl 20.- à fl 25.- per week viel te verdienen, voor een bedrag van ongeveer fl 2500.- was "verkocht". Een mooie som voor den verkooper, die toch eigenlijk niets anders had te doen, dan aan zijn opvolger de lijst van zijn klanten ter hand te stellen!

x

De Zoutelandsche Zondagskwestie zal nu in hooger beroep aan de beoordeeling van een hooger recht-college, n.l. de Arrondissement-rechtbank te Middelburg, worden onderworpen.

Zooals men zich herinneren zal, werd een logementhouder te Zoutelande door den kantonrechter schuldig verklaard zonder toepassing van straf wegens het niet gesloten houden van zijn logement op Zondag. Hetzelfde vonnis werd uitgesproken tegen een bezoeker die zich in bedoeld logement bevond ten tijde, dat dit logement gesloten moest zijn. De Ambtenaar O. M. heeft tegen beide vonnissen cassatie aangeteekend. We hooren er dus nog wel meer van.

x

De Districts- en gemeentelijke Arbeidsbeurs te Middelburg is dezer dagen van de Korte Delft naar de Wagenaarstraat verplaatst. Een drietal vertrekken in het nieuw-betrokken gebouw zijn hersteld en hebben een prettig verfje gekregen.

Werkgevers en werknemers kunnen hier dus terecht om werkkrachten te zoeken. Dit is het eigenlijke doel van de arbeidsbeurs.

Nu wordt echter in datzelfde gebouw - en dit nu geeft aanleiding tot verwarring - ook de controle op de werklozen gehouden (afstempelen kaarten enz.) en worden ook de steunbedragen aan een deel der werkloozen uitgekeerd. De idee vindt nu zoo licht ingang, dat de arbeidsbemiddeling alleen is voor werkloozen, terwijl ze toch is bedoeld in 't algemeen voor hen, die van positie veranderen willen, als een schakel dus tusschen werkgevers en werknemers.

v. d. A.

DE WEEK IN ZEEUWSCH-VLAANDEREN

Een jubileerend kanaal en de bijkomende feesten; een laat verschenen verslag; Terneuzen en de waterleiding,

Indertijd maakte ik er melding van, dat ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van het kanaal Gent-Ter Neuzen eenige feestelijkheden zouden plaats hebben. Thans is een voorloopig programma opgesteld en zijn de plannen in groote lijnen opgemaakt.

Op den historischen dag (17 November) zal de eerste plechtigheid plaats vinden, maar aangezien de Novembermaand zich minder goed leent voor openbare feestelijkheden, zijn deze laatste verschoven tot de week van 13 tot 20 Mei 1928.

Verblijdend is het, dat de sub-commissies, die de feestelijkheden voorbereiden in dagen als deze, waarin de vriendschapsverhouding tusschen België en Nederland wel wat heeft geleden, tot de conclusie gekomen is, dat om de feesten te doen slagen, de medewerking van Nederland onmisbaar is. Het kanaal Gent Ter Neuzen verbindt nu eenmaal twee landen en daarom kan Zeeuwsch-Vlaanderen bij de feestelijkheden niet gemist worden.

Op Zondag 13 Mei zal - evenals in 1827 - een waterstoet, bestaande uit oorlogsschepen, koopvaardijschepen en sportvaartuigen, varen van Ter Neuzen naar Gent. Dit zal een internationale stoet worden, want voor deelname hieraan zullen worden uitgenoodigd Nederland, Engeland, Frankrijk, Duitschland, Noorwegen, Denemarken, Zweden, Vereen. Staten, Spanje, Griekenland, Italië, Estland, Letland, Finland, Brazilië, Argentinië en Chili. Een gemengd gezelschap, waarbij vooral opvalt, dat ook Duitschland zal worden uitgenoodigd. De oorlogs-psychose begint dus wat te wijken.

Bij het binnenvaren van het Belgisch gebied zal de boot van de Belgische regeering, met aan boord de koning en de ministers, aan het hoofd van den stoet gaan varen.

's Avonds van dien dag worden waterfeesten gehouden. Voor schitterende verlichting van booten en bruggen zal worden gezorgd. Het slot van dien dag zal een reusachtig vuurwerk zijn.

In den grooten Schouwburg te Gent zal een groote tentoonstelling worden ingericht, betrekking hebbend op de geschiedenis en de ontwikkeling der Gentsche haven. Men rekent in Gent op belangrijke toezendingen uit de Zeeuwsche archieven.

Deze feesten op groote schaal kosten natuurlijk veel geld. Men rekent op een subsidie van de stad Gent, groot 1/4 millioen franc, en op belangrijke bijdragen van industrie, handel en particulieren. Ik twijfel er niet aan, of ook uit Zeeuwsch-Vlaanderen zullen velen deze feesten gaan meevieren.

x

De P.Z.E.M. overbekend bij de Zeeuwsch-Vlamingen, omdat ons district tot dusver haar eenige afzetgebied is, heeft - wel wat laat - haar verslag over 1926 gepubliceerd. Zij verkocht in dat jaar voor bijna f 188.000 stroom, of bijna fl 29.000 meer dan in 1925. Hiertegenover staat een bedrag aan uitgaaf groot plm. 163.000. Het voordeelig saldo bedraagt bijna fl 25.000,

Dit blad leent er zich niet toe, uitvoerige financieele en economische beschouwingen aan dit verslag te wijden. Ik vertrouw, dat het aan de aandacht der Statenleden niet zal ontsnappen en dat zij er, desnoodig met bekwame voorlichting, nauwgezette studie van zullen maken, opdat straks in de openbare Statenvergadering, die eind lezer maand gehouden wordt, blijke, of de positie der P.Z.E.M. al dan niet gezond is. Alleen wil ik er op wijzen, dat uit het in de pers gepubliceerde uittreksel uit het verslag blijkt, dat, wanneer voor het eerst over het afgeloopen jaar naar het annuiteitenstelsel ware afgeschreven, daarvoor een bedrag van fl 35,500 in aanmerking zou zijn gekomen. Het batig saldo van den stroomverkoop zou dus niet eens voor dit doel voldoende geweest zijn.

x

De Waterleiding-kwestie, dezer dagen belangrijker dan ooit, heeft meer pennen en tongen in beweging gebracht dan zelfs in de dagen, toen het er op aankwam, een voldoend aantal gemeentebesturen tot aansluiting te bewegen. De zaak der Waterleiding staat er, naar ik meen, momenteel dan ook slecht voor. Het aantal deelnemende gemeenten was al niet zoo groot dan eigenlijk wel gewenscht was, maar nu is Ter Neuzen (dat alleen reeds 10.000 van de 56.000 zielen telt, voor wie de waterleiding bestemd is) de haard geworden van een verzet tegen de waterleiding, zóó krachtig, dat het de vraag is, of er weerstand aan geboden zal kunnen werden, dan alleen met dwangmaatregelen van hoogerhand, waarmee men de waterleiding nog meer impopulair maakt, dan ze nu al is.

De krachtige verdediging van den voorzitter der N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding, den heer Mr. P. Dieleman, in verschillende Zeeuwsche bladen, en het ingezonden stuk van den secretaris, den heer J. W. Vienings, in "Zeelandia", hebben op de meerderheid van den Ter Neuzensche gemeenteraad geen invloed gehad. Er is blijkbaar wantrouwen in het spel, wat blijkt uit uitlatingen als: "wij moeten oppassen" en "wij moeten voorzichtig zijn". En tegen wantrouwen is het kwaad vechten.

Daar komt nog iets bij. Men is in Ter Neuzen bijzonder ontstemd over het feit, dat deze gemeente de grootste aandeelhoudster, die niet minder. dan een zesde deel of fl 700.000 kapitaal moet fourneeren, wier inwoners straks jaarlijks fl 46,000 aan de Waterleiding mogen betalen, buiten het bestuur wordt gehouden. Misschien kan het nog iets duidelijker gezegd en wel in de bewoordingen van den schrijver van een ingezonden stuk in de Ter Neuzensche Courant: "zou het ooit voorkomen, dat bij de stichting eener handelsonderneming ten slotte de promotor, de man, die het geheele veld als een jachthond heeft afgejaagd, die geen moeite heeft ontzien om de zaak tot stand te doen komen, als het doel bereikt wordt, geheel uit het bestuur wordt gestooten?"

Toch heeft de persoon, hier bedoeld, n.l. de burgemeester zich op een hoog standpunt gesteld en gedaan, alsof er tegenover hem in 't verleden niets was gebeurd. Hij heeft de zaak der waterleiding nog even krachtig als vroeger verdedigd. Hij wees er op, dat voorheen belangrijke industrieën zich door watergebrek niet in Ter Neuzen konden vestigen. Bovendien de waterleiding is van algemeen, hygiënisch belang en het in 1923 gegeven woord mag niet verbroken worden.

Krachtig is ook het verzet in Ter Neuzen tegen het kamertarief. Men voorziet, dat met dit tarief Ter Neuzen, dat meer moderne woningen met een behoorlijk aantal slaapkamers, etc. telt dan zoo goed als alle Zeeuwsch-Vlaamsche dorpen met allerellendigste woningtoestanden, het gelag kan betalen. Men acht dit tarief zeer onbillijk en wil liever het metertarief.

En ten slotte gaat de actie tegen de verplichte aansluiting, waarover echter geen nieuwe gezichtspunten werden geopend.

Met 9 tegen 4 stemmen besloot de gemeenteraad van Ter Neuzen geen geldleening voor de Waterleiding aan te gaan maar te trachten door gezamenlijk optreden der aangesloten gemeenten te komen tot ontbinding der N.V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding Maatschappij. Onder de voorstemmers waren twee der drie leden van de Commissie van Onderzoek!

Natuurlijk zullen er bij eventueele ontbinding ook kosten betaald moeten worden, waarvan voor rekening van Ter Neuzen fl 8000 à fl 10.000 komen. Maar dat heeft men er graag voor over.

De burgemeester zal het genomen Raadsbesluit overeenkomstig artikel 70 der gemeentewet ter vernietiging aan de Kroon voordragen. Met groote belangstelling wordt de uitspraak van de Kroon tegemoet gezien.

X. Y. Z.

 

 

Wanneer een schrijver zijn nieuw werk aan zijn vriend en zijn vijand geeft, zoo kan hij er vast op rekenen, dat de vijand het 't eerst leest.

 

 

 

 

TREFFERS EN POEDELS

Zonden van de zee.

Luctor et Emergo ?

 

 

Op de heete zomerdagen

aan de dijken, aan het strand,

is het middenin de branding

feest van zwemmend Nederland.

Veilig voelt men zich gedragen

door een onbekende macht,

lachend zweeft men in de armen

van de zee, die lokkend lacht.

Maar pas op - het is een glimlach

die een grijnslach worden kan;

vele rouwrand-advertenties

zijn er de bewijzen van....

 

 

Avond aan zee en het volk is verdwenen,

zacht streelt de branding een droevigen grond,

't is op de plaats, waar een worstelend leven

duidelijk 't lied van de golven verstond. -

Nadert de nacht met zijn sluier van weemoed,

dekkend dat plaatsje bij bloedroode maan,

is het alsof nu de golven betreuren,

wat ze in overmoed hebben gedaan.-

Nachten aan zee zijn een droevig memorie

voor de geliefden met weenend gemoed,

zoekende zielen, die zenden in 't duister

daar naar die plek in de golven hun groet ....

 

 

Alles zwijgt - de sterren pinken

juist als vele eeuwen lang;

als een weenend wonder-orgel

zingt de zee een zwanenzang....

WILLEM TELL II

DE VROUW AAN HET WOORD

Kom eens onverwachts bij een oude kennis binnen loopen, zoo tegen de lunch of even voor het diner. In de meeste gevallen hoor je een excuus prevelen, hetzij over een tafellaken, "dat heusch gisteren schoon was, maar 't zijn bij mij zulke morspotten", of de lieve huisvrouw kijkt met een geagiteerd blosje op haar teêre wangetjes naar het botervlootje waar een scherf af is, het broodmandje waar nou net vandaag géén kleedje in lei en ze heeft zulke dodden met echte Brusselsche of Mechelsche kant in de linnenkast liggen!

Het is altijd wat, terwijl diezelfde huisvrouw als ze gasten heeft een onberispelijk gedekte tafel heeft.

Twee jaar geleden was ik in een kleine plaats, vlak bij Londen gelogeerd. En toen trof het me, hoe bij mijn gastvrouw - ze was in zéér goeden doen, dus kòn alles gemakkelijker - te morgen of te avond iedereen kon binnenvallen, zonder dat er iets in de ideaal geregelde huishouding behoefde te veranderen.

't Lijkt me niet onaardig, u hier iets van te vertellen, vooral, omdat het zoo héél anders is dan bij ons.

Ik was daar niet de eenige logé; met mij waren er nog vijf. 's Morgens om half negen, als we de eetkamer binnen-kwamen - ons gastvrouwtje hield van regel - vonden we haar achter het theeblad en schonk ze voor ieder de thee, die geurig en niet te sterk was.

Niemand mocht haar daarbij helpen en ik kreeg den indruk, dat het als onbeleefd beschouwd werd, haar daarin te willen assisteeren.

Op het groote dressoir stond alles gereed, wat het Engelsche eerste ontbijt zoo omvangrijk maakt, maar waaraan je maag wonderlijk gauw went.

En nu was het eigenaardige dat ieder zich z'n portie zelf ging halen. Je nam maar, waar je zin in had, niemand lette er op.

De gastvrouw animeerde je niet, om van dit of dat nog eens te nemen, als je zin had deed je het, zoo niet, dan veronderstelde men, dat je er ook geen behoefte aan had.

't Nam niets van de gezelligheid weg, dit telkens van tafel wegloopen, integendeel, het gaf aan deze maaltijden iets bizonder los en ongedwongen's.

Je bleef na het ontbijt niet rond bungelen, maar je maakte gebruik van één van de auto's om te gaan shoppen in Londen of een mooie toer te maken door de schitterende omgeving, net waar je lust in had.

's Middags gingen allen rusten en verwachtte men niet van je, dat je eerder te voorschijn kwam, dan vijf uur, de tijd waarop de thee gedronken werd.

Dit geschiedde in de ruime en prachtig ingerichte hall en iedere "tea" was even genoegelijk.

Daar was de zalige toast, die ieder in een zilver toast-rekje naast zich kreeg en een verscheidenheid van cakes, soms wel drie of vier verschillende soorten. Het thee-gerei was van oud-zilver, de kopjes van het fijnste porcelein, dat men zich kan denken.

Na de thee, een wandeling van alle gasten door den schitterend aangelegden tuin met de romantische rozen, prieëlen, of wel een partij tennis, hockey of crocket. Bij vochtig weer, allemaal samen in de genoegelijke tuinkamer, waar het open vuur gestookt werd en de glazen deuren, die naar den tuin leidden openstonden, waardoor de zoete geur naar binnen stroomde van lathyrus, réséda en alle bloemen die in dezen sprookjesachtigen tuin bloeiden.

Het diner, om half negen, was telkens weer een feestmaal. En dit was typeerend, toen ik na eenige weken de eenig overgebleven gast was, werd er voor de gastvrouw en mij met dezelfde zorg, dezelfde elegantie gedekt, als toen het huis nog vol gasten was.

Het oude-familie-zilver, het schitterend kristal, het servies van Wedgewood, het prachtvolle damast, dit alles prijkte op tafel en de statige buttler diende met dezelfde nauwgezetheid en zijn gelaat had hetzelfde onwrikbare masker, nu we in de intimiteit van ons drieën waren. Ik heb hem vaak gadegeslagen, toen we nog met ons allen waren en er vaak een rake kwinkslag ten beste werd gegeven.

Natuurlijk moest hij ook lachen, maar niets in dit als uit marmer gehouwen gelaat liet iets zien van het binnen-pretje, dat hij ongetwijfeld had.

Kwamen er onverwachts gasten, dan werd even, rustig en vol waardigheid een of meerdere couverts bij gezet en verder bleef de tafel-schikking zooals die was.

De snij-bloemen uit den tuin vormden een prachtige tafelversiering en als dan nog de kaarsen in de antieke kandelaars brandden, dan was het geheel volmaakt.

U zult zeggen, ja, maar voor dit alles moet men gefortuneerd zijn. En ik beaam het, voor dit alles wel.

Maar om de tafel gedekt te hebben, zoo dat iedereen onverwachts binnen kan komen, met een schoon tafellaken, en wanneer dit in het midden wat vuil is, met een schoon servet er over heen, het bestek gezellig geschikt en een bloemetje op tafel, wel, daarvoor behoeft men niet gefortuneerd te zijn.

E. B. B.

 

 

Oud worden, wel, dat doen er tamelijk veel menschen, maar wijs worden, dat doen er maar weinigen.

 

 

HET JOURNAAL

VAN PHILEMON ZIJDEWIND

(gecondenseerd extract)

 

13 Juli. Om de zinnen te verzetten en de geschokte zenuwen te herstellen, een uitstapje naar Bergen op Zoom gemaakt om aldaar mijn neef Henri eens te bezoeken. Liesbeth was er voor. Ze wou zoo graag weten, waarom of Henri, vóór zijn jaren reeds, pensioen had aangevraagd en uit zijn gemeente-betrekking was getreden, en ik moest ook vragen, waarom hij sinds dien geen steenkolen meer cadeau deed, tegen den winter. Heb geen antwoord ontvangen; er schoot telkens wat in zijn verkeerde keelgat, wanneer ik informeerde.

Voor 't overige heb ik niets gehoord, dan heftige disputen over gemeente-politiek, en dan moet je die juist hebben willen ontvluchten. Het was verschrikkelijk! Neef Henri's vrouw, neef Henri's kinderen, zijn huisvrienden, zijn kennissen, zijn kapper, zijn kleermaker en zijn kastelein: ze ratelden allemaal over gedegenereerde, onbeschofte en schurkachtige tegenstanders in de politiek. M'n hoofd bonsde op 't laatst. Ben twee uur te vroeg bij neef Henri weggegaan en naar 't kerkhof gesukkeld. Daar was 't tenminste rustig. Aan doodgraver mijn tevredenheid betuigd, dat het gemeentebestuur, tenminste nog één kalm plekje, aan de vreemdelingen overlaat.

De man lachte gevleid. Stampend met zijn spade op de groene zoden, lachte hij: "Gerust meheer, he, in den grond.... in den grond.... zijn de Zoomenaars niet kwaad". "Maar ook niet eerder," riep 'n kwajongen.

14 Juli. Voor 5 minuten uit wandelen gegaan, maar pas na 2 uren thuis gekomen. Moest telkens straatjes omloopen voor 't ontwijken van vrienden, voor wie ik kopschuw geworden ben, nadat ik ze zoo leelijk in den steek heb gelaten met mijn rede. Toch in handen gevallen van Breeduitstra. Die heeft me den mantel uitgeveegd. Doodsangst uitgestaan voor zijn stok. Wat zwaaide die kerel er mee! Hij stemt me niet, de volgende week, dreigde-ie. Kan me niet bommen, kom er toch wel!

Voor 't eerst na die vergadering-affaire heeft Liesbeth weer tegen me gesproken ik brak bij ongeluk een "lange lys" van haar thee-servies, toen ik een vlieg wilde vangen. Enfin 't ijs is nu meteen ook weer gebroken tusschen ons.

15 Juli. Liesbeth had vandaag m'n hulp in de keuken noodig. Dat voorrecht valt me alleen ten deel, wanneer er geweckt moet worden. Ik hoop, dat ik 't woord goed geschreven heb; hoop ook dat die Weck, zoo-ie nog niet voor goed ingeslapen is, binnenkort zelf geweckt zal worden. Waarom of Liesbeth, ondanks m'n onhandigheid, naar m'n assistentie verlangt, snap ik niet. Zonder kwaad te spreken, geloof ik, dat ze iemand noodig heeft, om hem of haar de schuld te geven, voor de flesschen die ze zelf breekt. Veel verwijten geslikt. Voel me vrij uitgaan. Wel heb ik de thermometer in de ketel laten vallen, doch daarvoor verbrandde ik ook m'n handen, toen ik de korreltjes kwik van den bodem wilde oprapen.

16 Juli. Wybo is weer scheidsrechter geweest bij een wedstrijd van "Schoppen is troef". Hij werd weer thuisgebracht door een vriend, want hij hinkte schrikbarend. Schrobbeering uitgedeeld. Vriend trachtte bij mijn vaderhart in 't gevlei te komen, door te verzekeren, dat mijn oudste nog eens lauweren zou plukken op het voetbalveld. Als-ie zoo doorging als nu, kreeg bij wis en waarachtig nog eens 'n standbeeld. Beppie moest daar onbedaarlijk om lachen. "Hij heeft nu al een voetstuk," schaterde ze.

17 Juli. Jossie is in plas gevallen en heeft die gedeeltelijk mee naar huis genomen. Hij heeft geen dessert gekregen en ik moest de benzine uit mijn sigarenaansteker tot de laatste droppel opofferen.

18 Juli. Vanmorgen droevig voorval aan het station. Onbekende heer, driftig van aard, uit den trein, gesprongen, die nog in beweging was en tusschen de wielen terecht gekomen.

Daar sluit je je oogen voor.

In plaats van vacantie-reis, eeuwige reis; duurt te lang met dit slechte weer.

Zoodra 't bekend was, enorme oploop bij 't station. Ik in de eerste rij natuurlijk. Twee klappen met den gummi-stok en 'n proces-verbaal-bedreiging gekregen, omdat ik door 't opdringen der menigte niet achteruit kon, maar ik had 2 uur lang 'n prachtig gezicht op den ingang. Ontroerend moment toen de weduwe arriveerde. Ze werd ontvangen door den stationschef, die met trillende stem vroeg of ze haar echtgenoot nog eens zien wilde. De dame bedankte daarvoor. Dat vond ze te hard. Wel had ze graag de helft van het retourkaartje terug. Aldus geschiedde.

19 Juli. M'n oog nog wat opgezwollen. Klap met gummistok tamelijk aangekomen. Heb mijn beklag bij den commissaris van politie willen doen. Zal niet gaan, zei 'n inspecteur, die is twee maanden naar 'n rustoord wegens opwinding van gister en de stommiteit van 'n agent, die hem in den laten avond uit zijn eerste slaap ge-nacht-telefoneerd heeft.

De inspecteur ontried me 'n klacht. Ik moest blij zijn, terwille van de schoone democratie, dat politieagenten de "vooraanstaanden" tenminste nog niet ontzien. Begreep niet veel van de redeneering, maar als er democratie in 't spel komt, dan is voorzichtigheid geboden, weshalve ik den raad opvolg.