Ons Zeeland 1927, nummer 40

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE ZEEUWSCHE WEEK

Over deze "week"; het Vlissingsche ziekenhuis-plan in rook opgegaan; worden de touristen voldoende "bewerkt"; wenken voor benzine-heeren; over drie Zeeuwsche gevallen.

We leven in den tijd van records. Als een vlieger vandaag een snelheid van 500 K.M., weet te bereiken, stijgt morgen een concurrent in de wolken, teneinde te trachten om zijn toestel in 60 minuten meer dan 500 K.M. te doen afleggen.

We streven er naar "anderen" te overtroeven, we probeeren echter ook onze "eigen" prestaties iederen dag hooger op te voeren. Beide pogingen vloeien voort uit onzen tijd, die zelden rust en nooit zelfgenoegzaamheid gedoogt, en die mensch en ding onverbiddelijk naar een hoogere sport op de ladder der samenleving drijft.

Record-verbetering, althans de poging daartoe, is oorzaak, dat de "Ons Zeeland"-lezer heden kennis maakt met de "Zeeuwsche Week", die de taak van de "Bevelandsche Week", de "Kalender der Noordgroep", de "Week op Walcheren" en de "Zeeuwsch-Vlaamsche Week" tot de hare gaat maken. Inplaats van vier overzichten, zal "Ons Zeeland" er dus voortaan één bevatten, en in deze ééne zal getracht worden de voornaamste voorvallen in onze provincie aan te duiden en zoo noodig te bespreken.

O.i. is deze vereenvoudiging een verbetering. Voorheen toch kwam het voor, dat het grootste gedeelte van ons blad werd ingenomen door voorvallen, die van te weinig beteekenis waren om iederen lezer te interesseeren; eensdeels omdat ze buiten de grenzen der eigen streek de belangstelling verloren, anderdeels daar ze min of meer herhalingen waren van courantenberichten.

In de "Zeeuwsche Week" nu zal slechts datgene voorkomen, dat geacht kan worden in algemeenen kring de aandacht te hebben, terwijl de overzichtschrijver zal streven naar een aantrekkelijke inkleeding van de te behandelen stof.

De teekenaar van het rubriekhoofd heeft bovendien verduidelijkt, dat het doel ook is den Zeeuwschen akker van de minder gewenschte uitingen van leven te ontdoen.

In de "Zeeuwsche Week" zal dus zoo noodig het voorwerp, dat de schrik van het onkruid is, niet geweerd worden.

Door het verdwijnen der vier overzichten komt er ruimte voor rubrieken, die we tot nu toe achterwege moesten laten. We hopen dat daardoor de aantrekkelijkheid van "Ons Zeeland" verhoogd zal worden.

Na deze jongste record-verbetering (we willen tenminste aannemen dat de verandering niet alleen door Directie en Redactie als zoodanig beschouwd wordt) kunnen we ons weer gaan toeleggen op de volgende.

Nietwaar, we leven nu eenmaal in den tijd van records ?

x

Van records en van vluchtigheid. Tengevolge van het laatste verbazen we er ons niet over, dat een kwestie, die maanden lang de gemoederen van een gedeelte der bevolking bezig hield, na een jaar weer op het tapijt komend, nog slechts flauwe herinneringen aan een en ander wekt. De tijd slijpt de scherpe kanten zelfs van alarmeerende kwesties af; als men op een gegeven moment het geval weer onder de oogen krijgt, moet men zich al afvragen : "Hoe zat dat toch ook met die zaak." Zoo ging het ons tenminste, toen dezer dagen het besluit van de Kroon viel, inzake de ziekenhuis-kwestie te Vlissingen. Daarover is een jaar geleden in de Scheldestad heel wat te doen geweest, en veler pennen werden in beweging gebracht om het vóór en tegen van een Vlissingsch ziekenhuis te bepleiten. Tenslotte nam de raad met een kleine meerderheid het voorstel tot den bouw aan. Het raadsbesluit werd evenwel voor Ged. Staten gebracht en deze oordeelden het beter, dat Vlissingen van de voorgenomen plannen afzag. De kwestie had daarop den heelen hierarchieken weg te bewandelen, die eindigt bij de Kroon. Na een jaar is het daar beland en.... gestruikeld. Zoodat Vlissingen verstoken zal blijven van de zieken-inrichting, die volgens vele inwoners van Vlissingen te zware finantieele offers gevergd zou hebben.

Het heeft momenteel geen zin meer, om de diverse voor- en nadeelen van het Vlissingsche ziekenhuis-plan op te rakelen. De meerderheid van de bevolking schijnt in het gelijk te zijn gesteld. Of een meerderheid in een stad het beslist bij het rechte einde moet hebben is natuurlijk vers 2, zooals de voorzanger zei, die z'n congé kreeg. Vlissingen is een van de weinige steden in onze provincie, die van de toekomst iets te verwachten hebben, en die in den loop der jaren de bewoners velerlei zaken zal moeten kunnen bieden, waarvan de noodzaak nu nog niet naar voren treedt. Een groeiende stad heeft de plicht, aandacht te wijden aan de zieken-verzorging, en deze eischt veelal meer dan Vlissingen tot nu toe te bieden heeft. Neen, we kunnen de inwoners der Scheldestad niet feliciteeren met het besluit van de Kroon.

x

Van het reisseizoen, dat weer tot het verleden behoort, heeft Zeeland, ondanks het weinig aanlokkelijke weer, dit jaar meer dan middelmatig genoten. Blijkens de berichtjes, die men Vrijdags steeds in de bladen kon treffen, staken iedere week duizenden via Zeeuwsch-Vlaanderen de Schelde over om de zou langzamerhand beroemd geworden Middelburgsche markt in werking te zien. Behalve deze één-dagsvlinders, voor wie Middelburg en directe omgeving einddoel waren, kwamen dit jaar weer tal van Engelschen en ook Duitschers onze badplaatsen bevolken, van waaruit ze dan tochtjes door de provincie maakten. Verder is in het afgeloopen seizoen door bemiddeling van V. V. V. te Goes een begin gemaakt met de trips tegen het einde der week voor onze landgenooten. Gezien de korte voorbereiding hebben deze trips zeer veel succes gehad. Heel wat Zuid- en Noord-Hollanders hebben gebruik gemaakt van de gelegenheid om voor een klein bedrag Zeeland's schoon te leeren kennen.

O.i. heeft Zeeland ook dit jaar niet over het vreemdelingenverkeer te klagen gehad. Vooral niet als men het bezoek van thans eens gaat vergelijken met dat van een jaar of tien terug. Het is evenwel niet te ontkennen, dat de toename van het aantal touristen hoofdzakelijk voortkomt uit de mentaliteit van den modernen mensch (die zich opmerkelijk gemakkelijk verplaatst en reizen als een recht inplaats van een gunst beschouwt) en slechts ten deele het resultaat is van de poging onzerzijds om de trek naar Zeeland te bevorderen. Men versta ons niet verkeerd. Wel degelijk weten we het werk der vereenigingen tot bevordering van het vreemdelingenverkeer in de diverse plaatsen te waardeeren, maar het komt ons voor, dat dit werk slechts een kleine factor was voor de toename. Het meerdere bezoek hebben we maar voor een heel klein deel aan ons zelf te danken. Zooals het meer gaat als iemand iets in den schoot wordt geworpen, zonder dat hij zich daarvoor terdege inspande, vraagt men zich hier af: "Wat zou het vreemdelingenbezoek toch wel een enormen omvang hebben aangenomen als we achter het "geluk" een groote krachtsinspanning hadden gezet?" "Zou het seizoen van 1927 ons dan niet duizenden touristen meer opgeleverd hebben?"

Allen, die met vreemdelingenverkeer uitstaande hebben, koesteren (en terecht) groote verwachtingen voor 1928 als de Olympiade hier te lande gehouden zal worden. In enkele der Zeeuwsche steden is aan deze verwachting reeds uiting gegeven tijdens het maken van plannen om ook onze provincie van de Olympiadekaravaan te doen genieten. Veere gaat reclame maken o.a. en ook in Vlissingen broeit men de een of andere opzet uit. Successievelijk zullen ook de andere steden wel een en ander gaan ondernemen om in 1928 de aandacht te trekken. We kunnen met dezen, versnipperden arbeid geenszins instemmen, hoewel het inzicht, dat reclame vereischt is (dit inzicht is hier nog vrij jong) alleszins verheugend aan doet. Verdeeling zal ook in dit geval aan het eindresultaat niet ten goede komen. Vóór alles is samenwerking een vereischte. Waarom slaan de V. V. V.'s in de verschillende steden, die voor vreemdelingenbezoek in aanmerking komen, de handen niet ineen, wat weerhoudt deze onder-vereenigingen eindelijk eens één centraal vreemdelingenbureau te stichten, van waaruit propaganda gemaakt kan worden voor geheel Zeeland. Reeds veel te lang heeft dit bureau op zich doen wachten, en de krachtsinspanning, hierboven bedoeld, tot de vrome wenschen doen behooren. Een onvergeeflijke fout zou het zijn om bij de voorbereidingen voor 1928 den ouden toestand te bestendigen. Het wordt meer dan tijd, dat het vreemdelingenverkeer in onze provincie eens "practisch" georganiseerd wordt, d.w.z. meestal anders dan het momenteel in het meerendeel onzer steden is opgezet. Het zou ons te ver voeren thans dit laatste breeder te omschrijven (misschien komen we er later wel eens op terug), doch een feit is, dat de huidige V. V. V.'s in het Zeeuwsche land onpractisch zijn en in het keurslijf van plaatselijke toestanden niet genoeg letten op het doel en de middelen, die tot dat doel konden leiden.

Hieraan zou terwille van het vreemdelingenbezoek nog dit jaar een einde moeten worden gemaakt. Mocht dit op te veel bezwaren stuiten (en dat staat te voorzien) dan zou het aanbeveling verdienen om op een andere wijze het lichaam in het leven te roepen, dat Zeeland vóór het aanbreken van het volgend jaar in de wereld populair en tot een gewild touristenoord gaat maken. De reclame-wegjes, die we staan te bewandelen, zijn niet de goede.

x

"De voetganger is in Nederland de heilige, de benzineridder is er het product van den duivel," hoorden we een buitenlander eens het vaderlandsche vegeteeren van den Fiscus omschrijven. En daar heeft het veel van weg. Bijna ieder jaar wordt een nieuw foefje uitgevonden om de bezitters van het moderne vervoermiddel zilver te doen bloeden. Na personeele belasting, wegenbelasting komt thans het nieuwe rijbewijs zilver voor den staat maken. 't Is droevig, maar ontspringen kan men dezen dans niet. En daarom gunnen we hier gaarne plaats aan eenige mededeelingen over het rijbewijs, verstrekt door het provinciaal bestuur. De "Ons Zeeland"-lezer-benzine-koning mag er, zij het dan brommend en protesteerend, zijn licht aan ontsteken.

"Op 1 November a.s. behoeft het nieuwe bewijs niet in handen van den bestuurder te zijn, tenzij men 1 November a.s. voor het eerst gaat chauffeeren. Er is een overgangstijdperk van 8 maanden; voor hen, wier tegenwoordig rijbewijs op 1 November a.s. nog geen twee jaar oud is, wordt hoogstwaarschijnlijk eene regeling getroffen, tengevolge waarvan bovendien die 8-maanden-termijn eerst begint te loopen, nadat 2 jaar van den datum van afgifte van dat rijbewijs af, zijn verstreken. Maar binnen 8 maanden na 1 November a.s., dat is vóór 1 Juli 1928, moeten dus wel zij, die vóór 1 November 1925 een rijbewijs verkregen, hun oude bewijs voor een nieuw verwisselen, willen zij bevoegd blijven om met ingang van 1 Juli 1928 en later te rijden; de andere rijbewijzen vervallen dan geleidelijk na dezen datum, het laatste eventueel op 31 October 1929 plus acht maanden, d.i. 30 Juni 1930."

x

In Zeeuwsch-Vlaanderen hebben dezer dagen twee rechtszaken de aandacht getrokken, n.l. de strafzaak tegen A. P. te St. Jansteen, die in Juni H. de Meester dusdanig mishandelde, dat het slachtoffer eenige dagen later overleed, en de beruchte kwestie inzake het smokkelen van spiritus onder de gemeente Sluis, bij welke smokkelgeschiedenis de opperwachtmeester B. het uitoefenen van zijn plicht met den dood bekocht. In het eerste geval werd een gevangenisstraf van 2 jaar geeischt, in het tweede 2 maanden gevangenisstraf en geldboete. Dit einde van twee opzienbarende provinciale "zaken" heeft de gedachten van velen wellicht geleid, naar het derde idem, dat in 1927 de menschen dagen en weken heeft bezig gehouden, n.l. de moord te Ierseke. In dezen schandelijken moord is nog steeds geen opheldering gekomen. Het laatste wat men er over vernam was, dat de verdachte op vrije voeten was gesteld en dat hem in Ierseke een ontvangst werd bereid, die getuigde dat de publieke meening minder nauwgezet te werk gaat met de schuldvraag dan onze rechtspraak.

Ondanks het actieve optreden der politie direct na den moord, en ondanks een nauwgezet onderzoek der justitie, blijkt het de laatste niet gelukt te zijn genoeg materiaal te verzamelen om den verdachte voor de rechtbank te brengen.

Daarmee is natuurlijk niet gezegd, dat het drama van de baan is geschoven. De justitie heeft veelal in stilte te werken, en van haar arbeid dringt weinig tot de buitenwacht door alvorens tastbare resultaten zijn verkregen. Aangenomen mag evenwel worden, dat het Ierseksche drama nog steeds de volle aandacht van de "heeren in Middelburg" heeft. Evengoed als het kiezerstreurspel in Aardenburg, dat wellicht ook nog niet zoo ver ontleed kon worden als aanvankelijk vermoed is.

 

 

LANDSCHAP.

(Zeeuwsch-Vlaanderen.)

Over de groeiende landen leeft

de droom der hoven, die van d' avond zijn.

Een enkel venster voert nog vaag den schijn

van d' ouden dag, die aarz'lend henenzweeft.

Zoet bloesemt ginds een blond boogaardekijn,

dat warm zijn geuren aan de stilte geeft.

Ten teederheid-bevloeiden hemel beeft

der broze, fijne sterren mystisch sein.

Ver zucht het rustig rhythme der rivier:

een groot, zacht ademen, als van een dier

in lauwen stal....

Ter kreke drijft de vroege mane, schier

een schat in zuiverst goud, die zonder schal,

als wind het water roert, verscherv'len zal ....

JAN H. EEKHOUT

DE VROUW AAN HET WOORD

Vacantie! eindelijk!

Een late vacantie, zult u zeggen. Het kan niet anders. M'n echtvriend en ik zijn beiden door ons werk genoodzaakt onze vacantie in het najaar te nemen. Daardoor trekken we ook meestal naar buitenland.

Maar dezen keer ging dit niet en brengen we de vacantie in het eigen land door. En hoe!

Het lijkt me niet onaardig u hier iets van te vertellen. U en ik, we worden elkaar zoo vertrouwd in die wekelijksche babbeltjes en ik krijg zoo langzamerhand het gevoel, dat ik correspondeer met goede vriendinnen.

We zitten in Blaricum.

Kent u dit mooie dorp, dat midden tusschen bloeiende hei en schitterende landouwen ligt?

Hoe we daar zoo verzeild komen, op het einde van September?

Een dierbaar familielid van ons gaat trouwen en heeft hier een huis gehuurd, een huis, dat het beschrijven overwaard is.

Het is eigenlijk een landhuis, gebouwd naar den trant van die ydillische landhuizen, die men, verscholen tusschen het groen, buiten Parijs zoo vaak tegen komt.

Een bekend Hollandsch schilder, die lang in Frankrijk werkte, liet het bouwen en zóó verscholen ligt dit landelijk juweel, dat hij zijn modellen in den tuin liet poseeren, zooals God ze geschapen heeft.

Acht jaar heeft hij er gewerkt en z'n mooiste werken zijn hier ontstaan.

Toen, door omstandigheden, moest hij naar elders vertrekken en hij liet - dit kan alleen een artist doen - het huis onbewoond, omdat hij er geen menschen in wilde hebben die het zouden moderniseeren of de enorme tuinen, met pergola's en serres naar hun smaak veranderen.

Toen kwam er een jong paar, gelukkig nog met gevoel voor oude romantiek en ze dwaalden rond door het huis, bleven in aanbidding staan voor de schouw in de boerenkamer, waar aan een ketting de koperen ketel bengelde. En ze keken met stille ontroering naar de heel oude tegels in die schouw en naar de ramen, allemaal kleine ruitjes in lood gezet.

En toen ze kwamen in het groote vertrek, waar eenmaal het atelier van den grooten man was, ze in extase keken naar het gebeitste wenteltrapje met de balustrade, toen besloten ze dit huis te huren en alle "maren" die er aan verbonden waren over het hoofd te zien.

En in gedachten zagen ze het huis, hun huis al klaar. Het a.s. huisvrouwtje deelde de kamers al in en ze rangschikte de meubels, bepaalde kleur van kleeden, matten, gordijnen. Er moest een kaarsenkroon komen en in de boerenkamer natuurlijk boerenmeubels en een echt oud schoorsteenvalletje boven de schouw. En in het atelier - ze zouden het zoo blijven noemen - alles oud, vooral oud.

De kamer boven het atelier - de roef, noemde ze het, want 't was zoo'n aardige tusschenkamer, - zou werkkamer voor hun beidjes worden, zoo'n beetje kleerenkamer meteen.

Ja, alles zou.... en toen ze buiten adem was, toen zei schoonma, dè schoonma uit alle romans: "Er zal nog wat moeten gebeuren eer 't zoo ver is!"

Dat was nu wat je noemt roet in het eten gooien!

Maar wáár was het, dat was het ergste.

't Leek of de zon achter de wal en verdween, zóó betrok het lieve, jonge gezicht.

En toen kwam de opsomming van wàt er wel allemaal gebeuren moest.

En 't was veel!

Het geheele huis was verveloos en er was een lek hier en een lek daar. Ruiten waren gebroken en in de serre waren was er bijna geen één meer heel. Muren moesten gesausd, deuren en sloten gerepareerd en o, wat was er veel schoon te maken! En de tuinen, prachtig, rijk aan bloemen en vruchtboomen, maar hopeloos verwaarloosd. Het vijvertje riekte kwalijk en de tuinhuisjes, de priëeltjes met de rozenhagen verwilderd en verrot. "Bezint eer ge begint!" waarschuwde een bedaagde stem.

Heerlijke jeugd! vol illusies, vol vast vertrouwen dat alles goed zal komen. Ze bezinnen niet, ze beginnen !

Maar onze moderne tijd laat niet toe, dat een jong meisje haar toekomstig huis, wanneer dit tenminste niet in haar woonplaats staat, zelf inricht.

Want het moderne meisje werkt. En dit meisje was een kantoor-plurk en moest werken tot een maand vóór haar huwelijk.

Toen kwamen als grauwe vogels de bezwaren. En ze vervolgden haar bij dag en bij nacht.

Hoe moest alles in orde komen. Wie meest er toezicht houden op al het werkvolk, wie op de werksters?

Ik zei u al, een dierbaar familielid van ons gaat trouwen en heeft dit huis gehuurd.

Begrijpt ge den samenhang?

Wij - mijn echtvriend en ik - zullen onze vacantie wijden aan het opknappen en aankleeden van het sprookjeshuis in Blaricum.

Mag in u in een volgend babbeltje vertellen van ons wedervaren in het huis, dat acht lange jaren leeg stond? Wellicht zult u het grappig vinden te hooren, hoe we hier rondspringen.

Tot ziens dus, lieve lezeressen.

E. B. B.

 

 

DE SCHELDE-ZENDER

Hallo, hallo...

Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-Zender........

Vindt u het interessant, te hooren:

- Dat er in Aardenburg nog steeds vreemde dingen gebeuren. Onbekenden hebben daar in een nachtelijk uur den Hollandschen leeuw op de Kaaipoort in een Belgische vlag gewikkeld. Misschien bevreesd dat de leeuw zijn klauwen op een goeden dag in het gekonkel zou slaan?

- Dat men in Middelburg de athletiek in gemeenschap gaat beoefenen en daar ter stede het licht zag de "Zeeuwsche Athletiekbond".

- Dat B. en W. van Vlissingen de kachels in het raadhuis niet sympathiek gezind zijn en den raad nu vragen om een centrale verwarming, die de gemeentekas fl 5.500.- lichter zal maken.

- Dat de K. L. M., gezien het succes der Vlissingsche vliegdagen, in 1928 weer snoepreisjes in de Zeeuwsche lucht wil organiseeren.

- Dat 25, 26 en 27 December a.s. hoenders, watervogels, konijnen, post- en sierduiven gast zullen zijn van de M. T. V. te Middelburg, die genoemde dieren (hoe vreemd is de menschelijke gastvrijheid) ten toon zal stellen.

- Dat op den weg Ierseke-Kapelle een motorongeluk heeft plaats gehad, waarbij de heer Lansen uit Goes het leven verloor, en de heer Slabbekoorn een gedeelte van zijn tong.

- Dat de soc.-dem. raadsleden in Zeeuwsch-Vlaanderen leidingwater wenschen te drinken. D. w. z. zij besloten niet mee te werken aan de ontbinding der N.V. Z.-Vl. Waterleiding.

- Dat de Axelsche politie zich ontfermde over een lid van het zwakke geslacht, dat voorgaf drie kinderen en geen werk te hebben (het laatste door verandering van geloof) en dat door deze voorstelling van vele burgers geld loskreeg. De aldus verkregen penningen werden meestal ver-jeneverd, hetgeen der politie een doorn in het oog, de vrouw een stuk in den kraag bezorgde.

- Dat er veel menschen zijn, wien de financiën van Groede ter harte gaan. Niet minder dan 14 personen solliciteerden n.l. naar de betrekking van gemeente-ontvanger.

- Dat de Ritthemsche brandspuit blijkbaar het recht op staken erkent, want toen er in Ritthem brand uitbrak, weigerde zij de vurig gewenschte medewerking.

- Dat te Osse (Duivendijke) een nieuw stoomgemaal te werk gesteld is, dat het waterschap Schouwen van overtollig water zal ontlasten.

- Dat men in Zierikzee pech heeft met de Zuid-Havenpoort-brug. Toen een gedeelte van den onderbouw gereed was, kwam men tot de ontdekking, dat men zich vergist had. Afbraak van het metselwerk was noodig. Een dure vergissing, die ook in Kampen had kunnen plaats vinden.

- Dat de electrificatie der Bevelanden dreigt te stikken in den greep van ambtenaarlijk gedoe.

- Dat aan de sluis te Veere zich een ernstige onderloopenheid openbaarde, die met zand en beton bestreden wordt.

- Dat de Middelburgsche politie-agenten meer in hun mars hebben dan een ontwerp-verbaal tegen verkeers-overtreders. Alle dienaren van Hermandad op één na (en die zal nog niet gelukkig zijn ! ) loopen met het diploma op zak. Niet minder dan 17 agenten leeren bovendien Engelsch. Deze zullen in het komende seizoen op de overzeesche touristen worden losgelaten. Maar goed dat John Bull z'n mooiste misses thuis houdt.

- Dat het vlugge heerschap, hetwelk destijds zonder toestemming het arrestantenlokaal in het Goesche politie-bureau verliet, zonder het doel van zijn reis op te geven, nog steeds niet gevonden is.

- Dat dit jaar in den klaag-wedstrijd behalve onze landbouwers ook de hotelhouders en kenners van onze badplaatsen zullen uitkomen.

- Dat de rijksweg Goes-Middelburg bij Nieuw- en St. Joosland een prachtige verbreeding ondergaat.

- Dat B. en W. van Middelburg waarschijnlijk de hoogste onderscheiding van Koning Fiscus zullen ontvangen voor de door hen aan Z. M. bewezen diensten.

- Dat de nieuwe motorwagens van den spoorweg door Zuid-Beveland de reizigers wel eens in den steek willen laten.

- Dat het de volgende week weer wel zal regenen.

- Dat thans de Middelburgsche slagers aan de beurt zijn om de menschheid te verkondigen, hoe verfoeilijk het is, een abattoir op te richten.

Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........

Adieu........

 

 

TREFFERS EN POEDELS

Middelburgsche zorgen.

Noblesse oblige

Middelburg, dat doet me denken

aan een ouden edelman,

die de eer van zijn familie

niet zoo goed betalen kan.

Hooge, deftige gebouwen

heeft hij om zich henen staan,

suggereered-stil en eenzaam

doen zijn groote straten aan.

Wil den ouden roem behouden

van zijn edel voorgeslacht,

de honneurs, zijn standing waardig,

zijn hem hoffelijk gebracht.-

Met zijn rustige gebaren

en zijn glimlach, juist geplooid,

toont hij zijne gasten hoe zijn

landgoed stijlvol is voltooid.

Even soms kan hij wat stil zijn,

als hij denkt aan zijn crediet,

want "après nous le déluge"

past een man van titels niet.

Maar de naam, de naam der vaad'ren

blijft het punt der teerste zorg;

voor de pécuniaire kwesties

staat diezelfde naam als borg....

----------------------------------------

Aan zijn eikenhouten deuren

wordt steeds dringender geklopt,

telkens staat daar weer een vriend, die

zich als schuldeischer ontpopt.

Zenuwachtig gaan zijn handen

door zijn ouden, grijzen baard,

tragisch-droevig zien zijn oogen

op zijn trots.... zijn huis en haard.

Houdt Uw tering naar Uw nering

Uw naam door alles rein,

laat een ingetogen leven,

doch geen krach Uw einde zijn!

WILLEM TELL II.

HET JOURNAAL VAN PHILEMON ZIJDEWIND

21 September. Mag op goedgeslaagden dag terugzien. Heb vanmorgen, toen het avondblad in de bus viel, haastig die courant gehaald en mezelf vergast op de Troonrede. Daarna, zooals andere jaren, mijn kinderen rondom me in het salon vergaderd en hun het staatsstuk, met verzorgde intonatie, voorgelezen. Er wordt vaak, door hen die mij anders goed gezind zijn, en ook door Liesbeth, gespot met deze gewoonte, maar ik vind, dat wat ik invoerde, door ieder huisvader moest nagevolgd worden. De eerbied voor onzen goeden Staat en zijn treffelijke instellingen zou zeker rondom ons toenemen in beduidenden aanwas. In eigen kring dit proces aanschouwd. Toen ik aanvankelijk met dit gebruik begon, ondervond ik ook van jeugdig auditorium, niet die ontvangst welke ik verhoopt had, maar van lieverlee is de beteekenis der plechtigheid tot hun jonge hersenen doorgedrongen; groeide hun waardeering tot een hoogte, die mijn stoutste verwachting in overweldigende mate overtrof. Heeft Wybo eens in jongensachtige onbezonnenheid met een voetenbankje geinterrumpeerd: nu bouwde hij mijn leuningstoel, met tabouret en kussens tot een troonzetel om, terwijl Beppie de lieve attentie had gehad om van twee wandelstokken, 'n parapluie en een gebatikt kleedje, een baldakijn daar boven te maken; hoe primitief de vorm ook was van een en ander: het versterkte de stemming. 's Is bepaald jammer, dat Liesbeth de aanwezigheid van ons personeel niet toestaat. Zij motiveert dit besluit, door de bewering, dat een voormalig dagmeisje eens omviel van het lachen tusschen ons porseleinen thee-servies, wat niet vrij van hatelijkheid en in strijd met de waarheid is; het was de indruk mijner woorden, welke het kind bezwijken deed !

22 September. Hevige windvlagen. 'n Pan van ons dak gewaaid. Rakelings langs het hoofd van den buurman, waar we kwaad mee zijn. Sientje had opgevangen, dat hij mij van een moordaanslag verdacht. Liesbeth verontwaardigd een pittig briefje geschreven; kort maar krachtig. Ze kon zich niet begrijpen, dat hij mij daarvan verdenken durfde, terwijl hij heel goed wist, dat ik voor geen geld ter wereld zoo'n pan van het dak durfde te halen!

23 September. Vandaag mijn wandeling weer kunnen maken. Houd hartstochtelijk veel van de natuur. Haar opmerkzame beschouwen laat zij steeds iets ontdekken, onverschillig of hij naar omhoog of naar omlaag ziet. Zoo bespeurde ik aan het gelen van de boombladeren, dat het herfst werd en toen ik mijn blikken weemoedig naar de kiezelsteenen voor mijn voeten liet dwalen, blonk mij een zilveren schijfje tegen, dat me de waarheid leerde van het spreekwoord, dat een dubbeltje vreemd kan rollen; bedoeld geldstukje heb ik voor 'n maand terug in Domburg verloren. Haastig opgezocht; 'n extra sigaar!

24 September. Heden dr. Doorloop eens bezocht, die gelijk gemeld, vorige week in verband met die frankengeschiedenis, 'n zenuw-hersen-aanval kreeg. Heb anders 'n grooten afkeer van ziekenbezoek, maar ik acht me in dit geval er zedelijk toe verplicht, want toen ik aan het bed der smarten gekluisterd was, kwam hij zooveel maal bij ons, dat Liesbeth hem tenslotte met veel overredingskracht bewijzen moest, dat ik hersteld was en geen visite eens dokters meer noodig had. Mijn oude vriend knapte aardig op. Hij verzocht me dringend de loopende geruchten, die zijn kwaal als geldkoorts betitelden, den kop in te drukken, waarna hij mij onderhoudend over de pracht van Zwitserland onderhield. De zonsopgangen waren daar zoo mooi, dat je er met plezier een ganschen dag naar keek. Dat had ik meer gehoord.

26 September. Jhr. Verboendere heeft me aangesproken! Juist toen hij ons huis voorbij reed, knapte de band van zijn fiets. Naar hem toehollen en vragen of Wybo het rijwiel naar den hersteller mocht brengen, was het werk van een oogenblik. Direct nam hij mijn aanbod aan. Zoo heelemaal niet trots. Minzaam deelde bij mede, dat hij eere-lid was geworden van "Ons Leger" en nu de hoofdcolportage had gekregen van het liederenboek "Voor Janmaat en Soldaat". Tien exemplaren besteld. Ontving 'n handdruk wijl ik de waarde onzer weermacht besefte. "Instituut van ware volkskracht", zei de jonkheer en maakte mij er opmerkzaam op, dat er nooit 'n mismaakte in een garnizoen te vinden was. Dat was 'n openbaring voor me.

27 September. Breeduitstra niet op de soos aanwezig. Fluisterend werd er van 'n schandaaltje gesproken. De een wist, dat hij gevochten had en de ander had hem gesignaleerd met een opgezwollen oog. Van Dulmen wist meer. In de courant had gestaan, dat er op het politie-bureau een zilveren paplepel te bekomen was en toen had Breeduitstra de onvoorzichtigheid gehad, om aan een inspecteur te vragen, of ze dien lepel wel missen konden. Klap met den gummistok !

 

IK WEET NIET ........ MAAR .....

.... het komt me voor, dat wij Zeeuwen nogal eens graag een beetje zwaar op de hand zijn en een hoop drukte maken over dingen, die later blijken zoo eenvoudig als een kind te zijn.

Als we gemeenteraden moeten formeeren b.v. loopen we compleet warm, redeneeren, overtuigen, we gaan de periode van bijkans slapelooze nachten in, afgewisseld door angstwekkende nachtmerries, we putten ons uit en doen alsof het voortbestaan der wereld van de samenstelling der gemeenteraden afhankelijk is."Onze" partij moet koning kraaien en we ontzien weinig middelen, teneinde dit gekraai inderdaad te mogen hooren. Zijn de gemeenteraden in elkaar getimmerd, dan achten we het weer noodig ons voor de wethouders het vuur uit de sloffen te loopen.

Onrust, agitatie, zenuw-overspanning, herrie, familietwisten komen uit dezen zwaar op de handschen aanleg voort. En als dat alles ons deel is geworden vragen we ons af: "Zou de gemeente er minder goed bij gevaren zijn als Pietje in plaats van Jantje uit de stembus gewipt was?" We voelen allen van tijd tot tijd het ellendige van onze doordraverij, en velen zullen wellicht al eens gewenscht hebben anders te zijn en anders te doen. Als men maar wist hoe.

Daarom komt het me voor hier melding te moeten maken van het ei van Columbus, dat dezer dagen in de gemeente Bergh gelegd is, en dat als een standaardmodel voor de Zeeuwsche mentaliteit ten zeerste kan worden aanbevolen. Het dorp Bergh dan had wethouders noodig, hetgeen ook in onze provincie wel pleegt voor te komen. Daar alle 15 raadsleden zich de aangewezen persoon voor het wethoudersbaantje achtten (een zeer verstandig en normaal verschijnsel) en Bergh onmogelijk 15 wethouders kon onderhouden, besloten de vroede vaderden door het vaderlandsche spel bij uitnemendheid, de kaarten, te laten uitmaken, wie voor het college van B. en W. de bevoorrechten zouden zijn. De kaarten werden geschud, er werd een troef gemaakt en na ettelijke spannende partijtjes klaveren-aas behoorde de wethoudersbenoeming tot het verleden.

Geen herrie, geen meeningsverschil, geen zenuwoverspanning en kijvige woorden, maar een interessant spelletje onder een glaasje bier en een goede sigaar en.... toch degelijke resultaten.

Men moet maar op het idee komen.

Deze vinding, (als de meeste groote ontdekkingen het reinste ei van Columbus) kan ik de Zeeuwsche samenleving, die bij de samenstelling van gemeenteraden en colleges van B. en W. veel te zwaartillend en veel te gewichtig doet, ten zeerste aanbevelen.

Schoppen-boer, klaver-aas, harten-vrouw enz. kunnen in de moeilijkste en ingewikkeldste raadskwesties uitkomst brengen. Natuurlijk zullen er gevonden worden, die gemoedsbezwaren tegen deze wijze van politiek-voeren hebben omdat ze het kaarten een te wereldsche bezigheid vinden. Voor zulken kan wellicht de sjoelbak "het" aangewezen middel zijn.

Hebben we deze Berghsche vinding eemnaal in de provincie geïmporteerd dan zal pas blijken, hoe verkeerd we de politiek en het gemeentebeleid steeds gevoerd hebben. Kostbare dagen en uren zijn immers met praten en redetwisten verdaan. Dat is dan afgeloopen. Komt een voorstel tot den bouw van een ziekenhuis of tot de stichting van een abattoir ter tafel, dan lacht de voorzitter de zwijgende leden eens minzaam toe, schudt de kaarten en geeft.... En enkele minuten later blijkt of het voorstel gekelderd dan wel aangenomen is.

Hoe meer ik over de Berghsche kwestie pieker, hoe heerlijker zij zich voordoet. Een zaakje om van te watertanden voor allen, die zich iederen dag over schetterende en lijzige raadspraatjes ergeren.

Alleen jammer, dat de gemeente Bergh niet op het idee kwam voordat men in Aardenburg de verkiezingen in het honderd deed loopen. Vooral in deze plaats zal het spel van schoppenboer met vreugde worden

begroet.

EGO.

 

VEREENIGINGSNIEUWS.

Na de rust komt opnieuw de arbeid. Ook in het vereenigingsleven. De zomer is voorbij, vacantiën achter de rug en de besturen weer actief om de leden gezellige avonden te bereiden.

Onze jongste vereeniging te DORDRECHT heeft dit jaar de rij geopend en op Woensdag 28 September hare eerste feestavond gehouden; hierop volgde "Zeeland" te HAARLEM op Donderdag 29 September met een gezellige avond in het Gemeentelijk Concertgebouw. Op Donderdag 6 October zal de onderafdeeling van "Zeelandia" te AMSTERDAM (in Maison Boer, 1e Weteringschans) de leden vergasten op tooneelspel. Gegeven wordt het zoo gunstig bekend staand blijspel "De Verdwenen Spin", vroolijk spel in 4 bedrijven, waarin een groot aantal personen optreden. Van de Vereenigingen te UTRECHT, DEN HAAG, ROTTERDAM en NIJMEGEN ontvingen wij nog geen mededeelingen, doch twijfelen niet of ook daar is men in actie.

Tot slot nog de mededeeling, dat de weldadigheidsavond, die het bestuur der vereeniging "Zeeland" te Haarlem organiseerde op 16 Juli j.l. ten bate van de slachtoffers der stormramp, heeft opgebracht een batig saldo van fl 132.09.

Ver. Red.