Ons Zeeland 1927, nummer 42

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE ZEEUWSCHE WEEK

Hoe we met sommige verschijnselen vertrouwd geraken; de Middelburgsche slagers en het abattoir; veerdiensten die voor verbetering vatbaar zijn; burgemeester Bakker geïnstalleerd.

Voordat Borculo door een cycloon geteisterd werd, behoorde dit natuurverschijnsel tot een van de vele zaken, die in het dagelijksche woordenboek van het groote publiek niet plegen voor te komen. Het woord had voor de massa een onbekende klank. Na de ramp te Borculo, die dagen en weken achtereen de pers in beslag nam, nadat ontelbare keeren de cycloon met vette letters onder de aandacht van de groote "men" was gebracht, kreeg het woord in Nederland vasten grond. Een ieder sprak er over. Kende het; het uitheemsche woord werd met toewijding door het Nederlandsche volk, dat toch een zwak voor uitheemsche dingen heeft, gekoesterd. Te Borculo werd voor de meesten onzer de cycloon geboren en in een kort tijdsbestek heeft het een populariteit verworven, die eenig in haar soort is. Er behoeft maar een storm van eenigen omvang boven onze hoofden zich te ontketenen of we praten en schrijven over een cycloon. Het natuurverschijnsel is gemeen goed der massa geworden.

De plotselinge populariteit van iemand of iets in zeer breeden kring, is wel een typisch verschijnsel van onzen tijd, die zich zoo goed als los heeft gemaakt van afstand en traagheid. Hetgeen vroeger lang beperkt bleef tot een kleine gemeenschap, wordt heden ten dage door diverse middelen snel en ver uitgedragen, en dan nog zoodanig, dat men er bijna toe gedwongen wordt kennis van te nemen. Voordat men het goed en wel weet is men vertrouwd gemaakt met gebeurtenissen, die in een vorige eeuw aan onze aandacht ontsnapt zouden zijn, hebben zij in onzen geest 'n eigen plaats veroverd. Iedere dag populariseert, brengt de massa op goeden voet met allerlei kwesties, die meestal alle eigenschappen missen, welke een dergelijken aanslag op onze aandacht zouden wettigen.

Tot een van deze kwesties, die in 'n betrekkelijk korten tijd zich bij de massa hebben ingedrongen, behoort de slachthuisbeweging. Deze zaak is als een kind bij de gemeenschap in huis, ze is zoo populair en ingeburgerd, dat niemand nog een nadere aanduiding van noode heeft als hij het woord "abattoir-kwestie" opvangt. Deze populariteit is in 't geheel niet onverklaarbaar, daar iedere stad haar steentje er toe heeft bijgedragen. Als een epidemische ziekte trok de abattoir-kwestie den lande door en overal waar zij losbrak eischte zij zulk een aandacht voor zich op, dat niemand zich veroorloofde haar te negeeren. Ook in onze provincie is dit het geval. De lezer herinnert zich nog wel de actie der slagers in Goes, gevoerd tegen de plannen tot de stichting van een abattoir. En nauwelijks is de storm in de ganzenstad tot bedaren gekomen of de Middelburgers moeten er van lusten. Evenals de Goessche collega's kanten de Middelburgsche slagers zich tegen het openbare slachthuis. Althans een gedeelte der slagers, en wel dat gedeelte dat den grooten trom roert. Zeer van nabij hebben we in Goes het gevecht der tegenstanders van een abbattoir meegemaakt en kunnen opmerken, dat de strijdmiddelen soms te wenschen overlieten.

Vergissen we ons niet, dan staat momenteel in de hoofdstad iets dergelijks te gebeuren. Hetgeen we er over in de bladen lazen, duidt ten minste al vrij sterk hierop. De argumenten der Middelburgsche slagers wijken natuurlijk niet van overal elders gelanceerde af en daarom heeft het geen doel meer uitvoerig op een en ander in te gaan. We deelen evenwel niet de meening der Middelburgsche tegenstanders van een abattoir, volgens welke de prijzen van het in een slachthuis afgeslacht vleesch zullen stijgen; ook hechten we geen geloof aan de bedreiging, dat de stichting van een abattoir de Middelburgsche slagersbedrijven hoofdzakelijk naar de buitengemeenten zal verplaatsen. Overal elders zijn deze meening en bedreiging gehoord en overal heeft de praktijk anders geleerd. Daarom verbaast het wel eenigszins, dat de slagers toch nog in iedere stad dezelfde, reeds ondeugdelijk gebleken wapens voeren in dezen strijd van het persoonlijk belang tegen het algemeene.

x

Het abattoir en alles wat er aan vast zit, werd nog eerst korten tijd gemeen goed der massa. Van ouderen datum is de bekendheid met de veerdiensten in ons zoo waterrijk gewest. Hierover is in den loop der tijden al menige klacht gevallen, maar toch mag onder de klaaglijst nog geen streep worden getrokken.

Men zal zich herinneren, dat in de "Bevelandsche week" onlangs gewaagd werd van enkele feiten bij den veerdienst Wolphaartsdijk-Kortgene. O.a. werd toen de opmerking gemaakt dat het personeel van dezen dienst weinig rekening hield met de belangen der passagiers en meermalen zelfs een houding aannam, die men niet van een in dienst van het publiek staand personeel zou verwachten. In de afgeloopen week moet er volgens een ingezonden schrijven in een der bladen weer iets dergelijks zijn voorgekomen. Met de kleine veerboot werden twee auto's van Wolphaartsdijk naar Kortgene vervoerd. Aan den Kortgeenschen steiger lag de "Walsoorden", zoodat het afladen der auto's, tot verbazing van de opvarenden, over deze boot moest geschieden. Daar de kleine boot ongeveer een meter lager lag dan de "Walsoorden" bracht deze wijze van lossen gevaar mee, en een der auto-bezitters weigerde zijn voertuig hieraan bloot te stellen. Eerst na een langdurig geredetwist besloot de kapitein der "Walsoorden" een betere losgelegenheid te scheppen. We zouden aan deze klacht van een ooggetuige wellicht geen aandacht geschonken hebben, als het hier niet een veerdienst betreft, waarover de klachten niet van de lucht zijn. Zoo langzamerhand gaat de wijze van optreden daar alle perken te buiten.

We hopen, dat deze veerdienst eindelijk eens de aandacht der betrokken autoriteiten zal hebben, van wie we niet mogen verwachten, dat zij de gesignaleerde toestand wenschelijk noemen.

De tweede dienst, welke deze week in het zonnetje werd gezet, is die op de Wester-Schelde. Een vijftigtal vereenigingen en belanghebbenden, vertegenwoordigend allen die in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen in den landbouw, tuinbouw en aanverwante bedrijven betrokken zijn, hebben een adres gericht aan de Provinciale Staten, waarin te kennen wordt gegeven, dat de dienst op de Wester-Schelde aanleiding tot ontevredenheid geeft. Als men het adres eens doorloopt, lijkt deze klacht alleszins gewettigd.

Eerstens zijn er de hooge vrachttarieven, die tengevolge hebben, dat van den dienst zoo weinig mogelijk gebruik wordt gemaakt, en dat men baat heeft gezocht bij een speciale boot, die een paar maal per week dienst doet tusschen Sas van Gent en Walsoorden. De tarieven zijn waarlijk 'schandelijk". Voor een paard wordt f 4.- tot f 5,50 betaald, voor een stuk vee f 2.- tot f 3,-, voor een varken f 1.75, voor een auto f 2.50 tot f 3.-. Pluimvee, hoewel in kratten verpakt, wordt berekend tegen dubbel tarief, hetgeen de Zeeuwsch-Vlaamsche pluimvee-houders naar België verwijst.

Behalve over de tarieven zijn de Zeeuwsch-Vlamingen ontstemd over het klein aantal oversteek-gelegenheden op Zondagen en over de afmetingen der booten, die vooral voor het bergen van goederen en auto's te klein geacht worden.

Zooals men ziet een respectable lijst van verlangens, die echter in 't geheel niet buitensporig genoemd mag worden.

De Staten hebben zich spoedig met de Zeeuwsche verbindingen over water bezig te houden. Wellicht dat de beide hier genoemde veerdiensten bij die gelegenheid voor verbetering vatbaar blijken.

x

De gemeente Koudekerke heeft de vorige week in het teeken der feestvreugde gestaan naar aanleiding van de installatie van den nieuwen burgemeester, den heer Bakker. Van deze installatie hebben de Koudekerkers heel wat werk gemaakt. Het dorp was rijkelijk met vlaggen en groen versierd en tijdens de avonduren, toen het groote licht de feestenden in den steek had gelaten, vormden honderden vetpotjes een fantastisch element der algemeene vreugde.

In de raadszaal is de nieuwe burgemeester, die vergezeld was van zijn verloofde, toegesproken. Men heette hem welkom en sprak de hoop uit, dat hij met vrucht in het belang der gemeente werkzaam zou zijn. De nieuw benoemde betuigde zijn instemming met deze woorden en zegde zijn beste krachten toe.

Het officieele gedeelte was toen afgeloopen, doch het eigenlijke installatie-feest begon daarna pas. Schoolkinderen brachten een aubade, de plaatselijke muziekvereeniging bracht vaderlandsche liederen ten gehoore, er hadden sportfeesten plaats enz.

Tot een zeer laat uur word de blijde inkomst van den burgemeester gevierd.

Voor den heer Bakker moet het een prettige gewaarwording zijn geweest te merken met welk een enthousiasme zijn dorpelingen hem tegemoet traden.

 

VAN EIGEN BODEM

Willem Beukels van Biervliet

door

JAN H. EEKHOUT.

Allec pisciculus ad usum salsamentorum idoneus longo servator tempore.

Liber floridus Lamberti.

Het citaat, waarmee dit artikel wordt ingezet, luidt, in onze taal overgebracht: Haring, een kleine visch, zeer geschikt voor het inzouten, door welke bewerking zij langen tijd kan worden bewaard (voor bederf). De aanhaling komt voor in een omtrent 1125 geschreven encyclopedisch werk. Het oorspronkelijk stuk, dat ontstond in de abdij van St. Berbin te Saint Omer, berust op het oogenblik in de boekerij der Gentsche Academie.

Uit bovenstaande Latijnsche volzin blijkt nu o.i., dat men, op Europa'sch westkust (Frankrijk, België, Nederland, Scandinavië) reeds in de eerste helft der 12e eeuw ter haringvangst uitvoer en de verschalkte visch inzoutte. Verder leveren de door Philips van den Elzas in 1163 aan Nieuwpoort geschonken keuren nog een bewijs, dat de haringvangst reeds lang vóór 1163 in Vlaanderen uitgeoefend werd.

Doch een waarlijk onomstootelijk bewijs voor het bestaan van een ongetwijfeld bloeiende haringvisscherij in de lage landen bider see en van het gebruik, aldaar, reeds lang vóór Willem Beukels, door inzouting de haring tegen spoedig bederf te vrijwaren, is te vinden in het reglement van tol en navigatie op het Zwin, dat bewaard wordt in het archief van het oude stadje Sluis. Het geschrift handelt over de privilegiën en accijnzen, welke in 1252 door de gravin van Vlaanderen, Margaretha, werden gewijzigd ten behoeve van de Oosterlingen.

Wij lichten het volgende eruit: "Diesghelyx van verschen haringhe, daer es ook een poortere vrij van toolnen in de harinctyt als syn sine ghesellen vremde twelcke ghevalt diaken ter Sluus" - etc, "Voort es te wetene, doelen poorters met vremden lieden, hoe lettel dat die vremde lieden ant goet hebben, tgoet sal al toolne sculdich syn, want die vremde lieden ontvrien altoos die poorters alwaert van coorfharinghe, bi redenen dat tsout daer die harinc mede ghesouten es ghemeene es" - etc.

Onder een rubriek: "Van alrande vissche" staat: "één tonne of kindekijn of een kwartroenkijn harinx betaelt 1 p."

En nu vervalt tevens de bewering, als zoude Willem Beukels van Biervliet de eerste zijn geweest, die op het denkbeeld kwam de gevangen haring te kaken, d.w.z. "te zouten en in tonnen (kaken) te pakken".

Waarin dan de uitvinding van den veertiend' eeuwer Beukels bestond? Hierop antwoorden wij, met Mr. J. Egberts Risseeuw, in het tijdschrift "Bijdragen tot de Oudheidkunde en Geschiedenis, inzonderheid van Zeeuwsch-Vlaanderen (1859)": Willem Beukels kaakte de haring op een bizondere wijze, waardoor zij aanmerkelijk langer dan weleer aan bederving weerstand kon bieden.

De beroemde Hollandsche haring was "geschapen"! De Hòllandsche haring, door Waldemar, koning van Denemarken, zóózeer op prijs gesteld, dat hij, naar verluidt in een oude, in mijn bezit zijnde kroniek, den burgers van Stavoren een "voorrechtsbrief" van den volgenden inhoud deed toekomen:

Si ita contingent, quod absit, quod Alleca non capiantur, nec in Schavor salsentur, quilibet dato suo thorgortich, autoritatem bona sua, qua adduxit, absque thealonio habexat libere deducendi. (Indien het zo gebeurde hetwelk verhoed worde, dat er geen haaring gevangen, nog in Skavor (Stavoren) gezouten wierde, heeft ieder de macht, zijn thorgortich betaalt hebbende, de goederen die hij ingevoert heeft, zonder tol vrijelijk af te voeren; gegeeven 21 September 1363).

Zooeven noemde ik 1347 als Beukels' sterfjaar.... terwijl op het gebrandschilderd raam der Ned. Herv. kerk te Biervliet 1397 als sterfjaar opgegeven wordt.

Teneinde te bewijzen, dat het door mij geopperde jaarcijfer de waarheid het dichtst nadert, dienen wij wederom het tijdschrift der "Bijdragen" open te slaan. Van dit charter vinden wij hier een, nauwkeurig afschrift:

Men religieusen prelaet ende men vroeder ende van grotere weedicheden Onsen here den abt van Sente Baues in Ghent, Scepenen ende Burghmeester in Biervliet saluut ende bekenninghe der wareden. Here wij doen hu te wetend, dat vor ons comen zijn Willem Beukels onse gheselle ende joncvrouwe Adelise zijn suster met haren voghet ende hebben quite ghescolden vor ons al trecht dat si hebben ende hadden an de capelrie te ghevene die ver Lisebette Beukels, hare moeder sette te besinghene in die kerke te onser vrouwen te Biervliet. Ende si hebse ghegheven den here Jhanne van den Kerchoue te sinen live, behouden dien dat ghise here ende hune naercomende gheven sult ende moghet naer ser Jhans live vorseit, wien dat ghi wilt; ende wij bidden hu here dat ghine ontfanghen wilt in dese dinghen sijn goet, waraghtig ende ghestade so hebben wij deze letteren gheseghelt hutanghende metten gheenen regle van der port van biervliet, die waren gegheven in tiaer ons heren als men screef m. ccc ende twaleve swonsdagh naer palmesondagh."

Zooals ieder zal hebben opgemerkt, wordt in dit stuk Willem Beukels door de Biervlietsche vroede vaderen "onse gheselle" geheeten. Ten eerste blijkt uit deze betiteling, dat Beukels in 1312 lid was der regeering van Biervliet, *) ten tweede, dat hij op dat moment minstens een leeftijd van 25 jaar moest hebben bereikt, daar men niet aannemen kan, dat iemand van beneden de vijf en twintig als schepen toetreden kon, en uit dit laatste weer, dat Beukels niet in 1397 gestorven kon wezen, daar hij dan eventjes 110 jaar oud zou moeten zijn geworden.

Willem Beukels was dus meer dan een eenvoudig visschersman, ja, hij moet zelfs tot den hoogsten stand, behoord hebben, wat duidelijk af te leiden valt uit den titel "joncvrouwe", aan Adelise, Willem's zuster, gegeven.

Naar alle waarschijnlijkheid werd Willem Beukels in de, thans spoorloos verdwenen, Lieve Vrouwekerk te Biervliet begraven.

De huidige kerk werd pas gebouwd in de laatste helft der 17e eeuw, ook het gebrandschilderd raam dateert van dien tijd. In die kerk is geen spoor van Beukel's graf te vinden.

Omtrent de uitvinding van, Willem Beukels van Biervliet vertelt een andere kroniek nog:

"In den jaare 1386 nam de bloei der Haaringvangst ongemeen toe, na dat Willem Beukelszoon van Biervliet, zijne landgenooten de rechte konst, om den haaring te kaaken, te zouten, en in tonnen te pakken hadde geleert, Zijn aandenken is door deeze roemwaardige, nuttige uitvinding altijd in agting en waarde gehouden, en men sprak er nog zo veelvuldig van ten tijde van Keizer Karel de V, dat deeze in de Nederlanden reizende, opzettelijk met de Koninginne Maria van Hongarijen, zijne zuster, na Biervliet ging, om met hunne tegenwoordigheid het graf van deezen beroemden haaringkaaker te verluisteren; die men voorgaf, 's Keizer's Nederlandsche onderdanen niet minder te hebben verrijkt, als de Amerikaansche goud- en zilver-mijnen van Spanjen."

*)Volgens de oude privilegiën der stad Biervliet, werden enkel "inboorlingen" als regeeringsleden toegelaten. Beukels moet dus bovendien in Biervliet geboren zijn.

 

 

 

DE SCHELDE-ZENDER

Hallo, hallo....

Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-Zender....

Vindt u het interessant, te hooren:

- dat de heer H. J. G. Hartman, griffier der provinciale staten, den wensch te kennen gaf uiterlijk 1 April 1928 uit z'n betrekking te worden ontheven. Dit tweede verzoek om ontslag zal helaas geen Aprilgrap zijn.

- dat de matroos J. K. Couwel dezer dagen in Vlissingen te water sprong en er in slaagde een 5-jarigen knaap voor de gemeenschap te behouden.

- dat het nieuwe r.k. ziekenhuis te Goes in het begin van December geopend zal worden.

- dat een bruidspaartje te Arnemuiden, tot tweemaal toe, niet den moed kon vinden om zich na de huwelijksaangifte in den echt te storten. Men ziet thans met nieuwsgierigheid den uitslag van de derde huwelijks-poging tegemoet.

- dat het Duitsche stoomschip, dat onlangs bij Zoutelande aan den grond liep, wel pech had. Behalve de eigen schade, moet n.l. nog de schade verzilverd worden, die toegebracht was aan de kustverdediging van den polder Walcheren.

- dat de commissaris der koningin, vergezeld van mevrouw Quarles van Ufford, zich persoonlijk op de hoogte kwam stellen van de restauratie aan de Groote Kerk te Goes.

- dat vele jonge dochters en jonge mannen, te Kortgene en Wissenkerke woonachtig, Esperanto gaan leeren.

- dat de voormalige grafdelver van Serooskerke een pensioen van 54 heele guldens per jaar geniet.

- dat de Terneuzenaren aan Sint Nicolaas een nieuwe brug over den Oostelijken Kanaalarm zullen vragen, daar de minister van waterstaat geen plannen schijnt te hebben aan een verzoek daartoe te voldoen.

- dat de schrik de inwoners van Middelburg de vorige week om het hart sloeg, toen een oorlogsbodem binnen liep. Het bleek evenwel slechts "de Ruyter" te zijn, die in het Middelburgsche droogdok kwam logeeren.

- dat de Hansweertsche correspondent van de diverse nieuwsbladen een nachtmerrie kreeg van de kommiezen te water, die naar Hansweert komen of naar elders weer verdwijnen.

- dat te Krabbendijke overleed de heer J. Vermeule, die tijdens z'n leven met veel plichtsbetrachting de gemeente als veldwachter diende.

- dat de jaarlijksche "keutjesmarkt" in St. Annaland lang niet meer is wat ze geweest is.

- dat de diverse hoofden van de diverse belastingen in Middelburg fl 204.59 binnen kregen aan gewetensgeld, hetgeen pleit voor het geweten onzer hoofdstedelingen.

- dat in de kom van Serooskerke enkele aschbakken zijn opgesteld, die weinig zoetelijk rieken.

- dat de vorige week Vrijdag even buiten het Goessche station een goederentrein ontspoorde, hetgeen verschillende reizigers te laat, en den stationchef aldaar tegen een persman weinig hoffelijk deed zijn.

- dat de provinciale universiteitsdag dit jaar in Middelburg alleszins slaagde. De heer H. Colijn trad als spreker op.

- dat de vorige week Woensdag in Vlissingen een Amerikaansche mail arriveerde, die alle vroegere records op dit gebied versloeg. De "Zeeland" deponeerde eventjes 2125 postzakken in de Scheldestad.

- dat de Middelburgers er niet voor voelen om zich in een vrijwillig brandweercorps in te laten lijven, waardoor de brandweer daar ter plaatse blijft zooals ze was.

- dat de centrale verwarming voor het Vlissingsche gemeentehuis door B. en W. besteld zou zijn, voordat de raad hiervoor toestemming verleend had.

- dat de Zeeuwsche bakkers de laatste weken niets doen dan prijzen van tentoonstellingen weg slepen, hetgeen voor de bakkers aangenaam, doch voor het conrantenlezend publiek lichtelijk eentonig.

- dat een aantal arbeiders uit Boschkapelle in Duitschland bieten gaan rooien.

- dat de Goessche vroede vaderen nog steeds niet van het nut van een goede verkeersregeling overtuigd zijn.

- dat den Nutsleden van het departement Wolphaartsdijk een aardig winterprograrnma te wachten ligt.

- dat het onverwachte mooie weer doet denken aan de brandspuiten in vele Zeeuwsche gemeenten. Beide zijn over den tijd.

- dat de trambaan Middelburg-Vlissingen voorziet in de zoo dure en luxieuse neiging tot rodelen in het buitenland. Reclame is er voor deze nieuwste Zeeuwsche attractie nog niet gemaakt.

- dat wind en weer dienende, de gemeente Hengstdijk 1 November a.s. een 105-jarige inwoonster zal hebben.

Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........ Adieu ........

 

DE VROUW AAN HET WOORD

Nu zijn we over de eerste ellende heen. Nu is het heir van werklui gedrild, weet ieder z'n werk en weergalmt "de plaats" zooals ze hier onze woonstée noemen van blij gefluit en schoone liederen als: "Aan den oever van een snellen vliet", waaruit men op kan maken, eerstens, dat de oude liederen onsterfelijk zijn en tweedens, dat het bakje koffie om elf en het dito thee om vier, door "de juffer" zelf gebracht, er de stemming in houden.

Ik voel me op deze gezette tijden als een kloek die haar kiekens roept.

"Gijs! Jan! schilders! loodgieters! timmerlui!"

Ze komen allemaal aangerend op mijn geroep.

Gijs, de tuinman, een vrijgezel al op leeftijd, komt heelemaal van achter uit den tuin, waar hij bezig is van een chaos van struiken, hoornen en heesters; een behoorlijken moestuin te maken.

Gijs gelooft het wel! Als ik onverwachts den tuin doordrentel is ie juist bezig in een van de vele schuren of prieelen z'n pijpje te verschalken. Hij kijkt me dan zoo guitig aan, zoo van: "'n mens mot ze eige niet doodwerreke. Net!"

Maar Jan, z'n collega, dat is een stoere werker. Vóór dag en dauw is ie aan 't werk en de tuin heeft z'n volle liefde.

"Kijk nou toch es, juffrouw!"

Dan moet ik komen kijken naar een nieuwe vondst, een wilden pruimenboom, of een mispelboompje. Hij juichte toen hij boven in den notenboom, al schuddende de noten om onze hoofden deed kletteren.

"Juffrouw......

"Mevrouw", verbetert Jan's moeder, die het huis met me schoonmaakt.

Jan haalt z'n schouders op. En als je even daarna mevrouw zegt, klinkt 't lang niet zoo natuurlijk en vertrouwelijk en ben ik naderhand als ie moeder's wenk al lang weer vergeten is, blij, z'n "juffrouw" weer te hooren.

De schilders zijn Amsterdammers, ze komen iederen ochtend met de stoomtram. Ze hebben een minachtend lachje voor Gijs en Jan, vinden hen "hei-plaggen".

En ons vinden ze halve garen, net goed voor Blaricum. Want, hoe menschen, die in goeje doen zijn!! voor hun vacantie zich - permettez moi le mot - "rot" gaan werreke, kan d'r bij hurlui niet in!

"Hoe millionnairs hun vacantie doorbrengen", schreef ik onder het kiekje dat ik van mijn man maakte en dat hem weergeeft op klompen, in een pak, dat een maal, lang, lang geleden behoorlijk was en op zijn bol een hoedje dat we vonden in het atelier en dat toebehoorde aan den grooten schilder.

"Er zit iets van zijn genie in dat nolletje", zei mijn man, toen hij bezig was het eendenhok een kleurtje te geven.

Want we hebben eenden!

Stel je nou ook voor, dat er vlak voor je deur een alleraardigste eendenvijver is en dat je dag aan dag koekeloert naar dit leegstaand waterverblijf.

Jan, ons factotum, ging ze koopen in Eemnes, want dáár zitten de mooie, witte loopeenden!

"Ik heb ze, juffrouw! ik heb ze!" klonk het triomfantelijk in het duister van den avond en toen ik de halve deur van de eetkamer opende, stond daar een stralend jog met een kistje vóór op z'n fiets waarin drie eenden.

"Kijk, juffrouw, da's nou de woerd, die hep 'n krulletje in z'n staart, net!"

Ik werd ingewijd in de geheimenissen van het eenden houden.

Mijn man timmerde het hok, mèt een gootje waar de regen van kan afloopen.

"Da' hoort," zei Jan en toen gehoorzaamde mijn ega.

We hebben gedrieën gekeken naar het doen en laten van de eenden. Mal kunnen ze doen, als ze zoo pas in een vreemde omgeving zijn.

Dicht tegen elkaar aangedrongen, precies in één rechte lijn blijven ze onbewegelijk staan en kijken met één gek oogje naar een zeker punt. Beweegt de woerd zich voort, direct volgt z'n harem.

Toen twee dagen later de a.s. vrouwe van "de plaats" kwam kijken hoe haar huis opschoot, was ze zeer verbaasd over de bevolking van de plas.

"Je moe ze namen geven," raadde ik haar.

"De drie musketiers," zei ze zonder zich te bedenken.

"Kapitaal! maar.... lastig, hoe heeten ze ook weer, Artos. . . . "

"Ze luisteren toch niet a'ie ze zoo roept," zei Jan.

"Je mot "poele, poele, poele roepe!"

Op het groengeschilderde hok met de witte biezen, kwam nu in keurig geschilderde, witte letters het opschrift: de drie musketiers.

Ik probeerde nog ze te wennen aan de namen Artos, Aremis en Parthos, maar ze reageerden alleen op .... poele, poele, poele! Wat zijn eenden prachtig in het maanlicht!

Als we 's avonds, bij heldere maan nog eens even over de onderdeur loeren naar den zwijgenden tuin, waar de boomen maar even zacht ritselen, dan is 't een genot de witte snaterbekken te aanschouwen, die haast onwezenlijk aandoen in het licht der maan.

Ach, de vacantie gaat te gauw voorbij! 't Is hier zóó mooi en het buitenleven heeft zoo groote bekoring.

E. B. B.

P.S. In het nummer van 1 October liet de drukker me over een kleerenkamer spreken, waar ik een heerenkamer schreef!

 

HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND

5 October. In China nog hommeles. 'n Paar generaals met zevenklappers-namen, schijnen het zoover weer gebracht te hebben, dat hun mannetjes handgemeen beliefden te worden. Sympathieke lui, die Chineesche soldaten; met geen stok aan 't vechten te krijgen en als ze eindelijk op de een of andere manier aan het schermutselen raken, roepen beide partijen: "ik ben 't eerste begonnen; omkrans ons met laurieren!" 'n Heel verschil bij hun Europeesche collega's; die beginnen blakend van geestdrift en wanneer ze er dan genoeg naar de andere wereld hebben gestuurd, schreeuwen ze jaren achter elkaar en tegen elkaar: "jullie bent het eerste begonnen; jullie bent boeven!" Dat vind ik leelijk. Wij als Nederlanders gaan echter vrij uit; wij zijn dan ook de Chineezen van Europa.

6 October. Las in mijn courant iets, dat me een openbaring was. In een goed gesteld en betrouwbaar aandoend buitenlandsch bericht, word medegedeeld, dat bij de Oostenrijksche telefoonkantoren een regeling is getroffen, die het mogelijk maakt, dat de abonné's zich 's morgens door hun telefoonkantoor kunnen doen wekken en dat op hun verzoek ook inlichtingen worden verstrekt over sportwedstrijden, weerverwachting, goedkoope treinen, feestvoorstellingen, loterij-trekkingen, gokkoersjes, enz. Ben op stel en sprong naar den postdirecteur, mijn vriend, gehold. Dat zou een genot wezen, wanneer Nederland dat voorbeeld volgde; dan liet het mij koud, dat Liesbeth juist altijd het eerste de courant lezen wil. Mijn vriend had er helaas geen ooren naar. Hollanders zijn rare menschen, zei-ie, veel raarder dan Oostenrijkers; wil. je wel gelooven, fluisterde hij me vertrouwelijk in 't oor, dat ze hier beslist niet tegen afsnauwen kunnen!

7 October. Had vandaag ter bruiloft moeten gaan bij een neef van Liesbeth in Arnemuiden, maar de kerel heeft er, zooals de couranten reeds meldden, de brui aangegeven en zijn aanstaande verteld, dat hij lak aan haar had. Dat is nu de tweede maal, dat hij ons dat lapt. Eenige bladen hebben onzen neef, gebrek aan moed verweten; ik geloof echter, dat hij de dapperste kerel van Zeeland is. Ondertusschen ben ik mèt Liesbeth er zeer nieuwsgierig naar of hij ons huwelijkscadeau weer niet retourneert.

8 October. Van Krimp van Dulmen gehoord, dat de zwarte Liberiaansche mijnheer, die King heette, doch 't slechts tot president gebracht heeft, Europa in allerijl verlaten heeft; z'n ridderorden waren op! Juist toen hij in Parijs president Doumergue, collegiaal de Erdal-ster met de gekruiste schuiers, op de jas wilde spelden, bemerkte hij zijn armoede. De ongelukkige bloosde met het wit van z'n oogen. Wel heeft hij ter vergoeding, een ebbenhouten kunstbeen aan den onbekenden soldaat beloofd, maar hij voelde toch, dat hij een figuur sloeg zoo donker als modder, weshalve hij naar zijn republiek terugdeinsde. Heb Krimp van Dulmen laten bezweren, dat het waar was, waarna ik met het nieuwtje naar Breeduitstra ben geloopen. Die kerel wist het natuurlijk al; net zoo'n wandelend nieuwsblad. Vertelde me nog in de "gauwigheid", dat mijnheer King zijn tournee begonnen was om een geschikt volkslied voor zijn republiek te zoeken; hier in Holland slaagde hij; heeft 't auteursrecht van "Tien kleine nikkertjes, enz." aangekocht.

9 October. Vreemdsoortige droom gehad. Bevond mij op 'n geheelonthoudersvergadering waar de spreker mij en anderen den vloek van den alcohol trachtte uit te beelden. Kijk naar de visschen, riep-ie luid; geheel hun leven brengen ze door in het water en zegt het spreekwoord niet: zoo gezond als een visch? Na afloop met mijn vrienden naar een vischwinkel gegaan en het eerste, wat ons getoond werd, waren sardientjes.... en in de olie! Volg dat voorbeeld, riepen mijn makkers en we deden het. 't Was helaas een droom.

10 October. Op de soos een interessante geschiedenis gehoord, die niet in de nieuwsbladen had gestaan, wegens de strenge censuur aan de Italiaansche grens. Ternauwernood zijn alle honden in Italië aan den dood ontkomen. Een ruigharige herder was op 'n kwaden dag tegen Mussolini aangesprongen, en daar dit als een opstand tegen het wettig gezag werd aangemerkt, besliste de Duce, dat al wat blafte, sterven moest. Gelukkig werd den Duce op 't laatste moment een zoon geboren en kregen de veroordeelde dieren amnestie. Heb van de gelegenheid gebruik gemaakt om te informeeren naar den welstand van den zuigeling. Reuze-jongen, zeiden ze; belooft nu reeds zijn vader in de toekomst te overtreffen; hij schreeuwt niet alleen over dag, maar ook des nachts!

11 October. Op morgenwandeling zag ik een kwajongen, die over zijn eigenen beenen struikelde; 'n leutig gezicht. De jongen kwaad over mijn vroolijkheid: "lach je kachel uit," riep hij. Zal die uitdrukking onthouden, hoewel ik haar thuis niet te pas kan brengen; want wij hebben een haard. Jhr. Verboendere heeft me weer aangesproken. Vertelde me enthousiast, dat Ludendorff uit zijn kerkgenootschap getreden was; kon zich niet meer vereenigen met het evangelie; veel te zachtzinnig; zal onderzoeken welke leer de koppensnellers aanhangen.

 

TREFFERS EN POEDELS

Vlieg-impressie.

(Nog van de Vlissingsche vliegweek.)

Je stapt in het vliegtuig,

glijdt in een fauteuil,

zoo op je gemakje

en eventjes-lui.

Je kijkt den piloot nog

eens vriendelijk aan

en voelt gauw het schuitje

al taxiën gaan,

Dan zweef je - je voélt het,

de aarde wordt klein,

je krijgt het gevoel van

een vogel te zijn.

Je kijkt onderzoekend

het venstertje uit,

en plotseling zeg je:

Ik kom niet vooruit!

Je ziet dan het land en

je ziet er de zee,

het strand en de schepen

op Vlissingen's ree.

Je ijlt naar de Hoofdstad,

haar toren is klein,

je voelt nu zoo echt op

"de hoogte te zijn." -

Weet dat Moe Aarde

Je aantrekken wil,

een wonder gevoel maakt

je eventjes stil.

--------------------------

En als het coupétje

weer 't vliegveld op rent,

dan ben je aan vliegen

al lang al gewend.

Je huldigt de mannen

wier wil en wier plicht,

dit vliegende wonder

hier hebben gesticht.

Je huldigt....

maar huldigt

de helden het meest,

wier allerlaatste vliegveld

de zee is geweest. -

WILLEM TELL II.

 

Steun niet te veel op uw jonge jaren; van ieder

levensjaar komt het cijfer op vele grafzerken voor.

De openbare meening twijfelt bijna altijd aan een

goede daad, maar nooit aan een slechte.

 

VEREENIGINGSNIEUWS.

"Zeeland" in Haarlem bracht de leden op den 1en Vereenigingsavond in 't nieuwe seizoen een verrassing, Door omstandigheden kon het oorspronkelijk bedoelde programma niet gegeven worden en trad voor een zeer goed gevulde zaal op de voordrachtkunstenares Mevrouw Mies C. Zwierzina, van Den Haag. Het program, o.a. fragmenten uit Droomkoninkje van Heijemans, genoot een schitterende vertolking. Mevr. Zwierzina had een dankbaar gehoor en ik geloof zeker dat de kennismaking hernieuwd zal worden.

In Dordrecht heeft op 5 October de eerste bijeenkomst van de jongste Zeeuwsche Vereeniging in de feestelijk getooide blauwe zaal van "Americain" plaats gevonden (niet op 28 Sept. zooals eerst bericht was).

De wanden der zaal behangen met wapens van Zeeuwsche steden, het tooneel versierd met palmengroepen, muzikale medewerking van mej. Jo v. Riemsdijk met de heeren Gr. de Ruijter, A. Houbelt en J. Remeeus, daarbij het pittige welkomstwoord van den voorzitter, den heer J. G. van Niftrik, wien Zeeland zoo ter harte gaat en die gelegenheid vond het wenschelijke aan te toonen van een verbindingslijn Roosendaal-Zierikzee.

Ook de heer N. Stevense en de heer D. v. d. Werff hebben de leden aan zich verplicht, ook door de mededeeling, dat op 19 October de heer Jac. Welleman, burgemeester van Krabbendijke, een lezing zal houden over: "Van biet tot suiker", toegelicht met lichtbeelden.

Gaarne wenschen wij deze jeugdige vereeniging vele goede avonden toe.

"Zeelandia" te Amsterdam had op 6 October zijn leden genoodigd voor een tooneelavond. Het vroolijk spel van misdaad en liefde: "De Verdwenen Spin", deed de talrijke aanwezigen hartelijk lachen. Geen wonder, het samenspel tusschen de groote groep van spelers was zeer goed en de buitengewone "typeering" van eenige spelers kostelijk.

Een compliment aan den regisseur den heer J. C. Osseman, die zelf medespeelde. Tot het einde kon ik niet blijven, maar het program vermelde nog van een bal onder leiding van den heer G. A. Eekhout. Ook hier een goed begin.

Op 2 November gaat in Maison Boer de Kinderoperette "in Dollarland", van W. J. Nobels, muziek van W. P. A. Franse. Dat wordt voor de leden een goede avond, want het kinderkoor, dat ik reeds vroeger hoorde, doet het allerliefst.

"Zeelandia" in Rotterdam deelt mij een heel repertoire mede. Op 20 October in Schouwburgzaal "Odeon" een feestavond, met herdenking 5-jarig bestaan van de zangvereeniging; op 3 December in de groote "Doelenzaal" een kunstavond door het Zuid-Bevelandsch à Capella Koor, directeur de heer S. J. Tamminga, natuurlijk in Zeeuwsch costuum. Gelukkig dat onze mooie provinciale kleederdracht niet geheel vergeten wordt. De St. Nicolaasavond wordt ook reeds vermeld en zal gehouden worden op 8 December in de schouwburgzaal "Odeon".

Het kan zijn nut hebben, de mededeeling, dat het adres van den secretaris gewijzigd is in Joost van Geelstraat 24. Moge aan het nieuwe adres een groot aantal aangiften van nieuwe leden ontvangen worden.

Ik sprak hierboven van Zeeuwsche kleederdrachten

Het zal velen interesseeren, dat in Haarlem ook dit jaar de leden van "Gijsbert Japicx", Gruno en Zeeland een gecombineerden feestavond wordt aangeboden. Het groote aantal leden noodzaakt tot twee opvolgende avonden, n.l. op 8 en 29 October, in den schouwburg aan den Jansweg.

Het provinciale kleed der drie provinciën zal, gezien de vele costuums vorig jaar aanwezig, ook ditmaal in de zaal niet ontbreken. Als een bijzonderheid zij medegedeeld, er wordt gegeven één blijspel in 4 bedrijven, waarvan het te speelt op 't land in Groningen, het 2e en 3e bedrijf in Goes en het 4e bedrijf in Friesland.

Binnenkort nadere toelichting. Ver. Red.

Naschrift. Uit Rotterdam ontving ik 10 October bericht van het overlijden op 11 September van den heer A. Korstanje (52 jaar), in leven bestuurslid van "Zeelandia" aldaar. Een groot verlies voor de vereeniging.