Ons Zeeland 1928, nummer 10

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE ZEEUWSCHE WEEK

Oplossing der electrificatie van de middengroep ; steun aan de vlasindustrie ; het gemeentelijk slachthuis te Goes geopend ; kiesvereenigingen over autobus-concessies.

De P.Z.E.M. en Ged. Staten hebben thans voor de electrificatie der middengroep van Zeeland de oplossing gevonden, en in een uitvoerig schrijven leggen Gedeputeerden deze aan Provinciale Staten voor.

Gevraagd wordt o. m. toestemming te verleenen voor den bouw van een centrale, die behalve Noord- en Zuid-Beveland ook het platteland van Walcheren van electriciteit zal moeten voorzien.

Tenslotte is men dus toch teruggekomen (we hebben dit zooals men zich herinneren zal eerder voorzien) op een eigen centrale, en opnieuw het denkbeeld omhelsd, dat professor Feldmann van de Technische Hoogeschool te Delft 10 jaar geleden reeds voor de middengroep ontwikkelde, en dat door de P.Z.E.M. destijds als niet uitvoerbaar terzijde werd gelegd.

In een zeer breedvoerige en op sommige plaatsen niet al te duidelijke toelichting zeggen Ged. Staten, dat overname van de Vlissingsche centrale niet mogelijk bleek, en dat de thans voorgestelde bouw van een eigen centrale de oplossing geeft, welke de voorziening van de Bevelanden en het platteland van Walcheren met den begeerden electrischen stroom in den kortst mogelijken tijd verwezenlijkt.

Natuurlijk is in de toelichting de bekende kwestie welke nog steeds met Middelburg hangende is over de electrificatie van Walcheren, niet vergeten. Gedeputeerden zijn van meening dat het plan der eigen centrale geen onbillijkheid tegenover Middelburg inhoudt, daar de Middelburgsche raad nog geen bindende beslissing heeft genomen en de medewerking der andere gemeentebesturen in den door Middelburg gewenschten omvang nog zeer twijfelachtig is te noemen. Bovendien wordt verwacht dat de P.Z.E.M. het platteland van Walcheren eerder aan electriciteit zal kunnen helpen dan de hoofdstad.

We zijn benieuwd hoe het antwoord van Middelburg op al deze veronderstellingen luiden zal. O. i. is te veel gespeculeerd op het vermoeden, dat Middelburg zich uit de zaak terug zal trekken, welk vermoeden ongetwijfeld het optimisme eischt, hetgeen de P.Z.E.M. al jaren jegens haar plannen aan den dag gelieft te leggen.

Thans een en ander over het andere gedeelte bij het voorstel van Ged. Staten betrokken : de Bevelanden. In het plan is het gedeelte van Zuid-Beveland ten oosten van het kanaal niet opgenomen. Ten opzichte daarvan blijven Ged. Staten en het bestuur van de P.Z.E.M. diligent. Doch de nu voorgestelde voorziening mag h.i. niet wachten, totdat ook die van het gemelde deel uitvoerbaar zal blijken te zijn. Ged. Staten stellen ten slotte voor de besluiten van 1925 inzake de electrificatie van de middengroep in te trekken en aan de P.Z.E.M. voor de electrificatie van een deel der middengroep een crediet te verleenen van 1.335.000 gulden.

Bij de voorziening van de Bevelanden is allereerst gedacht aan het brengen van electriciteit naar Goes. De kabel naar deze plaats opent tevens de mogelijkheid voor voorziening van Nieuw- en St. Joosland, Arnemuiden, 's Heer Arendskerke en 's Heer Hendrikskinderen met Wissekerke. Voorts ligt het in de bedoeling, deze lijn door te trekken naar Kloetinge, Kapelle en Biezelinge en bij 's Heer Arendskerke een aftakking te maken voor de voorziening van Wolphaartsdijk en de dorpen op Noord-Beveland. Behalve Nieuw- en St. Joosland en Arnemuiden zouden op Walcheren waarschijnlijk allereerst St. Laurens, Serooskerke, Oostkapelle, Domburg en zoo eenigszins mogelijk Westkapelle en wellicht ook Oost- en West-Souburg voor voorziening in aanmerking komen.

De kosten der centrale met inbegrip van een uitbreiding met 50 K.W., alzoo een totaal geïnstalleerd vermogen van 1500 K.W. zijn geraamd op rond f 400.000, die der netten f 1.830.000 of ruim f 2.230.000.

Tot zoover het voorstel van Ged. Staten, dat in de zitting van Provinciale Staten in April a.s. behandeld en naar we verwachten ook aangenomen zal worden. Temeer daar professor Feldmann zijn goedkeuring aan het plan hecht en dus de electrificatie van dit gedeelte met zijn naam dekt.

Of Zuid-Beveland, inzonderheid Goes, inderdaad zoo gebrand zal zijn op electriciteit ad f 0.50 per K.W.U. als Gedeputeerde Staten het in hun voorstel doen voorkomen, zal vooralsnog moeten blijken. Zelfs al hechten de Provinciale Staten hun goedkeuring aan het voorstel, dan zijn o. i. nog niet alle moeilijkheden, welke de electrificatie in den loop der jaren reeds baarde, uit de wereld.

x

In het vorige overzicht schreven we in verband met den minder rooskleurigen toestand van verschillende bedrijven in Zeeuwsch Vlaanderen, dat de uitkomst van Den Haag zou moeten komen, en we wezen er op, dat belangstelling in regeeringskringen aan de overheidshulp vooraf zou moeten gaan. En daarom verheugden we ons over de vragen van een lid der Tweede Kamer, waarin de aandacht der ministers voor Zeeuwsch Vlaanderen werd gevraagd. Intusschen is voor de vlas-industrie in het zuidelijk deel der provincie, dank zij minister Kan, eenige hulp komen opdagen. Aan de vlassers in dit gebied zal een toeslag verleend worden van 5 cent per gebruikt kilo-watt-uur. Deze regeling is 1 Maart j.l. in werking getreden en zal voorloopig een jaar van kracht blijven.

We kunnen de beteekenis van de reductie op de electriciteit, welke door de vlassers wordt gebruikt niet geheel overzien; we weten dus niet of de regeeringshulp inderdaad veel practisch nut zal afwerpen. We willen het hopen. Buiten dit practisch effect staat evenwel de zekerheid, dat Den Haag eindelijk het oog op den droeven toestand in Zeeuwsch Vlaanderen heeft laten vallen. En dit feit is van groot belang. Behalve de vlas-industrie verkeeren andere bedrijven in nood, en ook deze roepen om hulp. Welnu, het wil ons voorkomen, - en wel aan de hand van hetgeen voor de vlassers is gedaan, - dat ook deze bedrijven weldra maatregelen van regeeringswege te wachten staan, waardoor ze onder betere voorwaarden dan thans het geval is, de toekomst tegemoet kunnen gaan.

Het eerste Haagsche schaapje is over den dam.

x

De Goesche slagers-oorlog tegen de voorstanders van een gemeentelijk slachthuis, welbekend uit den jare 1927, behoort thans voor goed tot het verleden. Maandag jl. is n.l. het nieuwe abattoir in de ganzestad geopend, en deze week reeds hebben de slagers in hun nieuwe tehuis het werk der slachting verricht, dat voor kort in particuliere slachtplaatsen (waarvan sommige veel te wenschen overlieten) geschiedde.

Bij de opening van het abattoir schitterden de slagers weliswaar door afwezigheid, doch hieruit kan men toch zeker niet het voortbestaan van den oorlog afleiden. Tusschen den krijg en den vrede ligt de wapenstilstand en als zoodanig zou men het tijdvak van heden kunnen beschouwen.

Zooals te doen gebruikelijk is, werden bij de opening door verschillende personen redevoeringen gehouden. De burgemeester van Goes, de heer G. A. Hajenius, opende de rij der sprekers en in een uitvoerige rede (gespeend van humor noch scherpe uitlatingen aan het adres dergenen die tegen de tot stand koming van het slachthuis gestreden hebben, zonder dat ze met de zaak iets uitstaande hadden), herinnerde bij aan de geschiedenis van het abattoir, de eerste instelling van dezen aard in Zeeland.

Vervolgens wenschte de directeur-generaal van de volksgezondheid Goes van harte geluk met het slachthuis. Een slachthuis ruimt een boel vuil in de gemeente op, zei spr. Dat de oprichting zooveel stof had doen opwaaien, verbaasde den directeur-generaal niet. Elke plaats die over de oprichting van een abattoir te beslissen krijgt, maakt dit mede.

Ook mr. P. Dieleman, lid van Ged. Staten, voerde nog het woord en hij was het, die zeer vriendelijke dingen aan het adres der gemeente opmerkte. Niet meer of minder dan "Goes is wellicht de bloeiendste gemeente van Zeeland" kwam uit zijn mond. Goes heeft door de oprichting van het slachthuis aan Zeeland weer zijn kracht getoond, ging spr. voort en laten zien wat het voor de gemeenschap over heeft. Mr. Dieleman sprak de wensch uit, dat het Goesche voorbeeld in andere Zeeuwsche plaatsen navolging zal vinden.

Onze fotograaf was bij de opening aanwezig om de gasten van het gemeentebestuur, het exterieur en het interieur op de gevoelige plaat vast te leggen. Voor het abattoir zelf, ontworpen door de heeren Rothuizen en Van Baak, verwijzen we dus naar het geïllustreerde gedeelte van dit nummer.

x

Kiesvereenigingen willen nog wel eens van meening verschillen en samenwerking van alle kiesvereenigingen in een stad behoort dan ook, evenals de mooie zonnige dagen in Februari en Maart, tot hooge uitzonderingen. In de hoofdstad van Zuid-Beveland is echter zoo'n uitzondering gesignaleerd. Vertegenwoordigers van alle kiesvereenigingen daar ter plaatse hebben gezamenlijk een vergadering belegd, teneinde de Zuid-Bevelandsche autobusondernemers voor ondergang door het overwicht der spoorwegen te behoeden. Het resultaat der besprekingen was een adres aan den minister van waterstaat, waarin zij naar aanleiding van de uitsluiting van den autobusdienst Goes-Wolphaartsdijksche Veer verzoeken eventueele beslissingen op te schorten tot het oogenblik dat de Zuid-Bevelandsche Tramwegmaatschappij zal voorzien hebben in de behoefte aan doelmatig, afdoend personenvervoer, wat naar de meening der vergadering niet is geschied, waardoor het algemeen belang wordt geschaad.

 

De Zeeuwsche eenheid: een fictie?

door

ZEELANDUS.

Bestaat er een Zeeuwsch provincialisme, een Zeeuwsche eenheid? Voordat we deze vraag kunnen beantwoorden, moeten we eerst vaststellen, wat er onder provincialisme valt te verstaan. Het is op te vatten als nationaliteitsgevoel in klein bestek. Maar wat is dan de essentie van nationaliteitsgevoel? Hierbij moeten we een practische en een ideëele zijde in beschouwing nemen. De practische zijde is de natuurlijke drang naar zelfbehoud van het individu. Deze drang houdt van zelf sprekend in bescherming van eigen belangen. Waar meerdere individuen gemeenschappelijke belangen hebben, ontstaat dus een band. Deze band voert naar een staatkundige eenheid. Alle andere factoren, zooals taal, dracht, gebruiken enz. kunnen we samen vatten onder den naam "traditie". Deze traditie is secondair. Alle nationaliteitsgevoel wortelt in het gemeenschappelijke in den strijd om het bestaan van een groep individuen. Belangengemeenschap doet een staatkundige eenheid ontstaan. Taal, gewoonten, drachten, ontstaan eerst later; het eigenlijke proces is dan reeds lang voltrokken, de eenheid, de staat, is gevormd. We willen de traditie nog zien als de ideëele zijde, dus in wezen buiten den strijd om het bestaan, staande.

Maar in den grond is zij practisch en krijgt haar beteekenis pas in den loop der tijden. In de oudste tijden was de taal niets ander dan een middel om handel tusschen individuen mogelijk te maken. Kleeren hadden alleen het doel, om tegen atmospherische invloeden te beschermen. Alles was gebaseerd op nuttigheid, en stond dus in het nauwste verband met den strijd om het bestaan. Slechts langzamerhand is hierin verandering gekomen. Maar men bleef vasthouden aan het oude, waarin door zijn ouderdom een aureool werd verleend. Traditie ging gepaard met verheerlijking. Wat aan het oude goed was, behield men, het nuttelooze werd verworpen. Natuurlijk is deze kwestie zeer gecompliceerd. Ik wil er dan ook niet nader op ingaan, maar deze inleiding was noodig om een goed begrip te krijgen van datgene wat wij eenvoudig "provincialisme" plegen te noemen. Zooals ik reeds zeide: provincialisme is nationaliteitsgevoel in klein bestek. Maar ook in meer gecomprimeerden vorm. Hoe kleiner de greep van individuen, hoe meer contact. Ook de belangen zijn meer direct samengaand en duidelijker te overzien. Wanneer we ons het individu voorgesteld denken door een punt, in het midden van concentrische cirkels, dan kunnen we de middelste daarvan zien als provincialisme, de buitenste als nationaliteitsgevoel. En daardoor loopt de traditie, die feitelijk niet te isoleeren is.

Men ziet het: van eigenlijke scheiding is geen sprake. Hoogstens kan men de vraag stellen: Is de band die de bewoners van een bepaald gebied op een bepaalden tijd verbindt, in wezen practisch of ideëel? Dit willen we van Zeeland doen. We komen dan dadelijk tot de conclusie: Zeeland wordt beheerscht door de traditie.

En hierbij wil ik niet alleen denken aan volksvermaken en andere, duidelijk waarneembare manifestaties van de traditie. Ik wil meer wijzen op het vasthouden van oude gebruiken, dialectische eigenaardigheden, van religieuse overtuigingen.

Nergens in ons land vinden we zoo sterk het vasthouden aan het oude. In de werken van Jacob Cats wortelt de Zeeuwsche traditie, vandaar hun eereplaats naast den bijbel. De psalmvertaling van Datheen handhaafde zich door de traditie. Altijd is het de traditie geweest, die de eenheid in stand hield. Maar niet: de traditie van het gewest. De kwestie, waar het hier om gaat, is, dat niet Zeeland de eigenlijke eenheid vormt, maar de dorpen en stadjes vormen op zichzelf eenheden, die zich niet in de gewestelijke eenheden oplossen. Iemand, die in Kruiningen geboren is, voelt zich in de eerste plaats Kruiningenaar, dan Zuid-Bevelander, en eindelijk pas Zeeuw. Nog kort geleden schreef iemand uit Hulst mij: Ik ben van geboorte Zuid-Bevelander . Alsof dat eenig verschil mocht maken! Maar, zoo staan de zaken nu eenmaal. Bewijzen? Die zijn er te over. Het Zeeuwsche Volkslied is nooit populair geworden. Wel het Zeeuwsch-Vlaamsche. En kort geleden verscheen er een Schouwsch volkslied, dat ongetwijfeld óók populair zal worden. Eiland-eenheden, dat is de hoogste trap. Men ziet het aan de waardeering van onze bekende voorouders. De Ruyter kennen we allemaal. Jawel. Maar dat is alleen maar omdat we daarop trotsch kunnen zijn tegenover andere provincies. Dan voelen we ons een oogenblik "Zeeuw". Maar wie kent De Lange? Smijtegeld? Nauta? Maria Reygersberg? Teellinck? Bellamy? Valcke? De groote massa kent deze namen niet, en wenscht ze ook niet te kennen. Eenheid is er niet. Ook de taal bewijst het. Niet alleen elk eiland, maar bijna elk dorp heeft een eigen dialect. De drachten bewijzen het. Alles bewijst het. De Zeeuwsche eenheid is fictief.

Men kan nu nog op het volkskarakter wijzen: Goed Zeeuwsch, goed rond. Zeker. Maar er zijn genoeg karaktereigenschappen, die geprononceerde verschillen tusschen de eilandbewoners doen uitkomen.

Maar, zooals ik reeds zeide, de ideëele zijde, staat in het nauwste verband met de practische.

Zou is het ook hier. En dan zien we dat Zeeland economisch óók geen eenheid vormt. De landbouw is nog steeds het voornaamste middel van bestaan. Dus wel zelfde belangen. maar daarom nog geen contact. Welke economische aanrakingspunten hebben Z. Vlaanderen en Schouwen, Tholen en Walcheren? Ik geloof niet, dat er veel zijn. Het water, dat van vijand onzen bondgenoot is geworden, is de verstokte vijand gebleven van de Zeeuwsche eenheid.

De vraag is: moet dat zoo blijven? Laten we hopen van niet. Het is mogelijk dat ik in dit artikel de toestand te zwart geschilderd heb. Maar dan heb ik dit alleen gedaan om te doen uitkomen dat er in ieder geval nog heel veel aan de Zeeuwsche eenheid ontbreekt. Het is nu de tijd om te werken. Zeeland komt uit zijn isolement vrij; drachten en dialecten gaan verdwijnen. Er is gevaar dat we in de Hollandsche eenheid worden opgelost. Juist omdat dit gevaar dreigt, en omdat de uiterlijke kenmerken gaan verdwijnen, juist daarom moet in elken Zeeuw het besef worden gewekt, dat het nu de tijd is om te trachten een Zeeuwsche eenheid te grondvesten, die de traditie van onze voorouders zal weten te handhaven.

 

DE SCHELDE-ZENDER

Hallo, hallo........

Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-zender........

Vindt u het interessant te hooren:

- dat het echtpaar A. Karelse-De Vos te Heinkenszand de vorige week 50 jaar lang het huwelijksbootje bestuurde.

- dat er in Zierikzee een vuurbol gevallen zou zijn, die een lichtende staart achter zich had. Zeer vreemd, maar toch nog beter dan de Engelsche bommen waarmede de stad in den oorlog verrast werd.

- dat in Vlissingen van een Belgisch stoomschip een verstekeling aan wal gezet is. De politie hield er rekening mee, dat de man zich gaarne aan het oog der wereld onttrok. Dit kon zij doen, daar de persoon nog in het krijt stond bij de justitie.

- dat de gemeenteraad van Zoutelande weigerde subsidie te verleenen aan de N.V. Stoomtram Walcheren. Reden: de tram rijdt zeven inplaats van zes dagen per week.

- dat het in Aardenburg voortaan verboden zal zijn zonder toestemming van den eigenaar eener woning, op de vensterbank te zitten, er tegen te leunen of tegen den muur dan wel op het trottoir te blijven staan. Een ideaal voor menschen die gewoon zijn door kwitantieloopers te worden lastig gevallen.

- dat de Ambachtsvrouwe van Oost- en West-Souburg, Douairière Schorer van Kinschot, ter gelegenheid van haar 90sten jaardag, aan den burgemeester f 1000 deed toekomen teneinde deze te verdeelen onder de verschillende armbesturen voor een extra gave.

- dat een gemeenteraadslid van Lamswaarde (gem. Hontenisse), een auto bestuurde, hoewel zijn rijbewijs door de rechtbank was ingetrokken. Z.E.A. zal waarschijnlijk gelegenheid krijgen deze overmoedige daad in afzondering te overdenken.

- dat de gemeenteraad van Axel een vredesverdrag op moest stellen voor den directeur der gasfabriek en voor den baas-fitter, die neiging toonen alles door een verschillenden bril te zien.

- dat aan artsen in de groote bladen per advertentie wordt bekend gemaakt: "De bevolking van Renesse, Noordwelle en Serooskerke bedraagt te samen slechts 1300 zielen." Welke vriendelijke vriend wil de dorpen een dokter onthouden?

- dat in de Belgische Kamer stemmen op gingen om den Belgischen loodsdienst over te brengen van Vlissingen naar Zeebrugge.

- dat in het seizoen 1927-1928 uit Ierseke werden verzonden 15.241.044 oesters. Dit is iets minder dan het vorige jaar.

- dat het te Hoedekenskerke voortaan verboden is des Zaterdags na 10 uur stalmest te vervoeren. Zorg voor Zondagsche lucht.

- dat den laatsten tijd in onze provincie weer verschillende kinderen door auto's werden begrepen. Niet iedere moeder schijnt nog te weten, dat de openbare weg geen kinderspeelplaats meer is.

- dat de Tweede Kamer zonder stemming een renteloos voorschot ad f 165.000 verleende voor den aanleg en het in exploitatie brengen van een tram van Hoofdplaat naar Breskens.

- dat de K. L. M. dezen zomer in Vlissingen en in Goes pleiziervluchten zal organiseeren.

- dat de Zeeuwsch Vlaamsche gemeentebesturen niet erg enthousiast staan tegenover het voorstel van den raad der gemeente Terneuzen, om over te gaan tot ontbinding der N.V. Zeeuwsch Vlaamsche Waterleiding-Maatschappij.

- dat te Zoutelande bij graafwerk aan den duinvoet ten behoeve van den bouw van een nieuw pension, fundamenten van een oud bouw-werk zijn blootgelegd.

- dat een 17-jarige Vlissingsche knaap gehoor gaf aan zijn neigingen om iets van de wereld te zien. Tusschen zijn trekvogelaanleg en de wijde wereld stond evenwel een Goesche politie-agent. Deze bracht den knaap huis toe.

- dat in de Scheldestad een vader en een zoon tengevolge van kolendamp bewusteloos in hun woning werden aangetroffen. Een kanarievogel dood.

- dat te Stavenisse iemand in een huis brak, geld wilde stelen en een man en vrouw wilde dooden. Hij vertoeft thans onder politioneele vleugels.

- dat de motorveerboot, de beruchte, als patiënt in het droogdok te Vlissingen opgenomen is.

- dat het kantoor der inspectie van de directe belastingen te Hulst zal worden opgeheven. De belasting gaat echter door.

- dat het college van B. en W. te Goes, evenals, V. V. V. de meening zijn toegedaan, dat het wachtlokaaltje op het Goesche perron te klein is.

- dat een inbreker in Vlissingen niet aan het bestaan van alarm-inrichtingen in sommige winkels dacht. Deze achteloosheid kostte den nachtelijken nieuwsgierige zijn vrijheid.

- dat de raad van Nieuw-Vossemeer terug kwam op zijn besluit om geen gemeente-geneesheer aan te stellen.

- dat een onmensch in Retranchement een foxhondje den staart en beide ooren afsneed. De verwijderde lichaamsdeelen bond hij op den rug van het diertje en stuurde het daarna terug naar zijn baas. De amusementen van sommige menschen zijn wel zonderling !

- dat de raad van Zonnemaire aan den deurwaarder der plaatselijke belastingen een jaarwedde van een lapje van 10 gulden toekende. De man denkt er sterk over, om stil te gaan leven.

- dat de Zierikzeesche tooneelvereeniging "O.K.G." haar 10-jarig bestaan herdacht met opvoering van het toneelstuk "Door de Courant".

- dat de Zierikzeesche brandweer Maandag al vroeg uit de veeren moest om een brandje te blusschen.

- dat de geitenfokvereeniging "Noordgouwe en Omstreken" op den rand van den afgrond staat. In een vergadering werd uitgemaakt: "De oorzaken van den achteruitgang der vereeniging zijn : gemakzucht van het jongere geslacht en.... maatschappelijke welstand." - ? ? ? ? ?

Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........ Adieu ........

 

 

Niet zelden wordt wilskracht genoemd wat niet

anders dan koppigheid is.

TREFFERS EN POEDELS

DA'S GEMEEN

Op vragen van het Tweede Kamerlid Kersten over de intrekking van de autobusconcessies Goes-Wolphaartsdijksche Veer. heeft de Minister geantwoord, dat er geen gronden bestaan, om deze concessies wederom te verleenen.

Als ge in Uw bloementuintje

'n wondermooie bloem hebt staan,

waar ge in Uw vrije uren

zwaar Uw best op hebt gedaan -

als ge op een kwaden morgen

een beroerd moment beleeft,

daar ge komt te constateeren,

dat men ze gestolen heeft....

roept ge, honderd tegen één:

da's gemeen!

Als g'op een soirée-dansante

'n danseres hebt gecharmeerd

en haar van Uw dure zakgeld

duchtiglijk hebt getracteerd-

als ge in den laten avond

héél alleen naar huis moet gaan,

daar een onbekende snuiter

U de "das" om heeft gedaan....

roept ge, honderd tegen één:

da's gemeen!

Waart ge in Uw jongensjaren

in een vechtpartij geraakt,

hadt ge dan Uw tegenstander

eindelijk knock-out gemaakt-

werdt ge in den rug beslopen

en geslingerd op de straat,

werdt ge zóó dan overwonnen

door een list van het verraad....

riept ge, honderd tegen één:

da's gemeen!

Hebt ge veertien jaar geleden

'n autobusdienst ingesteld,

waar ge Uw bestaan in waagde,

plus een flinke portie geld-

maar verliest ge na die jaren

de bescherming van de wet;

wordt ge door dit Machtig Monster

plotseling schaakmat gezet....

roept ge, honderd tegen één:

da's gemeen!

Onze goede Vader Kersten,

veelbezongen, veelbepraat,

was nu in de Tweede Kamer

'n oogenblik weer heel kordaat -

in zijn vraag aan den Minister

toonde hij zich op z'n best,

maar Meneer de Excellentie

gaf hem nul op het request....

maar nu roept ook iedereen:

da's gemeen!

WILLEM TELL II.

 

DE VROUW AAN HET WOORD

Week-end in het lieve huis waar we onze vacantie doorbrachten en het Kerstfeest vierden.

Een strakke, blauwe hemel en een stralende zon.

We zijn Zaterdagavond allemaal vroeg in de mandjes gekropen om den volgenden dag heelemaal te kunnen benutten.

O, het heerlijke gevoel van niet direct weg te moeten, maar nog een langen, lieven dag voor den boeg te hebben!

Zoo vreemd! Wat is het stil buiten!

Ik grijp even naar m'n hoofd.

't Is toch half zeven! Ik hoor geen trams! M'n slaperige oogen kijken door een kiertje. Dan dringt bel ineens tot me door.... ik ben buiten!

Een zoet fluiten komt uit den tuin. Mereltje's zang!

Ik blijf verrukt luisteren. Zoo zoet is dit vroege zingen, het vertelt van lente en jong, nieuw leven.

In een zonnige bui tol ik m'n bed uit. Hu! wat is het koud!

Ik kijk eens even uit het open raam. 't Gras ziet wit en het glinstert in de zon.

Ik kruip nog even m'n lekker, warm beddeke in, trok de dekens flink over me heen.

O, dit liggen onder de dekens, heelemaal wakker, met de geluiden om je heen die uit den tuin komen! De eenden maken een helsch kabaal en ze overstemmen soms het heerlijk fluitgeluid van mereltje. Maar ze hooren bij dit vroeg morgen-concert, ik zou ze niet willen missen.

Kukelekuuuu! hoor dien praatsmaker! dien opschepper! dien machthebber! Z'n harem antwoordt met gezellige tok-geluidjes.

Op het dak - ik slaap er vlak onder - genoegelijk getrippel van vogelpootjes. Er moet een heele kolonie zitten, te oordeelen naar het trip-trip!

De hond van buurvrouw Aaltje begint te bassen.

"Dag, hoor!" roept een vroolijke stem.

"Fijn weêrtje! 't wordt al wat, buurtje!"

Bim, bam, bim, ham, bim, bam!

Telkens voetstappen op den weg en praten.

"O, wat een weelde!" zucht een stads-mensch onder de dekens!

't Is half acht als ik m'n kooi uitstap.

De zon heeft m'n kamer al wat verwarmd.

Het waschwater is ijzig! Maar het deert me niet.

Ik ben warm van al het heerlijke om me heen!

"Im wunderschönen Monat Mai!" galm ik als ik de trap afdaal.

"Je bent pas in Februari!" brult de stem van mijn gastheer uit het slaapvertrek.

Ach ja, het is 26 Februari en ik heb een gevoel of het 26 Mei is!

In de boerenkamer is de ontbijttafel al gedekt. Lena is ter kerke, maar vóór ze ging, zorgde ze er voor, dat de "vroegspookster" een warm kopje thee kon schenken.

Maar ga eens thee drinken als de zon door de glazen halve, deuren schijnt en door de kleine ruitjes van de ramen, waar vuurroode geraniums staan en eigen gekweekte tulpen en crocussen!

En de tuin lokt en lonkt!

Ik pak de eerste de beste jas die in de kast hangt het is het leêren auto-jasje met bont gevoerd van m'n gastheer en ik zal er wel potsierlijk uitgezien hebben! - en wandel den tuin in.

Witter dan wit zijn de vijf eenden - er zijn er twee bijgekomen - ze hebben geruid en de veeren liggen op het gras of het honderde sneeuwklokjes zijn.

Onder de boomen vóór het huis steken de eerste Winteraconietjes hun kopjes al uit den grond. En o! kijk eens, overal pollen sneeuwklokjes!

Ik wandel de kamer door. Aan de Elzenstruiken bengelen zoo luchtigjes de mooie, gele katjes. De kornoelje is al bedekt met fijne, gele bloempjes.

In de groote witten bakken en in tonnen staan hortensia's, allemaal al met teêre, groene blaadjes.

Wat geurt daar zoo zalig? Ik snuif als een hond met m'n neus in den wind.

Daar heb ik 't al! Een klein Peperboompje, als een roze bouquet, verspreidt die zoete geur.

"Of je nooit komt!" galmt een basstem uit het huis en meteen begint het klokje te luiden, dat naast het huis staat en dient om hen naar binnen te roepen, die achter in den tuin zwerven.

"ik kom al!" gil ik terug en noode neem ik afscheid van al dit jong ontluikend leven.

"Je moet straks m'n azalea's en de clivia's zien!" zegt het gastvrouwtje, terwijl ze thee schenkt.

"Straks, straks!" zeg ik droomerig.

"Er is nog zooveel te zien van al wat bloeit en groeit in jullie Eldorado. En we hebben nog een zaligen dag voor ons."

E. B. B.

 

HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND

29 Februari. - Zeldzame dag vandaag. Komt maar eens in de vier jaar voor.... en de meisjes hebben het recht van huwelijksaanzoek. Uiterst gevaarlijk; ik kan er van meepraten! Alle vrijgezellen zou ik het wel willen toeschreeuwen: blijft binnen je muren; meldt je ziek; laat desnoods de zaken in het honderd loopen; alles is beter en veiliger, dan je onder de menschen te begeven. Ja, ze zeggen dan wel - ik weet er al weer van mee te praten - je kunt toch weigeren, maar zoo'n verzoek meet je maar eens gedaan worden, door een vrouw als Liesbeth, dan haal je het niet in je hoofd; dan mis je den moed om neen te knikken; al ben je de in het vleesch gevaren obstructie; dan stamel je 'n driftig: "natuurlijk" uit puur lijfsbehoud.

1 Maart. - 'n Biertje verschalkt met Speur van ons plaatselijk blad. Lollige baas. 'n Journalist is, zei hij, eigenlijk een samentreffen van de vierde dimensie met het zesde zintuig; zooiets als de steen der wijzen in de kwadratuur van den cirkel. 'n Journalist is beslist onbetaalbaar, orakelde hij, en dat zou een mooie eigenschap voor zijn schatkist zijn, wanneer zijn werkgevers dat niet wisten; nu zijn ze zoo van die waarheid doordrongen, dat ze elke poging tot behoorlijke belooning opgegeven hebben. Heb hem gevraagd, of hij niet in zijn schik was met het rusthuis voor de journalisten, dat onlangs gesticht is. Daar hebben we niets aan, verklaarde hij, want wanneer een journalist werkelijk tijd zou hebben om uit te, rusten, dan had hij nooit een rusthuis noodig.

2 Maart. - In 't begin dezer week heb ik 'n paar rijke dagen beleefd. Het was toen ik las, dat vier landgenooten het waagstuk aandurfden om in een reddingsboot den Oceaan over te steken. Er leefde toch nog iets van de oude Hollandsche zeehelden in hen. Met verrukking las ik, hoe mijn lijfblad zich het recht had verzekerd om de draadlooze berichten onverminkt weer te geven. Helaas hoorde de luistervinkende redactie niets anders dan een zonderling getik, dat veel overeenkomst met het leegklokken van flesschen vertoonde. Daar kon zelfs 'n redacteur geen bericht uit distilleeren! Geheimzinnige vrees beving velen met mij. Vandaag kwam de oplossing. Schuttevaer gister twee dagen over tijd in Londen gearriveerd wegens misselijkheid der bemanning. Hoe voel ik de vernedering branden. O, verpapt geslacht. Eens toen de Ruyter naar Chatham voer, brulden de Engelschen: geef je over! doch Bestevaer keek grimmig, deed dapper en liet zijn vijanden verstommen; wanneer ze nu weer hetzelfde hadden geroepen, dan zouden de onzen niets anders hebben kunnen zeggen dan: spaar ons toch, want we deden sinds vier dagen niet anders.

3 Maart. - Weer mooi weer; beslist 'n zomersche dag. In Liesbeths oogen heb ik iets onrustigs gezien. Voor alle zekerheid de schoonmaak-artikelen uit haar gezichtsveld verwijderd. Zeepsop-mataglap of zindelijkheids-amok kan zeer hinderlijk worden, maar misschien is Maart wel zoo vriendelijk om wat met zijn staart te kwispelen; dat vaagt voor ons mannen de vuiltjes van de lucht. Breeduitstra zegt wel: als ik jouw was, pleegde ik tegen 't voorjaar harakiri, doch dat is zoo volledig afdoende. Vandaag vijftig visite-kaartjes geschreven naar de Kamerleden, die de belasting voor Nederlanders in het buitenland afstemden. Mijn aangetrouwde tante Mona, die nu in Brussel haar pensioen voor lage franken omwisselt, was van plan geweest om haar bivak bij ons op te slaan, wanneer de Nederlandsche fiscus haar achterhaalde; en Liesbeth zegt, dat ze zooveel van die tante heeft.

4 Maart. - Met eenige meewarigheid, de capriolen van Alex Zubkof gelezen. Die arme oude prinses; krijgt te veel van het goede; ze was, na zestig-jarig gehunker naar den huwelijken staat, zoo tevreden dat ze een "rondje-om" met een man kon gaan en nu trof ze juist zoo'n doordraaier. Booze tongen beweren, om de maat vol te meten, dat haar echtvriend van ordinaire afkomst is; haar ex-keizerlijke broeder, gaf echter ten aanzien daarvan bemoedigende verklaringen. Kennis genomen hebbende van Zubkofs staat van dienst, gedurende de laatste maanden, geloofde hij met wiskundige zekerheid te kunnen mededeelen, dat hij wel degelijk van prinselijken bloede is.

5 Maart. - Goes, dat het laatste jaar twee instellingen rijk werd, waarin de menschen aangesneden worden, krijgt vandaag ook een slachthuis voor dieren. Heb hemel en aarde bewogen om een invitatie machtig te worden, maar zonder succes. Krimp ried het me erg af. Hij had gehoord, dat de abattoir-chirurgen fel gebeten waren op de nieuwe stichting en de mogelijkheid dus bestond, dat de gedupeerden, den ondervonden smaad, reeds bij de opening, in bloed zouden uitwisschen. P.S. Dit is niet gebeurd.

6 Maart. - Op de soos lang en breed gesproken over de pogingen der ltaliaansche geleerden om een stamboom voor Mussolini te fabriceeren, die reikte tot den zondvloed. Men hoopt er vlug mee te slagen; slaat de volksgunst eerder om, dan zal men hem wel troosten met en bij een boomstam.

MET HET SCHETSBOEK DOOR ZEELAND

Het mist.

Grijs is de aarde - grijs het heelal.

Vaag teekenen zich hier en daar enkele silhouetten af van eenzame boerderijen, schuilend onder geboomte, totaal verlaten te midden van de groote geheimzinnige wereld.

Alle kleur is verdwenen; niets dan mist en nevel.

Maar ginds verheffen zich de torens van Goes, daar is weer het leven, daar zijn we weer thuis.

Daar steken de torens hunne spitsen omhoog alsof ze willen scheuren de wolken, om te verkondigen, dat daar de stad ligt, temidden der uitgestrekte landerijen, dat daar is, als een veilig oord, te midden der grijze luchten, Goes, de stad van het leven, maar bovenal de stad van de toekomst.

We voelen er het leven, de kracht die daar schuilt binnen de veste, die zich zal ontplooien met hevigheid, om te verjagen den nevel, en te worden de stad, de stad van de toekomst.

Goes.... BOB.