Vorige nummer | Volgende nummer | Overzicht | Online zoeken |
DE ZEEUWSCHE WEEK
Gaat het weer mis met de electrificatie ? ; Zierikzee en de landbouwtentoonstelling der Z. L. M. ; over gas met- en zonder lucht ; zorg voor de historie in Zeeuwsch Vlaanderen , een beroep op de visscherij-inspectie ten behoeve van een industrieele mogelijkheid.
De electrificatie van het platteland van Walcheren en de Bevelanden liet zich tot voor deze week, zooals men zich herinneren zal, vrij gunstig aanzien. Tenminste de leek had door de voorstellen van Ged. Staten aan de Provinciale Staten wel de overtuiging gekregen, dat het er eindelijk van komen zou en dat de Staten in hun zitting van 6 April goedkeuring aan de betrekkelijke voorstellen niet zouden onthouden. De buitenstaander met een weinig optimisme zag in zijn verbeelding de electrische lampjes op de Bevelanden en in Walcheren al blinken en een eigen centrale voor de middengroep aan de gas- en petroleumperiode een einde maken. Alle narigheid in den loop der jaren van de P.Z.E.M. ondervinden, verdrong zich zelfs al op den achtergrond der herinnering, men was door het vooruitzicht op de oplossing geneigd alles te vergeven en te vergeten.
Maar jawel : daar duikt plots een bericht in de bladen op, dat een leelijke hoeveelheid roet in het electrificatie-potje komt werpen. Het "Prot. Zuiden" was ditmaal het orgaan, dat de P.Z.E.M. weer in het midden der belangstelling trok. Genoemd blad meldde, dat de Commissie van Advies destijds niet in het voorstel aan Prov. Staten (inzake de eigen centrale) was gekend en dat ze zich thans tegen de plannen verzet. De Commissie moet niets van een eigen centrale willen weten, doch het plan hebben om te adviseeren een contract af te sluiten met de Vlissingsche centrale, die daartoe bereid zou zijn. Dit contract zou niet alleen de Provincie over de moeilijke jaren heen helpen, doch zelfs over de eerste zes jaren nog een besparing geven van fl 100.000,-.
Tot zoover de mededeelingen van het "Prot. Zuiden", die natuurlijk veel opzien hebben gebaard. Spoedig nadat het bericht door de diverse bladen was overgenomen, verscheen van het bekende Middelburgsche pers-bureau een soort tegenspraak, tenminste een melding die als tegenspraak bedoeld was, doch, die ons niet van de onjuistheid van de mededeelingen van het "Prot. Zuiden" kan overtuigen. Daarvoor was het in te vage termen gesteld, hield het te veel de mogelijkheid open, om later de basis van een andere lezing te vormen.
Wij hebben den indruk dat het "Prot. Zuiden" zoo niet een geheel juiste lezing van het conflict tusschen de Commissie van Advies en de P.Z.E.M. - dan toch een in hoofdzaken op de waarheid afgestemde uiteenzetting heeft gegeven. We gelooven met het blad, dat de electrificatie van de middengroep opnieuw in het verkeerde spoor is geraakt.
In de April-vergadering van de Provinciale Staten, waar de electrificatie-voorstellen der P.Z.E.M. aan de orde komen, zal dit wel blijken.
Daarna krijgen we waarschijnlijk ook wel de gelegenheid onze meening over deze zaak - over deze ergerlijke zaak - en over het geheele beleid van de P.Z.E.M. kenbaar te maken.
Zoolang officieel niets bekend is geworden, zullen we haar opschorten.
x
De Noordgroep, waar weinig gebeurt dat de algeheele aandacht trekt, staat een periode van niet geringe publiciteit te wachten. Schouwen-Duiveland prepareert zich n.l. voor de landbouwtentoonstelling der Z. L. M., die dit jaar te Zierikzee zal worden gehouden. Omtrent de plannen van het landbouwfestijn is reeds een en ander bekend geworden.
De tentoonstelling zal worden ingericht op een groot terrein, gelegen in de onmiddellijke nabijheid van Zierikzee en aan de tramhalte Sas der R. T. M.
Omtrent het programma gedurende de tentoonstelling kan het navolgende worden medegedeeld.
Op Dinsdag 10 Juli, des avonds te zeven uur, wordt het hoofdbestuur der Z. L. M. door het gemeentebestuur van Zierikzee ten stadhuize ontvangen ; om acht uur begint de hoofdbestuursvergadering der Z. L. M.
Den volgenden morgen wordt om 10 uur de algemeene vergadering der maatschappij gehouden, welke des namiddags gevolgd wordt door een rijtoer. Des avonds gemeenschappelijke maaltijd.
Op Donderdag 12 Juli wordt de tentoonstelling geopend door den minister van Binnenl. Zaken.
Vrijdag 13 Juli is het wederom tentoonstelling, waarop in den namiddag een concours-hippique zal worden gegeven door de landelijke rijvereeniging "Rijlust" te Zevenbergen.
In het veer Zijpe-Anna Jacoba Polder der R. T. M. zal gedurende de tentoonstellingsdagen om het halve uur een boot varen. Ook zullen extra booten passagiers uit Numansdorp, Terneuzen en Breskens naar Zierikzee vervoeren.
Verwacht wordt dat in de Juli-dagen de belangstelling van geheel Zeeland naar Zierikzee zal uitgaan En terecht. De stad ontziet zich moeiten noch kosten teneinde de expositie te doen slagen. In Juli zal Zierikzee een waardige gastvrouwe blijken, die zich in het recipieeren met de overige steden van ons gewest zal kunnen meten.
Voor Schouwen-Duiveland wordt 1928 door deze Z.L.M. - tentoonstelling een belangrijk jaar.
x
Ook in onze provincie is het jammerlijk genoeg het kwalijk riekende gas waargenomen, dat de Nederlandsche gasdirecteuren op de samenleving hebben losgelaten. Ook wij kennen hier de corruptiegevallen in de gaswereld, die aan de loopbaan van menig gas-directeur een einde maakten.
Maar.... daarover willen we het nu niet hebben. Nietwaar.... onprettige gebeurtenissen die achter den rug liggen en die niet te veranderen zijn, behoeven niet telkens in de herinnering te worden gebracht.
De oneerlijke gas-directeuren laten we thans rusten, we kijken slechts naar hen, van wie gebleken is, dat ze tegen de verleiding bestand waren, en die dezer dagen voor hun eerlijk beleid in de jaren toen de retour-commissies zich onder de meest verleidelijke gedaanten opdrongen, zijn gehuldigd. We bedoelen de directeuren van de gasfabrieken te Goes en te Ierseke. In de jongste raadsvergadering van Goes deelde de Voorzitter mede, dat hem door de Justitie te Middelburg ongevraagd te kennen is gegeven: "De heer Brink gaat geheel vrij uit. Aan de Goesche gasfabriek is niet geknoeid." De raad die destijds aan een goed beheer van den gas-directeur geloof hechtte en dus geen onderzoek deed instellen, reageerde met applaus op de woorden van den burgemeester.
In Ierseke heeft het onderzoek naar vermeende corruptie wèl plaats gehad. Hieruit is evenwel gebleken, dat van corruptie geen sprake is geweest, en dat de heer v. d. Stel (die het onderzoek aanhangig maakte) het met de waarheid niet zoo nauw neemt. Ook in Ierseke huldigde de raad den directeur van het gasbedrijf.
Over het algemeen worden nog te veel onderzoeken gepubliceerd, als ze voor den betrokkene verkeerd uitvallen.
Hiermede hebben we dit keer willen breken. Als eerlijkheid beloond zou moeten worden met kransen, moest er een naar Goes en naar Ierseke. Adres: directeur gasbedrijf.
x
In Zeeuwsch-Vlaanderen, waar de eerbied voor het verleden en de zorg voor de overblijfselen der historie evenals overal toeneemt, is een oudheidkundige kring in het leven geroepen, n.l. te Hulst. De vorige week is in het mooie Zeeuwsch-Vlaamsche stadje de oprichtingsvergadering van den kring gehouden, die gepresideerd werd door Mr. Lambooy, zoon van den minister van oorlog. Een groot aantal personen, ook buiten Hulst woonachtig, woonde de bijeenkomst bij. Na de inleidende redevoeringen gaf de heer J. Adriaanse, een bekend historie-kenner te Hulst, een uiteenzetting van het doel van den kring. Daaruit bleek het volgende:
1e. Er moet behouden worden wat nog bestaat: 2e. De kennis, van wat eenmaal is geweest, moet aangebracht worden; 3e. De aldus verworven kennis moet gemeengoed gemaakt worden.
Spr. deelde als zijn plan mede voor 1930 een historische optocht te ontwerpen, evenals die in September j.l. plaats had.
Bij het vaststellen der statuten werd o.a. vastgelegd. dat zal getracht worden een Oudheidkamer te stichten, waarvoor de gemeente Hulst reeds medewerking toezegde. Staande de vergadering werd een 40-tal personen lid, terwijl vooraf reeds 100 zich hadden opgegeven. Tot bestuursleden werden gekozen de heeren Mr R. Lambooy, kapelaan Dekkers, J. Adriaanse, R. Wilking en J. G. Hielen te Hulst, W. Blommaert te St. Jansteen en freule S. Collot d'Escury te Kloosterzande.
We verheugen ons van harte over de tot stand koming van dezen Oudheidkundigen Kring. De historie van Zeeuwsch-Vlaanderen, voor geheel Zeeland van groot belang, is thans in goede handen.
x
Met visch die men gevangen heeft, mag men maar niet doen wat men wil. Groote visschen mogen behouden worden, doch de vischjes beneden zekere maat (vastgesteld door de prov. visscherij-inspectie) moeten weer in hun element gedeponeerd worden. De visschers doen dit laatste dan ook, hoewel ze zich wel eens afvragen wat het nut er van is. De eenmaal gevangen vischjes blijven n.l. niet in het leven als ze weer in het water belanden.
De maat waar beneden geen visch aan den wal gebracht mag worden, schijnt in Zeeland weinig gunstig te zijn, vergeleken bij de maat in andere deelen van het land, m.a.w. de Zeeuwsche visschers moeten meer visch aan het water teruggeven dan de menschen die buiten Zeeland het visscherijbedrijf uitoefenen. Dit is jammer. Temeer omdat sedert korten tijd in Breskens een fabriekje van vischmeel is opgericht, dat zoo goed visch gebruiken kan. Men beweert zelfs dat het fabriekje een flinke fabriek zou worden en aan veel arbeiders een bestaan zou verzekeren, als de visscherij-inspectie de voorschriften omtrent de grootte van verboden visch wijzigde.
Is dit inderdaad het geval, dan hopen we dat de inspectie voor het belang van een vischmeel-industrie te Breskens niet blind zal blijven.
In Zeeuwsch-Vlaanderen is de economische toestand nog allesbehalve gunstig, en zoo enigszins mogelijk, dienen allen mede te werken om verbetering te bewerkstelligen.
Moge de maat der Zeeuwsche vischjes de aandacht der inspectie spoedig en volledig hebben!
ZITTENDE BIJ DEN HEER H.J.G. HARTMAN, GRIFFIER DER STATEN VAN ZEELAND
Het interview met den griffier Hartman behoort in dit nummer van Ons Zeeland" te verschijnen. Want nog voordat de volgende oplage ter perse gaat, heeft de heer Hartman als griffier afgedaan. Immers: overeenkomstig zijn verzoek is hem met ingang van 1 April a.s. ontslag uit provincialen dienst verleend! Op de meest eervolle wijze zelfs, onder erkenning van het vele dat hij tot stand bracht door middel van een Koninklijke onderscheiding, met waardeerende woorden onlangs gesproken door den hoogsten ambtsdrager in onze provincie, den Commissaris der Koningin, Jhr. Quarles van Ufford.
Destijds, toen den heer Hartman het ontslag als griffier werd verleend, heeft men in de nieuwsbladen kunnen lezen over de huldiging die men den scheidende bereidde en uit de verslagen hierover heeft men waarschijnlijk afgeleid, dat de griffier der Staten door zijn vertrek een vacature ging scheppen, die moeilijk door een ander te bezetten zou zijn. Dit is ook inderdaad het geval. Herinnert men zich dat de heer Hartman reeds 1 jaar vroeger verzocht had den dienst te mogen verlaten en dat de hoogsten in de provincie hem toen meenden te moeten bewegen nog minstens 365 dagen langer in het belang van Zeeland werkzaam te zijn?
Een dergelijke openlijke en ondubbelzinnige appreciatie van een ambtenaar behoort tot de uitzonderingen....
De heer Hartman werd 1 Juli 1881 aangesteld als eerste klerk ter prov. griffie van Zeeland. Hij doorliep de verschillende rangen en in 1919 volgde zijn aanstelling tot griffier. Voordat hij aan de griffie verbonden werd was de heer Hartman als adjunct-commies ter secretarie in Goes werkzaam, zoodat men zonder al te grove onnauwkeurigheid mag concludeeren, dat de thans ambtelijk uittredende ongeveer een halve eeuw lang zijn levenstaak in onze provincie heeft gevonden.
We verlangden er naar den heer Hartman over deze taak te hooren vertellen alvorens hij z'n staat van dienst zou beëindigen, en daarom verzochten we hem om het interview, waarvan de resultaten hieronder zijn neergeschreven.
Zoodra we in de lichte achterkamer van zijn woning tegenover den heer Hartman zaten, nog voordat het gesprek de zakelijke wending aannam, kregen we het vermoeden: "De sfeer waarvan het welslagen van een vraaggesprek grootendeels afhankelijk is, zal hier niet gemakkelijk tot stand komen." De interviewer met eenige routine weet doorgaans na de eerste woorden van het "slachtoffer" reeds: "dit wordt een gezellig, sappig onderhoud, waaraan ik zelve de groote lijn behoef te geven.... na eenige vragen krijg ik den onderhavige wel op een stokpaardje of in een massa herinneringen, waaruit hij met gulle hand put -"; dan wel: "Dit is een geval van afgemeten vraag met afgebakend antwoord.... de gevraagde zal zich niet laten gaan en is steeds op zijn hoede.... het wordt vechten om straks niet enkel met welwillende, maar in wezen weinig waardevolle bekentenissen op straat te staan."
Het geval-Hartman behoorde ontegenzeggelijk tot het laatst bedoelde.
Interviewer vroeg en de geïnterviewde antwoordde. Zeer hoffelijk zonder terughouding, alleszins tot onzen dienst bereid, maar.... bij antwoordde.... causeerde niet. Achter het lorgnet leken twee levendige spottende oogen zooveel te zeggen als: "Valt je dit even niet mee! "
Zelden te voren hebben we zoo zuiver den indruk gekregen van een ambtenaar van standing in den besten zin des woords, gebaseerd op correctheid, weloverwogenheid, meegaandheid, bescheidenheid, inzicht in wat tot het ambt en wat tot het particuliere leven behoort.
De heer Hartman gaf ons - wat men met een vakterm noemt: een slechtloopend interview, een vraaggesprek dus dat gemeenlijk door den ondervrager loopend wordt gemaakt voor het in druk verschijnt. Dit wordt gedaan ter wille van de lezers natuurlijk, hoewel het rhythme van het interview (en dit is het dat het slachtoffer toch typeeren moet) daardoor verloren gaat.
Teneinde dit hier niet geheel het geval te doen zijn, laten we een gedeelte van ons onderhoud met den heer Hartman onvervormd volgen:
- Is u een Zeeuw van geboorte, mijnheer Hartman, of is u geïmmigreerd?
- Ik ben 20 Mei 1861 in Apeldoorn geboren en kwam op 8-jarigen leeftijd naar Zeeland,
- Naar Middelburg?
- Neen, naar Goes: mijn vader werd daar benoemd tot gemeente-secretaris.
- Dus de jeugd bracht u grootendeels in de ganzestad door, U hebt dus zeker wel een massa herinneringen aan de Goesche jeugdjaren.
(Een snelle, verwonderde blik!)
- Och, geen bizondere. Ik weet ze tenminste niet. Ik bezocht in Goes de H. B. S. en haalde er het eindexamen. Wat zou ik er verder van moeten vertellen.
- U heeft zich in Middelburg veel in het vereenigingsleven bewogen. Dat zult u in Goes toch ook wel hebben gedaan.
- O ja. Nu, ik was secretaris van de rederijkerskamer "Aurora", lid van enkele andere vereenigingen natuurlijk nog, maar wat u bedoelt: "Geweldige jeugdherinneringen heb ik niet.
- Heeft u de universiteit bezocht?
- Neen. Na de H. B. S. kwam ik op de Goesche secretaire. In 1881 werd ik eerste klerk aan de provinciale griffie in Middelburg.
Tot zoover het onderhoud met den heer Hartman, zonder eenige vervorming of aanvulling door den interviewer, dat we om practische redenen hier beëindigen. We nemen hierna toevlucht tot de gebruikelijke methode.
Nadat we kennis hadden genomen van den staat van dienst van den griffier, verzochten we hem een en ander mede te deelen over zijn bemoeiingen met het Middelburgsche vereenigingsleven.
- De vereeniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer V. V. V., heeft altijd mijn grootste liefde gehad, misschien omdat ik haar zelf hielp oprichten, o.a. met den vroegeren gemeente-secretaris, den heer De Stoppelaar, die zeer veel voor de tot stand koming heeft gedaan. In 1892 besloten we dat het bezoek van touristen systematisch aangewakkerd diende te worden en V. V. V. werd in het leven geroepen. Tot 1914 ben ik eerste secretaris der vereeniging geweest, van dit jaar af tot op heden voorzitter. Prachtig was het enthousiasme dat de tot stand koming der vereeniging begeleidde. We waren de eerste vereeniging in ons land op dit gebied die over een eigen lokaal konden beschikken, dank zij milde bijdragen van particulieren. Zoo gaven de heeren De Stoppelaar en v. d. Linden ieder f 2000. Het gebouw is dus onbezwaard eigendom van V. V. V.
- Zijn de resultaten van het werk van V. V. V. goed merkbaar?
- Ongetwijfeld. Voordat de vereeniging tot stand kwam, kwamen er nagenoeg geen touristen naar Middelburg. Thans zeer veel. De trek begon omstreeks 1900, en thans zijn er Donderdagen dat een 2500 bezoekers onze stad bezichtigen. Middelburg heeft veel profijt van het vreemdelingenverkeer. Als iedere bezoeker slechts fl 2.- hier verteert, dan bedragen de ontvangsten der Middelburgers op marktdagen wel fl 5000.-. Hoeveel groote hotels hebben we hier niet; deze zijn gebaseerd op het vreemdelingenverkeer. Men kan de beteekenis van V. V. V. moeilijk in contanten omrekenen, doch men mag zonder overdrijving zeggen, dat de vereeniging, groot nut afwerpt.
- In welke vereenigingen hadt u verder zitting? vroegen we den heer Hartman.
- Ik ben mede-oprichter en vice-voorzitter van de Industrie- en Huishoudschool, onder-voorzitter van de zangvereeniging T. O. en U., voorzitter van het Middelburg's Mannenkoor, bestuurslid der Concertvereeniging, voorzitter van de commissie voor folklore, lid van den raad van bestuur der P.Z.E.M. ....
- Dan heeft het vereenigingsleven wel zeer veel van uw tijd in beslag genomen, merkte de bezoeker op. U hadt behalve uw werk op de griffie toch ook nog zooveel andere zaken die uw aandacht vroegen?
- Een dag heeft vele uren, als men wil, weerde de heer Hartman af.
- Mogen we hooren wat u zooal publiceerde?
Een kort antwoord: "o zeker."
- Van mijn kant zag het licht: "De wet tot regeling van het lager onderwijs. Ik werkte er in 1889, 1890, 1892, 1894 en 1902 aan, 's avonds onder een petroleumlamp, die mijn haren als tol heeft genomen. In 1906 verscheen de tweede druk. In 1897 publiceerde ik: "De gemeentewet in vragen en antwoorden", en "De Wet tot regeling van de financieele verhouding tusschen het rijk en de gemeente". In 1904 verscheen : "Voorschriften nopens de bevolkingsregisters", in 1907 "Hoofdelijke omslag", in 1908 het "Gedenkboek van het bezoek van de Koningin en Prins Hendrik aan Zeeland in September 1907".
- Heeft u bovendien niet de Hoofdredactie gehad van....
- Van het tijdschrift ter beoefening van het administratief recht. Zeer zeker. Van 1894 tot 1923. Thans heet het 'Hartman's tijdschrift", doch ik heb me uit de redactie wegens een te veel aan werk terug getrokken.
Dan heeft u een groote rol gespeeld in de opleiding van de ambtenaren hier te lande, mijnheer Hartman.
- - - - - - - - - - - - - - -
Nadat gastheer en bezoeker nog een tijd aan dit onderdeel van het leven van den heer Hartman hadden gecauseerd, kwam de ambtelijke functie wederom onder de aandacht, maar voor den journalist veel bijzondere zaken werden niet naar voren gebracht. Het was bij deze gelegenheid dat we de diplomatieke eigenschappen van den heer Hartman konden opmerken.
Het waren tenslotte de veranderingen in Zeeland, die te noteeren overbleven. We vermoedden dat iemand, bijna een halve eeuw in dienst der provincie, hierover merkwaardige dingen te vertellen zou hebben.
Aan dit gedeelte van het gesprek ontleenen we:
Als griffier reisde ik veel met den Commissaris der Koningin in Zeeland rond en heel wat heb ik in den loop der jaren zien veranderen. De achterlijkheid is wel opvallend verdwenen, doch daarmee de Zeeuwsche kleeding, onze wegen zijn bij vroeger vergeleken ideaal, het verkeer is verbeterd en zeer vergemakkelijkt. Men neme het verkeer op de Westerschelde maar eens; in 1881 voer de provincie met 3 kleine scheepjes, die 1 1/2
à 2 uur noodig hadden om naar Neuzen over te steken.
Toen kwam de "Walcheren", die een groote verbetering bleek. Intusschen is ook deze weer afgedankt en vervangen door nieuwe groote schepen met een eigen electrische installatie. Behalve de provinciale booten zijn de veren en de aanlegsteigers in den loop der jaren er heel wat op voooruit gegaan.
- Welke verbeteringen merkte u verder op?
- De belangstelling in de gemeentezaken zag ik opkomen. Ze houdt o.a. verband met toename der overheidszorg. De burgemeesters van thans zijn zoo heel andere persoonlijkheden als vroeger. Destijds woonden ze meestal niet in het dorp dat ze te besturen hadden, doch in de naastbij zijnde stad. Zoo nu en dan gingen ze wel eens naar de gemeente kijken. De burgemeester van thans koestert meer belangstelling voor zijn taak en wellicht is dit mede oorzaak van de véle nieuwe raadhuizen die overal verschijnen. De oude gemeenteherberg heeft in Zeeland zoo goed als afgedaan. En hoe zijn de gemeenteraden in den loop der jaren veranderd! Het conservatieve element heeft meestal voor het vooruitstrevende plaats gemaakt, en men staat in de kleinste gemeente voor zelfs heel moderne behoeften niet meer. Dat vraagt de tijd ook trouwens. Denkt u maar eens aan de electrificatie, die in de kleinste plaats in onze provincie onder oogen moest gezien worden.
Ook het provinciale toezicht heb ik een belangrijke wijziging zien ondergaan. Voorheen was dit toezicht zeer gering, het beperkte zich tot kleine zaken. Thans is er weinig meer wat aan het toezicht van het provinciaal bestuur ontkomt.
- Hoe ziet u Zeeland in de toekomst?
- Als een landbouwland, en ook wel als een land van den tuinbouw. In Zeeuwsch-Vlaanderen zal verder de paardencultuur haar plaats blijven eischen. Van industrie en scheepvaart zal Zeeland het ook in de toekomst niet moeten hebben, al leggen enkelen het daar op aan.
- Mogen we ten slotte uw meening over Middelburg hooren?
- Middelburg is nog zoo kwaad niet. Tenminste ik vind van niet. Maar: ik ben er al heelemaal ingeburgerd. Wat ik jammer vind? Dat er zooveel mooie dingen verdwenen zijn, het uiterlijk van onze hoofdstad is er niet op vooruit gegaan in 40 jaar. Veel oude gevels verdwenen en lichte winkelétalages kwamen er voor in de plaats, wat wel een eisch van deren tijd is, doch aan het stadsschoon komt het niet ten goede.
- Deelt u de meening van hen die zeggen dat Middelburg geen toekomst heeft?
- Neen, ik voor mij geloof, dat de stad op het peil van thans zal blijven. Zoolang al onze instellingen in Middelburg gevestigd zijn, zal de bevolkingsafname nooit zoo'n vlucht kunnen nemen. Bovendien, we hebben altijd nog onze weekmarkt en onze omgeving die Middelburg "de stad" ziet. Ik wanhoop geenszins, aan de toekomst van onze hoofdplaats.
Het is een prettige woonplaats, het geeft op het gebied van kunst ieder seizoen aardig wat, het is klein genoeg om er een ieder te leeren kennen en het is er groot genoeg om de illusie van het stadsleven bij te brengen.
Met deze karakteristiek van Middelburg eindigde ons onderhoud met den heer Hartman, die morgen de deur der griffie voor het laatst als griffier van Zeeland achter zich dicht trekt.
Zondag zal onze provincie een zeer bekwaam, een voorbeeldig en hard werkend ambtenaar armer zijn.
Een prettig mensch, en man die Zeeland lief heeft met een actieve liefde behoudt ze echter....
Althans voorloopig zeker.
Laten we hopen dat dit "voorloopig" van zeer langen duur mag zijn, en dat Den Haag ons den heer Hartman laat.
INTERVIEWER.
DE SCHELDE-ZENDER
Hallo, hallo........
Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-Zender........
Vindt u het interessant, te hooren:
- dat de leden van den bietenbond uit het land van Hulst besloten om dit jaar circa 20 millioen kilo suikerbieten aan Fransche fabrieken te verkoopen.
- dat de oudheidskamer in het stadhuis te Veere van Mei tot en met September ook op Zondagen voor het publiek zal worden opengesteld.
- dat de Staten van Zeeland van de Kroon permissie kregen om fl 485.000 te leenen voor de electrificatie voor een deel der Noordgroep.
- dat de richtingaanwijzers van een auto volgens den ambtenaar van het O. M. bij het kantongerecht te Oostburg, in de avonduren verlicht moeten zijn.
- dat twee hoenderparken in St. Maartensdijk erkende fokstations zijn. Zeeland heeft er totaal 5.
- dat de Hoogstraat, Botermarkt en Kerkstraat, alle te Tholen, na een blokkade van 5 weken, in verband met den bruggebouw, weer voor het verkeer zijn opengesteld.
- dat de ontvanger te Cortgene fl 7,52 ontving wegens te min betaalde gemeentelijke inkomstenbelasting. Men kan maar boffen.
- dat een in Kapelle opgelaten kinderbalonnetje op een boerderij bij Parijs daalde en daar reclame maakte voor v. d. Haven's bietenzaden.
- dat een Fransch-Portugeesch concern te Sluiskil een ammoniakfabriek zou willen stichten.
- dat volgens de opvatting der regeering het verleenen van hulp aan werkloozen in de eerste plaats taak is der gemeente.
- dat een aannemer te Wemeldinge van een dijk fietste en op een hekwerk terecht kwam. Een scherpe punt van het hek drong den ongelukkige in het rechter neusgat.
- dat de heer G. M. J. Mercx te Middelburg, van wien wij reeds menig keer foto's in ons blad reproduceerden, op de internationale tentoonstelling voor amateur-fotografen te Glasgow van de drie uitgeloofde prijzen er twee verwierf, .n.l. den eersten prijs bestaande uit zilveren medaille en een eervolle vermelding.
- dat het O. M. bij het Kantongerecht te Goes 3 maanden voorwaardelijke hechtenis eischte tegen schipper Z. te Ierseke, die destijds weigerde hulp te verleenen bij het zinken van de Bruinisse 47 in de Schelde.
De bemanning was reeds in den mast geklommen ten einde het veege lijf te bergen, doch Z. geloofde het wel. Gelukkig waren er mannen met andere dan hazenharten in de buurt.
- dat een booze Vlissinger onder bescherming van het nachtelijk donker de ruiten van een stadgenoot inwierp.
- dat de oude pomp op de Markt te Arnemuiden niet door een nieuwe zal worden vervangen.
- dat zich dezer dagen in Kloetinge de 2000ste inwoner neerzette. Het naburige Goes likt zich den baard.
- dat een inwoner van St. Philipsland een rijksambtenaar beleedigde die zijn zoon bekeurd had. Deze driftuiting is door den politierechter te Breda op fl 25.- getaxeerd.
- dat een landbouwer te St. Jansteen naar een groote hoeveelheid kunstmest zoekt, die zonder zijn voorkennis in een der nachten van eigenaar verwisselde.
- dat in Ellewoutsdijk een Van-Hattum-huis is opgericht, bestemd voor vergaderingen en uitvoeringen.
- dat gedurende de laatste 5 jaar in Goes 57 zakenmenschen een geheel nieuw gebouw lieten zetten, 30 deden hun inrichtingen restaureeren.
- dat een zwerver, die op den openbaren weg bij Kapelle een vloek liet, fl 25.- moet neertellen of 25 dagen in afzondering door zal moeten brengen,
- dat in het kanaal Terneuzen-Gent bij de Axelsche brug is opgehaald het lijk van een Zweedschen schepeling, die sedert 2 Februari vermist werd.
- dat de Kantonrechter te Hulst niet-geringe boeten oplegde aan landbouwers, die verzuimden onmiddellijk aangifte te doen van mond- en klauwzeer.
- dat de kreeftenvisscherij te Ierseke 1 April a.s. aanvangt en tot 31 Mei zal duren.
- dat de zomerdienst van de stoomvaartmaatschappij "Zeeland" 22 April a.s. begint.
- dat de onderwijzers te Breskens in hun echte vacantie de gedwongen-dito (uit hoofde van de diphtheritis-epidemie) willen inhalen. De Breskensche jeugd zal aan dit voornemen instemming wel onthouden.
- dat de Z. L. M. de overeenkomst met den Bond van Aardappelhandelaren handhaaft. De kooplieden hebben overwonnen.
- dat ook dezen zomer op Schouwen weer kampementen ingericht worden voor de Zeeuwsche jongelingschap.
- dat te 's-Gravenhage op 64-jarigeng leeftijd overleed Ds. T. H. Siemelink, doopsgezind predikant. De thans ontslapene stond vele jaren te Goes en Vlissingen.
- dat in het Middelburgsche bureau van politie een transportrijwiel en een luxe trapfiets vertoeven, waarvan de eigenaars onbekend. De rijwielen schijnen te goedkoop te worden.
- dat Annie van Ees en Cor v. d. Lugt-Melsert zich op Schouwen een villa hebben laten bouwen.
Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........ Adieu ........
TREFFERS EN POEDELS
CIRCUS
"O, zoo zij konden, hoe zouden
"Zij zich op den grappenmaker wre-
"ken, hem vierendeelen en vernie-
"len. - Hij zou 't verdienen, -
"Met een paar knevels en een
"stok loopt hij om en speelt den
"held onder de gevangenen. -"
Hildebrand.
Wonderbaarlijk om te zien,
wat die beer al kan,
hoe die op twee beenen loopt,
als een oude man.
Hoe die fietst en schaatsen rijdt,
koddig in het rond.
En zijn baas klopt dankbaar op
bruintje's dikbehaarden kop
en bedekt een wond. -
Kijk, die groote olifant
op twee tonnen staan
en zijn baas die ziet hem strak
ijzig-lachend aan.
Met z'n zweepje spreekt-ie stom
een geheime taal,
maar de dikhuid weet het wel,
zwakke plekjes heeft z'n vel,
zweepje is van staal.
Paarden draven zij aan zij
sierlijk in het rond,
knielen elegant terneer
op den circusgrond.
Op het repetitie-uur
striemt het Spaanscheriet. -
Dat de wonden, rauw en fijn
netjes bijgeschilderd zijn,
ziet de wereld niet. -
Veulentje holt in het rond,
neemt een hindernis
en men is het roerend eens,
dat dat aardig is.
In het fel electrisch licht
blijft het hijgend staan.
Dat zoo'n dier, hoe het ook hoopt,
toch de rijzweep nooit misloopt,
ziet men het niet aan.
Wandelingen door den stal,
orde, door en door.
Paarden, netjes op een rij,
met een muilkorf voor.
Streelt men dan zoo'n mooien kop,
als een stillen groet,
springt het dier wild achteruit
en kijkt schuw de oogen uit:
het verwacht geen goed. -
Als U in een circus zijt
en zich amuseert,
als ge met het groot-publiek
méé applaudiseert,
dan beloont ge den directeur
voor drievierde part,
maar, waar 't restje voor moet zijn,
dat is ziek en heeft nog pijn,
klap dus niet te hard. -
WILLEM TELL II.
DE VROUW AAN HET WOORD
Grossir.... c'est mourir un peu!. . ..
Ik las het in de advertentie-kolommen van 'n Fransch blad en moest er even om lachen.
Maar toen ik er over nadacht, drong het tot me door, hoe het verdwijnen van de beroemde "lijn" voor vele vrouwen werkelijk sterven is.
Kom maar eens binnen op een voorjaarsvisite waar vele vrouwen bijeen zijn en, waarvan het meerendeel de lijn verloren heeft.
"Hoe kom jij zoo slank?"
Oogen priemen als scherpe dolken door je heen.
"Ik laat er heusch niets voor," zeg je kalm.
Schampere lachjes weerklinken.
"Maar je doet er een boel voor!"
"Op m'n woord niet."
Denkt u, dat ze me gelooven?
Maar niet heusch.
Ze spieden arglistiglijk of ik wel het noodige aantal bonbons en koekjes savoureer.
Ik geef eerlijk toe, dat ik vrouw genoeg ben, om juist dan meer zoete zaligheden te eten, dan mijn gewoonte is.
Ze steunen zacht. Ze lusten ze zoo dolgraag en de petits jours zien er uit om van te watertanden!
Ze halen uit hun mooie taschjes een miniatuur zilveren doosje nemen er een sacharine-tabletje uit en laten dit in hun kopje thee verglijden.
Want een klontje suiker! uit den booze!
Natuurlijk nemen ze geen melk in hun thee.
"Ik drink tegenwoordig Russische thee,' zegt mevrouwtje Dik-van-lijn en ze eischt een citroen, plus een perser, waarop ze het vocht door haar thee en in haar keel werkt.
"Ik drink bij me thuis altijd "Thé Mexicain", zegt een andere mollige schoone.
"Jullie bent wèl internationaal!" lach ik. "Jij hebt goed lachen!"
Hè ik ril! Wat kunnen vrouwen-oogen steken! "Ik draag een "Swelt Form"!
"En.... mèt resultaat?" vraagt begeerig haar overbuurvrouw.
De andere zwijgt, haalt even haar schouders op. "Een "Gaine Roussel" is véél beter", zegt no. 3. Zes potloodjes worden voor den dag gehaald en in zes snoezige notitieboekjes wordt het adres opgeschreven.
"Een vriendin van me draagt een Ceinture Réductive", licht ik ze vriendelijk in.
"Die vriendin ben je zeker zelf !" betalen ze me mijn dienst.
Om ze te straffen, weet ik het adres niet meer.
"Zul je het me morgen telefoneeren?" vragen ze allemaal tegelijk.
Ik beloof het.
"Je kunt ook badzout gebruiken, dat je een "corps svelte" bezorgt", adviseer ik, want ik krijg er genoegen in ze op stok te jagen, al die gezellige dikke kloekjes.
"O, o, wat is zij op de hoogte!" lachen ze ironisch. Wat is dat voor badzout?"
"Le Sel Clarks."
"Ruikt het lekker?"
"Dat kan ik je niet zeggen. want ik gebruik het heusch niet."
Het geloof kun je niemand geven, maar een vrouw zeker niet!
"Je kunt ook nog gaan pointrolleren! Heele stammen zijn er als stopnaalden door geworden!""Och, loop rond!" nijdast er een, die heusch het figuur van een pinda heeft, "ik rol al een paar maanden en 't helpt me geen zier.
"Ga paard rijden," animeer ik vriendelijk, bij welk in gemoede gegeven advies de heele gemeente in lachen uitbarst, want ze zien plotseling het geval! Mevrouw pinda, geheschen op een knol!
Hè, hoe kon ik zóó stom zijn! De lieve dame is voor eeuwig mijn aardsvijandin!
"Hoe kom jij eigenlijk zoo buitengewoon goed op de hoogte van al wat vóór het behoud van de lijn is?"
Als een addertje uit het gras, zóó komt het kleine, mondaine wijfje daar met haar vraag te voorschijn.
"Zal 'k je vertellen, teerbeminde," zeg ik poesvriendelijk, "Je weet, ik pen sinds eenige jaren verschillende dames-rubrieken vol. De vrouwen, die me lezen, vragen me vaak om raad, waar het hun toiletgeheimen betreft. Ik antwoord ze daarop in de kolommen van ons blad, deftig, klinkt dat, hè? Maar, je begrijpt, ik moet daarvoor op de hoogte blijven en neus getrouwelijk de buitenlandsche bladen af, die in dit opzicht wel zeer up to date zijn. Snap je nu het geval?"
Waarachtig! Ze geloofden me, de schatten!
"Krijg je veel brieven?" vroegen ze geïnteresseerd.
"Ja, stapels! behalve van m'n Zeeuwsche vriendinnen, die zijn in het bezit van de goede lijn en hebben geen crêmes of watertjes noodig om hun perzik-huidjes gaaf te houden!"
"Gelukkige vrouwen!" zuchtten de veelgeplaagden.
E. B. B.
HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND
21 Maart. - Met Breeduitstra in het "gekroonde potlam", onder het genot van een kruidenbitter, gefilosofeerd over het wereldgebeuren, iederen dag leert een bewust levend mensch zoodoende. Daar heb je nu die landelijke onlusten in Zuid-Duitschland. Vroeger dacht ik, dat alleen de Beiersche bieren een sterk gistingsvermogen hadden, maar na diepzinnige uitlatingen van mijn vriend begreep ik, dat de Beiersche boeren daar ook vatbaar voor waren. Of er wisselwerking tusschen die twee dingen bestaan? Wie zal 't weten. Over 't algemeen, oreerde Breeduitstra, zijn opstanden van boeren niet gevaarlijk. Dat heeft Denemarken net weer geleerd. Door allerlei regeeringsplagerijen verbitterd, marcheerden 60.000 boeren, gewapend met hooivorken, sla-lepels en stinkbommen in den vorm van meststoffen, tegen de hoofdstad op. Groote ongerustheid in Kopenhagen. Burgers gilden om den staat van beleg. De regeering stond op het punt om redeloos te blijven, totdat een der hoflakeien, die van boerenafkomst was, zijn nerveusen monarch iets in zijn vorstelijk oor fluisterde. De koning lacht plotseling opgelucht; die lach werd overgenomen en voortgeplant als een sneeuwbalsysteem. De hoflakei kreeg gelijk, Kopenhagen heeft nooit de 60.000 woedende boeren binnen zijn muren gekregen; want ze moesten "melkerstijd" weer thuis wezen.
22 Maart. - Ze zeggen dat de Lente in het land is, maar er wordt tegenwoordig zooveel gekletst; eenige gereserveerdheid dient men wel in acht te nemen tegenover de verschillende beweringen. Ik bespeur althans niets van 't naderend voorjaar en Liesbeth, die toch zoo scherp ziet, evenmin. Ik heb de schoonmaakster althans weer moeten afzeggen. Den geheelen middag Krimp van Dulmen geholpen met een wingerd tegen zijn tuinhuisje op te leiden. Toen 't eindelijk klaar was, werd Krimp weggeroepen, van welke gelegenheid ik wilde gebruik maken om in het bedoelde tuinhuisje wat uit te blazen. Zag tot mijn ergernis overal spijkers door den wand steken. Bedacht me geen oogenblik en sloeg ze een voor een weg. Niets vind ik zoo slordig en gevaarlijk dan onnutte spijkerpunten in een huis. Krimp kondigde zijn terugkomst aan door een noodgeschrei; de wingerd bleek me zoowaar te zijn weggevallen. We snapten er niets van.
In den staat Michigan is een man wegens een reeks wangedragingen veroordeeld tot 99 jaar gevangenisstraf. Er was eerst levenslang tegen hem geëischt. Zijn familie heeft bepaald den rechter omgekocht.
23 Maart. - De wind heeft veel van zijn scherpte verloren. Ik heb op den Singel een kastanjeboom zien uitloopen. Terstond naar huis gegaan en de gort van M.... ik meen de Mei van Gorter gegrepen, Liesbeth
heeft Sientje berispt wegens herhaald gezang: "Als de Lente in het land komt, krijg ik schokjes in mijn kuiten, enz."
Vanmiddag Wybo geholpen aan 200 strafregels "Geestigheid ten koste van mijn leeraren is hoogst ongepast."
Die malligheid! Toen hij mijnheer Globin tegenkwam met een eekhoorn, had hij alleen gevraagd: is U bij het fanfare-korps? Wie dat nu geestige ongepastheid noemt, is ver heen!
24 Maart. - Liesbeth wilde morgen met de geheele familie en mij naar oom Chris in Vlissingen. Ik vond 't goed en stelde voor om, evenals anders, gedurende onze afwezigheid den sleutel bij de politie te brengen. "Weet ie dan niet, wat er in Groningen gebeurd is?" viel Liesbeth uit. "Wanneer je dat zou willen doen, mocht je eerst wel een inbraakverzekering gaan afsluiten"
Ben naar een verzekeringsagentuur gegaan en heb daar de situatie blootgelegd. "Ja hoor eens hier meneer" zei de kerel, "als u bepaald de sleutel bij de politie wil brengen dan passen wij er voor u een polis te geven. . .. hebt u dat gevalletje in Groningen dan niet gelezen?"
Aan Liesbeth verslag uitgebracht. "Uilskuiken, dan gaan we niet", riep ze woest. Heb het goedgevonden.
Vervolgens naar het politiebureau gestapt om te informeeren wat of dat Groningsche gevalletje toch eigenlijk was. "Scheer je weg", zei 'n inspecteur. Meer niet. 't Leven is lastig.
25 Maart. - Stemming thuis zeer gedrukt. Barometer gaat echter vooruit.
26 Maart. - Ochtendwandeling bestemd om den aanplant te bewonderen van jonge gemeente-ambtenaren; zoo noemen ze tegenwoordig de stedelijke boomen nota bene. 'n Aardig gezicht, die bezigheid. 't Bleken allemaal kastanjes. Die hebben ze genomen, hoorde ik van den opzichter, omdat de kweeker gegarandeerd heeft, dat die de iepziekte niet kregen. Gevraagd of ze de kastanje-ziekte niet op 't lijf konden halen. Daar had-ie nooit van gehoord; wel eens onpasselijk geweest van gepofte kastanjes, maar of dat een speciale ziekte was wist hij niet; toch leek mijn informatie hem te treffen.
27 Maart. - Op soos meende griffier Dorias zich verdienstelijk te maken met een boom op te zetten over den tocht van de Schuttevaer. Krimp vroeg waar ze het laatst gezien waren. "Bij de Braakman", brulde Breeduitstra. Die was goed!
MET HET SCHETSBOEK DOOR ZEELAND
Wat is het landschap in Zeeland toch afwisselend!
Hier groote uitgestrekte landerijen, vlak, eindeloos vlak, slechts hier en daar een nietig struikje, alsof het achteloos is neergeworpen, ginds zien we boomen, en nog eens boomen, een Bosch lijkt het wel.
Als we zoo naar dat bosch kijken, dan ontdekken we iets, dat weer eens typisch Zeeuwsch is. Hebt u wel eens opgemerkt hoe duidelijk, massief en zwaar, ik zou haast zeggen eerlijk, voorwerpen, boomen of struiken, zelfs op grooten afstand zichbaar zijn?
Niet vervagend in een waterigen nevel, zooals in Holland, ook niet schuilgaande achter nevels, zooals in Gelderland en andere boschrijke zandstreken, neen, open staat alles voor ons, zich duidelijk afstekend tegen de altijd wisselende wolkenluchten, soms bijna zwart op bonkend uit het verre groen der velden, maar altijd even massaal, even grootsch.
Het is of de afstand er door verkleind wordt, of we in tegenstelling met de andere streken, den horizon dichterbij zien, maar hoe het ook zij, het is iets typisch Zeeuwsch. BOB.
'T SCHAVOTJE DER LEZERS
J.C. V. te Den Haag. - Onze medewerker de heer Zijdewind, een op wachtgeld vergrijsd klein-stedelijk ambtenaar, is natuurlijk tijdens zijn bezoek aan Den Haag door het drukke verkeer en andere voor hem ongewone zaken, dermate in de war gebracht, dat hij een infanterie-officier voor een cavalerie-dito aanzag. Intusschen dank voor uwe ontwarring, waarvan we den heer Zijdewind inmiddels inzage gaven. De gevallen officier behoorde dus tot de voetgangers. Waarschijnlijk is zijn ros daarvan even hevig overtuigd geweest als u. Met het bekende noodlottige gevolg!