Ons Zeeland 1928, nummer 37

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE ZEEUWSCHE WEEK

Over een Tuinbouwtentoonstelling en over belangstelling der overheid ; waterleidingverbetering ; protesteerende schippers.

Zeeuwsch-Vlaanderen is voor den schrijver van deze overzichten een bijna al te rustig deel van ons gewest ; er gebeurt slechts zelden iets dat voor nadere bespreking onder de "Zeeuwsche week" in aanmerking komt. Daarom verheugt het ons des te meer, dat het thans de uitzondering is die eindelijk eens dezen regel gaat bevestigen. In de afgeloopen week toch had de meest Zuidelijke streek van onze provincie de aandacht van geheel Zeeland. Zaterdag n.l. werd te Schoondijke de tentoonstelling geopend, die georganiseerd is naar aanleiding van het gouden jubileum van de maatschappij tot bevordering van ooft- en tuinbouw in Zeeuwsch-Vlaanderen, en die een prachtig overzicht geeft van de plaats welke de tuinbouw momenteel aan den overkant inneemt.

Elders in ons blad wordt door een ter zake zeer deskundige op de beteekenis en op de toekomst van den tuinbouw in Zeeuwsch-Vlaanderen gewezen, zoodat we daarover hier gevoegelijk kunnen zwijgen. Wij hebben in deze rubriek het gebeuren daar ter plaatse vooral als buitenstaander te beschouwen. Dit doende valt het op, dat de tentoonstelling het resultaat is van het werk van een aantal flinke werkers in 't Zeeuwsch-Vlaamsche, van mannen die de nooden van hun gewest niet alleen begrijpen, doch die tevens al hun krachten inspannen om een oplossing voor het niet weinig moeilijke economische vraagstuk te vinden. Als resultaat van dit streven, als spiegel van den huidigen toestand, mede als toekomstbeeld is deze expositie voor ons vooral van belang.

De overige belangrijkheid ontleende ze o. a. aan de interesse welke haar van de autoriteiten ten deel viel. Bij de opening waren aanwezig Minister Kan, de sympathieke practische bewindsman, die meer tusschen de treinwielen dan op zijn departementalen stoel zit, de Commissaris der Koningin in onze provincie, die steeds weer levendige belangstelling voor al wat Zeeuwsch is, aan den dag legt, leden van Ged. Staten en tal van andere officieele personen, welke ieder bestuur van een tentoonstelling gaarne in zijn midden ziet. Schoondijke's expositie heeft de overheid naar Zeeuwsch-Vlaanderen doen komen en daarom heeft de tuinbouwtentoonstelling hare beteekenis voor het geheele gewest. Dit is gebleken toen Minister Kan de openingsplechtigheid had verricht en op de terugreis was in gezelschap van Jhr. Quarles van Ufford. De toestanden van Zeeuwsch-Vlaanderen hebben gedurende de reis de revue gepasseerd en verwacht kan worden dat een en ander niet zonder goede resultaten zal blijven. Minister Kan heeft de gelegenheid gehad zich van nabij van verschillende nooden te overtuigen (die welke hij niet zag, zullen hem wel door den Commissaris der Koningin zijn medegedeeld). En wat zet meer tot ingrijpen in slechte verhoudingen aan dan eigen overtuiging?

Den laatsten lijd gelukt het Zeeuwsch-Vlaanderen meermalen contact te krijgen met den Haag. Dat is goed, want wil men iets gedaan krijgen dan moet men de aandacht op zich gevestigd houden. In dit verband gezien, was de tuinbouwtentoonstelling te Schoondijke, niet alleeen voor den tuinbouw belangrijk.

x

Toen de paratyphus in Middelburg allerlei hygiënische voorschriften in het leven riep, o. a. den raad om het leidingwater voor het gebruik te koken, waren wij de eersten die er de aandacht op vestigden, dat de Middelburgsche waterleiding niet in orde was. We schreven : "Hare filtratie voldoet niet aan de bacteriologische eischen, het is niet onmogelijk, dat de paratyphus uit het leidingwater is voortgekomen",

De gezondheidscornmissie kon later, zij het dan in andere bewoordingen, (o. a. werd nog getracht door verkeerde weergave van ons schrijven te doen voorkomen alsof we geheel bezijden de waarheid waren) niet anders dan onze veronderstelling bevestigen. Thans bieden B. en W. aan den gemeenteraad een uitvoerig rapport aan, waarin plannen tot verbetering van de waterleiding zijn opgenomen. In het rapport wordt de mogelijkheid onder oogen gezien, dat Middelburg de drinkwatervoorziening voor geheel Walcheren ter hand zal nemen. Is dit het geval dan zullen de verbeteringswerken fl 137.000 kosten, terwijl verbetering van het drinkwater alleen voor Middelburg fl 122.000 zal vergen. B. en W. stellen voor tot het eerste te besluiten, dus om de waterleiding aldus te doen verbeteren, dat ze later voor geheel Walcheren geschikt kan worden gemaakt. We hopen dat de raad zich met het plan van het college van B. en W. zal kunnen vereenigen, want behalve onze hoofdstad hebben nagenoeg alle andere plaatsen op Walcheren behoefte aan zuiver drinkwater. Het is eigenlijk wel een beetje achterlijk, dat men nog zoover niet is. Achterlijk en schadelijk, vooral ook in verband met het steeds toenemend vreemdelingenverkeer.

Hoe de Middelburgsche raad evenwel beslist, te verwachten is dat althans aan de Middelburgsche watermisère (men heeft er daar altijd mee gesukkeld) een einde zal komen.

x

De Zeeuwsche schippers hebben 'n protest ingediend bij Ged. Staten tegen de havengelden, die na den oorlog in verschillende Zeeuwsche havens verhoogd zijn geworden. "Wij kunnen op deze wijze niet concurreeren", aldus de schippers, "tegen de andere vervoermiddelen, die door de subsidies welke zij van overheidswege genieten, lagere tarieven kunnen berekenen dan wij". Zij geven Ged. Staten in overweging evenals voor den oorlog een billijke verhouding te scheppen tusschen de huidige scheepsvrachten en de op te brengen havengelden.

De klacht der schippers is niet nieuw. Nog niet zoo heel lang geleden hebben we een en ander medegedeeld over de vermindering van inkomsten door middel van havengleden van verschillende Zuid-Bevelandsche gemeenten. De locaal-spoorweg daar ter plaatse heeft de taak van het schip grootendeels overgenomen.

Of lagere havengelden den ouden toestand weer in het leven zullen roepen en de schippers weer aan een voor-oorlogsche boterham zullen helpen ?

We gelooven het niet.

Onze tijd eischt snelverkeer en als dit tegen matige prijzen verkregen kan worden, dan schakelt de handel het schip uit.

Intusschen zijn we benieuwd naar het antwoord van Ged. Staten op bedoeld adres.

 

 

VAN EIGEN BODEM

Het drama in de pastorie of de

Predikantenmoord te Driewegen in 1687

(naar officieele bronnen bewerkt)

door J. BIJLO.

(Slot).

Nog dienzelf den dag werd het lijk door vier doctoren en chirurgijns geschouwd, welke het volgende advies uitbrachten:

"Op den 1en Augustus 1687 gevisiteert sijnde, bij ons onderschreven Medicina Doctores en Mr. Chirurgijns, door orde van de Ed. Mog. Heeren van 't Hof van Holland ten overstaan enz., het doode lichaam van Jacobus Cliever, hebben bevonden als volgt:

1e. Het hoofd gezwollen en seer blaau, doch voornamelijk achter de ooren en in de neck en liep uijt de mont en neus een bruijn root vogt met een gistende schuijm.

2e. De vingers en handen 't samen ingetrocken en waren de nagels van de voeten, dog voornamelijk van de handen seer blaau en vertoonden sig eenige blauwe plekken op verscheidene plaatsen van de huijt voornamelijk aan de Linkerzijde.

3e. Met de eerste snede in de huijt vloeide aanstonts en bruijn swart en verdorven bloet.

4e. De slockdarm was in sijn geheel en de maag als met een seer sterke wind seer opgespannen. Van

binnen in de maag en de 12-vingerige darm vond men omtrent twee en een half pint swart bruijn water of vogt, vermengd met een taije slijm en een aedelijke quantiteit roode aalbessen. Des maegs binnenste vlies was verandert en eenigsins vergaen, soodanig, dat daer op gedruckt of gewreven zijnde gemackelijk wiert afgeschaaft ; oock zag men na den kant van de bovenste mont van de maag wel meer als twintig bruijn roode vleckjes die sig als verdorven bloet vertoonden.

5e. De long was ten meerendeel blaau en lootverwig van kleur en deszelfs pijp met een schuimig water beset 't welk er overvloedig uitliep. Het hart was wel gestelt, doch in deszelfs holligheden een bruijn swart en verdorven bloet.

7e. De blaas was met een groote quantiteijt water uitgeset en seer opgespannen.

8e. De lever was natuurlijk gestelt en de galblaas met een natuurlijke quantiteit van gal voorsien.

9e. De milt, nieren en andere deelen waren wel gestelt, doch het bloet was overal bruijn swart en seer vloeibaar.

Alle welcke soo uiterlijke als innerlijke omstandigheden en teekenen wel overwogen en rijpelijk geëxamineert hebbende oordeelen gesamentlijk naast de meeste waarschijnlijckheijt, dat den overledene niet door een natuurlijken dood maer door een vergift is omgekomen.

Actum den Hage den 1 Augustus 1687.

Het Hof gaf bevel dat men het lichaam in een looden kist zou leggen tot tijd en wijle daarover gedisponeerd zou worden.

Bij het onderzoeken van het lijk vond men in zijn kleeren verborgen een scherp mes en een schaar, welke

werktuigen vermoedelijk hadden moeten dienen als het vergif zijn uitwerking had gemist.

De uitspraak van het vonnis volgde spoedig. Het Hof oordeelde hem schuldig aan den moord en gelastte dat het lijk op een horde van de poort zou gesleept worden naar het galgeveld en aldaar begraven, benevens verbeurdklaring van al zijne goederen.

Het vonnis werd ten uitvoer gebracht, hetgeen blijkt uit de volgende rekeningen :

Voor den Dominé de Cliever, die op de gevangenpoort is gestorven, gemaekt de doodkiste van 1 1/2 duims wagenschot ; voor hout en het kisten voor de knegts f 22,-

Memorij over de kosten omme de Cliever

te brengen van de voorpoorten van den Hove

naer het galgevelt buijten den Hage :

Voor de slee met hout en arbeijt - 7-10

De weduwe Mensart over de horde - 3 -

Jan en Dirk Cornelisse om de slee en de

horde bij te haelen, 't gat onder de galge te

maeken en de kist weder aen te vollen . .. . - 9-9

Voor den voerman Pieter Claessen, die hem

met twee paerden van de poort nae het galge-

velt gesleept heeft - 12-12

Jan Janse, molenaar, met sijn knecht om de

brugge te maeken over de sloot van 't galge-

veld en weder af te breken - 3-3

Ary Bos om alles te besorgen dat gemaakt

en gedaen en bij de hand was en daerop gepast - 9-9

Somma .... f 45-3

Een verzoek door de erfgenamen en familie te Middelburg om het lichaam ter aarde te mogen bestellen en zijn bezittingen te mogen aanvaarden, werd geweigerd.

Onderstaande deviezen zijn geschreven met een diamant op verscheidene wijnglazen in de castelenije van den Hove van Holland door J. de Clijver, gedurende sijne detentie aldaer ; in 't latijn, en in 't Hollandsch overgebracht.

1e glas.

Op hetzelve staat afgebeeld Christus aan het kruis.

Als Christus leidsman is,

Is wanhoop niet te vreezen.

Met onderteekening

J. d. Clijver.

2e glas.

Wat wezen heeft, 't zij hier of daer;

Wie schuldigh is wordt openbaer.

3e glas.

De dood betaelt ons alles al,

En is het eijnd van ongeval.

Op hetzelfde glas staat nog in Duitsch geschreven

"Vreest niet die het lichaam dooden" etc.

Is onderteijkent den 29 Juli 1687.

J. de Clijver.

4e glas.

Wie dat het zij, 't klein of groot,

Niemand gelukkigh voor sijn doot.

5e glas.

Die God bemint,

Sterft als een kint.

Hieronder stond :

O ! Solon, Solon.

Iets lager :

In de Castelenye.

6e glas.

In Christus is mijn leven in.

En sterven is mijn best gewin.

Den 29 Juli 1687.

J. de Clijver.

Dese voornoemden J. de Clijver, is op de Gevangenpoort doodt gevonden den eersten Augustus 1687.

In 's-Gravenhage, bij Pieter Perier, boekverkooper op de zael.

In een andere uitgave van de Devisen, door den zelfden boekverkooper, komt het volgende voor :

"Antwoort op de Devisen van J. de Clijver, ten tijde van sijne Detentie in de Castelenye, op eenige wijnglasen gesneden:

De Clijver: Als Christus Leijtsman is, is wanhoop niet te vreesen.

Antwoort : die dan in wanhoop sterft, sal sonder Christus wezen.

De Clijver: Wat wesen heeft, 't zij hier of daer. Wie schuldigh is wort openbaer.

Antwoort : Dat ghij dan schuldigh zijt is klaer.

De Clijver: De dood betaelt ons alles al. En is het eijnd van ongeval.

Antwoort : Voor die den Heere vreesen sal.

De Clijver: Vreest niet die 't Lichaam dooden.

Antwoort : Ghij vreest nochtans de straf der Goden.

De Clijver: Wie dat het zij, 't is kleijn of groot. Niemand geluckigh voor sijn doot.

Antwoort : Dit sprack een Heijden, doch't was mis. Een Christen noijt rampsaligh is.

De Clijver: Die God bemint Sterft als een kint.

Antwoort : Die God niet vreest. Sterft als een Beest.

De Clijver: O Solon, Solon!

Antwoort : O Clijver, Clijver

De Clijver. In Christus is mijn Leven in, En sterven is mijn best gewin.

Antwoort: Een mensch, die in sijn sonden sterft, Die Christus 't ware leven derft,

En God niet neemt in sijn genae, Dien is sijn Dood, ja 't leven schae.

 

TUINBOUW IN ZEEUWSCH-VLAANDEREN

We verzochten den heer C. M. van den Broecke, mede in verband met de tentoonstelling, die de vorige week te Schoondijke gehouden is, ons een artikel te doen toekomen over den tuinbouw in Zeeuwsch-Vlaanderen.

De heer v. d. Broecke schrijft ons thans:

Met zeer veel genoegen lees ik in uw schrijven, dat velen in Zeeuwsch-Vlaanderen, volgens uwe meening, prijs stellen van mijne hand iets te vernemen over de ontwikkeling van den tuinbouw.

Als pionier op tuinbouwgebied, heb ik aan den lijve gevoeld, hoe in de laatste jaren deze ontwikkeling is gegroeid, alle fouten heb ik en na mij de eerste voorloopers financieel gevoeld, alle moeilijkheden, die er te overwinnen waren, brachten mij zorgen mede. Doch als ik achter mij zie wat er in 10 jaren bereikt is, dan zeg ik: Wij gaan vooruit, de tuinbouw heeft haar plaats veroverd, de volgende 10 jaren zullen haar slechts vaster in het zadel zetten.

U vraagt mij een overzicht, ik zal u de ontwikkeling laten zien na den oorlog. Doch ik zou tekort doen, als ik niet even memoreerde de heer G. A. Vorsterman van Oyen, die vooruitziende in alles, reeds in 1878 de Maatschappij tot Bevordering van Ooft en Tuinbouw stichtte, waarvan wij vorige week te Schoondijke het 50-jarig bestaan vierden.

Oorspronkelijk is deze Maatschappij bedoeld, als een vereeniging van liefhebbers van bloemen en fruit, doch Van Oyen was een te groot organisator om niet verder te zien, en het reglement zóó ineen te zetten, dat er een plaats werd ingeruimd voor den tuinbouw als middel van bestaan.

Wanneer we de notulen van de eerste jaren nalezen, dan vinden wij daarin ook veel strijd. Lang heeft het geduurd voor Van Oyen de cursussen voor opleiding van snoeierspersoneel kon krijgen in een vorm, die nuttig was voor de streek. Doch de strijd is gewonnen en nog thans gaat er op Zuid-Beveland een roep over de leerlingen van die eerste cursussen. Enkele dezer leerlingen zijn thans rijk aan ervaringen van Zuid-Beveland terug gekomen en geven nu steun aan de ontwikkeling in ons gewest.

De oorlog had de Maatschappij vrijwel machteloos gemaakt, er konden geen tentoonstellingen gehouden worden, de cursussen verloopen en zoo vond ik deze vereeniging toen ik uit Wageningen kwam en mij zelf in deze streek vestigde. In een artikel destijds door mij geplaatst in het Algemeen Advertentieblad te Oostburg, meende ik de boeren te moeten wijzen op de veranderende conjunctuur. Ik schreef toen, er zal een tijd van inzinking komen, het landbouwbedrijf zal minder rendabel worden, dan zal de tijd komen om te overwegen, of tuinbouw, speciaal fruitteelt, niet op haar plaats zal zijn in ons gewest.

Ik liet het echter niet alleen bij woorden, doch door het aanleggen van een bedrijf, genaamd Fruitplantage Ceres te Aardenburg, wilde ik een voorbeeld geven aan de streek. Dit bedrijf was 17 gemet groot en kan genoemd worden : het eerste intensieve fruitbedrijf in West Zeeuwsch Vlaanderen.

Veel kreeg ik hierover te hooren, men verwachtte er niets van. Zeeuwsch-Vlaanderen was immers te afgelegen. Waar zou dat fruit naar toe moeten ? Ja, inderdaad, het was niet gemakkelijk, doch er moest een weg gevonden worden.

In 1919 kreeg ik navolging te Sluis en werd aangeplant de Fruitplantage Het Zwin, groot 13 gemet, waarvan ik thans directeur ben. Dit is een combinatie, waarin ook de voormannen zitten, der Maatschappij van Ooft en Tuinbouw.

Langzamerhand kwam het fruit en moest de weg gevonden worden. Aanvankelijk had ik geen bessen geplant, een fout die zich later heeft gewroken. Ook geen peren, daar een deskundige had afgeraden deze te zetten, vanwege een moeilijk transport. Ook deze aanwijzing voel ik thans als een fout, speciaal in een jaar als dit, dat er weinig appels en wel veel peren zijn!

Als secretaris van ooft en tuinbouw, stelde ik mij in verbinding met den directeur der Coöperatieve Tuinbouwveiling "de Z.-H. Eilanden" te Rotterdam. Het gevolg was, dat ik het eerste Zeeuwsch-Vlaamsche lid werd.; thans zijn er reeds 50 leden uit onze streek. De aanvoer had met vele moeilijkheden te kampen, thans zijn we zoo ver, dat het fruit voor 1 cent per K.G. in Rotterdam is. Des Zaterdags aangevoerd te Breskens, kan op Maandag in Rotterdam geveild worden. Uitstekend dus voor appels en peren.

Toen de fruitboomen grooter werden en de teelt van landbouwgewassen als tusschenbouw minder ging opleveren, voelde ik de behoefte aan sterkere intensiveering. Dat was ongeveer in 1922. Het bezwaar van velen, met wie ik hierover sprak, was alweer, den afzet. Zonder al weer te pessimistisch te zijn op dit punt, ging ik toen propaganda maken voor bessenteelt en gaf zelf het voorbeeld door 17 gemet vol te planten, te Aardenburg, in Sluis was intusschen ook 13 gemet als tusschenteelt geplant. Doch verder moest het gaan in Zeeuwsch-Vlaanderen en als secretaris van de Maatschappij trok ik er op uit, om speciaal de bessenteelt aan te moedigen voor den klein-grondbezitter. Waar in eigen bedrijf, met eigen krachten, veel werk kan gedaan worden, moet het een ideaal zijn, voor de groote gezinnen. Bessenteelt is een aanvulling van de landarbeiderswet.

Schoondijke gaf het voorbeeld. Eenige voormannen aldaar legden 1 gemet aan met bessen, aardbeien en frambozen. De resultaten waren prachtig. De demonstratietuin aldaar met de boekhouding mag gezien worden.

Toen de bessen begonnen te dragen, kwam echter de strijd. Was men aanvankelijk bang geen afzetgebied te kunnen vinden, spoedig bleek, dat er te veel wegen open waren. Er kwam verdeeldheid in het gilde. De een wilde veilen te Rotterdam, de ander te Goes, een derde te Vlissingen en weer anderen vestigden de aandacht op Zeebrugge. Iedere weg is te bewandelen, doch m.i. gaat het er om, waar het meeste te verdienen is. Men mag in dezen als organisatie niet dwingen. Het particulier initiatief dat in Zeeuwsch-Vlaanderen reeds veel heeft bewerkt, moet men niet in den weg staan. Anderen zijn het hiermee niet eens en meenen dat de organisatie wel dwingend moet optreden. Dit is nu het vraagstuk waarover we momenteel kibbelen, en daar ik een voorstander ben van vrij initiatief, meende ik, mijn plaats als secretaris der Maatschappij, teneinde verbrokkeling te voorkomen, beter te kunnen afstaan aan iemand die zelf geen bedrijf heeft.

Het ideaal voor Zeeuwsch-Vlaanderen is een eigen veiling, doch voor het zoover is, moet er nog veel en veel meer worden aangeplant. Intusschen blijft het zoeken en hierdoor krijgen de pioniers de klappen, die hun direct financieel treffen. De tijd om dwingend op te treden is voor Zeeuwsch-Vlaanderen nog niet gekomen.

Laat de Maatschappij zich hier buiten houden, doch slechts leiding geven bij rationeel teelt.

Een vraagstuk waarvoor men aanvankelijk nog stond, was de mogelijkheid voor frambozen- en aardbeienteelt. Twee gewassen, sterk aan bederf onderhevig.

Het proces van koud conserveeren ter plaatse, neemt echter dit bezwaar weg.

Te Aardenburg is opgericht de Fruit- en Conservenhandel Cadsandria, die dit jaar reeds de opbrengst van verscheidene gemeten heeft geconserveerd.

De practijk leert echter, dat het ook best mogelijk is, deze producten versch te verschepen naar Engeland. Het feit dat wij zoo gunstig zijn gelegen ten opzichte van Zeebrugge, waar vandaan één- of tweemaal per dag een Ferryboot vertrekt naar Harwich, meenemend tot 52 wagons, die zonder overlading alle Engelsche stations in 24 uur bereiken, deed mij laatst van een Engelschman hooren : "Maar mijnheer, u zit op het mooiste punt van Nederland." En dat is het zelfde Zeeuwsch-Vlaanderen, waarvan 10 jaar terug werd gezegd, tuinbouw is er niet mogelijk, het is te veel afgelegen.

Door het aanleggen van een proefveld op zandgrond, wilde ik aantoonen, dat ook aldaar de intensieve teelt van kleinfruit een bron van inkomsten zou kunnen worden. De proef slaagde uitstekend.

Een cursus te Eede gegeven door de Maatschappij deed de rest, en thans zien wij reeds kleine zandboertjes langzamerhand hun bedrijfje om zetten. Thans is een ervaren Hollandsche bollenkweeker bezig een bollenbedrijf van 28 H.A. aan te leggen op deze schrale gronden. Welke perspectieven openen zich thans voor deze streek.

Ook de Belgische badplaatsen gaan meer en meer groenten betrekken uit ons gewest. Handel vraagt naar geen grenzen. Zeeuwsch-Vlaanderen kan zich ook in deze richting ontplooien.

Door het aanleggen van de Ferryboot tusschen Breskens en Vlissingen is er al veel verbeterd voor het vervoer van fruit en groenten, ook is de Provincie reeds tegemoet gekomen in de tarieven. Voor Engeland blijft deze weg echter voorloopig nog te duur en omslachtig. Men moet niet vergeten, dat de kweeker of handelaar in Zeebrugge de wagon zelf laadt, die de ontvanger in Engeland zelf opent. Door compensatie in hare tarieven, en enkel daarin alleen, zal het voor "de Zeeland" mogelijk zijn de Zeeuwsch-Vlaamsche producten tot zich te trekken.

Zeeuwsch-Vlaanderen voelt Nederlandsch, Zeeuwsch Vlaanderen wil gaarne de blikken naar het Noorden richten, doch waar de strijd om het bestaan moeilijk is, waar de pioniers vele moeilijkheden hebben te overwinnen, is het niet te verwonderen, dat men den besten weg zoekt, die in dit geval ook nog den goedkoopsten is, n.l. de export via België. Het is onbillijk de Zeeuwsch Vlamingen hierdoor gebrek aan vaderlandsliefde te verwijten.

Jammer is het dat het zoo lang duurt voor de rasechte Cadzandsche boer eenige sympathie gaat voelen voor den landbouw. Wel is er al verbetering waar te nemen, de oorspronkelijke snoeicursussen van Van Oyen zijn veranderd in tuinbouwcursussen, waar ook reeds eenige boerenzoons komen, doch het gaat te langzaam.

Er wordt tegenwoordig in en over Zeeuwsch Vlaanderen gepraat, aan den eenen kant van werkloosheid, en zoekt men middelen voor emigratie, doch aan den anderen kant is er op bepaalde momenten een tekort aan arbeidskrachten. De verdeeling van arbeid deugt dus niet. De tuinbouw zou een machtige factor zijn om het economisch leven in deze streek in gezonde banen te leiden.

M.i. ligt hier een terrein braak zoo vol mogelijkheden, dat het wel niet anders kan of in de naaste toekomst zullen meerderen dit terrein betreden!

De tuinbouw heeft behoefte aan stoere werkers met hand en hoofd. Ik hoop dat het schrijven van dit artikel en de tentoonstelling te Schoondijke vele oogen zal openen tot welzijn van mijn geboortestreek.

 

TREFFERS EN POEDELS

Josephine Baker en wat daaromtrent was.

Overal ruzie,

hevige nijd,

Holland in herrie,

Holland in strijd.

niets wordt verzwegen,

niets wordt ontzien

voor 't pro en contra

van Josephien. -

Meters kolommen

staan in de krant

over de zeden,

over den trant.

Schaamteloos dansen,

niet naar gaan zien !

Reuze-reclame

voor Josephien. -

Moeder en spruiten

trekt het wel aan,

bedelen : Toe Pa,

laten we gaan. -

Néé, zegt-ie koppig,

'k wil ze niet zien.... .

's nachts brengt-ie bloemen

naar Josephien. -

Zonnige Zondag,

heet aan het strand,

duizenden liggen

naakt op het zand,

't Is eigenaardig,

vijf van de tien

hebben een hekel

aan Josephien. -

Eén zaak is teeder,

pijnlijk bepaald,

dat zijn de duiten

die men betaalt. -

't Kost een fortuintje

om haar te zien ;

't kon wèl wat minder

hoor Josephien. -

Duizenden komen,

duizenden gaan,

velen begrijpen

en zijn voldaan. -

't Is maar een smaakzaak,

'n gave misschien

om mee te voelen

met Josephien. -

WILLEM TELL II.

 

DE SCHELDE-ZENDER

Hallo, hallo........

Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-Zender........

Vindt u het interessant, te hooren

- dat de inwoners van Goes in den nacht van Zondag op Maandag door de brandklok werden geluid. Een garage, waarin 7 auto's, 5 motorrijwielen en 35 trapfietsen verbleven, brandde geheel uit.

- dat nabij de "Oranje-zon" bij het baden iemand verdronk, die werkzaam was aan de waterleiding.

- dat gedurende Augusus 187.924 Ierseksche oesters van domicilie veranderden.

- dat de brug van Tholen 15 Oct. a.s. voor het verkeer zal worden opengesteld.

- dat zoowel de Koningin als de Koningin-Moeder een bijdrage schonken voor het in Goes in te richten museum voor Zuid-Beveland.

- dat alle huismoeders in Schore dezer dagen een zegewensch over de bakkers hebben uitgesproken. De broodprijs kwam van 20 op 18 cent per 8 ons.

- dat in een der Zeeuwsche bladen een correspondent schreef : "Alhier is een raadsvergadering gehouden onder leiding van den burgemeester, waarin 10 leden tegenwoordig waren". Ik ga dien burgervader eens zien.

- dat een Middelburgsche firma 11 werknemers ontsloeg wegens slapte in het bedrijf, als gevolg van het weigeren om te werken aan "besmette" opdrachten van de "Schelde".

- dat Zuid-Beveland onveilig is gemaakt door een aantal zwervende zigeuners, die 's avonds in hun kamp luidruchtige feesten aanrichtten van de resultaten hunner verdachte dagtaken.

- dat de vorige week in Domburg het 15.000e bad genomen werd. Het hoogste aantal baden tot nu toe gedurende een seizoen genomen bedroeg 13,551 in 1926. Als het warm is doet de mensch al wat om ter been te blijven.

- dat uit de goederenloods van het Middelburgsche station 6500 eieren zonder achterlating van adres verdwenen. De politie onderzoekt wie abnormale voorkeur voor eitjes heeft.

- dat Zondag j.l. te Hengstdijk overleden is de wed. Betje Asselman, de oudste vrouw van Nederland, 1 Nov. a.s. zou zij 106 jaar geworden zijn.

- dat in Heinkenszand bij een varken vlekziekte geconstateerd is. Men vreest dat andere knorrepotten het voorbeeld zullen volgen.

- dat een Middelburgsche oom en een dito neef elkaar in de woning van den eerste te lijf gingen. Er werd vrij veel huisraad gedemonteerd alvorens de politie ter plaatse was.

- dat een aantal leden van de Goesche zwemclub "' Sas" slaagde voor het examen van den bond voor het redden van drenkelingen. We hopen, dat de Goesche ouders deze mededeeling niet ter kennis van hun spruiten zullen brengen.

- dat te Vlissingen op 72-jarigen leeftijd overleed de heer F. van der Velde, die tal van jaren directeur van de "Vlissingsche Courant" was.

- dat op de Middelburgsche gemeentebegrooting 1929 een bedrag ad fl 40.000 voor werkverschaffing en steunverleening voorkomt.

- dat de vergadering van de waterleidingmaatschappij voor Schouwen en Duiveland de vergunningsvoorwaarden, zooals die door Ged. Staten van Zeeland zijn ingezonden, aanvaard heeft.

- dat er twee muzikale jubilea herdacht werden in ons gewest. De heer C. Flipse was 25 jaren directeur van de harmonie "Apollo" aldaar, de heer F. Mannhardt 40 jaren lid van "Euphonia" te Goes.

- dat uit een arbeiderswoning te Eede op een middag een aantal gouden en zilveren sieraden werden ontvreemd.

- dat een 13-jarige knaap te Middelburg, die op een sleeperswagen was geklommen, onder de wielen geraakte. Zijn beide beenen werden versplinterd.

- dat nabij Walsoorden een Belgisch jacht strandde. Het jacht was ontvreemd. Een der daders kun tijdens een rustigen slaap gearresteerd worden.

- dat te Kapelle, op initiatief van de landbouwvereeniging, een huishoudcursus (voor meisjes) is opgericht.

Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........ Adieu ........

 

PRIKKELDRAAD

De stedeling heeft er een handje van zich een tikje superieur te gevoelen zoodra hij in aanraking komt met iemand die zijn boterham in den landbouw verdient. Dat is dwaas, heel erg dom, want de landbouwer is de kurk waarop wij drijven. Zonder den landbouwer konden wij, stedelingen, ons inpekelen. Bovendien zijn uit den landbouw en uit alles wat er mede verband houdt, steeds groote dingen voortgekomen en nog heden ten dage is het niet anders.

De nieuwste Maandag bracht het jongste bewijs. U heeft natuurlijk dien dag evenals ik, in het lijfblad gelezen, dat er bij Muiden Zondag zooiets als een vriendschappelijke slag is geleverd tusschen een aantal automobilisten en den baas van den tol van Muiden. De laatste wilde geld, en de eersten waren de meening toegedaan dat het heden ten dage geen zin meer heeft om middeleeuwsche cijns te heffen van den benzineridder die door het rijk etc. toch al zoo plat geperst wordt als een leeg sardine-blikje door een stoomtramlocomotief. "We zullen tegen de tolheffing protesteeren," besloten een aantal auto-eigenaren, en wel dermate, dat de tolbaas machteloos zal staan. Aldus geschiedde. Ze kwamen voor den tolboom rijden en deden alsof ze de vragende hand van den tolgaarder niet opmerkten. De vraag om cijns werd beantwoord met de stellige verzekering dat men het vertikte. "Dan gaat de boom niet op," besloot de man van den tol.

"Bestig," oordeelden de kar-tuffers. "Wij hebben den tijd." De weigeraars bleven rustig voor den neergelaten boom wachten. Spoedig echter kwamen op den drukken verkeersweg nog meer auto's en aangezien de eerste niet passeeren mochten, kon niemand verder. Binnen een kwartiertje stond een file van circa 700 auto's voor den tol te parkeeren. Om kort te gaan : het slot van het liedje was, dat de gaarder de vlag moest strijken, dat is hier : den boom moest halen, en dat honderden auto's zonder losgeld de middeleeuwsche versperring konden nemen.

De demonstratie was uitnemend gelukt.

U zult vragen wat de landbouw hiermede te maken heeft. Dat komt nog. Of liever, laat ik het 1, 2, 3 zeggen. De aanvoerder van de demonstratie was de heer Floris V(os) uit Bussum, de directeur van de model-boerderij "Oud-Bussem", iemand die even goede melk als aardige glossen en origineele denkbeelden aan den man kan brengen. Van den landbouw ging het initiatief tot den slag bij Muiden uit.

Aangezien we hier in een landbouwstreek leven in we ons bovendien nog wel een enkele overheids-dwaasheid permitteeren, kan de slag van den Bussummer landbouw-Floris wellicht tot voorbeeld strekken. Ik denk aan de electriciteits-kwestie waarmede we nog steeds modderen, en die we, ondanks alle geschrijf en alle rekwesten, niet tot een oplossing weten te brengen.

Zou in dit geval een demonstratie, afgestemd op die van Floris Vos (die toch ook weet wat een koe waard is) niet de uitkomst zijn ?

In het najaar vergaderen de provinciale staten in de hoofdstad.

Moèten we er niet heen ? Met z'n honderden, neen, met z'n duizenden, allen gewapend met een electrische zaklantaarn ? En moèten onze voormannen in de statenzaal, zoodra het electrische lamplicht daar de papieren verlicht, niet de lampen uit draaien en vragen : "Hoe zou het jullie bevallen als jullie, evenals wij, van de moderne verlichting verstoken waren ?

Ik meen van wel !

Welke groote landbouw-man gaat onze herder worden in het najaar? Welke Floris II zal hier zijn getrouwen om zich verzamelen ?

Niemand voor ?

Pfff.... ffft........ sssst. Ik denk over een retourtje Bussum voor ruggespraak.

 

HET JOURNAAL VAN PHILEMON ZIJDEWIND

5 Sept. Mijn ex-ambtelijk hart klopt hoog in mijn boezem. Neen het is 't nazomertje niet, dat met Juligloed September in het zonnetje zet, maar wel het antwoord van den minister van financiën op een der vragen van het Kamerlid Boissevain inzake toepassing van de Pensioenwet, uit welk antwoord blijkt, dat voor afdoening van de ongeveer 70.000 aanvragen tot inkoop van diensttijd voor pensioen, 45 ambtenaren gedurende 6 jaren hebben gearbeid, zoodat het nu toch vastgehamerd is in de statistiek, dat elke ambtenaar iederen dag één aanvraag afwerkte. O wee, wanneer ze mij nu weer aan 't lijf komen met de lasterlijke bewering, dat mijn ex-collega's niets uitvoeren.... dan sigaren en kaas, zoo ze zich naar 't buitenland begeven.

6 Sept. - Wegens vergaderingbezoek van Liesbeth en uitgaansdag van Sientje, moest ik hedenavond oppassen. Voor tijdverdrijf een grijs haartje met inkt donker gemaakt en daarna in foto-album gebladerd. Mijn oog is daarbij gevallen op het vergeelde portret van mijn oom Judocus, die zoo'n prachtige carrière bij de artillerie zou gemaakt kunnen hebben, indien hij niet op een avond met een kist dynamiet op zijn nek had geloopen, waarvan de inhoud ontplofte. Sindsdien wordt oom Judocus vermist.

Jossie was zeer neerslachtig. Nam me in vertrouwen. Hij wenschte dat-ie Kees Kolebijn was. "Waarom toch jongen", informeerde ik, "Kees zit op school veel lager dan jij, hij heeft buitengewoon leelijk rood haar en hij ziet er altijd even smerig uit",

"Nou ja!" viel Jossie uit, "maar niemand kan zoo prachtig z'n ooren bewegen".

Ondoorgrondelijke kinderpsyche

7 Sept. - Wederom 'n zomersche dag ! Met de vrienden heerlijke wandeling gemaakt en in "Het varken met de sirene" de Volkenbondsvergadering besproken. Groote oneenigheid en heftige twist over de kwestie, welke staatsman het meest voor den vrede gedaan heeft. Toen Krimp en de postdirecteur elkaar ongeveer naar het leven stonden, kwam de candidaat-notaris Zwellegman binnenstrompelen met een omzwachtelden enkel. Daar de gesprekken zwegen en onze oogen vraagteekens werden, nam de invalide ons in vertrouwen. "Ik ben vrijgezel", begon hij, "en meende niemand rekenschap schuldig te zijn omtrent mijn gedrag. Ik had slechts één levensregel, n.l. dezen,dat het verkeerd was om nuchter naar bed te gaan. Maar tenslotte ontmoette ik een vriend, die mij bezwoer dat ik onbehoorlijk leefde en mij wist te bewegen, dat ik den drankduivel zijn congé gaf. Gisteravond betrad ik dan mijn eenzame vertrekken, voor de eerste maal nuchter, doch toen ik de kamerdeur opende, beet m'n eigen hond me".

We hebben gezamenlijk geschreid.

8 Sept. - Eenige uren in den zonneschijn gefietst om Minister Kan te zien, die heden Zeeland bezocht.

Na veel inspanning succes gehad. Het hoofddeksel van Z. Excellentie was wederom weggewaaid. Het is bepaald gemakkelijker om een koninkrijk dan om je eigen te behoeden. De terugreis schoot slecht op. Ik had den dorst tot metgezel en herhaalde pogingen om dien kwijt te raken, hadden slechts weinig resultaat.

9 Sept. - Mevrouw Wezelkramp is op visite geweest met twee hondjes. Bijzonder lief, noemde Liesbeth ze, maar dit was vóórdat ze een gat in de overgordijnen gebeten hadden ; daarna ben ik gaan wandelen. Op de kade een scène gezien om nooit te vergeten. Een polderjongen had hooggaande ruzie met een burgerjongenheer. 't Hoogtepunt van het drama was 't moment waarop de polderjongen zijn waterlaars uittrok en zijn voornemen te kennen gaf om zijn tegenstander daarmede op zijn melkmuil te slaan. Gelukkig kwam er toen een ambtenaar van de Warenwet, die dit met een bekeuring verhinderde.

10 Sept. - Kruidenierscongres in Schuttershof. Rumoerige vergaderingen. Zware protesten tegen de toenemende vermechaniseering van het bedrijf, waardoor de eigenwaarde der neringdoenden zienderoogen daalt.

Vroeger lagen overal de winkeliers veel gewicht in de schaal, maar tegenwoordig, met die snelwegers, kwam daar een eind aan. In een motie aangedrongen op een staatscommissie.

11 Sept. - Op de soos letterkundige herfstlezing door griffier Dorias. Met veel gevoel droeg dit verdienstelijk lid een fragment voor uit Hendrik Poesliefs meesterwerk: "De wrekende vuistslag". We zagen den armen Petrus Pukman zoo voor ons staan en we leefden geheel mee met zijn vele rampen. Hoe verheugden we ons niet toen hij eindelijk als stadsaanplakker brood kon winnen voor zijn gezin, maar ach hoe schrijnde het ook, toen de stakker direct daarop ontslagen werd, omdat hij de waarschuwing : "Past op voor de zakkenrollers," tegen een bankinstelling bevestigd had. 't Was zeer mooi !