Ons Zeeland 1928, nummer 41

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

SPORT IN "ONS ZEELAND"

 

In Zeeland, zoo luidt de algemeene klacht (en deze is gemotiveerd) wordt door de pers zoo goed als geen aandacht besteed aan de provinciale sport-prestaties.

Deze klacht zal spoedig niet meer vernomen worden "Ons Zeeland" heeft n.l. besloten iedere week de sport-prestaties der Zeeuwen te volgen en daarover verslag uit te brengen. We hebben aan ons blad verbonden een zeer bekend sportsman, die reeds geruimen tijd in Zeeland woont en die, te beginnen met het volgende nummer, iedere week zijn meening over het gepresteerde zal geven, beschouwingen zal leveren, wenken en inzichten kenbaar zal maken, enz. Kortom, in "Ons Zeeland" zal voortaan de Zeeuwsche sport door een insider zoodanig onder de loupe worden genomen, dat iedere sportsman in de provincie naar "Ons Zeeland" zal grijpen.

De overige lezers, die zich minder voor sport interesseeren, behoeven evenwel niet ongerust te zijn dat de sport andere rubrieken zal verdringen.

"Ons Zeeland" zal n.l. binnenkort wederom met 4 pagina's worden uitgebreid.

DE ZEEUWSCHE WEEK

De fouten van het Vlissingsche Gasthuis; Goes nog steeds zonder electriciteit ; van de waterleiding op Schouwen en over een schandaaltje.

Het Gasthuis te Vlissingen, dat tijdens den duur van de bekende ziekenhuiskwestie nog al eens over de tong gegaan is, heeft dezer dagen opnieuw de belangstelling van Vlissingen en omstreken tot zich getrokken, en wel door een schrijven van Dr. A. C. Duyvis, voormalig directeur van het Gasthuis, aan het gemeentebestuur.

In dit schrijven worden de fouten, die het Gasthuis aankleven onomwonden ter kennis gebracht. Gezegd wordt dat het gebouw nooit gebouwd werd voor het doel, dat men er aan gegeven heeft, dat lekken op zolder, zalen en gangen herhaalde malen voorkomt, dat de ligging in het drukke stadsgedeelte, in een volken kinderrijke buurt, een groote hinderpaal is voor de rust, welke zoo hoog noodig is. Vervolgens schrijft Dr. Duyvis, dat door den slechten bouw elke voetstap op de bovenverdieping beneden te hooren is ; dat bij harden wind deuren en ramen, die slecht sluiten, klepperen ; dat er geen goede gelegenheid is voor isolatie van patiënten, die voor andere patienten hinderlijk zijn, en voor geesteszieken. De licht- en luchttoetreding zijn gebrekkig, centrale verwarming ontbreekt nog steeds ; eveneens een lift, en één badkamer voor 50 tot 60 patiënten is veel te weinig. De operatiekamer is te klein en voldoet evenmin als de Röntgeninrichting. Ook de verblijven van het verplegend personeel voldoen niet aan bescheiden wenschen. Voorts wijst hij nog op de bezwaren van het verbonden zijn van een ziekeninrichting aan een oude mannen- en vrouwenhuis. De schrijver meent, dat moet worden overgegaan tot den bouw van een op de meest eenvoudige leest geschoeid nieuw ziekenhuis op het daarvoor reeds beschikbare terrein.

Zooals men ziet : een heele lijst van klachten, die besloten wordt met het middel, dat de klachten uit de wereld kan helpen. Dr. Duyvis is niet de eerste de beste ; uit hoofde van zijn vroegere positie mag men hem beschouwen als iemand, alleszins tot oordeelen bevoegd.

We zijn benieuwd of de raad van Vlissingen een gewillig oor aan zijn schrijven zal leenen en of men in de eerste toekomst de ziekenhuiskwestie - die destijds onvolledig werd afgedaan - opnieuw aan de orde zal stellen.

We kunnen begrijpen, dat de raad tegen de uitgave van een niet gering bedrag voor den bouw van een nieuw ziekenhuis op ziet, doch o. i. mag hier de zuinigheid de wijsheid niet bedriegen.

Een ziekenhuis, dat niet voldoet aan de eerste eischen, kan meer kwaad stichten dan een ziekenhuis, dat er niet is, en daarom zouden we durven adviseeren : "laat het Gasthuis verdwijnen en brengt de patiënten in het R. K. Ziekenhuis te Vlissingen en in het Gasthuis te Middelburg onder, of.... geeft gehoor aan den wensch, in het rapport van Dr. Duyvis vervat.

Vlissingen mag, wat de ziekenhuiskwestie betreft, wel eens de oogen laten gaan naar Zuid-Beveland, dat al meer dan een jaar over twee zeer modern geoutilleerde verpleeginrichtingen beschikt.

x

Zoo gelukkig Zuid-Beveland reilt met zijn ziekenhuizen, zoo onfortuinlijk zeilt het met de electriciteit. Wederom zijn er eenige maanden na de jongste bijeenkomst der provinciale staten (waarin in beginsel besloten werd de middengroep te electrificeeren) gestorven en nog bemerkt men in de Bevelanden niets van een ernstige poging om er electriciteit te brengen. We moeten zeggen: "Het loopt toch wel de spuigaten uit, dat gesukkel der P.Z.E.M." Konden de onderhandelingen van de Société Anonyme te Vlissingen nu waarlijk niet eens wat bespoedigd worden ?

De middengroep voelt zich opnieuw deerlijk door de P.Z.E.M. teleurgesteld.

O.a. blijkt dit uit het adres dat dezer dagen aan verschillende overheidsinstellingen en aan de pers verzonden is door het comité van actie inzake de electrificatie van Goes.

Het comité heeft zich in het adres zeer zacht uitgedrukt, doch ondanks deze bescheidenheid krijgt men toch den indruk, dat Goes tot het uiterste geprikkeld is. Elf jaren heeft men de inwoners van de ganzestad aan het lijntje worden gehouden en nog steeds heeft dit lijntje niet afgedaan.

Heeren van de P.Z.E.M., laat toch eindelijk de schuchtere handelspolitiek eens varen en brengt de middengroep de elektriciteit. En ziet ge daar geen kans toe, welnu, laat dan het vooruitstrevende stadje Goes de zaak zelf opknappen.

x

Na veel strijd heeft de waterleiding in Schouwen- Duiveland gezegevierd, met uitzondering van te Renesse en Haamstede. En op deze twee uitzonderingen vormt Renesse weer een uitzondering door te elfder ure te besluiten om toch mee te doen.... maar op zekere voorwaarden. 't Is namelijk na eindeloos geharrewar en zeeziekmakend gewurm, gelukt om in den raad van dit dorpje een besluit te doen aannemen, waarmee ook voormalige hardkoppige tegenstanders zich konden vereenigen. Renesse wenscht nu waterleiding zonder verplichte aansluiting voor zijn ingezetenen, doch is bereid de garantie te stellen. De Raad van Beheer kan zich hiermee genadig vereenigen, maar maakt bezwaar tegen de tarieven die Renesse wil heffen. Was de Raad van Renesse nu maar zoo slim geweest om over die tarieven (waar de Raad van Beheer niets mee heeft te maken) te zwijgen, dan was de zaak al lang gezond geweest.

Maar eenerzijds is de Raad van Renesse nu eenmaal niet slim, geniet zelfs een zekere reputatie, als de Raad van Schöppenstadt en Krähwinkel, en anderzijds is de Raad van Beheer niet bijster ruimdenkend, zoodat het nog wel een tijdje duren kan voor één van de twee toegeeft.

x

De vorige week werden de rustige ingezetenen van het rustige Schouwen onzacht wakker geschud door de ontdekking van een groot zedenschandaal te Serooskerke. Door het krachtige optreden van den uiterst bekwamen burgemeester J. Schooff, is in een ongelooflijk korten tijd een ongelooflijk aantal zondaars van her en der door de politie bij den kraag gevat. Men mompelt reeds van een zestigtal en nog steeds wast de stroom. 't Is merkwaardig na te gaan welke, overigens brave lieden, door vrouwe Venus in haar netten verstrikt blijken te zijn. De spanning, die in deze dagen heerscht onder zeker soort Schouwenaars, moet wel zoo ongeveer gelijk zijn aan die onder de gas-directeuren van het vorige jaar.

 

 

UIT EEN JEUGD

Herinneringen aan Zeeland

door

JAN R. TH. CAMPERT.

Inleiding.

Het is een goede, gedegen gewoonte van al of niet bekende lieden om, wanneer zij eenmaal op een leefzijn gekomen, dat werken voor hen een licht en aangenaam tijdverdrijf is, de vele, traag-voorbijstroomende, dagelijksche uren zoo goed en zoo kwaad als het gaat, althans gedeeltelijk te wijden aan het te boek stellen van hunne herinneringen.

In dit gebaar schuilt een sympathiek element, afgezien nog van het feit, af deze memoires voor een later geslacht van belang kunnen zijn. Maar voor het laatst grijpt de ouderdom terug naar den droom der jeugd, voor het laatst wordt een leven weer opnieuw geleefd.

Wanneer ik een inbreuk maak op deze geheiligde traditie, is dit niet omdat mijn ijdelheid dusdanige afmetingen zou aangenomen hebben, dat ik de luttele feiten en voorvallen van zulk een overwegend belang acht om hen in druk te bewaren, Mijn eenige reden luidt: aan den tijd die nog zoo kort achter mij ligt en aan het land, Zeeland, waar ik hem doorbracht, heb ik mijn hart verpand. En wie garandeert mij dat, wanneer ik eenmaal de 6 of 7 kruisjes ben gepasseerd, ik nog zulk een scherp en helder beeld heb bewaard aan de voorbije jaren.... ?

Naar de vlakke domeinen, naar de heldere, matelooze luchten, naar het geheim der eeuwige zee word ik telkens weer getrokken en onze ontmoeting is altijd èven teeder. Verliefder dan ooit zwerf ik dan voor enkele dagen langs de smalle wegen, door de kleine, vriendelijke dorpen en ik drink mij een roes aan de zomersche weelde, die nergens uitbundiger bloeit dan in mijn "zee-omgorde tuin", in Walcheren....

Herinneringen, herinneringen zonder tal, worden in mij wakker en nemen mijn hart volkomen en onvoorwaardelijk in beslag. Tot de dagen voorbij zijn....

Van deze herinneringen, van mijn liefde voor het Zeeuwsche land, wil ik U hier gaan verhalen. Het zal wellicht een ietwat zonderling en onsamenhangend geheel worden, maar van één ding zult gij mij zeker nièt kunnen beschuldigen, en het zal U mij voorzeker véél doen vergeven, n.l. dat het mij ontbreekt aan een diepe genegenheid voor dit land van U en van mij.

1.

Het is heelemaal geen mooi dorp en het bezit eigenlijk heel weinig wat het voor den vreemdeling aantrekkelijk maakt en tòch.... tòch zou ik het voor geen ander willen ruilen.

Achter den breeden, statigen dijk ligt Westkapelle klein en verscholen met z'n weinig rechte straten. Temidden van de lieflijkheid van het Walchersche landschap doet het welhaast een beetje nuchter aan. Het heeft iets zakelijks, want een voortdurende waakzaamheid werd er in den loop der jaren een heerschend element.

Ik ben er jong geweest, ik heb er gespeeld en geravod, gedroomd en alles doorstaan, wat de jeugd nu eenmaal te doorstaan heeft en daarom, dáárom kan ik er geen kwaad van hooren.

Als het aandoenlijk Walchersche stoomtrammetje mij aflevert, heb ik al van Zoutelande af uit het raam gehangen en hoe grooter de forsche vuurtoren z'n contouren teekent tegen den hemel, hoe verheugder ik word. Als ik langs den smallen straatweg, recht het dorp door naar den dijk loop, is het mij of er geen vertrouwder plaats ter wereld bestaat en als ik van af den dijk plotseling, wijd en oneindig, de zee voer mij zie uitgespiegeld, dan ben ik volmaakt gelukkig.

Groot is Westkappel niet. Het verheugt zich in het bezit van één rechte, lange dorpsstraat, waarlangs de lage huizen geschaard staan, en daaromheen voeren zijstraten na een niet al te lange wandeling mij al heel vlug tusschen de weiden en akkers.

En ik geloof eigenlijk, dat het wel een héél leelijk dorp is : het bezit geen oude, veilige hofsteden, geen hooge, schaduwende boomen, geen oude, prachtige kerk.... het heeft alleen den dijk, den vuurtoren en zijn bewoners. Maar wat doet het er toe ? ! Er zijn ter wereld kleinere paradijzen en.... een kinderhand is gauw gevuld.

De droom van elke jeugd kon ook daar gedroomd worden, zoo goed als zij gedroomd kan worden in de grauwe sloppen en armzalige stegen van een fabrieksstad en.... bèter zelfs. Ik weet ervan mee te praten.

Er was een bewaarschool en elk ouder-paar dat zich respecteerde zond er z'n spruiten heen. Vermoedelijk niet alléén uit zelf-respect.... en als ik mij goed bezin zie ik mij nog zitten op de lage, lange banken : matrozen-pakje tusschen het plechtige zwart der boerenjongens en de fleurige dracht der meisjes. De veel oudere dorpsgenoote, die de orde moest bewaren, prentte er met de eerste beginselen der kennis een respectabele hoeveelheid Bijbelsche geschiedenis in. Het strekt haar tot eere, er werd geen beter boek ter wereld ooit geschreven. Maar het zal ons licht vergeven worden dat onze aandacht en onze verlangens menigmaal een andere vlucht namen ; naar buiten, de straat op, "nèh den diek of de dune". . . . waar ben je anders vier jaar voor ?

Het leven heeft mij sindsdien vele spannende momenten bezorgd, maar hoe schamel en nietig worden zij wanneer ik hen vergelijk bij het beroemde "pitje"-spel uit die jonge jaren. Den juisten naam van het edele vermaak, dat wij belangrijker achtten dan het gansche boek van Job en Ruth tesamen, ben ik, ik moet het schaamtevol bekennen, vergeten. Maar het verloop kunnen al de casino's en speelbanken van Biarritz, Ostende, Deauville en Monaco mij niet doen vergeten!

Graaf een kuiltje in het zand dicht tegen den muur aan, sta op een paar pas afstand, zorg dat je zakken flink gevuld zijn met bruine boonen en een der opwindendste spelen die ik ken, kan aangevangen worden. Wie in een bepaald aantal worpen het grootst aantal boonen in het "pitje" weet te mikken, kan de geworpen boonen der andere mededingers triomfantelijk in z'n zak steken.

Wij waren er aan verslaafd ! En de uren na schooltijd werden met vreugde aan dit sensationeele spel verkwist. Een mensch verandert weinig : "pitje" om bruine boonen, poker om een hooge inzet.... waar is het verschil ?

Ik moet tot mijn schande bekennen, dat mijn bedrevenheid niet groot was.... en geregeld zag ik mijn groote voorraden als sneeuw voor de zon slinken. Máár : de provisie-kast thuis was er goed voor !

Er waren ándere vermaken.... Krabben vangen en "kreukels" zoeken bleken geliefd. Als de eb intrad kwamen de lage, groen-bewierde steenen glooiingen van den dijk bloot. Tusschen de tallooze opgeworpen, bonkige steenen schuifelden onhandig, maar soms-verrassend-snel, de krabben weg. Krabben-vangen was een sport en méér dan een sport : een kunst.

Er behoorde allereerst een zekere behendigheid toe om op de verraderlijk-gladde steenen te blijven staan, dan kon je, als je liefde voor het vak had ten minste, in één oogopslag zien : tusschen dat groepje steenen zit er één. Waar je dat aan zag, zal voor mij wel altijd een onopgelost probleem blijven, je voelde het, intuïtie, maar de dieren, die er voorzeker niets voor voelden om, eenmaal gekookt, ons gehemelte te mogen streelen, slopen weg, gleden weg door de onmogelijk-kleinste gaten en hoeken èn.... hun scharen knepen hard en pijnlijk. Met één greep aan de beide achtertengels vatten.... het was de éénige manier....

De leeg-gegeten scharen werden als jacht-tropheeën bewaard : "Die van mien is vèe' grooter !" Sindsdien hoor ik de fantastische verhalen van jagers en visschers met een begrijpenden glimlach aan.

 

DE SCHELDE-ZENDER

Hallo. hallo.......

Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-Zender..........

Vindt u het interessant, te hooren

- dat in Sas van Gent roodvonk geconstateerd is. Acht gezinnen zijn aangetast, sterfgevallen kwamen tot nu toe nog niet voor.

- dat de ambtenaar van het O. M. der Middelburgsche rechtbank een boete ad fl 120.000 eischte tegen iemand, die bij het smokkelen van spiritus onder Hansweert werd aangehouden.

- dat B. en W. van Vlissingen zullen nagaan in hoeverre er aanleiding is tot het oprichten van een zwemschool, welke met subsidie door particulieren zou kunnen worden geëxploiteerd.

- dat de tweede middenstandstentoonstelling in de Scheldestad in de afgeloopen week zeer veel bezoekers trok. De afwezigheid der jaarlijksche kermis was daar wellicht niet vreemd aan.

- dat de bouw van een watertoren te Zierikzee voor fl 126.000 opgedragen is aan een bouwonderneming uit Breda.

- dat Ged. Staten een onderhoud hadden met de permanente ambtelijke vlascommissie over den opbouw van Zeeuwsch-Vlaanderen. Men was de meening toegedaan, dat de pogingen om de landarbeiderswet toe te passen, krachtig dienen te worden voortgezet.

- dat de voormalige appelstroopfabriek te Goes, die al jaren leeg stond, aangekocht is door de coöp. melkfabriek te 's-Heer Arendskerke. In de gebouwen zal binnen afzienbaren tijd dus het eerste Zuid-Bevelandsche zuivelbedrijf van eenigen omvang in werking treden. Dit bericht zal liefhebbers van fabrieksboter, vooral in verband met hetgeen den laatsten tijd over boerenboter bekend werd, deugd doen.

- dat te Groede iemand voor zijn woning, tot grooten schrik, een afgeknapten draad van de electrische leiding zag hangen. Hij was echter zoo slim, de 220 volt, welke in zijn bereik lagen, met rust te laten. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor.

- dat het college van B. en W. te Vlissingen niets voelt voor een dansverbod. In de Vlissingsche openbare dansgelegenheden doen zich volgens dat college geen buitensporigheden voor, die tot het nemen van maatregelen aanleiding zouden kunnen geven.

- dat in Biggekerke een landbouwerschuur een prooi der vlammen werd. Dank zij een aantal actieve brandblusschers, kon het huis naast de schuur behouden worden.

- dat de politie te Terneuzen een minderjarig knaapje opving, hetwelk de veilige ouderlijke woning te 's Heerenhoek ontloopen was. Het trekvogeltje werd aan het betreffende huisnummer te 's Heerenhoek afgeleverd.

- dat nabij Sluiskil, onder de gemeente Axel, drie hofsteden aangekocht zouden zijn voor industrieele doeleinden. Wat gaat men er mee beginnen ?

- dat de in ons vorig nummer vermelde maatregelen voor de mosselkweekers volgens den voorzitter van den bond van Zeeuwsche mosselkweekers in de toekomst zal leiden tot een betere productieverdeeling. Overproductie, waaraan de mosselcultuur in de laatste jaren te gronde ging, zal voorkomen kunnen worden.

- dat in Goes de laatste weken nogal eens electrische lantaarns en dynamo's van onbeheerd staande rijwielen met de Noorderzon verdwijnen.

- dat Minister de Geer geen plannen heeft om de 13 pachters van schelpdier-visscherij-perceelen, te Bruinisse, die wegens het niet-betalen van de pachtsommen zijn gedagvaard, kwijtschelding van hunne schuld aan het rijk te verleenen. Anderen betalen hun pacht ook, aldus de Minister, en vrijstelling zou t. o. v. de betalenden onbillijk zijn.

- dat de vorige week door storing in een kabel heel wat telefoongesprekken tuschen inwoners van Zeeland en elders wonenden in het honderd liepen. Gelukkig dat alle Zeeuwsche plaatsen toen nog geen vloekverbod hadden. !

- dat thans Koewacht een zedenmisdrijf opgeleverd heeft. Wie van de gemeenten?

- dat de vorige week Zondag op Maandag door het bijzonder hooge tij op Noord-Beveland de dam van den Soelekerkepolder op verschillende plaatsen bezweek. Ettelijke kipkarren nam het water als slachtoffers mede.

- dat de veerboot tusschen Veere en Kamperland een dezer dagen op een zandrug liep. Na 3 uur gedwongen rust kon de boot, bemand met 9 angstige heeren en twee niet andere dames de reis voortzetten.

- dat ondanks het voorkomen van paratyphus in Middelburg het leidingwater volgens B. en W. niet gekookt behoeft te worden. We vernemen dat niemand zulks trouwens van plan was.

- dat bij den inspecteur der directe belastingen te Zierikzee eventjes fl 1387,77 aan gewetensgeld binnen kwam.

- dat de openstelling van het post- en telegraafkantoor te Breskens voorshands niet wordt beperkt.

- dat de provinciale staten van ons gewest Dinsdag 30 October in vergadering bijeen zullen komen,

- dat Zondagnacht onder 's Heer Arendskerke door eenige burgers een man werd aangehouden, die in Adamskostuum over den openbaren weg wandelde. De politie te Goes ontdekte, dat de aangehoudene Duitscher en krankzinnig was. Zijn kleeren werden langs den weg gevonden.

- dat ook dit jaar, als steeds, het einde van den zomertijd veel te vroeg kwam.

- dat gedurende September ruim 2 millioen oesters uit Ierseke verzonden zijn. Engeland nam 1.802.700 stuks af. Nederland slechts 104.763 exemplaren.

- dat de veel besproken motorveerboot tijdens den jongsten storm niet in de vaart was. Zulks echter niet uit hoofde van vrees (hetgeen booze tongen beweren), doch uit hoofde van schoonmaak. Zelfs een ferryboot ontkomt niet aan het laatste.

- dat in een gemeenteraadsvergadering te IJzendijke de stemmen staakten over het voorstel om niet te voldoen aan het verzoek tot een officieele ontvangst van de feestcommissie voor een winkelweek. Opgemerkt werd, dat de winkeliers door het opvoeren der prijzen er zelf de schuld van zijn, dat zoovelen in België koopen.

- dat aan de Goesche veiling een fruitkweeker voor 700 K.G. appelen fl 425 ontving.

- dat de douanebeambten te Hansweert in een schip, "Neeltje" geheeten, 1800 L, Belgische spiritus ontdekten. De eigenaar vaan "Neeltje", die het geestrijke vocht onder de lading steen verborgen had, werd het sigaartje.

- dat het 5 Oct. j.l. 350 jaar geleden was, dat in de Groote Kerk te Goes voor het eerst de Gereformeerde leer gepredikt werd.

- dat de in October in werking getreden Ziekenhuisvereeniging voor Walcheren al 10.786 leden telt.

- dat te Zoutelande aanspoelde het lijk van een ongeveer 30-jarig onbekend manspersoon.

- dat het hoofdbestuur van Schuttevaer aan den Minister van Marine verzocht heeft het vaarwater tusschen Brouwershaven en het Krammer te doen verlichten.

- dat dezer dagen te Middelburg een begin is gemaakt met den bouw van het veilingsgebouw der veilingsvereeniging "Walcheren".

- dat op de Donderdagen tusschen 14 April en einde September 30.099 touristen van Breskens naar Vlissingen werden overgezet.. Of de Middelburgsche markt ook nog trekt !

Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag.......... Adieu ..........

 

HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND

3 October. - Hedenmorgen aan de ontbijttafel met eenige welgekozen woorden herinnerd aan het ontzet van Leiden, dat vandaag aldaar gevierd wordt door een kostbare verlichting van de stad en het uitreiken van wat haring en brood aan de armen.

Jossie vroeg weetgierig waarom ze dit laatste deden en aangezien ik nog al goed thuis ben in de historie, kon ik hem direct antwoorden, dat gedurende voornoemd beleg de burgemeester zeer slecht voor de armen was ; hij stelde o.a. voor om die bij 't klimmen des hongers op te peuzelen. Zoover kwam het gelukkig niet, doch het scheelde maar 'n haartje, en om nu goed te maken aan de armen, wat men destijds aan hen misdeed, is die historische uitdeeling van spijzen op touw gezet.

Sientje begon luid te lachen en zei frank en vrij, dat burgemeester van der Werf zijn eigen armen ter consumptie had aangeboden.

Ik heb haar daarop de kamer uitgestuurd. Mij deerde haar grap wel niet, maar voor de kinderen, die geen ernst van luim kunnen onderscheiden, zouden dergelijke praatjes een funeste uitwerking kunnen hebben op 't terrein van hun historie-kennis, om dan nog te zwijgen over den eerbied voor huns vaders prestige.

4 October. - Den Albanischen heerscher gaat het niet naar den vleeze, vertelde mijn barbier. Hij heeft al weer een samenzweering moeten onderdrukken en elf schuldigen ter dood doen brengen. Als hij niet wat zuiniger met zijn onderdanen kan zijn, staat het te vreezen, dat hij er evenals ik, slechts twee over houdt. Dat zou jammer voor den man zijn. Ik mag dien Achmed Zogoe wel. Voorbeeld van bescheidenheid. In het klein begonnen. Laatst op de soos vertelde ze nog, dat hij, in afwachting van voorspoediger tijden, expres de "d" achter zijn naam vandaan gelaten had. Komt er echter niet heel vlug 'n kentering, dan zal het wel Achmed Zoslecht worden.

5 October. - Niets op deze aard van bestendigen aard. Vanmorgen toen ik uit het venster keek, zag ik dat we nachtvorst hadden gehad ; wat later ontdekte ik in 't park 't eerste winterkoninkje. En na al deze mijn monarchale neiging zoo zeer streelende ervaringen, kom ik Breeduitstra tegen. Hij grijnsde en knipoogde. Ik keek verbaasd. "Ga door," riep-ie tartend, doe nu maar niet, of je van den prins geen kwaad weet.... Nicolaas van Roemenië is ook op hol.... de laatste mooie !"

Ik ben schreiend naar huis gewankeld. Met bevende handen een pen gegrepen en voor het beproefde Roemeensche hof een abonnement op "de Prins" besteld. Die fijngevoeligheid van mij, zal daar wel gewaardeerd worden.

6 October. - Ik heb altijd gedacht dat ik lui was of beter, de buitenwereld heeft mij net zoo lang arbeidsschuwheid verweten, dat ik er in ben gaan gelooven en berusten, maar wanneer je eens naar anderen omziet, dan word je zoo waar nog over je zelf tevreden.

Daar kom ik vanmorgen den adjunct-commies van het stadhuis tegen. Nu is 't altijd verstandig om tegen deze ambtenaren vriendelijk te zijn, want anders merken ze ie zoogenaamd niet op, wanneer je ongelukkigerwijze een boodschap op de secretarie hebt, en daarom dopte ik diep. Dat stemde hem zoo mild, dat hij 'n praatje tegen me maakte. Ook liet hij me een handjevol steenen pijpen zien. Die had hij gehaald voor den gemeente-secretaris. M'n gezicht werd 'n vraagteeken. "Ziet u," zei hij, "wanneer zulke pijpen uit je mond vallen, dan heb je ze niet op te rapen. Ik heb nu ook steenen pijpen aangeschaft.

7 October. - De zomertijd is ten einde. Gelukkig ! Ik ben 't met den Hekelingschen temmer van den Nederlandschen leeuw volkomen eens, dat dit gehansworst met onze klokken te gecompliceerd wordt voor onze eenvoudige boeren, burgers en buitenlui. De vorige week b.v. maalde het 's morgens voor achten reeds in m'n hoofd. Blikte je uit 't venster, dan zag je witbevroren daken en je dacht aan den wintertijd ; keek je op je horloge, dan ontwaarde je zomertijd en aanschouwde je den kalender, dan bemerkte je herfsttijd. Wat moet je dan eigenlijk gelooven ?

8 October. Van Puffelen, de oudste inwoner onzer stad, 98 jaar, is van de trap gevallen. De vereeniging voor vreemdelingenverkeer en de consul van "Hendrick de Keijser" hebben de leiding bij het ongeval. Met veel moeite heb ik mij toegang weten te verschaffen tot den ouden heer. Wat was die man verdrietig ! De dokter, die de hoofdwond verbonden had, verzekerde wel dat het ongeval geen noodlottige gevolgen zou hebben, maar van Puffelen vond het verschrikkelijk, dat hij zijn heele leven met een litteeken moest loopen.

9 October. - Op de soos verbaasde ons de gasdirecteur door eenige verbluffende kunstjes met de kaart. 't Leek wel of hij iemands gedachten kon raden. Griffier Dorias werd er schuw van. Krimp van Dulmen, die onderzoeken wilde of 's mans gaven ook op ander gebied zoo buitengewoon werkten. reikte zijn sigarenkoker uit zijn jaszak en riep : "Wanneer je zegt, hoeveel er in zitten, dan krijg je ze allebei."

"Twee !" zei de gasdirecteur en 't was ook zoo. De avond verliep in gedrukte stemming. Dat was ook slimmigheid om er bang van te worden.

 

TREFFERS EN POEDELS

EEN VROUW.

Yearning.

Een vrouw kan zeer bekoorlijk zijn

door met wat smaak te leven,

haar kleed, haar gang, haar schoen, haar groet,

kan haar distinctie geven, -

Een vrouw is als een zonnestraal

in menschenland geboren ;

een vrouw behoeft niet mooi te zijn

om mannen te bekoren. -

Een vrouw kan zeer onreed'lijk zijn

voor wien bij haar moet blijven ;

ze kan, als zij hem standjes maakt

reusachtig overdrijven. -

En 't is frappant, dezelfde fout,

die hij dan af moet leeren,

kan hij bij haar (al zegt hij 't niet)

geregeld constateeren. -

Een vrouw kan fijngevoelig zijn,

wat mannen vaak niet weten,

een compliment dat werd verzuimd,

een groet die werd vergeten.

In druk gewoel, maar zonder hèm

kan zij zich eenzaam wanen,

een zoet parfum van souvenir

veroorzaakt haar soms tranen ....

Een vrouw kan de bewaarster zijn

van hare zielsgeheimen,

van eigen leed, dat niemand weet,

doch haar het hart kan vlijmen.

Zij kan, als haar het hart ook breekt

een lied der blijheid zingen,

een vrouw kan een gedichtje zijn

van onbegrepen dingen ....

WILLEM TELL II

 

PRIKKELDRAAD

Plagen, iemand.... (vul den naam in van een zeer gevreesde besmettelijke ziekte en plaats achter de laatste letter van het vier-letterige woord : en), een tijdje treiteren, een persoontje boven op de kast helpen.... al deze bezigheden vind ik zoo nu en dan zeer amusant. Maar. . . . 't moet z'n grenzen hebben. Als men altijd op hetzelfde aambeeld hamert, als men steeds weer denzelfden vriend laat hooren dat bij nog steeds dat eene belachelijkheidje oftewel psychisch mankementje niet den baas is, dan wordt men èn lichtelijk vervelend en meestal wreed. En zeer zeker getuige het van een blauwbaarderig karakter, als men bij het plagend treiteren al maar uit het verleden put, als men iemand vandaag de verdachte reputatie toekent welke hij eergisteren - laten we zeggen - genoot.

Dat is bepaald heel, heel leelijk en in enkele voorbeelden hoop ik u dat aan te toonen.

Gesteld dat u morgen een vriend ontmoet, die 10 jaar geleden bezweek voor de onweerstaanbare verleidingen, uitgaande van een modieus heeren-overjasje, in een openlucht-étalage van een streng kleermaker, welke zwakheid hij kort na zijn val boette met een half-jarig verblijf in de rijks-inrichting, ook wel nor geheeten. Het toeval wil dat uw vriend enkele dagen voor de ontmoeting met u, een nieuwe overjas gekocht heeft, die hem werkelijk als geschilderd zit. Dit valt u natuurlijk op en via het inderdaad keurige kleedingstuk bereiken uw gedachten het tijdstip, waarop 10 jaar geleden uw vriend zich eenigen tijd uit het maatschappelijk verkeer terug trok.

Veronderstel dat u heel wreed is, dat u in den kring uwer bekenden bekend staat als iemand die de pijnlijkste dingen zegt als u meent humor te lanceeren.... neem op den koop daarbij dat u den vriend in kwestie niet luchten of zien kunt....

Dan....

Dan zullen bij de ontmoeting nog niet de woorden: "Sjonge, kerel, wat heb jij een schat van een overjas aan (knipoogje), zeker een bar-dure...... over uwe lippen komen.

En nog minder zult ge, als een derde vriend (die zich niets van de vlek op het verleden herinnert) zich bij u beiden voegt en enthousiast uitroept : "Wat een keurige jas draag je", u geroepen gevoelen te verklaren : "Ja, maar hij heeft 'm betaald hoor en niet gejat."

Tot zulk een beschuldigende excuse, tot zulk een wreede grap zoudt ge waarlijk niet komen.

Voorbeeld nummertje twee.

Laten we aannemen, dat het de P.Z.E.M. heden over precies 50 jaren juist gelukt is de geheeld provincie van electriciteit te voorzien. (Misschien aarzelt ge me op deze - ik geef toe wel zeer fantastische - vlucht te volgen, maar laat de verzekering dat de wonderen de wereld niet uit zijn, u ter aanmoediging strekken). Over een halve eeuw behoort ge tot de gepensioneerde kopstukken der provincie en als zoodanig zult ge u geroepen gevoelen het bestuur der P.Z.E.M. in een enthousiaste rede te huldigen voor de puike resultaten door haar bereikt. Ge zult in uw prachtige rede natuurlijk gewagen van de overwonnen moeilijkheden, waarschijnlijk van de appreciatie van de bevolking, voorts is het niet buiten gesloten dat ge met de vrijmoedigheid, gepensioneerde voormannen eigen, den ernst van uw hulde zult lardeeren met een weinigje humor.

Maar. .

Maar welke Uw mentaliteit ook zij, ge zult toch nooit de fout begaan de aanwezigen te herinneren aan het jaar 1928, in welk jaar de pessimisten onder de Zeeuwen het vermoeden opperden, dat de P.Z.E.M. wellicht nooit tot uitvoering harer plannen zou geraken.

En nog minder zult ge verklaren : "Het licht dat we nu hebben is heusch en waarachtig door de P.Z.E.M. geleverd en niet door anderen."

Nietwaar.... zulks doet men niet. Alles heeft zijn grenzen, men moet kunnen vergeten en als men niet vergeten kan dan moet men in ieder geval kunnen zwijgen.

Daarom heeft het mij ten zeerste geërgerd, dat onze eertijds beruchte motorveerboot "Koningin Wilhelmina" telkens weer in het licht der publieke belangstelling wordt gestuurd. Dezer dagen nog geschiedde zulks. Toen de motorveerboot tijdens den storm niet uitgevaren was (er lag een andere boot in den dienst) maakte een der provinciale bladen van de afwezigheid der "Koningin Wilhelmina" gewag. Niets bijzonders natuurlijk dit bericht, de pers is er voor om haar lezers op de hoogte te houden.

Een dag. nadat het bericht verschenen was las ik in een ander blad de mededeeling : "Men gelieve uit het nieuwtje van courant zus -en zoo geen verkeerde gevolgtrekkingen te maken. De boot voer niet omdat ie niet bestand zou zijn tegen een storm, maar omdat ie schoongemaakt moest worden".

Zooals gezegd, ik kan humor, zelfs in een dagblad waardeeren, maar ook daar moet de humor grenzen hebben.

Bij het lezen van de toelichting op het onschuldige berichtje van het eerste blad schoot alle lezers vanzelf te binnen : "Deksels ja, dat is waar ook, die ferryboot.... daar heeft destijds een leelijk luchtje aan gezeten".

En dat is voor die boot, die al genoeg geplaagd is, lang niet prettig.