Ons Zeeland 1928, nummer 46

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE ZEEUWSCHE WEEK

Over kermis en volksfeesten ; Zeeuwsche schilders in Amsterdam; klachten over een veerdienst, over een conflict en de haven te Zierikzee.

De Zeeuwen hebben hun land door jarenlangen, harden arbeid op de zee veroverd. En toen het land eenmaal veroverd was, begon het eigenlijke werk pas. Want er is geen enkele streek zoo welvarend, dat de dagelijksche behoeften aan de boomen groeien, zonder dat men er moeite voor hoeft te doen. Werken bleef dus het parool ; en de dagen volgen elkaar in sombere eentonigheid : de zomer volgt den winter en de winter weer den zomer,

Is het dan een wonder, dat de Zeeuw zich zijn feestdagen niet laat ontnemen ? Is het een wonder, dat de hier en daar afgeschafte kermissen weer opnieuw zijn ingevoerd ? Immers, neen. Want men moet de kermis, en over het algemeen de volksfeesten niet zien als een ontspanning die dikwijls aanleiding geeft tot uitspattingen en ongeregeldheden, maar als een noodzakelijkheid, die geëischt wordt door maandenlangen arbeid, zonder onderbreking.

De kermis toont ons het volk, dat zich voor een paar dagen uit zijn stramme werkhouding heeft opgericht, om zich in een feestroes te storten, die een heilzaam middel is tegen de eentonigheid van den arbeid en de verveling, die het gevolg is van de weinige afwisseling in de gebeurtenissen van het dorpsleven. Geen spek en ham, maar zoetekoek, gerookte paling en wafels. Geen stijfheid van dagenlang werk op de velden, maar herwonnen lenigheid door den goeden, ouden boerendans. Het heele dagelijksche sleurleven voor een paar avonden buiten de deur gezet, om zich geheel te geven aan uren van dans en spel.

Maar we hooren al : Dronkenschap, vechtpartijen, oneerbaarheid, en wat niet al.

Zeker, zeker, dat is allemaal waar. Maar, het is zooals de Brabantsche publicist van Duinkerken in zijn "Verdediging van Carnaval" gezegd heeft : wie excessen erkent, erkent ook een norm.

En er is een norm. De feestelijkheden kunnen binnen bepaalde grenzen worden gehouden ; scherper politietoezicht, verbod van alcohol, enz. Maar het feest zelf afschaffen : neen.

De tendenz tot afschaffing is echter bij velen aanwezig. Men denkt dat het heel gemakkelijk is, een dergelijk feest buiten de gemeentegrenzen te bannen, maar men vergeet, dat dergelijke oeroude volksfeesten, die zoo nauw samenhangen met de heele traditie van een volk, niet door een simpele wetsbepaling onschadelijk te maken zijn. De kermis is een noodzakelijkheid ; men kan haar verbannen, maar de volksgeest, de bruisende levenslust, die één keer per jaar tot uiting komt, zal op andere wijze zich een uitweg zoeken.

Dan krijgt men ontduikingen, zooals dat veelal gebeurt, of verplaatsing van de pret naar een andere gemeente, die minder bekrompen inzichten heeft en juist dán wordt de kermis een gevaar, omdat controle en beperking dán niet mogelijk zijn.

De Zeeuwsche kermis moet blijven, en zal ook blijven, zoolang in Zeeland de traditie heerscht. En zoolang de goede oude kermisliedjes niet vergeten zijn, die men altijd en overal weer opnieuw hoort:

Veruit Mina, veruit Mina,

't Is kerremis in Breda, ja, ja,

Veruit Mina, veruit Mina,

't Is kerremis in Breda.

'k Geef er nie om, al gae je nae een ander,

'k Geef er nie om, al kom je nooit mee vrom.

 

MEDEDEELING.

Onlangs hebben we wederom een uitbreiding van "Ons Zeeland" in uitzicht gesteld. Welnu, deze staat thans te gebeuren.

TE BEGINNEN MET HET VOLGEND NUMMER ZAL "ONS ZEELAND" VOORTAAN 24 INPLAATS VAN 20 PAGINA'S BEVATTEN.

Aan den bekenden inhoud voegen we reeds dadelijk een rubriek toe, waarin een deskundige wenken en raadgevingen zal verstrekken voor de VERZORGING VAN KAMERPLANTEN EN VOOR HET KWEEKEN VAN BLOEMEN ENZ. IN KLEINE TUINEN. Over andere rubrieken zijn de onderhandelingen nog gaande.

DE NIEUWE SPORTRUBRIEK, sedert enkele weken "in werking", heeft ons reeds menige instemming bezorgd, zoodat we vermoeden, door de uitbreiding van "Ons Zeeland" nog meer kringen te bereiken dan weleer.

En zoo moet het ook. Op den duur zal "Ons Zeeland" het veelzijdige familie-blad van alle Zeeuwen worden, een periodiek, dat voor een ieder iets biedt en dat iederen Vrijdag met vreugde in alle Zeeuwsche gezinnen begroet wordt.

AAN DEZE MEDEDEELING WILLEN WE NOG TOEVOEGEN, DAT DEZER DAGEN WEDEROM EEN GROOTE PRIJSVRAAG VOOR ONZE ABONNE'S IN ZEE GAAT. DEELNEMERS AAN DEZE PUZZLE HEBBEN KANS OP EEN PRIJS VAN fl 100.- EN TIEN PRIJZEN VAN fl 10,-,

TE BEGINNEN MET 1 JANUARI ZAL VOORTS IN IEDER NUMMER EEN PUZZLE VOORKOMEN, WAARAAN EEN PRIJS AD fl 10.- VERBONDEN ZAL ZIJN.

Zeiden we te veel, toen we onlangs aankondigden, dat er nieuwe groote attracties van "Ons Zeeland" uit zouden gaan ?

 

 

Eenige Zeeuwsche schilders, die en bloc zelden tot een expositie buiten de provincie komen, hebben thans in Amsterdam, in het stedelijk museum, een tentoonstelling gearrangeerd. Zaterdagmiddag is de tentoonstelling door den Amsterdamschen wethouder voor kunstzaken, de heer Th. M. Ketelaar, officieel geopend. Men kan er zich over verheugen, dat de Zeeuwsche schilders den weg naar de hoofdstad gevonden hebben en dat ze in Amsterdam voor eenigen tijd een brokje Zeeland brachten. Te betreuren evenwel is het, dat de geëxposeerde werken slechts het oeuvre van vier Zeeuwsche kunstenaars vertegenwoordigen, n.l. van G. Bergsma, Ger. Jacobs, R. Schönberg en mevr. H. Hendrix. De Amsterdammers moeten zich dus niet voorstellen, dat ze na een bezoek aan de tentoonstelling een overzicht hebben van hetgeen in Zeeland op schildergebied gepresteerd wordt. Ze zien slechts een tikje van dat alles. Hoe komt het toch, dat niet meer Zeeuwsche schilders hun stukken naar de hoofdstad zonden ? Stond de kunstkring het "Zuiden" buiten de expositie-plannen of voelden slechts enkele leden er voor ? Of is de kunstkring een instituut zonder eenige samenwerking ?

Wellicht kan een onzer lezers op deze vragen een antwoord geven.

We vinden het prachtig, dat de vier genoemde artisten tot de expositie in Amsterdam besloten, doch we moeten hier toch constateeren, dat zij niet, zooals in sommige bladen werd voorgesteld, de geheele Zeeuwsche schilderkunst representeeren. We hopen, dat onze schilders op de een of andere wijze nog eens tot een gezamenlijke en flinke tentoonstelling in de grootste steden van het land zullen komen.

x

In een ingezonden stuk in een der Zeeuwsche bladen is er dezer dagen nog eens de aandacht op gevestigd, dat de bediening van het veer tusschen Zuid- en Noord-Beveland nog wel wat te wenschen overlaat. Zooals men zich wellicht herinnert, hebben ook wij daarvan destijds al eens een en ander ter kennis gebracht. Het gaat thans om het navolgende. Een passagier wilde in den avond gebruik maken van de gelegenheid om zich tegen verhoogd tarief te doen overzetten van Wolphaartsdijk naar Kortgene. De slapende veerman had er evenwel geen zin in, had een uitvlucht en verwees den laten reiziger naar een schipper, wiens schuit in de haven lag. Dank zij de vriendelijkheid van dezen, kon de reiziger den overkant bereiken.

We kunnen natuurlijk niet voor de waarheid van het in het ingezonden schrijven medegedeelde instaan, doch gezien de vele bestaande klachten over de bediening van het veer, achten we het hier gesignaleerde geval geenszins onmogelijk.

Het zal in ieder geval aanbeveling verdienen, de zaak te onderzoeken. Het zou toch al te dwaas zijn, dat de Noord-Bevelanders na een vroeg sluitingsuur practisch niets meer aan hun dure veer zouden hebben. Wanneer zal door Ged. Staten deze verbinding eindelijk eens wat gemoderniseerd worden ?

x

Als we dit schrijven is nog niet bekend of het hangende conflict tusschen de werknemers en de werkgevers (de volgorde is niet willekeurig) aan de suikerfabriek te Sas van Gent opgelost zal worden, of dat het toch tot een staking zal komen. Misschien gelukt het den rijksbemiddelaar Woensdag de partijen tot elkaar te brengen. 't Is te hopen, want aan een arbeids-conflict is in Zeeuwsch-Vlaanderen, waar de bevolking om arbeid roept, waarlijk geen behoefte.

Mag men de berichten gelooven, dan belooft de kwestie met een sisser af te loopen. Tusschen de arbeiders zou n.l. niet die saamhoorigheid bestaan, welke onlangs de staking aan de "Schelde" voor de werknemers tot eenig succes voerde.

Op de fabriek werken circa 400 arbeiders, waarvan er negentig zijn georganiseerd in R. K. of moderne vakbonden. De ongeorganiseerden zullen meer dan waarschijnlijk niet staken, terwijl zelfs een gedeelte van de wel georganiseerde arbeiders het niet met hun leiders eens schijnen te zijn inzake deze staking en wellicht ook niet aan de staking zullen deelnemen. De bietenlossers zullen blijven doorwerken en zullen in geen geval het werk willen neerleggen. Dit schijnt zijn oorzaak te vinden in het feit, dat in een vorige campagne deze ploegen eens wilden staken, doch niet gesteund werden door de werklieden van binnen de fabriek en waarom de bietenlossers ook thans niet zullen medewerken. Van directiezijde is inmiddels bekend gemaakt, dat in geval van staking het z.g. voorkeursysteem voor Hollandsche werkkrachten, dat vooral op deze fabriek werd toegepast, zal worden geannuleerd. Hieruit is te besluiten, dat onmiddellijk Belgische arbeiders te werk zullen worden gesteld.

Wellicht zal het zoover niet komen. Als dit nummer verschijnt, behoort het conflict misschien weer tot het verleden.

x

De Zierikzeesche haven is de laatste jaren een tikje in ongenade gevallen. Verschillende transporten, welke vroeger over Zierikzee liepen, zijn langzamerhand verplaatst naar Zijpe. Dit is voor de hoofdstad van de Noordgroep geenszins prettig, want een druk havenverkeer bezorgt een stad en de inwoners over het algemeen nog al eenige inkomsten. De schippers betalen eerstens havengelden, verder verteren ze, doen inkoopen, de lossers der schepen verdienen een loon.... enz. Een drukke haven is voor iedere plaats een weldaad. De Zierikzeeërs zijn over de concurrenten van Zijpe dan ook absoluut niet gesticht.

Maar is Zierikzee aan de verplaatsing van het havenverkeer ten deele niet zelf debet ? Heeft het stadsbestuur al het mogelijke gedaan om de haven aantrekkelijk voor de scheepvaart te maken ?

We gelooven dat het antwoord op de laatste vraag ontkennend mag luiden. In een der jongste gemeenteraadsvergaderingen is n.l. nog van een flinke verbetering der haven afgezien.

Als het nog niet te laat is om de begane fout te herstellen, geven we de havenverbetering alsnog in overweging. Want als Zierikzee hare haven niet in orde brengt, zien we na afzienbaren tijd de scheepvaart zich zoo goed als geheel naar elders verplaatsen.

In dezen tijd speelt traditie niet meer de rol, die zij voor 50 jaren de hare kon noemen. Men vraagt thans : "Welke gelegenheid is de meest geschikte en de voordeeligste ?" Als men in 1928 mee wil, moet men niet concurreeren met oude rechten, doch met geschiktheid.

 

VAN EIGEN BODEM

'T LAND VAN D'OVERKANT

door

LEO VAN BREEN.

I.

Men heeft mij eens gezegd: Zeeland, dat zijn eigenlijk alleen Walcheren en Zuid-Beveland. Het zal niemand verbazen, dat de bedoelde spreker geen Zeeuw was. Bedenkelijker is het dan ook, dat vele Zeeuwen dit ook zoo schijnen te zien, al komen zij daar niet rond voor uit. Niet dat ik daar direkt positieve bewijzen voor heb, maar het feit dat zoo weinigen van de bewoners der centrale eilanden de andere plegen te bezoeken, zegt veel, zoo niet alles. Nu is het zeker waar, dat de verbindingen niet al te best zijn, maar aan den anderen kant, een boottocht naar Zeeuwsch-Vlaanderen of Schouwen is toch in den zomer een genot, waarvoor men gaarne het ongemak van de koffiemolenachtige trammetjes op den koop toe neemt. Bovendien : waarom toch eigenlijk altijd dat schimpen op de onderlinge verbindingen der eilanden ? Zooals deze nu zijn, zal het wel altijd blijven; men is nu eenmaal aangewezen op een bootverbinding. Hoogstens kan er nog eens een extra-dienst worden ingevoegd (het aantal diensten is zeker nog te klein), maar daarbij zal het dan wel blijven. En over de booten van den provincialen dienst zal men toch niet anders dan met lof kunnen spreken (de geruchtmakende zeewaardigheid kan hier buiten beschouwing blijven). Zoo is een plezierreisje naar Zeeuwsch-Vlaanderen of Schouwen zeer goed te verwezenlijken, en wat meer zegt : het is ook de moeite waard. In dit artikeltje wil ik alleen spreken over Zeeuwsch-Vlaanderen, omdat ik mijn indrukken van dit land juist weer heb opgefrischt.

Is het Hollandsch, Zeeuwsch- Vlaamsch ? Men stuit hierbij op verwarrende feiten. Als men met de boot in Walsoorden aankomt, merkt men haast niet, dat men niet meer in de Bevelanden is. Maar het "Vlaamsche" komt hier om een hoekje kijken in den vorm van prijs en kwaliteit van een kop koffie.

We stijgen in het wankele stoomtrammetje, dat ons naar Hulst zal brengen. Het landschap brengt niet veel verandering. Het is als dat in den "zak" van Zuid-Beveland ; alleen wat kaler en schijnbaar ook droger. Opmerkelijk is de veel voorkomende vlasbouw. Maar niet Zuid-Bevelandsch toch is het type der huizen en hofsteden. Hier bemerkt men al dadelijk den Vlaamschen invloed. En dit wordt een voldongen feit, wanneer men door de volgende dorpen rijdt.... kroeg naast kroeg. De eenige trek die deze dorpen met sommige Zuid-Bevelandsche gemeen hebben, is de aanwezigheid van de befaamde één-raamssnoepwinkeltjes. Toch is dit hier niet zoo erg als b.v. in Noord-Beveland, waar ik in één dorp eens 52 van dergelijke winkeltjes telde. Alles maakt een welvarenden indruk ; wat de geboortevermindering en de klompentragedie wel in een eenigszins ander daglicht plaatst.

Ja, maar nu zijn we toch in 't hartje van Vlaanderen ! Een landelijk café, laag van zoldering, met in helle kleuren beschilderde paneelen, waarop maagdelijk uitziende oceaanstoomers en dreigende schoeners, die aan de vrijbuitersdagen herinneren, elkaar de loef schijnen te willen afsteken. En er is het heerlijk havelooze biljart; de oude buikkast ; de zingende kanarie boven de deur ; er ligt krakend zand op den vloer en er ontbreekt hier alleen maar 'n jubileerend fanfarekorps om dit landelijk aspect te voltooien. Verderop zien we telkens de molens, waarmee Jkv. Collot d'Escury ons in haar aardig boekje kennis heeft doen maken ; er zijn er van het oude type ; dan de normale, maar de meeste zijn toch slanker van romp en vallen op door hun zwaren kap.

Zoo stoomen we door het zonnige land en naderen Hulst. Men denkt zich dit plaatsje meestal als een dorp, maar wanneer men het uit historisch oogpunt beziet, demonstreert het zeer duidelijk z'n vroegere "stedelijkheid". Het ligt geheel in zijn nog gave wallen gedoken als een vogel in zijn nest, zoodat men uit de verte alleen den Gothischen kerktoren kan ontwaren. De wallen zelf, die een bijna onafgebroken geheel vormen, zijn beplant met olmen en opgaand hout ; ze vormen één bosch - men heeft van daar af een heel mooi panorama : de grachten, die in den loop der jaren wat dichtgegroeid zijn en verderop de weiden en het bouwland. De wallen zijn de grootste aantrekkelijkheid van dit stadje en het zou dan ook jammer zijn wanneer ze werkelijk moesten verdwijnen, zooals in het voornemen van het stadsbestuur ligt. Maar de pas operichte Ouheidkundige kring "De vier Ambachten" zal, naar een bestuurslid mij meedeelde geen krachten sparen om dit onheil te voorkomen. Dergelijke historische monumenten moeten dan ook ongeschonden blijven. Het gaat niet aan een werkloosheidsvraagstuk op te lossen door het meest waardevolle bezit (van aesthetisch standpunt bezien) aan een gemeente te ontnemen. Wanneer men daarvoor in deze richting een oplossing zoekt, doet men beter de grachten te laten uitdiepen ; dat zal het middeleeuwsch aspect van deze stad vervolmaken.

Hulst is al even "stemming makend" als Veere. Niet zoo vervallen, door den tijd gehavend, zijn de meeste oude gebouwen vrijwel intact gebleven of tijdig gerestaureerd. Ook de verzorging van het kerkgebouw valt op. Met eenige geldelijke offers schijnt dan toch de vernielende invloed van den zeewind op het zandsteen wel ongedaan te maken te zijn. Maar Hulst is dan in dit opzicht ook wel actief ; uit de oprichting van den Oudheidkundigen Kring bleek wel dat er in Z.Vlaanderen veel belangstelling bestaat voor de historie van ons gewest.

Het eenige, wat de illusie verstoort, is de in modernen stijl gebouwden toren voor het gaaischieten ; hij heeft iets van een minnaret en is een wanklank in deze omgeving. Een goed voorbeeld, hoe men door het levend houden van een oude traditie (het gaaischieten) een nog geheel levende oudheid kan verstoren.

Maar dit is dan ook het eenige vlekje in het Hulstersche aspect. Het rustige marktplein met zijn oude geveltjes ; de nauwe straten met hun vaak monumentale huizen ; de in woonhuizen gemetamorphoseerde kloosters en last not least de stadspoorten, dit alles maakt de illusie volkomen.

Dit over het stadje en het Zeeuwsch-Vlaamsche land. In het vervolg van dit artikel hoop ik een en ander te vertellen over de mentaliteit der bevolking van O. Z.-Vlaanderen.

UIT EEN JEUGD

Herinneringen aan Zeeland

door

JAN R. TH. CAMPERT.

V.

Ik zou niet graag een oordeel willen uitspreken over de dorpsschool, dat groote, diepe gebouw met dien hoogen trapgevel, waarop een steenen leeuw triomfantelijk troonde, en dat vlak tegenover huis lag. Want aan deze school bewaar ik teedere herinneringen.

Ik zal niet licht de lieve, oude juffrouw vergeten die mij in de eerste klasse de eerste, moeilijke beginselen der kennis bijbracht : degelijk en op tactvolle wijze. En.... ik mag het nu vertellen. . . . van wie ik toen ik overging naar de 2de klasse, een portret kreeg. Goeie, lieve juffrouw Muller, je bent er niet meer, maar elk uur van den dag kan ik mij je gezicht nog voor oogen halen en hoor ik den vriendelijken klank van je stem.

In de 2de klasse.... Er staat me alleen nog van bij dat onze onderwijzer een man was, behept met een ziekelijke voorkeur voor Grieksche mythen. En het verhaal van Koning Aegius die zich in zee stortte, toen hij het schip met het zwarte zeil zag aankomen, dat voor hem het teeken was van den dood van zijn zoon, heeft mij heel wat nachten slaap gekost. Ik zie het boek nog zóó voor me : in groenen band met gouden letters bedrukt. Doodsangsten stond ik uit als het op het vertel-uur Vrijdagmiddags voor den dag kwam.... Talrijke voorvallen komen weer in mijn gedachten, ook komische....

Daar had je b.v. de gewoonte bij den overgang, die den laatsten dag van April plaats vond, onder de jongens om zich met een touw aan de bank vast te binden wanneer zij er op rekenden dat zij zouden blijven zitten. De namen van de gelukkigen werden voorgelezen. Je moest dan recht-op in de bank gaan staan en toen dien keer dat Jaap van Lou niet op kon komen, geboeid zat hij aan de bank tot een vriendschappelijk-aangeboden mes uitkomst bracht !

Het scheen echter dat ondanks de m.i. voldoende kennis die ik daar opdeed, deze toch niet toereikend zou zijn voor de stadsschool die ik later moest bezoeken; voor een jaar verdween ik van het Westkappelsch tooneel om ergens in Gelderland de vereischte geleerdheid op te doen.

Maar de donkere bosschen, de uitgestrekte heiden en het heuvelachtig landschap waren mijn Walcheren niet. Ik miste het onbelemmerde uitzicht op den open hemel, de zee en de bloeiende vruchtbaarheid van mijn eiland.

De dag dat ik slaagde voor het toelatingsexamen H. B. S. staat in mijn hart gegrift als een der beste ooit door mij beleefd. Ik ging terug naar Walcheren, terug naar Westkappel met zijn dijk en met zijn zee. De rest interesseerde mij niet.

Dat was in 1914. De wereldoorlog was ontbrand. Het land verkeerde in een ongewone beroering. Treinen werden geconfiskeerd. De reis naar Zeeland vorderde langzaam, tergend-langzaam. Brabant.... Woensdrecht.... het Kreekrak over, en daar, daar had je waarachtig het lage huisje met z'n rood dak waarop Zeeland stond, als een hartelijk en ontroerend welkom.

Van dat oogenblik af vlaagde er een wonderlijke en rust door me. Geen minuut kon ik blijven zitten, ik hing uit het raam, aan den eenen kant, aan den anderen kant. Recht door het Zuid-Bevelandsche landschap snelde de trein, Goes ....'s Heer-Arendskerke. . het Sloe over.... en Middelburg kwam in het zicht. Middelburg met z'n aandoenlijk-leelijk, grauw verveloos station ........ de Meelfabriek.... nog een paar minuten ik was er.... daar had je de kruier, die niet ouder werd en die er ook dit jaar nog was en over de Stationsbrug.... daar stond de tram, mijn tram. Voorzichtig-stoomend door Walcheren.... even langs het Kanaal en het zenuwachtige belletje klingelde, klingelde tot je hooren en zien verging.... Koudekerke, wachten of nóóit de tram uit Vlissingen kwam en overal bekende gezichten : de conducteur, dorpsgenooten : "Elaêle, bê je wi veromme ?" Biggekerke, met onderaan de duinen Valkenisse, waar de zandige heuvels hooger reiken dan ergens anders op mijn eiland, "De sneeuwbergen van Valkenisse", noemde Ritter hen.

Zoutelande met zijn klimop-begroeid stationnetje en de lange weg die dwars door de weiden naar het eigenlijke dorp slingert ..."Buiskerke" met z'n terp waarop - geregeld een ansicht ! - eeuwig en altijd koeien grazen en dan Westkappel met z'n hoogen toren, z'n drie molens .............

De eerste dagen dienden om al de oude plekjes, die ik in een jaar niet gezien had, weer op te zoeken, de vriendschap te hernieuwen en na een week was het alsof ik er nooit weg geweest was.

M'n vriend en ik zwierven als vanouds weer langs het strand. Tjonge, wat zijn we oud geworden.... jaren en jaren zijn we nu al weg van dat dorp maar ik weet dat ook jij er telkens terug komt. We zijn groot (hm !) geworden en terwijl ik dagelijks ettelijke kolommen van een krant vul met wijze woorden over de Fransche kabinetscrisis, het nieuwste tooneelstuk enz., koos jij een avontuurlijker beroep : vliegenier ! Maar als je dit leest zul je je toch ook wel weer herinneren de gezamenlijk doorgebrachte uren : de kamperfoelie-hut in de duinen tusschen Domburg en Westkappel, de ontdekkingstochten naar den goed-voorzienen boomgaard, de roekelooze spelen op het "Groote Hoofd".

Herinner je je ?

 

DE SCHELDE-ZENDER

Hallo, hallo........

Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-Zender........

Vindt u het interessant, te hooren

- dat in Goes al twee keer in korten tijd een uitvoering door een beroeps-tooneelgezelschap bij gebrek aan belangstelling geen voortgang vond. Alle respect voor de artisten, die den moed hebben in de hoofdplaats van Zuid-Beveland een gokje te maken.

- dat bij de Schipbrug te Vlissingen een nieuwe kraan van 35 ton, welke aangevoerd werd op een zolderschuit, het droge met het natte verwisselde.

- dat in dezelfde stad giften worden ingezameld ten einde een fonds bijeen te brengen voor verwarming der Groote Kerk. De Koningin-Moeder deed den predikant der kerk reeds een gave toekomen.

- dat de zangvereeniging "Excelsior" te Ierseke ter gelegenheid van haar 35-jarig bestaan een zanguitvoering presteerde.

- dat in Oud-Vossemeer een varken den man, die het naar het biefstuk-laboratorium wilde vervoeren, een vinger afbeet. 't Is bijna bij de varkens af.

- dat een Axelsch knaapje de goede raadgeving, volgens welke men niet op rijdende karren moet klauteren, in den wind sloeg en een been brak.

- dat in Westdorpe een vrachtauto op een mistigen avond een salto-mortale van den dijk maakte. Het voertuig slaagde er niet in den bestuurder te verwonden.

- dat onder Axel een terrein, groot 60 H.A. is aangekocht door een Brusselsche maatschappij. Op het terrein zal een fabriek gesticht worden, waarin men zich zal onledig houden met het wasschen en sorteeren van kolen, het fabriceeren van bijproducten, scheikundige producten en het exploiteeren van steenkolenrnijnen.

- dat de Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer in Zierikzee wil trachten in het 's Gravensteen aldaar een museum te vestigen. Het eerste werk zal zijn een rekest te richten tot den gemeenteraad om in bruikleen al te staan ten bate van het te stichten museum al datgene wat zich thans bevindt op de oudheidkamer in het Stadhuis.

- dat op het vliegveld onder Souburg een post-vliegtuig van de lijn Londen-Amsterdam een noodlanding maakte. Het kon spoedig zijn weg vervolgen.

- dat de inwoners van Hengstdijk een eenvoudig monument willen aanbrengen op het graf van Betje Asselman-de Wit, die door haar zeer beogen ouderdom den naam van het dorp nogal eens in de krant deed komen.

- dat in Aardenburg weer eens een aanklacht ingediend is. Thans door een wethouder tegen den gemeente-secretaris. Wanneer wordt men het spelletje daar eindelijk beu ?

- dat een onzer bladen in de afgeloopen week onder de rubriek "Kunsten en Wetenschappen" de geboorte van twee knaapjes meldde. Als de babies er maar niet hoovaardig door worden.

- dat een 11-jarige jongen uit Vlissingen, die een reprimande had gekregen, de ouderlijke woning verliet en de wijde wereld introk. Gelukkig posteerde de Goesche politie zich tusschen den ondernemenden reiziger en de onbekende toekomst.

- dat de bietencampagne in Kamperland heel wat bedrijvigheid veroorzaakt. De vorige week Dinsdag passeerden 1300 voertuigen den toegang tot de haven.

- dat het gerechtshof te Den Haag het vonnis bevestigde van de Rechtbank te Middelburg, waarbij zijn vrijgesproken H. v. M., opzichter der gemeente gasfabriek te Middelburg en E. P. v. O., oud-directeur der gemeentelijke gasfabriek te Wemeldinge. Aan hen werd ten laste gelegd, dat zij z.g. steekpenningen zouden hebben aangenomen van de N.V. Ned. Gasmeterfabriek v.h. George Wilton, wetende dat dit in strijd is met hun plicht.

- dat te Sas van Gent dezer dagen de 3000ste inwoner arriveerde.

- dat in Goes de restauratie van de Steenenbrug gereed gekomen is. De toegang tot de binnenstad is daardoor aanmerkelijk verbeterd.

- dat bij de behandeling van de Middelburgsche gemeente-begrooting een opwekkender geluid is vernomen dan het vorige jaar.

- dat er in onze hoofdstad minder werkloozen zijn dan het vorige jaar. Dit dankt men voor een gedeelte aan Philips, die nogal menschen naar Eindhoven lokt.

- dat we in een der Zeeuwsche bladen de advertentie lazen : "Te koop wegens verandering groote 6-jarige hit". Zou de hit in een olifant veranderd zijn ?

- dat de politie op Walcheren 40 processen-verbaal opmaakte tegen de deelnemers aan den kampioenswedstrijd van de Kon. Ned. Motorwielrijdersvereeniging. Een aanmoediging voor de vereeniging om nog eens in Zeeland een wedstrijd te organiseeren.

- dat te 's Heer Arendskerke in den ouderdom van 62 jaren overleed de heer H. van Iwaarden, in leven gemeente-geneesheer.

- dat de Ned. Herv. gemeente te Baarland zich na een 7-jarige vacature weer een eigen predikant heeft aangeschaft.

- dat uit het buffet op het voetbalterrein achter de meelfabriek in Middelburg sigaretten en chocolade verdwenen, zonder dat er geld in het laadje kwam als tegenprestatie.

- dat bij het station Kruiningen Zondag een koe zelfmoord pleegde. Het wapen, waarmede het dier zijn doel bereikte, was een sneltrein.

- dat in Middelburg alle bloempjes der Nooitmeer-oorlog-federatie uitverkocht zijn. Onze hoofdstedelingen hebben we altijd wel van vreedzame bedoelingen verdacht.

- dat de schoolkinderen te Stavenisse - volgens het verslag van de jongste gemeenteraadsvergadering - "in het vrije kwartiertje niet meer als een bandelooze troep over straat mogen loopen". Een wandelingetje, onder toezicht van het personeel, is evenwel geoorloofd.

Hij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........ Adieu ........

 

 

TREFFERS EN POEDELS

Hij moest het eens weten

(Verboden te zingen).

In den gemeenteraad van Zierikzee gaf een raadslid zijn misnoegen te kennen over het feit, dat bij het halfuurslag van 't carillon "Piet Hein" ten gehoore wordt gebracht. - Hij rangschikt dezen man onder de zeeroovers. -

Heb je wel gehoord, dat Piet Hein thans behoort

tot het gilde der zeepiraten ?

Ze hebben z'n reputatie vermoord,

ze gaan er nu kwaad van praten.

R e f r e i n :

Piet Hein, Piet Hein,

hoe kon je toch zoo zijn?

Je was geen nette vent

die z'n manieren kent,

wij zijn zooiets nu niet meer gewend (bis).

't Is nu, waar gezeid, een veel nettere tijd

in de eeuw, die we thans beleven,

omdat we elkaar zonder twist of bezwaar

in den oorlog met gas vergeven.

Piet Hein, enz.

Dacht je dat we 'n boot van een schatrijke vloot

in oorlogstijd nog bekruipen ?

we varen alleen onder water er heen

en laten den boel ver.... drinken.

Piet Hein, enz.

Een kanon van jou was als speelgoed zoo flauw

want dat maakte maar zeven dooien.

Eén schotje van ons kan er duizend per bons

plat tegen de wereld gooien. -

Piet Hein, enz.

Van de radio met antenne's en zoo

daar kon je ook niet van droomen.

Wij schelden de kluit in 'n studio uit

zonder dicht bij elkaar te komen.

Piet Hein, enz.

Had maar elke boot van die Zilveren Vloot

aan Spanje teruggegeven,

nu zijn wij onteerd en totaal gegeneerd

geschandvlekt voor heel ons leven.

Piet Hein, enz.

WILLEM TELL II.

 

HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND

7 Nov. - Aan de koffietafel een breedvoerig gesprek gehad over den politieken toestand. Krimp van Dulmen beweerde en ik gaf gelijk. Dan krijg je nimmer verschil van meening. Krimp vond het lot der politieke democratische voormannen tegenwoordig verschrikkelijk. Van een leiderschap is geen sprake meer. Zij mogen wel voorop loopen, doch de massa stuwt hen en als de massa terugtrekt, dan dienen ze als de weerga te retireeren, of ze staan finaal alleen. O, die massa is wreed, gevoelloos, zonder genade ! Daar heb je nu onlangs dien vacanten wethouderszetel te Amsterdam. Grootmoedig werd hij, met nog een tweeden als toegift, den vroegeren "bezitters" aangeboden, die happig "ja" zeiden, totdat een volksvergadering ruw-weg zei : "afblijven, hoor je !" Je hart zou er van breken. En nu maken ze het nog erger in Frankrijk. Daar commandeert een partij-congres zonder pardon aan de verwante ministers : "werp je portefeuille weg !" O, dit is geen democratie meer ; dat is tyrannie. Arme getroffenen, hoe zwaar vielen de slagen van 't lot op jullie.

8 Nov. Zie zoo, de strijd in Amerika is beslecht. Smith verslagen en Hoover den triomf. Dat komt, zeggen de bladen, omdat Hoover de stemmen van de vrouwen heeft gekregen. Toen ik zijn portret bekeek, snapte ik het, ofschoon ik nooit gedacht had, dat de Amerikaansche dames zoo medelijdend waren. Anders 'n gek land. Smith en Hoover, beide jongens uit den werkenden stand, met allerlei rare karweitjes begonnen, en toch candidaat voor het presidentschap. Ik had destijds naar oom Gijsbertus moeten luisteren, toen hij me aanried naar de Nieuwe Wereld te gaan, dan zou ik als afstammeling van de vermaarde Zijdewinds, die nooit hun handen vuil gemaakt hebben, en van vader op zoon ten koste leefden van den Staat, reeds lang bij acclamatie tot president benoemd zijn. Hier heb ik 't nog niet eens tot Kamerlid gebracht. Zou 1929.... ?

9 Nov. - De couranten brengen herinneringen aan het jaar 1918, toen om dezen tijd de revolutie op 't punt stond uit te breken. Op aanraden van Breeduitstra, heb ik toen bij onzen huisschilder een stoomcursus in het glazenmaken gevolgd, om, wanneer de onlusten ten einde waren, dadelijk de schade aan de voorgevels te kunnen herstellen tegen billijken prijs. Gelukkig liep alles met een sisser af. Bange momenten beleefd anders. Herinner me nog best hoe mevrouw Klapperhout, die voor plundering vreesde, van een grooten Keulschen pot een "42 c.M." liet nabootsen ; de geheele geschiedenis in den tuin voor haar woning opstelde, in gezelschap van een figurant, die gekleed was als een musketier uit Maurits tijd, en van een bord, waarop geschild stond : "Levensgevaarlijk; grof geschut!"

10 Nov. - Beppie kwam thuis uit school met de mededeeling, dat de leeraar in natuurkunde de klas bezworen had, dat medicijnen nooit goed waren voor de menschen en dat daarom het gebruik steeds minder wordt. Wat 'n nonsens toch. Oom Harry, die destijds een apotheek had, renteniert nu al wel tien jaren.

In Aardenburg zijn wederom eenige klachten van den een tegen den andere bij de Justitie ingediend. Er loopen daar nog eenige menschen rond, die niet in proces liggen. Het aantal kantongerechten wordt niet verminderd in Zeeland.

11 Nov. - Wapenstilstandsdag. Diepe indrukken! Heb vanmorgen mijn schoenen met rubberzolen aangetrokken en me zoo voorzichtig geschoren dat er geen droppel onschuldig bloed gevloeid heeft. De kinderen zoo lang mogelijk laten slapen en mijn grootsten witten zakdoek aan de lamp gehangen. Liesbeth was met den eersten trein reeds naar een oude, ik meen naar een jeugdvriendin gegaan.

12 Nov. - Ben toch maar blij dat niet iederen dag den vrede herdacht moet worden en beleefd. Er gaat toch maar niets boven je gewone doening en ik kikkerde er waarlijk van op, toen Liesbeth me er vanmorgen aan herinnerde dat de kolenkit leeg stond. In 't heerlijke najaarszonnetje een wandeling gemaakt met den postdirecteur en nog eens ouder-wetsch loopen te filosofeeren over de macht van de natuur, om alles weer in evenwicht te brengen, Als iemand één oog verliest, wordt het ander sterker, enz. De postdirecteur moest me gelijk geven. Hij heeft 'n neef met één kort been, maar z'n ander is dan ook weer langer.

14 Nov. Op de soos zat Mr. Mierick van Peuteren onuitstaanbaar te snoeven op de snuggerheid van zijn zoons. De een is eerste hierin en de ander is eerste daarin op de H. B. S. Nu, ik weet wel, dat Wybo en Beppie niet zulke uitblinkers zijn, maar in ieder geval zijn ze 't eerste van hun klas op straat, wanneer de school uit is. Ik houd echter niet van opsnijden en spreek er niet in 't openbaar over.

 

PRIKKELDRAAD

De tijden veranderen en de politie-agenten met hen. Waar zijn de dagen gebleven dat men, op het sluitingsuur nog in een café vertoevend, tot de stedelijke sluitcontroleurs in uniform kon zeggen : "Piet en Arjaen, neem er een aan 't buffet en tippel dan een straatje om. Tegen dat de zon op gaat zullen we denkelijk wel foetsie zijn". Waar zijn ze die gulden dagen van vrijheid, die toch zelden in onmatige losbandigheid omsloegen ? Ik weet het niet ; in ieder geval zeer ver weg. De gemoedelijkheid die den naar het onmaatschappelijke geneigden nog wel eens met de offficieele ,wereld pleegde te verzoenen, de alleraardigste, kwasistrenge blik door de vingers, welke er aan herinnerde, dat een uniformjas niet per se een op de maat van dienstreglementen kloppend hart moest bedekken.... ze zijn waarschijnlijk met de duizelig-makende hooge trapfiets, met de sleepende rokken, met de diligence en met het 5 cents borreltje in een niet meer te ontsluiten verleden bijgezet.

De tijd is meer en meer op een machine gaan lijken, zegt men. En de politie-agent - de uitzonderingen niet te na gesproken mèt hem.... zeg ik.

Dat is jammer ; zelfs als het hierboven bezongen sluitingsuur buiten beschouwing wordt gelaten. Want met de mechanisatie van het politie-dienaarlijke hart is er een stukje ijzer meer in de samenleving gekomen, een stukje metaal dat aan de menschelijke vreugde niet ten goede komt. Zoolang de agent z'n bloedsomloop nog geregeld werd als bij een ieder, kon men niet alleen feest vieren en blij zijn onder z'n vaderlijke oog, het gebeurde ook dat zijn aanwezigheid de vreugde, opgeborreld uit een of andere gebeurtenis, kwam verhoogen.Ja ik zou zelfs willen beweren, dat in de onvolprezen dagen van weleer bij elk oprecht openbaar feestvertoon een dienaar van Hermandad de vreugde moest vervolmaken. Nu het eenvoudige hart van ijzer z'n intrede gedaan heeft, is daarvan natuurlijk geen sprake meer. Metaal toch blijkt slechts na geraffineerde bewerking en compositie op menschelijke aandoeningen en trillingen te reageeren, nooit evenwel in primitieven staat. In plaats van vreugde aan te voelen en te ondersteunen gaat het dezen een domper op zetten.

Dit is dezer dagen gebleken, toen de leden van de Kon. Ned. Motorwielrijdersvereeniging hun kampioenswedstrijd hielden, die o. a. op Walcheren plaats vond. De rijders reden in vreugde, want sport is vreugde, vooral op een motorrijwiel, en zeker als het gaat om vele moeilijkheden te overwinnen. Ik zeg.... ze reden in vreugde en ze zouden zulks hebben blijven doen als ze Walcheren vermeden hadden. Daar toch ontmoetten ze eenige dienaren van de wet, die gedachtig de uitdrukking : "Als het hard regent kan men zelfs in een kleinen emmer aardig wat water vangen", op tour waren gegaan. Ze speurden en loerden, en schreven 40.... veertig.... namen in het boek, dat meestal als het voorgebergte van de verbalen-hel beschouwd wordt.

Ik twijfel er niet aan of de agenten hebben wettelijk volkomen gerechtigd gehandeld. Zij, wier namen genoteerd zijn, zullen ongetwijfeld in meerdere of mindere mate de verkeers-regelen overtreden hebben.

Maar....

Maar.... toch wil het er niet bij me in, dat de mannen van de wet, op Walcheren woonachtig, er goed aan deden op di motorrijders-jacht te gaan dien dag.

De agenten en veldwachters van de oude garde, de mannen die toch ook hun plicht kenden,de kerels met het menschelijke hart en met de gouden gemoedelijkheid zullen weten wat ik bedoel. Want zij wisten dat dienst en dienst twee waren, evenals feest en feest en vreugde en vreugde. Zij kenden den blik door de vingers, zij wisten van geven en nemen, het spel dat de wereld waarlijk niet slechter maakt.

De opvolgers van deze menschelijke beveiligers, de mannen van het genre : "ook in verbalen bestaan records", de agenten en veldwachters wier harten tikken als ouderwetsche dikke horloges, de snorders van de 40 overtredingen bij den motorwedstrijd .... zij zullen waarschijnlijk nièt weten wat ik bedoel.

Daat dit stukje met een metalen voorwerp geschreven is, laat ik evenwel alle hoop nog niet varen.

 

 

Liefde is iets, wat een man doet denken, dat er werkelijk één vrouw verschillend is van al de andere vrouwen !

Menige vrouw maakt veroveringen met behulp van leugens en wenscht toch bemind te worden terwille van haar groote attracties.

SPORT-IMPRESSIES,

Voetballend Zeeland.

Het is een verblijdend teeken en voor den weergeven der sport-impressies eene aanmoediging, dat de nieuwe rubriek "het doet". Althans van verschillende zijden mochten wij bewijzen van waardeering ontvangen in den vorm van mededeelingen en aanwijzingen, waaruit bleek, dat er interesse bestaat voor de sportieve geestesproducten die wij tot nog toe aan het papier van "Ons Zeeland" hebben toevertrouwd.

Zooals reeds uit het jongste "Schavotje der Lezers" bleek, drong één onzer abonné's aan op eene ruimere behandeling van het wel en wee der Zeeuwsche voetbalclubs. De Redactie is zoo liberaal geweest, de wenschen van dien abonné niet onmiddellijk onder de guillotine om hals te brengen, doch de mogelijkheid open te laten, dat aan het verzoek de aandacht wordt besteed, die het verdient. Het bewuste verzoek heeft als 't ware ons voornemen gekruist om de momenteele positie der Zeeuwsche clubs aan een nadere beschouwing te onderwerpen en zoo willen we dan thans beginnen aan dat voornemen gevolg te geven door allereerst het vergrootglas te richten op de prestaties onzer Zeeuwsche tweede klassers in het Zuidelijk competitieverband en te wijzen op mogelijkheden, die de finale rangorde kunnen beheerschen.

De 2e klasse Afdeeling A bestaat uit tien vereenigingen, die, alphabetisch gerangschikt, luisteren naar de volgende namen :

Alliance (Roosendaal), Breda (Breda), Bredania (Breda), Dongen (Dongen), D.O.S.K.O. (Bergen op Zoom), G.U. D.O.K. (Tilburg), Middelburg (Middelburg), R.B.C. (Roosendaal), Vlissingen (Vlissingen) en Zeelandia (Middelburg).

Uit onderstaanden stand, bijgehouden tot en met de wedstrijden van Zondag l.l., blijkt de momenteele rangorde, welke aldus luidt

Doelp.

Gesp. Gew. Gelijk Verl. Pat. Voor Tegen Gem

Vlissingen 7 6 0 1 12 25 - 8 1.71

D.O.S.K.O. 6 4 1 1 9 14 - 9 1.50

Zeelandia 9 5 2 2 12 30 - 23 1.33

Alliance 6 2 3 1 7 17 - 10 1.16

Middelburg 8 3 3 2 9 14 - 11 1.12

Dongen 6 2 2 2 6 18 - 11 1.-

Bredania 7 3 1 3 7 13 - 16 1.-

Breda 5 2 0 3 4 10 - 20 0.80

R B. C. 9 2 1 6 5 14 - 24 0.55

G.U.D.O.K. 9 0 1 8 1 13 - 36 0.11

Volgens dezen stand bevinden de drie Zeeuwsche vereenigingen zich in de bovenste helft van het tiental. Bij groepeering naar het aantal behaalde winstpunten komen zelfs Vlissingen en Zeelandia respectievelijk no. 1 en 2 en Middelburg no. 4 te staan, doch o.i. schuilt in laatstbedoelde groepeering, die nochtans door enkele sport- en dagbladen wordt voorgestaan, eene onjuistheid, omdat het aantal gespeelde wedstrijden een niet onbelangrijk woordje meespreekt en het gemiddelde een juisteren maatstaf aanlegt bij de beoordeeling der onderlinge krachtsverhouding. Het is toch niet te ontkennen, dat een elftal, dat zes wedstrijden speelde, hiervan vijf won en één gelijk speelde, alzoo 11 winstpunten veroverde, hooger behoort te worden aangeslagen dan een ploeg, die twaalf maal speelde, zes maal won en zes maal verloor, ergo 12 punten incasseerde. Bovenaangegeven stand moge alzoo het meest juiste beeld geven der verworven positie.

Zooals we reeds eerder betoogden, is het werkelijk verblijdend te zien, dat een Zeeuwsche vereeniging, n.l. "Vlissingen", aan de spits gaat en vrijwel op den voet gevolgd wordt door de beide zustervereenigingen, die het den Vlissingers nog aardig wam kunnen maken.

Om dit nader te kunnen overzien, laten we allereerst een lijstje volgen van de wedstrijden, die de Zeeuwsche 2e klassers nog voor den boeg hebben, n.l. :

Vlissingen. Thuis te spelen tegen : Middelburg, Breda, Alliance, Zeelandia en D.O.S.K.O.

Uit te spelen tegen : Bredania, Dongen, G.U.D.O.K. Alliance en D.O. S. K.O.

Zeelandia. Thuis te spelen tegen : Bredania, Dongen, Middelburg en Alliance.

Uit te spelen tegen : Breda, Vlissingen, Alliance, D.O.S.K.O. en R.B.C.

Middelburg. Thuis te spelen tegen : Dongen, Breda, G.U.D.O.K. en D.O.S.K.O.

Uit te spelen tegen : Bredania, Breda, G.U.D.O.K, Vlissingen, Zeelandia en R.B.C.

Er resten dus nog 13 wedstrijden op Zeeuwschen bodem en overigens valt het zwaarste werk nog buiten Walcheren te verrichten, want onze jongens moeten niet denken dat zij tot nog toe de moeilijkste klippen omzeild hebben.

Vlissingen heeft ongetwijfeld nog het zwaarste programma af te werken. Hare naaste concurrente is het Bergsche D.O.S.K.O. Indien de Bergenaars nog eens struikelen binnenkort, dan wordt de positie van Vlissingen aanzienlijk beter, omdat zij dan een zoodanigen voorsprong verkrijgt, dat het verliezen van een enkelen wedstrijd haar niet van de eerste plaats doet tuimelen. Maar als we weten, dat Vlissingen nog tweemaal D.O.S.K.O. moet ontmoeten en thuis slechts met 2-1 èn van Bredania èn van Dongen kon winnen, en voorts dat ook 't Roosendaalsche Alliance nog niet met de Vlissingers in contact is geweest, dan zal 't optimisme wel wat getemperd worden. Een groot voordeel voor Vlissingen is, dat zij hare positie in eigen hand heeft en niet afhankelijk is van de verrichtingen van derden, zoodat hare kansen op het behoud der eerste plaats niet noemenswaardig verzwakken indien zij Breda, Alliance en D.O.S.K.O. éénmaal van de beide malen, dat zij die clubs nog moeten bekampen, wint. Anders is het gesteld met Zeelandia en Middelburg, wier positie voor 90 pct. afhangt juist van de prestaties jegens Vlissingen. Willen de Middelburgsche clubs het Vlissingsche zusje "wippen", dan moeten allereerst de nog te spelen wedstrijden Vlissingen-Middelburg en Vlissingen-ZeeIandia in Middelburgsche overwinningen eindigen. Geschiedt dit niet, dan staat vrijwel vast, dat Vlissingen van hare provinciegenooten geen zware concurrentie meer heeft te duchten en zij er zich op heeft in te stellen, de Brabantsche kampioensadspiranten, met name D.O.S.K.O., Alliance en Dongen, den baas te blijven. Er kan dus nog heel wat gebeuren, temeer waar Vlissingen driemaal slechts met één doelpunt meerderheid wist te winnen en juist tegen Middelburg haar eenige nederlaag kreeg te slikken. Waar voetbal overigens een kansspel is, waarin de geluksfactor een prominente rol speelt, dan zal het den lezer duidelijk zijn, dat eerstens Zeeland een belangrijk woord nog zal meespreken alvorens de definitieve rangorde is bepaald, maar ook, dat onze drie Zeeuwsche clubs zich niet mogen blind staren op de oogenblikkelijke positie, maar zich ernstig er rekenschap van hebben te geven, dat waar we aanstonds de tweede helft van het seizoen ingaan, de zwaarste partij in het voetbal-oratorium nog moet worden geblazen. In elk geval is er een soliede basis, die zelfvertrouwen heeft gekweekt. Moge dit verdiende zelfvertrouwen voor de toekomst op voet van oorlog blijven van een ander zelf-begrip, n.l. zelfoverschatting. Dat wenschen we het kloeke Zeeuwsche drietal van harte toe!

Voetbal op Zondag a.s.

Op Zondag a.s. staat Zeeland een belangrijk programma te wachten, n.l. :

2e Klasse :

Te Middelburg : Zeelandia-Middelburg.

Te Roosendaal: : Alliance-Vlissingen.

3e Klasse :

Hulst-Walcheren. (Te Hulst).

S.I.N.O.T.O.-Middelburg II. (Te Zierikzee).

Vlissingen II-Zierikzee. (Te Vlissingen).

Beide laatstgenoemde wedstrijden vangen aan ten 12 ure.

LUCTOR ET EMERGO.

 

 

Laat een tyran zich toch nooit verbeelden, dat hij boven zijn omgeving staat. Een hoogstaand mensch tyranniseert niet !

 

VEREENIGINGSNIEUWS.

Zeelandia Amsterdam heeft leden, donateurs en genoodigden een buitengewonen feestavond bereid. Gegeven werd in "Maison Boer" de kinderrevue "de Wonderdoos", samengesteld door den voorzitter, den heer W. J. Nobels, en het muziekgedeelte door den heer W. P. A. Franse. Uitgevoerd door het kinderkoor "Jong Zeelandia", is dit een groote prestatie gebleken.

Reeds de muzikale inleiding deed groote verwachtingen koesteren. Vele tafereelen, die 't keurig programmaboekje aangaf, oogstten grooten bijval.

De alleraardigst ingevlochten reclame voor bonbons èn in het bijzonder voor de toffees van "Van Melle" te Breskens vielen buitengewoon in den smaak.

Zeeland te Haarlem. - Op 20 November in Hotel Lion d'Or voordracht-avond, te geven door mevrouw Mies C. Zwierzina, Den Haag, o. a. met "Het verraad" (Merijntje Gijzen's jeugd).

Zeelandia Rotterdam organiseert een feestavond op 22 November.

1 Nov. hield Zeelandia 's Gravenhage haar eerste bijeenkomst in dit seizoen met een kunstavond.

Nadat de voorzitter, de heer Vogel, een welkomstwoord had gesproken, trad mej. Seifert op met haar muziekgezelschap "la Charite". Uitgevoerd werden o. a. gedeelten uit le Trouvère en Traviata. Mej. Seifert zelve speelde een polonaise van Wieniawski en Serenade van Toselli. Alles werd keurig uitgevoerd en verwierf groot succes. Als spreker trad op de heer v. Elsacker met een gedeelte uit Schuld en boete van Dostowjefski en met werken van de Sinclair, Timmermans en Guido Gezelle. De heer Elsacker handhaafde zijn ouden roem als begaafd spreker en hij werd met groote aandacht aangehoord.

Met een hartelijk woord van dank door den voorzitter aan de medewerkenden, werd deze genotvolle avond besloten.