Ons Zeeland 1929, nummer 4

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

VRIENDELIJK VERZOEK AAN ONZE LEZERESSEN EN LEZERS.

Natuurlijk hebt U familieleden en kennissen buiten de Provincie, van Zeeuwsche afkomst of wel volbloed Zeeuwen.

Voor ons is het van belang hun adressen eens te weten opdat wij hen eens een proefnummer van ons blad kunnen zenden.

Voor ben zal het prettig zijn een blad te ontvangen waarin zij van hun geboortelandje juist dat vinden, waarin zij belangstellen.

Doet U even de kleine moeite en schrijf ons hun adressen.

Wij zorgen voor de rest.

Bij voorbaat dank,

DE ADMINISTRATIE.

LINNEN STEMPELBANDEN JAARGANG 1928.

Bij de Fa. GEBRS. RITTER, Nieuwe Molstraat 26 te Den Haag, zijn voor den afgeloopen 3den Jaargang van ons blad fraaie linnen stempelbanden verkrijgbaar. Na toezending per postwissel of overschrijving op Postrekening 51885 van f 1.85, worden deze U franco per post toegezonden. Ook de administratie van dit blad neemt gaarne bestellingen aan.

ONZE PRIJSVRAAG

Dat de mensch ongeduldig en.... nieuwsgierig is hebben in de afgeloopen weken meermalen kunnen opmerken. Nauwelijks waren de eerste oplossingen van onze honderden-guldens-prijsvraag binnen of we werden reeds overstelpt met schriftelijke, mondelinge en telefonische vragen, op den uitslag betrekking hebbend. We deden het eenige, dat men in zulke gevallen doen kan.... we zegden haast toe.... en maanden tot kalmte.

Intusschen werd in onze bureaux hard aan het sorteeren der inzendingen gewerkt. Als we hard schrijven, overdrijven we niet. Onze prijsvraag, per circulaire in geheel Zeeland populair geworden, bezorgde de redactie n.l. eenige duizenden brieven met inhoud. Het leek wel of ieder gezin in onze provincie door de puzzle-koorts was aangetast. De redactie-tafels werden overstroomd met de bekende invulformulieren en zij die tot taak hadden de goede oplossingen van de foutieve te scheiden, zagen het dra voor de oogen schemeren.

Ten slotte is het hun toch nog gelukt zich zonder blijvende zenuw-overspanning door den stroom van oplossingen heen te werken en 17 Januari j.l. kon de uitslag van de prijsvraag worden vastgesteld.

De oplossing luidt

DE MORGENSTOND HEEFT GOUD IN DEN MOND

(totaal 31 letters)

In totaal ontvingen we 815 goede antwoorden. Door loting werd uitgemaakt, dat de eerste prijs ad fl 100.- moet worden toegekend aan den heer Ant. de Rijke C.Pz. Molenstraat A 17, Poortvliet.

De tien prijzen ad f 10,- wonnen

C. v. d. Male, Hoogezoom, Renesse.

W. de Pierre, Engelszstraat 24, Haarlem.

Mej. C. P. Mieras, B 102, Wemeldinge.

Z. Cornelis, Juliana van Stolberglaan 16b, Rotterdam (Hillegersberg),

Mevr. A. P. D. Druif-de Vos, Driehuizerkerkweg 102, Driehuis-Westerveld.

J. A. Bosdijk, M 205, Schoondijke.

A. Meijers. Bl. Kap. weg 25b, Utrecht,

J. van Damme, Zimmermanpolder, Rilland-Bath.

W. Mussert, Boulev, Bankert 12boven, Vlissingen,

Adr. v. d. Linde, Corn. Evertsenstr. 17, Utrecht,

Den prijswinnaars zullen we de gelden dezer dagen per postwissel doen toekomen.

De oplossingen van de prijsvraag waren niet door alle inzenders maar zoo neergeschreven. Sommigen hadden van hun inzending heel wat werk gemaakt. De oplossing was soms verwerkt in een fraaie teekening, in een wandschild, ook wel in een gedicht. We stellen het op prijs deze bijzondere werkzaamheden hier te vermelden,

Er kwamen in van:

M. Vreeke, Tramsingel te Middelburg, een groote, fraaie teekening in kleuren, waarop naast de oplossing voorkomen kop en kopjes van Ons Zeeland.

Jhr. J. W. Pompe van Meerdervoort te Utrecht een geteekende oplossing in kleuren, ingelijst.

Mej. C. Schmelzer te Amsterdam, een oplossing als geschilderd wandbord.

Gedichten zonden ons:

W. P. J. Andersen, Postjesweg 59, Amsterdam.

H. Schouten, Nieuwe Oosterschestraat M 82, alhier.

Mevr. Fr. E. Visser-Jenting, Brederodestr. 2, Haarlem.

K. J. Wessels, boekhandel "Laurens Coster", te Haarlem.

J. C. Peeman, Lange St. Pieterstraat, Middelburg,

G. Arke, le Atjehstraat 174, Amsterdam.

A. Verschuur Mz., Damstraat, Ierseke,

A. Polderman, Reggestraat 32, Utrecht,

J. v. d. Gruiter, Veersche Singel S 53. Middelburg.

J.J. Olree, Palembangstraat 54 I, Amsterdam (Zuid).

J. A. Swenne, Wissenkerke,

Wed. P. Rinders-Jonker, Ellemeet.

Mej. Th. Krello, Noordweg B 17, St. Laurens.

C. Zoon Jz., Prins Mauritsweg 28, Schiedam.

Mej. M. Andriessen, Seisstraat, Middelburg.

J. F. Drioel, Heerengracht 482, Amsterdam,

Verder verdienen nog een pluim voor de verzorging hunner inzending:

L. Walther, Laan van Minsweert 29, Utrecht.

C. Meijaard, Stationsweg 19, Goes,

Het zou ons te ver voeren alle op rijm gezette oplossingen hier af te drukken. Een uitzondering wordt evenwel gemaakt voor het navolgende:

DE MORGENSTOND HEEFT GOUD IN DEN MOND,

door J. F. DRIOEL

BALJUW's Oackland is "what you call",

Maar die E die maakt me dol.

Nuttig is een assurantie bij BEERENDS & VEEREN,

Maar die D zou 'k liever toch weren.

Matador ANTONIO,

Schaam je over G en O.

VAN DER HARST zijn koffie is fijn.

Maar N, O en R kon beter zijn.

SINGER's machines zijn prima gewis,

Maar M, S en E zijn ganschelijk mis.

Zeeuwen ROYAL, dat mag er wezen,

Maar de N van de keuken is leelijk gerezen.

(Maar ROYAL hield ons toch een beetje voor den gek,

Met de K van zaken, zag het ons in den nek.)

Een portret van KEES HELDER is keurig en goed,

Maar 'k begrijp niet wat die D in d'annonce moet.

CIJVAT's waar is delicaat,

Maar niet de T van Advocaat.

De ALGEMEENE FRIESCHE is met sluiten secuurder als de zetter,

Want deze toch gebruikte een gansch verkeerde letter.

SUNLIGHT en VIM zijn immer afdoend,

Daarom eens op die E en die F geboend.

ZIEKENFONDS voor den MIDDENSTAND,

Verbeter H, D en E eens onder de hand.

ROiAL PORTABLE, 'k ben met je begaan,

Waar haal JIJ zoo'n N en zoo'n I toch vandaan?

BLIKMAN & SARTORIUS zijn reuze vermaard,

Maar de M en de O zijn van vreemdsoortigen aard.

ART METAL rekken zijn aan te bevelen,

Maar die D en die E, die mogen ze mij stelen.

En dan COLUMBIA, gij die slechts zuiverheid kent,

Dat je over N, G, O, N, U en D niet gevallen bent.

"ONS ZEELAND" vind 'k een aardig blad

Met veel verschillend' illustraties,

Uit Zeelands mooiste dorp en stad

En prijsvraag als tractatie's.

Het nieuws van onzen eigen bodem

Met photo's van de Zeeuwsche Jeugd,

Herinneringen aan ons Zeeland

Voor later tijd een stille vreugd,

Dan komen w'aan den Scheldezender,

Het draadloos Uitzendkrachtstation,

Met nieuws wat w'allen heel graag hooren,

Met nieuws uit stad en dorp rondom.

De vrouw zegt hierin ook een woordje

Van wat de mode of keuken eischt,

We lezen daarom graag Uw weekblad

En leeren wat het laakt of prijst,

Wat sport ons biedt zoo ieder weekje,

Wordt door U ook zeer leuk vermeld,

Al moge het mij niet intresseeren,

Weer and'ren zijn daarop gesteld.

Die Willem Tell spreekt naar mijn hartje,

Zoo vlot en raak die alles zegt,

Alleen reeds daarom juich ik luide

Als brenger Vrijdags 't blad neerlegt.

Heer Zijdewind wil 'k niet vergeten,

Hem komt een woord van lof ook toe,

Zoo'n dagboek, 't is me wel gebleken,

Maakt niemand ooit het lezen moe.

Ten slotte wil ik nog vermelden,

De stories stemmen mij tevree,

Daarom wil ik een ieder raden

Wordt gauw "ONS ZEELAND"-abonné.

Het laatste blad doet ieder lachen,

Daarin vindt men amusement,

Dus vrienden zou 'k niet langer wachten,

"De Morgenstond heeft goud in den mond",

Is mij reeds lang bekend,

Wanneer die mij een prijsje brengt,

Dan ben ik zeer content

(Mej. M. Andriessen, Seisstraat M 63, Middelburg,)

Als getrouwe lezer en abonné,

Doe ik aan de prijsvraag mee.

Woonachtig in de Amstelstad,

Ontvang ik steeds uw illustratieblad!

G. W. den Boer, Lange St. Pieterstraat,

U ben ik dank verschuldigd, beste maat,

Het werk, door U zoo trouw gedaan,

Kan en mag niet eenen Zeeuw ontgaan

Blijf daarom flink, gezond en sterk,

Men stelt hier prijs op al uw werk

Ook de Hoofdredactie niet te vergeten,

Uw werk kan men met anderen meten!

Uw werk wordt hier alom geprezen

En in "Mokum" veel gelezen!

Hier in deze vreemde streken,

Is uw blad "ons blad" gebleken.

Wij Zeeuwen, in zoo'n groote stad,

Wij hechten waarde aan uw blad.

Het herinnert ons telkens weer

Aan de tijden van weleer,

De Zeeuwsche weken trekken onze aandacht.

Leuk is het "Hoe men elders lacht".

De Scheldezenders zijn zoo interessant,

Daar vindt men alles bij de hand.

De Vrouw mag in uw blad mee spreken,

Wat zeer nuttig is gebleken!

De Sport en Jeugd nemen een plaatsje in,

Vriend Adamson streelt ieders zin.

De Dagboeken van Philemon Zijdewind,

'k Weet dat iedereen ze aardig vind!

Ons Zeeland-verhalen en de Prikkeldraden

Zijn met de Treffers en Poedels niet te versmaden.

De Kinderkamers vindt men reuze fijn.

De Schavotjes moeten er zeer zeker zijn!

Kortom "Ons Zeeland" is in één woord

Een orgaan en weekblad zoo 't behoort.

Dat blad nu, "Ons Blad, Ons Zeeland",

Heeft een prijsvraag bij de hand.

G. W. den Boer, U ontvangt oplossingen plenty,

De abonné's werken thans met energie.

Twee honderd gulden zijn er te verdienen,

Goed gerekend is dit twintig tienen.

Twintig blauwtjes, met de Zeeuwsche meid.

't Is voorwaar geen kleinigheid!

Ik wil er het mijne toe bijdragen,

Om deze oplossing te doen slagen.

Daarvoor moet ik de advertenties goed bekijken,

Alle letters nauwkeurig vergelijken.

F. Wibaut & Zn. brengt mij de e,

A.D. Beerends en Veeren letter D.

Antonio, afkomstig uit 's-Bosch,

Komt met een tweetal letters los.

Van der Harst vult aan tot zeven,

Droste wil of mag niets geven,

De Vrouw van Singer enz,

Doet haar plicht zoo het behoort.

"Royal", het welbekende restaurant,

Rukt de n van keuken uit 't verband.

Kees Helder, de portrettenman.

Maakt er een dozijntje van.

L. Cijvat, uit de Scheldestraat,

Nummer 13 door uw advocaat.

Algemeene Friesche plus de haringstad,

Gooien er een viertal in het vat.

Het Middenstands-Ziekenfonds mag er zijn.

De letters e, d, h, vind ik minder fijn.

Mijnheer Niemeijer moet ik overslaan,

En komt naast de Cacao te staan.

De "Royal-Portable" is onmisbaar op 't kantoor,

Hierbij komen twee verkeerde letters voor.

De vrouw van "Beter dan Hout"

Geeft de laatste letter van benauwd.

Blikman & Sartorius, op één na 't laatst,

De m en o vind ik misplaatst.

Nu rest ten slotte nog "Columbia",

Onderaan lees ik Evert Miedema.

Columbia, het nieuwe procedé,

Stemt mij dankbaar en tevree!

Ik ben nu gekomen aan 't getal

Dat het spreekwoord noemen zal.

Eén en dertig letters bij elkaar,

Vormen een spreekwoord van wel 1000 jaar.

De beteekenis er van rust op goeden grond:

"De Morgenstond heeft goud in den mond"!

U vraagt wellicht, wie toch zou hij zijn,

Die dit alles schrijft op rijm.

Den naam van hem, bedoelt ge, de abonné?

Zijn naam is reeds van ouds J. J. Olree.

Hierbij zullen we het thans laten.

Nog enkele gedichten moesten wegens gebrek aan plaatsruimte aangehouden worden tot het volgend nummer.

Ons rest alle deelnemers dank te brengen voor hun toewijding en voor hun sympathie.

De niet-gelukkgen bedenken dat het lot wisselvallig is. Fortuna is een volgende keer wellicht hun gunstig gestemd.

 

VAN EIGEN BODEM

DE OVERGANG VAN VLISSINGEN

door

D. A. DE STOPPELAAR.

Toen Alva het bericht ontving van de inname van den Briel, vreesde hij en terecht, dat nog een andere stad spoedig in handen zijner tegenstanders zou vallen. Vlissingen toch, dat de Schelde-mond beheerschte, was toentertijd een der belangrijkste zeesteden van Nederland.

De Geuzen in Vlissingen, beteekende de ruïne van den Antwerpschen handel. Geen wonder dan ook, dat Alva alles in het werk stelde, om dit te voorkomen.

Nóg was het kasteel nabij de stad, opgeworpen om zoowel de burgerij in bedwang, als een vijand van buiten op een afstand te houden, nog niet voltooid 1), terwijl slechts een geringe bezetting van twee vendels Walen in de stad lagen.

De Prins van Oranje liep al een jaar met 't plan rond, om de stad, die door haar ligging aan een drukken handelsweg van veel meer belang was dan den Briel, te veroveren. Haar bewoners, die veel verwanten onder de Geuzen hadden, zagen Alva's krijgstoerustingen, die van de noodzaak overtuigd was geheel Walcheren te versterken, met leede oogen aan. En de gebeurtenissen, die nu volgden, "zijn geen toeval geweest, door een gelukkigen uitslag bekroond, doch het is de stoutmoedige uitvoering van een ernstig overwogen plan; hoewel door onvoorziene omstandigheden tot rijpheid gebracht". 2)

De arbeid aan 't kasteel werd dus met verdubbelden ijver voortgezet; door vriendelijkheid moest Alva's plaatselijke vertegenwoordiger, Scipio Hampi, 't stedelijk bestuur en burgers van Vlissingen voor de koninklijke zaak trachten te winnen.

Tevens moest hij hen voorbereiden op de komst van Spaansche kwartiermakers.

Maar toen Jan van Cuijck in de stad het bericht van den inname van den Briel verspreidde, kwam de burgerij in beweging, die zich echter nog onthield van daden van geweld.

Den volgenden morgen, 6 April 1572, op Paaschzondag, verschenen bij het aanbreken van den dag 17 schepen bemand met 3 vaandels Spanjaarden uit Breda onder bevel van Osorio de Angelo.

Zij wachtten, om met gunstige ebbe de haven binnen te loopen. Nu raakt de burgerij in beweging en alles spoedt zich naar het hoofd.

Cuijck zorgt er voor de gemoederen in beroering te houden en door zijn toedoen vliegt het volk van de haven naar het stadhuis, waar de regeering met de Spaansche kwartiermakers over de ontvangst en huisvesting van de op komst zijnde soldaten van gedachten wisselt.

Juist verlaat een groote schare de St. Jacobskerk, waar de prediker heftig te keer ging tegen de Spanjaarden en de herinnering van Israëls verlossing uit de knechtschap hem aanleiding gaf.

Men roept de kerkgangers toe: "verraad, verraad, de Spanjaarden komen", welke kreet door ben met een "weg met de Spanjaarden" beantwoordt wordt. Beide volksmenigten snellen nu gezamenlijk naar 't stadhuis.

De vroedschap dreigt, de kwartiermakers dreigen, de laatsten beleedigen een aanzienlijk burger, dat alles drijft de verbitterde menigte in de wapenen, andermaal op 't hoofd bijeen.

Van Cuijck viert zijn agitatorischer talenten bot door met het woord de burgers tot verzet te prikkelen, er op wijzende, dat hen een wissen dood wacht, zoo de Spanjaarden binnengelaten worden.

Maar om deze bewering kracht bij te zetten, zocht hij een botsing tusschen burgerij en Spanjaarden te bewerkstelligen. Eenmaal dit gebeurd zijnde, kan de burgerij niet meer terug op den eenmaal ingeslagen weg.

'n Half dronken man neemt op zich voor een geldelijke vergoeding een kanon op de Spaanschen af te schieten. Van Cuijck haast zich hem de gevraagde som te betalen en snelt dan, door velen gevolgd, naar 't bolwerk.

Fluks wordt 't kanon in stelling gebracht, het tuighuis opengebroken, het buskruit naar buiten gesleept en onder het gejuich van het volk losgebrand.

Geenszins waren de Spanjaarden op zoo'n warme ontvangst bedacht; een hunner zwem naar het strand, om te zien wat er gaande was. Men bracht hem op ondubbelzinnige wijze aan het verstand, dat men geen Spanjaarden in de stad zou dulden. Zij moesten maar weer naar Breda terugkeeren, en toen de bode verzekerde, dat dit wel het geval zou zijn, werd hij netjes aan boord teruggebracht.

Voor de schepen echter vertrokken, kwam de stadhouder van Zeeland, Antonie van Bourgondië, van uit Middelburg. Op het relaas van de kwartiermakers was hij overgekomen. Vruchteloos was het, dat hij de opgewonden menigte trachtte te bedaren.

Ten slotte overtuigde de slimme van Cuijck, doelende op het afgeschoten kanon, dat men al te ver is gegaan,: "De Spanjaarden zouden immers de smaad, de koninklijke vlag aangedaan, bloedig wreken". Hij ging nog verder en noemde 's stadhouders woorden "een lammetjestong, om de Vlissingers aan de wolven uit te leveren".3)

Antonie van Bourgondië, ziende niets goeds te kunnen uitrichten en door 't volk openlijk bespot, zocht op een der schepen een goed heenkomen, dat hem naar Middelburg terugvoer.

Onderwijl hadden de Vlissingers de boeren in den omtrek bedreigd de dijken door te steken, waardoor zij zouden verdrinken, indien zij het hart in hun lijf hadden, de Spanjaarden aan wal te laten.

Ook te Veere, Arnemuiden, Goes en Middelburg werden zij afgewezen: de opstand organiseert zich dus. Goes voor zag hen echter van levensmiddelen, waarna zij naar Bergen op Zoom aftrokken. Daar werden zij, niettegenstaande het protest der burgerij, binnengelaten.

Daar Antonie van Bourgondië de stad "en pleine révolution" vond en de burgerij de Spaansche zaak uiterst vijandig, deed hij met de voor de haven liggende schepen geen enkele poging, de oproerige stad te beteugelen. Slechts bepaalde hij zich er toe, bij openbaar besluit hen voor muiters en vijanden des konings te verklaren, met welke niemand, op verbeurte van lijf en goed, gemeenschap mocht onderhouden.

Van hun kant gaven de Vlissingers eene verdediging van hun gedrag in het licht, waarin zij betuigden, dat het nièt tegen den koning ging, doch slechts tegen Alva en diens verdrukking. In zooverre volgden zij precies denzelfden gedragsregel als de burgerijen van andere steden. Nog staat de koning "bij de gratie Gods" zoo hoog in hun oogen, dat zij aan zijn majesteit niet durven tornen; pas wanneer deze den nationalen held door de hands eens sluipmoordenaars doet vallen, vindt de afzwering plaats.

Vreemd is, dat in dit verweerschrift met geen enkel woord over den godsdienst wordt gesproken. 4)

Nadat de Spaansche schepen weggezeild waren, werd een voorloopig bestuur, bestaande uit vier ingezetenen, die tot schutterhoplieden benoemd waren, gekozen. Den volgenden dag toog men naar het in aanbouw zijnde kasteel, haalde de muren omver en bezigde de steenen tot herstel van den stadsmuur, die op last van Hampi gedeeltelijk was afgebroken.

Tenslotte ging men er toe over, een bewapend schip op de Schelde voor de stad te stationneeren. Twee dagen later kwam een hulpbende van 200 man uit Antwerpen, de Vlissingers versterken. De Waalsche bezetting trok nu af en vond een onderkomen binnen Middelburg.

Te Brussel was men nog onbekend omtrent den ommekeer van Vlissingen. Den volgenden dag (9 April) verscheen niets vermoedend een neef van Alva, Fernando Pacheco, voor de stad; hij was belast met het in kaart brengen van wegen, vaarten, havens en landingsplaatsen binnen Zeeland.

De bevelhebber van het wachtschip hield hem aan, bracht hem in de stad, waar hij ternauwernood aan de volkswoede ontkwam, welke hem voor een zoon van Alva hield. Men zette hem gevangen; nog 20 dagen zou hij leven. Toen werd hij met nog twee andere jonge edelen uit zijn gevolg opgehangen, en wel uit weerwraak, daar Alva eens een trompetter van Willem van Oranje, hem als parlementair gezonden, tegen alle oorlogsregels in, had laten opknoopen. Sommigen zien hierin een bloedwraak van Treslong, wiens broeder in 1568 te Brussel werd onthoofd. Hoe het zij, het sein was nu gegeven, om gevangenen in den begonnen burgeroorlog niet te sparen!

Alva verklaart later, dat Pacheco in een onderaardschen kerker geworpen, met de grootste wreedheid ter dood gebracht werd, omdat hij indertijd te Deventer eenige Doopsgezinden had laten verbranden. Zijn hoofd werd op een der stadspoorten tentoongesteld, zoodat sommigen van meening zijn, dat hij door het zwaard ter dood gebracht was.

Anderen zeggen, dat hij door de regering gehoord en gevonnisd is.

Wat zeker tot het strenge vonnis zal hebben bijgedragen, is het vinden van een brief bij hem, waarin de hertog een groot aantal Nederlanders opsomde, welke bij graag van kant zag gebracht....

Lang bleef z'n zegelring in handen van Jacob de Rijk en diens nakomelingen; z'n gouden ketting als ridder van het Gulden Vlies en z'n kleeren zijn lang onder de afstammelingen van Blois van Treslong gebleven. Z'n wapenrusting vond een plaats op't stadhuis. 5)

In den persoon van Ewoud Pieterzoon Worst ontvingen de Vlissingers voorraad van krijgsbehoeften. Maar toch waren zij niet al te zeer veilig. Antonie van Bourgondië bedreigde hen nog altijd vanuit de hoofdstad; daar was ook nog een Spaansche Krijgsmacht in de nabijheid en onverklaarbaar is het, dat deze geen poging waagde om Vlissingen, voor de vrijheid bevestigd was, te herwinnen.

Ondertusschen zocht de prinsgezinde magistraat naar alle kanten om hulp: Jacob de Zwijger werd daartoe naar Engeland gezonden. Een andere bode vertrok naar de la Rochelle.

Worst ontving het commando over eenige schepen.

Op zee ontmoette de Zwijger Jacob Simonsz. de Ryk die met drie schepen koers zette naar den Briel; hij wist deze te bewegen, naar Vlissingen te stevenen, waar zij van meer nut zouden zijn. Twee dagen later kwam ook Treslong, door Lumey afgezonden, de geuzen versterken mèt drie schepen en 200 man, op den voet gevolgd door Tseraerts, uit 's Prinsen naam bevelhebber van Walcheren.

En nu treedt men agressief op! Nu geldt niet meer het parool Vlissingen behouden, doch Walcheren veroveren.

1) Gachard, Corr. de Phil. II, p. 245. H. Pirenne, Gesch. v. België, Dl. II blz. 29.

2) Swalue, de daden der Zeeuwen. bl. 11-20-21.

3) Swalue, de daden der Zeeuwen, bl. 25.

4) Gachard: Corr. Phil. Il T II p. 245-246. Bor: Hist. Nederl. Oorl. D. I, B. VI, bl. 369, Boxhorn: Chr. V. Zeel., Deel II, bl. 545-547. Hooft: Nederl. Hist. B VI, bl. 233 Brandt: Hist. der Ref. D. I, bl. 527.

5) Gachard: Corr. Phil. II, T II 257, Bor: Hist. Ned. Oorl. D. I. B. VI. bl, 369-370, Boxhorn: Chr. v. Zeel., Deel II bl. 545- Hooft: Ned. Hist. B. VI, bl. 236. Swalue: daden der Zeeuwen, bl. 24.

 

UIT EEN JEUGD

Herinneringen aan Zeeland

door

JAN R. Th. CAMPERT.

XIV.

Kent u Domburg? Natuurlijk kent u Domburg.

Het had in die jaren (en nóg) de charmes van een grootwillende badplaats en tegelijkertijd het onoverkomelijke van een lief en rustig dorpje. Zoo zal het wel tot in lengte der dagen blijven en dat is maar goed ook. Juist deze tweeledigheid maakt het veroverende element van Domburg uit, het is haar kracht. Want de meer mondain-geneigde badgast vindt er zijn paviljoen, zijn tenniscourts en golf-links, terwijl hij die de rust zoekt deze gemakkelijk kan vinden in de duinen, de manteling, de hooge bosschen rondom Kasteel Westhove.

Als u soms dacht dat ik voort, zou gaan met dezen lofzang op Domburg, dan hebt u het mis, want ik heb het plaatsje enkel maar noodig als décor. Ella woonde er, in een van die bekoorlijke villatjes, die langs den rand der duinen opduikten.

Zaterdagmiddags hadden we een afspraak, jawel: een heusche afspraak. We gingen dan wandelen, u kent dat! Twee kinderen tenslotte, die elkaar vinden, die samen op dezelfde school gaan en dus velerlei gemeenschappelijke en gewichtige belangen hebben, als daar zijn: repetities, een leeraar die geschikt of een die een mispunt was. Daarmee camoufleerde je, onbewust wellicht, je diepere gevoelens. Want een ding wist je wel heel zeker, dat aan een wandeling met Ella 'n geheimzinniger bekoring verbonden was dan aan het dolzinnige avontuur met je vrienden.

Er gebeurde niets en tòch. . . . het was of de dingen een heel ander aanschijn hadden gekregen, alsof je hen zag onder een andere belichting.

De bosschen, waar je - nog niet eens zoo lang geleden- gezworven had met je kameraden, waren dezelfde niet meer. Zoo verging het met alles ....

Een ongekend gevoel begon schuchter in je te leven.... je liep samen verder, pratend, pratend om dan ergens neer te vallen op den grond en dan moèst je wel zwijgen. De boomen bewogen licht in den zeewind, een vogel teekende een scherpe figuur tegen den hemel, je lag met je handen gevouwen onder je hoofd naar boven te kijken en naast je wist je dat meisje, de wolken gingen hoog boven Walcheren, dreven langzaam weg verder het land in of naar de zee, wier stem je boven alles uit hoorde, ruischend en monotoon. Kent u dat gedicht van Boutens?

"In de spanne, luwe stilte

in de wieg van 't glooiend mos

lig ik: boven vaart de zilte

zeewind over 't neigend bosch.

Al de toppen wuiveblinken

in der zonne gouden lust,

wijl de dorre bladers zinken

om mij heen tot rosse rust.

IJle vogelvluchten rissen

achter weemlend twijgenweb:

't Zijn de meeuwen die gaan visschen

met den wederkeer der eb ....

leder jaar wordt sneller ouder,

vroeger avondt elken dag,

maar mijn hoofd ligt aan uw schouder

en ik hoor uw harteslag.

Boven drijft het leven over,

en geen schijn of schaûw ontgaat;

elke siddering in 't loover

spiegelt over uw gelaat.

Als een god die zou beluistren

aardsch gerucht uit hemelsvreê,

hoor ik uwen adem fluistren

door de stem van wind en zee".

Er bestond weinig onschuldigers dan deze wandelingen. Tegen etenstijd keerde je voldaan terug, je keek elkaar eens aan, gaf elkaar wat stuntelig een hand en "Daáag! Tot Maandag!"

Het was voorbij .... Een kinderhand is gauw gevuld.

Zoo'n genegenheid sterft vanzelf uit. Daar komen geen gebroken harten bij te pas en geen zelfmoorden, geen lyrische poëzie of wat voor buitensporigs ook. Het heeft alles z'n natuurlijk verloop.

Op een zekeren middag merk je plotseling dat je elkaar niet zoo dikwijls meer ziet en ook dat je in geen tijden meer gewandeld hebt. Dán is het psychologisch moment bereikt! Je denkt even na en.... honderd tegen één kom je tot de conclusie dat je d'r eigenlijk niets van gemerkt hebt, althans niet gemist. En daar blijft het dan maar bij.

Er is wel wat anders wat je belangstelling heeft op zoo'n moment. Neen, gèèn ander meisje, bij mij waren het de boeken. Jawèl, het spijt me deze herinneringen niet romantischer te kunnen maken, maar het wáren de boeken. Letterkunde. En als je daar eenmaal mee begint, dan ben je voorgoed - nèèn, voorlóópig - verloren voor de gemeenschap. Het is een soort ziekte, waarvan je moeilijk geneest, sommigen blijven er in. Maar dat is een ánder verhaal.

DE SCHELDEZENDER

Hallo, hallo .............

Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-Zender Vindt u het interessant, te hooren:

- dat de burgemeester van Wolphaartsdijk in zijn Nieuwjaarsrede een vischje naar een nieuw gemeentehuis uitwierp. Hopenlijk krijgt Z. Edelachtbare beet.

- dat in 1928 in Goes 37 gevallen van besmettelijke ziekten voorkwamen, n.l. 16 van diphtheritis, 20 van roodvonk en 1 van typhus.

- dat in verband met de restauratie der Groote Kerk in diezelfde plaats de kerkdiensten in de.... nieuwe bioscoop gehouden zullen worden. Voorloopig zullen dus Zondags in Goes de kerkgangers mogen zeggen: "We gaan naar de kerk", zonder met de waarheid in conflict te komen.

- dat de burgemeester van Zoutelande van den officier van justitie te Middelburg weer toestemming heeft gekregen om proces-verbaal te doen opmaken tegen overtreders van de Zondagswet. In het komende badseizoen krijgt de Zoutelandsche veldwachter weer Zondagswerk.

- dat een combinatie van Ierseksche oesterkweekers de z.g. "Oude Tongsche bank" gepacht heeft voor de teelt van oesters. Deze grond, het puikje voor consumptie-oesters, was ruim 112 eeuw in handen van visschers uit Bruinisse.

- dat in 1928 op den kop af 20,153 binnenschepen door het kanaal Gent-Terneuzen voeren.

- dat de voorzitter van den bond van bedrijfsautohouders in Rotterdam het comité voor verkeersverbetering van en naar de Zuid-Hollandsche en Zeeuwsche eilanden en W.Brabant installeerde. Hopenlijk boekt men spoedig resultaten.

- dat thans in het stadhuis te Hulst een localiteit wordt ingericht tot huisvesting van een museum van den oudheidkundigen kring in de 4 ambachten van Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen.

- dat te Oud-Vossemeer op 31 Januari a.s. den honderdsten jaardag van het gezelschap "Leeslust" feestelijk herdacht zal worden. De leden zullen dien avond niet.... lezen.

- dat de officier van justitie te Middelburg 3 maanden hechtenis eischte tegen den autobestuurder, die op den Vlissingsche weg een fietsend meisje aanreed en verwondde, en dat aan de gevolgen daarvan overleed.

- dat de Westkappelsche zeedijk, die door de Novemberstormen zwaar geteisterd werd, de vorige week opnieuw belangrijke schade kreeg.

- dat de heer Meeuwsen, postdirecteur te Hansweert, gehuldigd is voor het feit, dat hij 25 jaren in dienst der posterijen stond.

- dat B. en W. van Veere geen enkele sollicitatie ontvingen naar aanleiding van hun advertentie voor een gemeentegeneesheer.

- dat het verkeer met voertuigen op alle Zeeuwsche wegen (de rijkswegen uitgezonderd) beperkt was in verband met den ingevallen dooi.

- dat de motorboot "Onderneming" de vorige week bij Wemeldinge in een sneeuwstorm geraakte. Bovendien viel de machine van de boot onklaar. Met veel moeite wist men het schip veilig naar Wemeldinge te brengen.

- dat op sommige plaatsen in onze provincie de sneeuw de arresleden weer eens te voorschijn tooverde.

- dat in Juli a.s. de bekende boomkweekerij van de firma D. J. van der Have te Kapelle haar gouden jubileum zal herdenken.

- dat in Vlissingen een vrouw in haar woning in brand geraakte. De ongelukkige werd naar het Gasthuis overgebracht, waar ze spoedig overleed.

- dat tusschen Kamperland en Wissekerke een autobestuurder tengevolge van den sneeuwstorm van den goeden weg geraakte. Hij kwam in een sloot terecht, doch verwondde zich niet.

- dat te Tholen een cursus in het melken gehouden zal worden. Uit verschillende gemeenten op het eiland meldden zich reeds deelnemers aan.

- dat in December j.l. in Zeeland totaal 6 gevallen van mond- en klauwzeer voorkwamen. Vergeleken met de opgaven van andere provincies is dit getal gunstig.

- dat in Vlissingen iemand een wond van zijn paard met wagensmeer behandelde. De politie onderhield den zonderlingen verpleger.

- dat leerlingen van de H.B.S. te Zierikzee fl 250.- bijeenbrachten voor de kinderen van de slachtoffers van de ramp met de reddingsboot te Hoek van Holland. In Vlissingen zal voor hetzelfde doel morgen een collecte worden gehouden.

- dat de Chr. Jongelingsvereeniging te Schore wegens gebrek aan belangstelling ontbonden werd.

- dat Middelburg weer onveilig wordt gemaakt fors twee antiquairs met zonderlinge kaufmännische eigenschappen.

- dat de oudste inwoner van Krabbendijke, de heer C. de Wilde Az., dezer dagen zijn 90sten jaardag vierde. Er was muziek en vreugde in het dorp.

- dat de nieuwe electrische tramlijn tusschen Knocke en Breskens nog vóór het a.s. badseizoen in exploitatie zal komen. Voor V. V. V. in Middelburg een prettige boodschap.

- dat onder Westkapelle een groote sloep, inhoudende 5 roeispanen, aanspoelde. Het geschenk van een of andere storm is op bevel van den burgemeester-strandvonder geborgen.

- dat aan den heer J. Broerse op zijn verzoek door het Bestuur der Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer eervol ontslag is verleend als administrateur-concierge van het Informatiebureel, zulks met ingang van 1 April 1929.

Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........

Adieu .........

 

TREFFERS EN POEDELS

BEVOLKINGSVERMINDERING.

Zijnde een overweging om te komen tot de oprichting van een Pot-en-Deksel-Club.

Ook ik kom met mijn meening

omtrent het zielental,

we zakken onrustbarend,

het is een raar geval. -

Men steekt het op den landbouw,

die bloedarmoede heeft

en op de isolatie,

waar Zeeland nog in leeft.

Men noemt ook de machine,

die mensch en dier verjaagt,

de natte onderwereld,

die ons met koortsen plaagt. -

Ik zou wat anders zeggen,

als men mijn meening vroeg,

't is - dunkt me - zeer eenvoudig

WE TROUWEN NIET GENOEG!

De vrijgezellennatie

is groot, geloof me vrij;

vrij vrijen vrijgezellen

gezellig vrij en blij.

Als die maar wouen trouwen

was Zeeland uit gevaar:

waar vrije vrijers vrijen

ziet men geen ooievaar. -

Men gaat dit reeds begrijpen,

want in een Goesche krant

vroeg laatst een vijftal vrijers

vijf meisjes naar de hand.

Dat is een leuk ideetje,

dat moest wat uitgebreid

de deksels en de potten,

ze passen nog altijd.

Staat op, gij vrijgezellen,

verlaat Uw stamcafé,

gaat ten stadhuize, deksels,

maar neemt een potje mee!

't Mag scheeve ooren hebben,

of zwaar zijn van gewicht,

maar deksels, ieder deksel

biedt óók geen mooi gezicht

Kan Zeeland op U bouwen?

Doet gij dus allen mee?

Van 't zomer gaan we samen

naar Bresjes-aan-de-Zee. -

WILLEM TELL II.

SPORT-IMPRESSIES

Turnen.

Een der oudste takken van sport is ongetwijfeld de gymnastiek, die met de turnsport in familie-relatie staat en deswegen, naar believen, naar beide benamingen luistert. De officieele, klassieke benaming is nog gymnastiek en wordt als zoodanig dan ook teruggevonden in het programma der Olympische Sportspelen, hetwelk de massa-demonstratie, die aanspraak maakt op de betiteling "turnen", niet kent. Niettemin hebben we met broertje en zusje te maken, omdat - zooals gezegd - uit de uitsluitende gymnastiekbeweging de openlucht- en massa-sport, die "turnen" heet, is geboren.

Er bestaat in ons land dan ook geen Turnbond, doch wel eene organisatie, die haar naam ontleent aan de beoefening der gymnastiek en reeds meer dan zestig jaar een der voornaamste en krachtigste sportbonden mag heeten in ons land. Het Koninklijk Nederlandsch Gymnastiek Verbond, dat op 15 Maart 1868 werd opgericht en onder de hooge bescherming staat van H. M. de Koningin en Z. K. H. den Prins, omvat momenteel ruim 40.000 leden en is onderverdeeld in z.g. "Gewesten", waarvan het Verbond er thans zes kent. Voorheen bestond naast het "Gewest Zeeland" nog een z.g. Zuider-gewest, doch sinds vorig jaar heeft een andere groepeering plaats gehad, waarbij o.m. tot stand kwam "De Zeeuwsch-Brabantsche Turnkring van het Koninklijk Nederlandsch Gymnastiek Verbond".

Met genoegen kunnen we aanstippen, dat deze Zeeuwsch-Brabantsche Turnkring - zij het ook, dat de numerieke sterkte ongunstig afsteekt tegen die van andere kringen - er zijn mag en een hecht onderdeel uitmaakt van het groote Verbond. Het zou te betreuren zijn, indien deze kring nog verder afbrokkelde, omdat de heilzame invloed der gymnastiek op het individu van onbetwistbaar-groote waarde is.

Dezer dagen heeft de Z. B. Turnkring in Goes hare algemeene vergadering gehouden onder leiding van zijn praesus, den heer W. de Graaf. Uit de daar gevoerde besprekingen en behandelde jaarverslagen bleek ons, dat de organisatie op het oogenblik 19 vereenigingen omvat, die te zamen aspiranten inbegrepen - 1426 turnsters en turners tellen, doch dat dit ledental veel grooter kon zijn, indien voornamelijk op Zuid-Beveland niet eene inzinking was waar te nemen, die ongunstig werkt op het geheele kringleven. Zelfs de eens zoo bloeiende vereeniging "Olympia" te Kapelle ontviel den kring, terwijl verder bleek, dat behalve te Goes, waar "Volharding" floreert en nuttig werk doet voor de gymnastiek-gemeenschap, het turnleven op Zuid-Beveland vrijwel is lamgeslagen. Verschillende oorzaken zijn hiervoor op te sommen, doch eene der voornaamste is wel het gebrek aan onderlinge samenwerking, eensdeels voortkomend uit een soort naijver jegens elkander en anderdeels uit gemis aan activiteit. "Volharding" heeft reeds menige poging aangewend om hierin verbetering te bewerkstelligen en den toestand te brengen op het niveau van Walcheren, waar de plaatselijke vereenigingen een groot gevoel voor saamhoorigheid ontwikkelen. Op Zaterdag a.s. zal te Goes eene vergadering plaats vinden van afgevaardigden der Zuid-Bevelandsche Turnvereenigingen teneinde plannen te beramen en uit te werken, die èn de gymnastiek èn het vereenigingsleven ten goede komen en Zuid-Beveland weer te maken tot een krachtig onderdeel van het Zeeuwsch-Brabantsche complex.

Het is voornamelijk in dit verband, dat wij ditmaal weer eens bijzondere aandacht wijden aan de turnsport. Schakelen we " groote vereenigingen, als "Medioburgum" en "Achilles" te Middelburg, "V. T. V." en "Lichaamsontwikkeling" (Waar is het Vlissingsche "Sparta" gebleven?) te Vlissingen, "Volharding" te Goes en "Zeelandia" te Hansweert uit, dan wil het ons voorkomen, dat op tal van plaatsen van Zeeland de gymnastiek nogal te veel verwaarloosd wordt. Er is nauwelijks goedkooper, gezonder en heilzamer sport denkbaar dan juist de gymnastiek. In vrije- en orde-oefeningen, in staaf- en knots-demonstraties, in rek-, brug- en ring-werken en niet het minst in massa-practijk worden zoowel lichaam als geest gesterkt. Ongevallen, zooals b.v. bij het voetbalspel zich voordoen, zijn tot een minimum beperkt en komen zoo goed als nimmer voor, gevaar voor nadeeligen invloed op de gezondheid bestaat niet en men kweekt een gezond en gehard lichaam. Ziedaar eenige uitgesproken voordeelen van de turnsport, die door hare matige eischen bovendien binnen een ieders bereik is. Heeft men een zekeren graad van ontwikkeling bereikt, dan kan men gaan denken aan het wedstrijdwezen, dat op gezonde rivaliteitsbasis zich beweegt en dat een prikkel inhoudt, die de intensieve beoefening ten goede komt. Zoo hebben de hierboven genoemde vereenigingen reeds menig succes geboekt en heeft om. de Z. B. Turnkring op de Bondsuitvoering in Utrecht een uitstekend figuur gemaakt. Als men voorts bedenkt, dat in de jongste Olympische Spelen de Hollandsche Dames-Turnploeg een eersten prijs verwierf, moet die voor onze sluimerende Zeeuwsche turnsters en turners toch wel eene aansporing zijn, de ledematen letterlijk en figuurlijk uit te strekken en zich op te maken om in onderlinge samenwerking het Zeeuwsch-Brabantsche rayon bloeiender te maken en het daarin aanwezige materiaal te verwerken tot een complex, dat past in het kader van ons Zeeuwsche sportleven.

Moge een daadwerkelijk succes op Zaterdag a.s. de te Goes te houden besprekingen bezegelen, opdat reeds op tweeden Pinksterdag, waarop de groote kring-uitvoering zal plaats vinden, moge blijken, dat de turnsport in Zeeland de psyche van een stoer Zeeuwsch volk beteekent.

Voetbal op Zondag a.s.

We zullen maar zeggen dat Koning Voetbal zich een week "vergist" heeft. Zondag l.l. had weer eene algeheele demobilisatie plaats en we bleven verstoken van ijs en voetbal. Het ziet er echter wel naar uit, dat Zondag a.s. (27 Januari) Z. M. weer aan het bewind is en ook de Zeeuwsche voetballers weer in actie komen.

De Nederlandsche Voetbalbond stelde voor de Zeeuwsche clubs het volgende programma vast:

2e Klasse A.

Te Vlissingen: Vlissingen-Alliance.

Te Breda: Breda-Middelburg.

(Zeelandia is vrij).

3e Klasse A.

Te Middelburg: Walcheren-Zierikzee.

Te Middelburg: Middelburg II-Hulst.

Te Neuzen: Terneuzen-Zeelandia II.

De wedstrijd Walcheren-Zierikzee vangt ten één uur aan.

LUCTOR ET EMERGO.

 

PRIKKELDRAAD

Weet u waarover ik al enkele keeren gepiekerd heb?

Over de Zeeuwsche pers-organen.

Neen, spitst de ooren niet, het is verre van mij hier een aanval te ondernemen op de collega's, die iederen dag of om de twee of drie dagen de Zeeuwsche gemeenschap, zooals men dat heet, van geestelijk voedsel voorzien.

Ik wil simpel zeggen, dat onze pers-organen zich. van andere dito-organen in andere provincies slechts onderscheiden door de permanente afwezigheid van een rubriek "Ingekomen giften".

Als er hier of daar een ongeluk gebeurt, welks gevolgen met finantieelen steun van de Nederlanders gedeeltelijk ongedaan gemaakt kunnen worden, doen vele couranten een oproep, zij openen de rubriek "Ingekomen gelden" of zoo en ze wedijveren met elkaar in het edel schooieren.

Avond aan avond doen de bladen de menschheid kond van de stortingen en van de vrijgevigheid hunner lezers. Nauwelijks was b.v. de ramp met de reddingsboot te Hoek van Holland bekend of verschillende bladen in den lande, staken, als na vele vroegere rampen, de mooie bedeltrompet.

Alleen de Zeeuwsche bladen deden nu, als bij alle vroegere rampen, niet mede.

Ik veronderstel geenszins dat de Zeeuwsche redacties minder voor de hulpbehoevende menschheid gevoelen dan niet-Zeeuwsche redacties. Dus daar schuilt de reden van de afwezigheid der genoemde rubriek m. i. niet.

Waar dan wel?

In een soort beroeps-trots.

Ei.... ei?????

Ja!!

De Zeeuwsche redacties weten, dat hun lezers niet op schriftelijk verzoek geven en ze houden er niet van dit (wat de buitenstaander licht een gemis aan invloed zou kunnen noemen) aan de groote klok te hangen,

Nog niet lang geleden hebben twee bladen in onze provincie, elk voor een ander doel, het nog eens met een schriftelijke inzameling geprobeerd, doch het succes was zoo bedroevend, dat de vermetelen zich wellicht voor den journalistieken schedel hebben geslagen.

De Zeeuw is niet hard; als er geofferd moet worden, dan wil hij ook wel offeren, doch men moet een woordelijk beroep op hem doen. Voor het schriftelijke blijft hij .... plombiére.

Vandaar de afwezigheid van de rubriek "Ingekomen giften" in de Zeeuwsche bladen.

Of weet iemand een andere en betere verklaring?

Dan houd ik me aanbevolen.

P.RIK

HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND

16 Januari. - Met vallen en opstaan hedenmiddag "Het varken met de Sirene" bereikt. Ze vinden tegenwoordig van alles uit ten dienste van vliegeniers en automobilisten, maar voor 'n eenvoudig middeltje om den voetganger op den been te houden, weten ze geen raad. Wandelaars zijn dan ook slechts een uitstervend ras! Onder 't genot van een kruidenbittertje het lot van monarch Amanoellah besproken. Droevig, droevig. De eerste berichten meldden, dat de stakker, die nu zonder kroon-hoofddeksel (en dat nog wel in den winter) ronddoolt, voor de opstandelingen gevlucht was; gelukkig werd later geseind, dat hij op 't voorbeeld van

ex-keizer Wilhelm, wegens vaderlandsliefde, vrijwillig met zijn hebben en houden afgereisd was. Hij heeft toch nog wel iets gedurende zijn Europeeschen rondrit geleerd.

17 Jan. - 's Jonge, 's jonge, wat 'n winter! De sneeuw lag vanmorgen twee voet hoog voor mijn woning. Bij 't eerste krieken van den dag een tunnel gegraven om ons daghitje binnengeloodst te krijgen. Vreeselijke berichten doen de ronde. De wolven schijnen reeds tot Midden-Duitschland gevorderd te zijn. Op den Dollar is een groote ijsbeer gesignaleerd en nabij Maastricht moeten de eerste pinguins zijn aangekomen. De jachtvereenigingen langs Oost- en Zuidgrens zijn daarom ontbonden, terwijl de aangeslotenen zich met hun wapens binnen de waterlinie hebben teruggetrokken. Verstandige voorzorgsmaatregel. De hazenjacht blijkt reeds gevaarlijk genoeg, wanneer het staatje van de aangeschoten drijvers en zelfbeschadigde Nimrods bezichtigt. Heb heden een arreslee gezien. Niet op den zolder van het museum, zooals Breeduitstra spottend riep, maar werkelijk op straat en met 'n paard er voor.

18 Jan. - Heb eens verschrikkelijk nagedacht over een middel tegen het vallen, daar de straten nog immer glad

zijn. Kwam op het idee van de parachute. In vertrouwen dit aan Krimp van Dulmen meegedeeld. Onmogelijk, zei die. Parachutes helpen pas na 'n honderd meter. Dus je kunt nog veiliger in een afgrond dan in een straatgoot vallen. Heb ik nu geen gelijk, wanneer ik beweer, dat die moderne uitvindingen alle normale verhoudingen in gevaar brengen? Gesprek gevoerd met den voorzitter onzer ijsvereeniging. Wanneer het was blijven vriezen, zou het vandaag de wedstrijddag zijn geworden. Vroeg hem, waarom ze altijd zulke dingen uitschrijven, tegen dat het dooien gaat. "Dat bespaart het bestuur zooveel werk, Zijdewind, " fluisterde hij. "Leve de efficiency!"

19 Jan. - Liesbeth riep vanmorgen met stentorstem: "Lekkage." 't Dak liet vocht door, wegens de dooiende sneeuwlaag, zoo luidde mijn diagnose. Na de noodige voorbereidingen, Sientje een laddertje laten leenen bij buurman Snikkers. Met een bezem de sporten bestegen, vervolgens twee dakpannen gekneusd en de emotie beleefd van iemand, die een natte sneeuwlawine over zich heen krijgt. Aangezien ik liever lekkage op mijn zolder dan langs mijn rug heb, den arbeid gestaakt en Liesbeth aangeraden om wat heet water uit het dakraam te gieten. "Het past je niet, om zóó hatelijk te zijn, " zei ze streng. Weet van den prins geen kwaad. Het laddertje bleek niet heel sterk, want toen Jossie en Wybo er op liepen, terwijl het op den grond lag, braken er twee sporten. Onmiddellijk Sientje er mee teruggestuurd, met de boodschap of ze het gauw wilden laten maken, omdat ik het de volgende week misschien weer noodig heb. Sommige menschen durven alles aan 'n ander te leen te geven. En dat lijkt nu zoo'n vriendelijk mannetje, die Snikkers!

20 Jan. - Liesbeth kopt nog. Heb met mr. Mierick 'n kaartje gelegd. Hij won 'n kwartje. Zal wel valsch gespeeld hebben. Die advocatentrucjes kennen we al!

21 Jan. - Liesbeth draait bij. Snapte overigens vandaag nog niet waarmee ik haar beleedigd had. Vertelde Breeduitstra alles. Die lachte. "Heb je dan nooit van Kenau Hasselaar gehoord?" Een minuut lang keek ik hem strak aan toen begreep ik het reeds en zuchtte. Hij klopte me op den schouder. Schep moed, ouwe jongen en bedenk dat kwade vrouwen een man wijs maken. Dit kan wetenschappelijk bewezen worden door het geval-Socrates. Dat was de man van Xantippe en 'n wijze, maar wanneer hij dat, voor zijn vrouwen was geweest, had hij haar niet genomen!" Ik stak hem de hand toe.

22 Jan. - Revolutie aan tafel. We hadden heerlijke rapen, maar Jossie beliefde er niet van te eten; durfde niet; "van rapen wordt je krom," huilde hij aanhoudende. 't Stond in zijn leesboek op school. Op informatie uitgegaan. Na lang zoeken vond de juffrouw een verhaaltje van een sprokkelvrouwtje, dat gebogen was van 't rapen. Ben blij dat het kereltje gelijk had.

VEREENIGINGSNIEUWS

Zeeuwsche Vereeniging, Dordrecht. - Op den tweeden clubavond hield het Bestuurslid, de Heer C. C. A. Croïn, een lezing over "De laatste der Inca's". In levendige kleuren schetste hij de verovering van Peru door Pizarro; hij verhaalde van den strijd tusschen de Inka's Atahualpa en Huascar, en vertelde hoe Pizarro Atahualpa binnen zijn fort lokte, hem daar verraderlijk overviel en hem in den kerker wierp.

Nadat Pizarro van Atahualpa een groote massa goud en zilver als losgeld had geëischt, werd de ongelukkige vorst, wegens broedermoord en veelwijverij voor een Spaansche rechtbank gedaagd en tot den brandstapel veroordeeld. Bij wijze van gunst werd dit vonnis veranderd in den dood door worging.

Met groote belangstelling werd de lezing door de aanwezigen gevolgd, waarna de voorzitter, de heer van Niftrik, in warme woorden den heer Croïn den welverdienden dank der vergadering betuigde.