Ons Zeeland 1929, nummer 5

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

VRIENDELIJK VERZOEK AAN ONZE LEZERESSEN

EN LEZERS.

Natuurlijk hebt U familieleden en kennissen buiten de Provincie, van Zeeuwsche afkomst of wel volbloed Zeeuwen.

Voor ons is het van belang hun adressen eens te weten opdat wij hen eens een proefnummer van ons blad kunnen zenden.

Voor hen zal het prettig zijn een blad te ontvangen waarin zij van hun geboortelandje juist dat vinden, waarin zij belang stellen.

Doet U even de kleine moeite en schrijf ons hun adressen.

Wij zorgen voor de rest.

Bij voorbaat dank.

DE ADMINISTRATIE.

LINNEN STEMPELBANDEN.

Wij verwijzen onze abonné's naar de advertentie der Firma Gebrs. Ritter, Nieuwe Molstraat 26, Den Haag, waar voor onzen roman "Liefde's Jeugddroom", wederom fraaie linnen stempelbandjes verkrijgbaar zijn.

Tevens zijn voor den afgeloopen 3en Jaargang van ons blad nog linnen stempelbanden verkrijgbaar.

Ook de administratie van dit blad neemt gaarne bestellingen aan.

DE ZEEUWSCHE WEEK

De Kamer van Koophandel en de nachtmerrie van den heer De Vos; De Middelburgsche gemeenteraad bijeen; een Belgische klacht.

Januari is de maand van de jaaroverzichten. Men kan in dezen tijd van geen vergadering-verslag inzage nemen, of men komt een afrekening met 1928 tegen. Burgemeesters onthalen de raadsleden en de burgerij op overzichten, op hun stad of dorp betrekking hebbend, in vergaderingen van kolen-, geiten-, schiet- enz. enz.-vereenigingen, maken de bestuursleden in deze maand gewag van de kolen, de geiten, het schieten etc. in het jaar dat achter ons ligt. Op den duur tolt men een tikje van al het kijken naar het reeds in zijn graf liggend 1928.

Ook de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Zeeuwsche Eilanden, welke instelling aan het einde der vorige week vergaderde, heeft zich natuurlijk aan een jaaroverzicht bezondigd. En nog niet eens aan zoo'n kleintje ook. Spotters zouden zeggen: "Hoe kleiner de agenda en hoe onbelangrijker de vereeniging.... des te langer wordt het jaarverslag"; doch hiermede mogen we hier ter plaatse niet instemmen. Bovendien: het jaaroverzicht van den voorzitter kon er zijn, want het gaf een breeden kijk op de bronnen van inkomsten die in het afgeloopen jaar op ons gewest van invloed waren. De Kamer van Koophandel is, voor zoover ons bekend, de eenige instelling, het eenige lichaam dat zich ook in het jaaroverzicht niet tot een deel van het gewest of tot een gedeelte van de bronnen van inkomsten beperkt.

Het zou ons te ver voeren het jaaroverzicht van den voorzitter in zijn geheel over te nemen. Genoeg zij dat het stuk niet in het teeken van het pessimisme stond en dat het ook goede wenschen t. o. van 1929 koesterde.

Zooals gezegd, werd in het jaaroverzicht aandacht gewijd aan diverse Zeeuwsche zaken en instellingen. O.a. aan de motorveerboot, de beruchte, die tusschen Vlissingen en Breskens in de vaart is gebracht, en die volgens den voorzitter de verbinding heel wat verbeterd heeft.

De heer De Vos, die in het motorveerboot-drama altijd een rol heeft gespeeld, kon zich natuurlijk met het pluimpje voor de ferryboot niet vereenigen. Hij zei o.m. dat de boot dezer dagen de haven van Breskens niet kon bereiken wegens een stijven bries en dat zij naar Vlissingen moest terugkeeren. De heer De Vos, die dingen, met de veerboot verband houdend, niet gemakkelijk in het juiste licht schijnt te kunnen zien, heeft zich blijkens nader ingewonnen inlichtingen ook thans weer vergist. De veerboot keerde terug wegens mist, en niet wegens sterken wind.

Dat is heel wat anders, en het getuigt van een voorzichtig beleid.

We vreezen dat de heer De Vos, als bij maar voort blijft gaan de veerboot allerlei feiten te verwijten welke haar waarlijk niet aankleven, zich op den duur een tikje heel erg belachelijk zal maken.

In den beginne, toen de ferryboot inderdaad te wenschen overliet, hebben we zijn actie kunnen begrijpen en waardeeren, doch nu niet meer.

Iedere kwaal, ook een ferry-ziekte, wordt hinderlijk als zij permanent blijkt.

x

In den gemeenteraad van Middelburg, die dezer dagen voor het eerst in dit jaar bijeen was, heeft de voorzitter eveneens een terugblik naar 1928 geworpen. Deze kon uiteraard niet zoo vroolijk zijn als menigeen wel zou gewenscht hebben, want het afgeloopen jaar was onze hoofdstad niet in alle opzichten gunstig gezind. De economische toestand was vrijwel gelijk aan die van vorige jaren, de oplossing van het werkloozen-vraagstuk baarde nog zorg, de meel-fabriek werkte niet, de abattoir-kwestie bereikte geen oplossing, er was een para-typhus-epidemie, die veel onrust veroorzaakte.... We geven slechts enkele "gevallen" uit het jaaroverzicht en ook daaruit blijkt al dat tot vroolijkheid zoo goed als geen aanleiding bestond. Temeer omdat tegenover de donkere punten vrijwel geen lichtpunten gesteld konden worden. Het oudste raadslid, dat de rede van den voorzitter beantwoordde, was evenwel de meening toegedaan dat men pessimistisch noch optimistisch behoefde te zijn....

In deze eerste vergadering van het jaar zijn eenige besluiten genomen, die niet van belang ontbloot zijn en daarom dienen ze hier te worden vermeld.

De raad besloot dan een medicus aan te stellen die tegelijk zal zijn gemeente-, school- en controleerend arts. De uitbreiding der taak van dezen medicus zal o.i. echter practisch niet zooveel om het lijf hebben. Men wilde een schoolarts en men zag geen kans hem te krijgen zonder een drievoudige taak. Welnu, daaraan is thans voldaan en op diplomatieke wijze heeft de meerderheid van den raad den schoolarts binnen gesmokkeld.

Het tweede voorstel, dat heel wat sprekers in touw bracht, was het voorstel van B. en W. tot aanleg bij wijze van werkverschaffing van industrie-terrein aan den Kleverkerkschen weg. Ook dit voorstel ging onder den hamer door, hetgeen voor de stad nog zoo slecht niet is. De werkloozen (die, zoo ze niet te werk gesteld werden, zwaarder op de kas der gemeente zouden drukken dan bij tewerkstelling, waarvoor het Rijk bijspringt) zullen Middelburg nu aan industrieterrein helpen en krijgt mettertijd de een of andere industrieel het in het hoofd zich in onze hoofdstad neer te laten, dan kan de gemeente zeggen: "alsjeblieft, de terreinen voor uw fabrieken liggen hier."

Vermoedelijk zal het met de vestiging van nieuwe industrieën in Middelburg wel zoo'n vaart niet loopen, doch ... men kan nooit weten. Als het terrein eenmaal klaar is, en er komt geen enkele industrieel opdagen, dan zou men het immers nog een andere bestemming kunnen geven.

Ook uit het oogpunt van werkverschaffing valt het tweede besluit van den Middelburgschen gemeenteraad van harte toe te juichen!

x

De Belgen brommen gaarne. Vooral over zaken welke zij met Nederland moeten deelen. Het kanaal Gent-Terneuzen-Zuid-Beveland betrekken ze bij voorkeur bij hun brompartijen en ook Vlissingen geniet nogal eens menigmaal de twijfelachtige eer. De jongste - we schreven bijna: laatste grieven der Belgen betreffen de loodsen op de Schelde, en een enkel anti-Nederlandsch blad heeft al kans gezien de Nederlanders over het gebrek aan loodsen leelijke dingen te zeggen. Achteraf is gebleken dat wij met de zaak niets uitstaande hadden, doch dat de klachten alleen van toepassing waren op het Belgische loodswezen. Vóór den oorlog waren er in Vlissingen n.l. 112 Belgische loodsen en nu terwijl het havenverkeer is toegenomen - nog maar 91. Door dit tekort moesten de loodsen te zwaren dienst verrichten en menigmaal schoten hun rustdagen er bij in.

De Belgische regering heeft intusschen verbetering toegezegd en de klacht over Vlissingen, dat toch geen Vlissingsche klacht was, zal wel weer spoedig tot het verleden behooren.

Het is maar goed dat we de Belgen op den duur leerden kennen en dat we hun brom-partijen niet meer au serieux nemen. Als we anders deden, zou het Nederlandsche humeur er dikwijls ongemotiveerd onder lijden.

VAN EIGEN BODEM

ZEEUWSCH VERLEDEN

Zoo'n Novemberstorm brengt dan weer in gedachten de vroegere rampen, welke de zee in haar titanische kracht aan ons Zeeland toebracht. Veel is nog bekend van deze gebeurtenissen en het is mogelijk tot leering, te weten, welke maatregelen werden genomen, om ons mooie land te behouden en welke ongelukken toch nog gebeurden. De middelen, welke onze voorouders ter beschikking hadden, waren beperkt; ook waren de kosten der werken, in verband met de waarde der landerijen enz., zeer hoog te noemen, waarbij dan nog kwam de ellende der oorlogen en twisten. Zooveel in Zeeland is ten onder gegaan, dat dankbaarheid ons moet vervullen, als we zien, dat de laatstverloopen tijd onze Provincie voor ernstige innundaties is bespaard gebleven.

In de laatste stormen hebben de werken het gehouden, ofschoon veel materieele schade is toegebracht, o. a. aan Zeeland's grootste zeewering: de Westkappelsche dijk.

Aan dezen dijk en de plaats is veel geschiedenis verbonden; oudtijds lag Westkapelle niet op de tegenwoordige plaats; de zee heeft de stad Westkapelle verwoest en het dorp van thans is afkomstig van de geretireerde bevolking van weleer.

Een stad van beteekenis is dit geweest, waarvan te vermelden is, dat omstreeks 1200, een uitgebreide handel werd gedreven met verschillende landen; 36 haringbuizen al daar afvoeren, met fabricage van allerlei benoodigdheden ter plaatse.

In 1223 werden deze stad door Graaf Floris verscheidene Keuren en vrijgevigheden toebedeeld. Op 24 Juli 1491 werd dit oude Westcappel uitgeplunderd en grootelijks verbrand, doch herstelde zich weer; echter waren de aanvallen der zee reeds dermate, dat de bewoners zich achteruit moesten verplaatsen; zoo was de Kerk reeds in 1470 op den tegenwoordigen stand gezet met den toren, welke reeds als lichtopstand werd gebruikt.

visschers brachten hun bedrijf over naar Vlissingen, terwijl vele gegoede inwoners zich naar elders begaven; mede in verband met de risico's, welke de niet beschermde en versterkte woonplaats meebracht in dien tijd van twisten en oorlogen.

Steeds werd getracht door allerhande middelen de zee terug te dringen; paalhoofden werden aangelegd; het overschot der duinen werd met klei versterkt, waarover dan stroomatten, doch men begrijpt, dat dit op den duur niet bestand was; meermalen werd dan ook de thans aanwezige dijk verzwaard en versterkt; zoo werd op 14 Juli 1540 het eerste staketwerk aangebracht, waarbij Keizer Karel V persoonlijk aanwezig was.

Het belang van dezen dijk werd toen reeds zoo gewichtig geacht, aangezien met de vernieling van deze sterkte heel Walcheren en een groot deel van Zeeland ten onder zou gaan.

Op 26 Januari 1684 brak de dijk door aan de Zuidzijde, doch kon het eiland gered worden door dichting der doorbraak, welke de lage duinen ter plaatse nog niet geheel doorbroken had.

Omstreeks 1700 bedroegen de jaarlijksche kosten aan die werken 60 à 70.000 gld.; veel kapitaal vroeg het vernieuwen der paalwerken, welke door paalworm waren vernield. Na het ondergaan van Westkapelle heeft de bevolking zijn bestaan gevonden hoofdzakelijk in de dijkwerken.

Een gedicht, gewijd aan dezen strijd tegen de golven, zeg ons dit:

WESTCAPPEL,

Ik was een moederstadt, al in voorleden tijden,

Ik was, soo gij hier hoort, ik was, na mijn belijden,

Maar wat ik worden sal en weet men ganschlijk niet.

Daarom een ieder doch, vrij op zijn zelven ziet,

Want het heeft God geliefd, mij die daer plach te wezen,

Een wijdberuchte Stad, te kleinen, zoo wij lezen.

Denkt dat het uwe beurt eens noch wel worden kan;

Die eens verbannen is, raakt wel een uit den ban

Veracht haar niet, die eens gedwongen is te vallen,

Door 'd oproer van de Zee en daardoor mist haar wallen;

Van 't water word ik noch bestreden dag bij dag,

Ik kan maar weere doen, en blijven dat ik mag.

UIT EEN JEUGD

Herinneringen aan Zeeland

door

JAN R. Th. CAMPERT.

xv.

Zomermiddag.

Dien middag lag de zee weergaloos-effen en blauw voor ons. Ver week de einder weg in een trillenden nevel, die boven het water te dansen stond.

Een enkele schuit dreef loom over de spiegel-gladde vlakte en de uren gingen voorbij zonder dat zij van plaats veranderde.

Hoog, brandend en hitte-schietend stond een metalen zon aan den wolkeloozen hemel. In den nacht was de wind gaan liggen, geen koelte ademde over het land.

Hèl-wit blakerden de duinen: gloeiende, witte bergen die Walcheren omsloten.

Uren hadden wij zoo gelegen, te traag en te verzaad van hitte om ons te bewegen. De harde zon brandde op onze huid. Van den duintop af keken wij over het water dat onder ons lag en zoo roerloos weggevende naar gindsche blauwe verten, waartegen het donkere silhouet van de stille schuit zich scherp afteekende.

Het was alsof het leven zóó snel gebeurde dat het wel stil leek te staan.

Achter ons lag Walcheren. Het koren was tot vollen wasdom gerijpt, de volle, vette aren wachtten enkel nog de scherpe, blikkerende zeis. In de fèl-groene weiden rustten de dieren âemechtig onder de smalle schaduw van een enkelen boom of liepen langzaam naar een welhaast verdroogde waterput.

Wit van stof slingerden zich de wegen door het land, de stille wegen, die Walcheren's dorpen verbinden. Nergens viel eenig leven te bespeuren. Oppermachtig en verpletterend heerschte de zomer over water en land.

Alleen het ijverige stoomtrammetje sjouwde op de gezette tijden dwaas en puffend door deze volkomen rust, alsof het protesteeren wilde: een komische demonstratie, een te luidruchtig vertoon.

Warm-koesterde het zand onze leden en het scheen alsof alle gedachten vervlogen waren. Wij waren deel van dit geheel en ánders niet: wij pasten in dit zomersch décor, twee lichamen en ánders niet en het was goèd om niet anders te zijn, om niet anders behoèven te zijn: zwijgend, verloren, passief....

Het gebeurde om ons en in ons en wij reageerden niet. Wij lieten het gebeuren, wij waren in dit zomersche landschap niets meer dan een paar passende ornamenten.

Onze oogen staarden over het water en over Walcheren's domeinen. Omsloten door den nu zoo veiligen ban van het water, lag daar dien kleinen hof, die Walcheren heet.

Breed en machtig verrees de steenen toren van Westkappel in het warmte-trillende zwerk, verder naar rechts school achter de donkere bosschages Domburg, het aandoenlijke, alleen een spits torentje verraadde zijn aanwezigheid en zóó was het óveral. Alleen de smalle torens deden ons de dorpen herkennen: Oostkappel, Serooskerke, Vrouwenpolder, Koudekerke, Biggekerke....

Slank, ijl en gracieus sliertte de Lange Jan de lucht in. Wit leek zijn vorm in dezen zomerschen brand. Maar gróót verhieven zich de kranen van Vlissingen. Dáár moest het leven kloppen en daveren, daar stond het werk niet stil het hart van den arbeid.

En dichterbij Zoutelande, gevlijd aan den voet der duinen.

Een kleine kerk, een handje-vol huizen. Het lag daar zoo veilig en zoo vertrouwd, zoo bijna hulpeloos....

Uren duurde deze droom van zon en zomer. De tijd verliep, het water vloeide terug, de zon daalde dichter tot den horizon, maar de droom ging niet verloren. Zij verdiepte zich.

Het licht werd minder wit, maar het leek wel of een aanvankelijk schuchtere innigheid op dit alles beslag ging

leggen. Een heimelijker sfeer weefde zich over het land en wij wisten niet meer of het leven sterven ging of nù eerst beginnen moest.

Sneller, steeds sneller verliep dit proces.

Een lichte schemering breidde zich uit, nu lag de zon op den horizon en nog eenmaal zette zij hemel en aarde in vlam. De toppen der duinen waren rood, róód ook was het water aangeloopen en rood dreven de weinige wolken, die op kwamen zetten, langs de luchte-zee. Een speelsche, koele wind deed het water rimpelen, even, èven maar.... De dieren op het land schudden de loomheid van zich al en begonnen te grazen. Langs de wegen zagen wij de kleine figuren van terugkeerende boeren. Ergens sloeg een hond aan. Bleek stond een vroege en smalle maan aan de lucht, een eerste ster fonkelde....

"Het wordt kil", zei ik en dat was na zóó'n middag een hopeloos-nuchtere opmerking.

 

DE SCHELDE-ZENDER

Hallo, hallo........

Hier is het draadloos uitzendstation de Scheldezender Vindt u het interessant, te hooren:

- dat in het voorjaar een directe treinverbinding zal worden ingevoerd tusschen Vlissingen, Krefeld en het Duitsche Industriebezirk.

- dat de verbetering in de treinverbinding tusschen Zeeland en België nog op zich laat wachten. Per Pullmantrein kan men den afstand Parijs-Esschen in 5 uur afleggen. Men heeft evenwel 5 1/2 uur noodig om "tusschen de wielen" van Esschen naar Vlissingen te komen.

- dat in de Vlissingsche buitenhaven in het afgeloopen jaar 297 schepen bunkerden. Er is vooruitgang merkbaar.

- dat een Wemeldingsch koebeest den dwazen inval kreeg om een stuk prikkeldraad in te slikken. Men heeft het dier na het stekelige diner moeten afmaken.

- dat te Elkerzee, tengevolge van den mist, een auto met 4 personen in een sloot reed. De inzittenden konden door de deur van de auto hun scheeve positie verlaten.

- dat Prins Hendrik een bezoek bracht aan de tentoonstelling van de vier schilders uit Zeeland, die momenteel in Den Haag gehouden wordt.

- dat de Zeeuwsche athletiekbond zal trachten om in Middelburg een bureau van sportkeuring gevestigd te krijgen.

- dat de bussen (geen melk-, doch auto-) voortaan in Goes staangeld zullen moeten betalen. Bij de Koepoortbrug zal een standplaats voor deze vehikels worden ingericht.

- dat volgens een bericht aan den raad van Westdorpe het Kroondomein steeds bereid blijft land aan landarbeider te verhuren voor den tuinbouw.

- dat in Westkapelle een vereeniging is opgericht die wil komen tot verharding van den Domburgschen weg, gelegen tusschen den Schelpweg en den straatweg Westkapelle Aagtekerke.

- dat de mist de vorige week eenige stagnatie in het verkeer met de provinciale booten veroorzaakte.

- dat in de Gravenstraat te Middelburg een tweetal huizen door brand geteisterd werd.

- dat de afdeeling Zierikzee van de Chr.-Hist. Unie tegen de aanstelling van een inspecteur van politie daar ter stede is. Een inspecteur is voor de stad een overbodige luxe, zeggen de Chr.-Hist. in een motie tot den raad.

- dat in Oostburg aan werkloozen onderricht wordt gegeven in het manden maken. Dit geschiedt op initiatief van de werkliedenvereeniging aldaar.

- dat de heer J. Bosselaar, burgemeester van Aagtekerke, gekozen is verklaard als opvolger van den heer Brandsma in het college van Prov. Staten.

- dat een Middelburgsch wielrijdend meisje door een auto aangereden werd. Zij moest naar het gasthuis worden overgebracht. "Gedenkt de regels van den weg," mag men ook hier weer adviseeren.

- dat uit de Rijkskas aan de gemeente 's-Gravenpolder een voorschot tot een maximum van f 3213.- is verleend ten behoeve der Landarbeiderswet.

- dat men in verschillende dorpen in Zuid-Beveland ijsbanen wil stichten. Laat de winter het niet hooren!

- dat met ingang van 1 April a.s. een dagelijksche bootdienst tusschen Terneuzen en Londen ingesteld zal worden.

- dat de Belgische regeering de uitlevering vroeg van een bewoner van Heinkenszand, thans vertoevende in het Huis van Bewaring, daar de betrokkene verdacht wordt van het zich toeëigenen van een Belgisch rijwiel.

- dat bij de Tweede Kamer is ingediend een onteigeningsontwerp voor aanleg van het gedeelte Schorebrug-Krabbendijke van den weg Kapelle-Noord-Brabantsche grens in de gemeenten Schore, Kruiningen en Krabbendijke.

- dat leeraren en leerlingen van de Zeevaartschool te Vlissingen fl 113 en 4 ct. bijeenbrachten voor de nagelaten betrekkingen van de bemanning van de reddingboot "Prins der Nederlanden".

- dat de dokwerkers te Westkapelle zich in een vereeniging vereenigden.

- dat te Nieuwerkerk een melkauto op de stoomtram strandde. De auto werd geheel vernield, de chauffeur niet.

- dat het z.g. "orgeltje" in de haven van Breskens eindelijk vervangen zal worden door een goeden misthoorn.

- dat de spaarduitjes van een inwoner van Arnemuiden, in een kabinet geborgen, een nieuwen, doch helaas onbekenden, eigenaar kregen.

- dat Vlissingen f 1380.- bijeenbracht in verband met de ramp te Hoek van Holland.

- dat te Domburg op 90-jarigen leeftijd overleed de heer A. Trieller, die bij alle badgasten bekend was als de vaardige en artistieke houtsnijder.

- dat de dijken van de polders Zuidvliet en Wilhelmina bij Wolphaartsdijk over een lengte van 4000 M. verhoogd zullen worden.

Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........

Adieu ........

HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND

23 Januari. - Er hing 'n vlag aan 't stadhuis. Heb bij den bode geïnformeerd wat of er aan de hand was. Nadat deze zijn ambtsketting had omgedaan, vertelde hij me, dat de Universiteit van Utrecht vandaag drie-en-'n-halve eeuw bestond. Blij dat ik 't weet. Niet weten wat voor je gebeurde, is altijd kind blijven, smoesde Cicero reeds in zijn tijd. Ja, ja, dat is een mooie uitvinding, die universiteitssteden. Ik had vroeger een neef in de familie, die altijd wilde drinken en nooit idee had in werken. Maar op 'n goeden dag kwam hij in Leiden terecht en hoewel het historisch zeker is, dat zijn Zondagsche naam tot dan toe "nietsnutter van 'n doordraaier" geweest was: van dien datum af droeg hij den klinkenden titel van student.

24 Jan. - Wat 'n wereld tegenwoordig. In Chicago vingen ze in een nacht 3000 boeven en in Parijs springt er iederen dag een financieele instelling. Ik ben over één kant blij, dat ik na die loterij-krach, mijn laatste vijftien gulden van de postspaarbank gehaald heb. Mr. Mierick, en die is op dat punt deskundig, zegt, dat het niets dan verwaandheid is; de kwaal des tijds! Ieder bankje van honderd stelt zich aan of 't een briefje van duizend is en dat maakt natuurlijk ongelukken. Ja, 't leven is voor ons verantwoordelijke leiders buitengewoon moeilijk en ingewikkeld tegenwoordig.

De eenigste categorie die op alle fronten boft is de jeugd. wanneer ik vroeger b.v. schoolziek was, moest ik hemel en aarde bewegen om mijn vader en moeder te overtuigen, maar thans zenden de gemeentebesturen complete artsen in het veld om de kwajongens te helpen. Zoo is er meer. Wanneer ik vroeger dreinde om een chocolade-reep, zeiden m'n opvoeders: "foei, uit snoepers groeien dieven", maar thans stoppen de zoetigheidfabrikanten vitaminen of apenklieren in hun producten en de kinderen wijzen je op je plicht, wanneer

je hun die levensfactoren wil onthouden.

25 Jan. - Vandaag druk gehad. Liesbeth had pijnen boven haar elleboog, wat wij na gemeenschappelijk consult voor rheumatische aandoeningen versleten en in den loop van den dag heb ik de verschillende geneesmiddelen gehaald, die de vrienden en de kennissen ons hadden aangeraden. Tegen den avond een kleine maar welvoorziene huisapotheek. Behalve thermogène en pain- expeller, konden wij ons in het bezit verheugen van opodeldoot, cremot tartari, bloem van zwavel, ammoniak en geest van lepelblad. Daar ik van kindsbeen af goed voor de armen geweest ben, mocht ik als masseur optreden, maar ook op deze manier viel een wrijving met Liesbeth niet mee. Heb getracht om Sientje in de vuurlinie te brengen, doch die durfde niet en dat is nu wel de kleindochter van een zeeman!

26 Jan. Rijke dag voor mijn kroniek. De winter deed vandaag net als de paardenslager, die niet van zijn geslachten schimmel kon afkomen: voortzetting van de witte week, wegens enorm succes. Heb tweemaal mijn zolen en hakken aan de zon laten zien, toen ik naar den kapper wandelde. Vervolgens met den postdirecteur den 70sten verjaardag van den ex-keizer besproken. Tragisch! Na zooveel jaren op Duitsche rozen gewandeld te hebben, in 'n Hollandsche doorn terecht gekomen. Vier Duitsche professoren hebben hem een achtdeelig standaardwerk aangeboden, waarin wetenschappelijk wordt bewezen, dat iemand die vlucht het hoogste bewijs van moed geeft.

Na den mislukten feestavond wegens massa-vergiftiging, heeft de Rotterdamsche Verzekeringssociëteit terstond een onderafdeeling gesticht waar men zich veilig kan stellen tegen de gevolgen van officieele diners. Men verwacht dat deze "Geef-je-over-polis" een reuze succes zal beleven..

27 Jan. - Door de radio geluisterd naar een mooie rede van een lid der reddingsbrigade, waarin geprotesteerd werd tegen het feit, dat men den ouden generaal Booth wegens geesteszwakte heeft willen aan den kant zetten. Dat gebeurt in het gewone leger ook niet, zei-ie.

28 Jan. - Enrico Panchez heeft vandaag, op aandringen van onze sociëteit, de medaille van het Carnegie-heldenfonds gekregen. Deze koene Spanjaard heeft namelijk te Madrid bij zijn schoonmoeder een poging tot inbraak gedaan. Hij heeft er het leven bij afgebracht.

29 Jan. - Ben nog steeds niet gevraagd of ik een Kamer-candidatuur wil aannemen. Zelfs Breeduitstra, die het anders altijd heeft over: beter Zijdewind dan tegenwind doet nu zijn mond niet open. Misschien is het bescheidenheid van de vrienden. Nu dat vind ik onzin. Het is mijn oprechte meening, dat iemand, die de nodige capaciteiten en het onmisbare flux de parole heeft, zedelijk verplicht is om zijn volk te vertegenwoordigen, te meer daar het f 100 in de week en een stevig pensioen oplevert. Zal vanavond in de soos deze stelling eens verdedigen.

 

DE O.Z. PRIJSVRAAG

Voortaan zal in ieder nummer van "Ons Zeeland" een prijsvraag verschijnen. Voor de goede oplossing stellen we iedere week tien gulden beschikbaar. Dit bedrag wordt niet verdeeld, dus iedere prijsvraag kan slechts 1 winnaar opleveren. Inzendingen moeten geadresseerd worden aan de Administratie te Middelburg. De redactie beslist daarop aan wie de prijs wordt toegekend. Tegen hare beslissingen kan geen hooger beroep worden aangeteekend. Ook zullen we over de "O. Z."-prijsvragen niet in briefwisseling treden.

De oplossing van de O.Z.-Prijsvraag No 1 is:

Beetsterzwaag

Harderwijk

Hoogeveen

Nijkerk

Kaatsheuvel

Elden

Overveen

Maassluis.

De grootste moeilijkheid schenen de meeste oplossers te hebben met - leden - Het eenige plaatsje dat deze letters bevat is Elden een klein dorpje gelegen aan den straatweg Arnhem-Nijmegen - onder de gemeente Eist.

Sommigen hadden er voor gezet Leend - needt en nedel. Deze bestaan echter niet, wel Leende en Hedel.

Enkelen hadden gedacht aan Deelen bij Arnhem, maar dit wordt met 2 e's geschreven en niet zooals zij dichten met één e.

Door loting is de prijs ten deel gevallen aan Mej. A. F. Versluijs, Vlissingschestraat K 55, Middelburg.

O.Z.-Prijsvraag No. 3

HET SPOORRAADSEL

Iemand vertrekt uit Vlissingen 's morgens om 7.11, aankomst in A om 10.02.

Hij doet in A eenige boodschappen en vertrekt uit A om 11.29.

In B stapt hij uit om met den trein van 12.45 verder zijn reis te vervolgen.

Aankomst in C om 13.18.

In C ziet hij op het perron een vriend en samen vertrekken ze om 13.29 naar D waar ze aankomen om 14.24.

Vertrek uit D om 16.15.

Aankomst in E om 17.18.

Vertrek uit E om 17.23.

Aankomst in F om 17.42.

Vertrek uit F om 18.37.

Aankomst in G om 18.55.

Vertrek uit G om 19.22.

Aankomst in H om 20.11. Hier stapt bij over en komt tenslotte met den laatsten trein in Vlissingen.

Hoe was nu zijn reis en welke plaatsen zijn A, B, C, D, E, F, G en H?

Inzendingen moeten uiterlijk 9 Februari a.s. in ons bezit zijn. Op de enveloppe te vermelden O. Z.-Prijsvraag No. 3.

 

TREFFERS EN POEDELS

SCHOONHEIDSKONINGINNETJE

Ze was een mooi persoontje

en geld bezat ze niet,

ze wist haast niets van weelde,

maar ook niet van verdriet. -

Ze had een veilig leven,

typiste op kantoor,

ze hield wel van een pretje,

daar was ze bakvisch voor.

Haar oogen konden glanzen

als helder diamant,

de halve stad en nog meer

had haar 't hart verpand. -

Er kwam een schoonheidswedstrijd,

daar schreef ze zich voor in,

ze heeft den prijs gewonnen,

werd Schoonheidskoningin.

Dat heeft ze goed begrepen,

ze kreeg een bonk met geld,

op het kantoorbestaantje

was ze niet meer gesteld.

Ze kwam in de couranten

en in de bioscoop,

in winkels was haar foto

op ansichten te koop.

Ze kreeg een heel zwaar leven

van fuiven en van pret,

het schoonheidskapitaaltje

werd op de bank gezet.

Maar het moderne leven

vereert niet meer zoo lang,

ze was geen ras-artiste,

dus werd ze tweede-rang.

Nu is ze uit de mode

en niemand kent haar meer,

ze voelde zich zoo eenzaam,

betreurde alles zeer.

Ze is nu als typistje

weer ergens neergedaald,

haar jonge frissche schoonheid

heeft ze als tol betaald.

Ze is een jong persoontje

en geld bezit ze niet,

ze weet haast niets van weelde,

maar wel wat van verdriet....

WILLEM TELL II.

SPORT-IMPRESSIES

Sneeuw-Sport.

Machtiger dan de sport is de nooit begrepen natuur en sterker dan de wensch der sport-gemeenschap is de wil van het onzichtbare natuurwezen, dat ons zijn wetten oplegt en ons de grilligheden van zijn karakter doet ondervinden. Nadat vorst, dooi, vorst, regen, vorst, dooi en vorst achtereenvolgens zich hebben doen gelden, maakten we vorige week ook kennis met een andere gestalte van in den dampkring ontstanen neerslag, want een dik pak sneeuw kwam als 't ware de laatste rampzalige overschotten van een gewilde ijsvlakte aan ons oog onttrekken en het laatste sprankje hoop, dat schaatsrijder, voetballer en, in het algemeen, de liefhebber der openlucht-sporten, op het einde der vorige week nog koesterden, meedoogenloos wegnemen.

Onze ijsbanen, onze voetbalterreinen, ja, onze geheele provincie, werden in een helderwit sneeuwpak gestoken en onderworpen aan den wil der natuurwet, die haar zin nu eens gezet had op sneeuw, sneeuw en nog eens sneeuw, waardoor andere takken van sport gelegenheid kregen zich even uit te leven. Het fraaie sneeuwlandschap bood een verrukkelijken aanblik en de talrijke tafereeltjes, als sleetje-rijden, ar-genot, sneeuwbalgevechten en prik- en glijpartijen op 't smettelooze sneeuwvachtje demonstreerden een nieuwe sport: de sneeuwsport, die ditmaal een bijna uitsluitend Zeeuwsch karakter droeg, want merkwaardig genoeg - bepaalde de jongste sneeuwval zich hoofdzakelijk tot onze provincie.

Zoo misten we andermaal onze ijsgenoegens en bleven we voor den zooveelsten keer gespaard van voetbal, maar in de plaats daarvan kregen we sneeuw, kraak-heldere sneeuw, die voor onze oogen een in het zonlicht tintelend landschap tooverde, zoo onvergetelijk-mooi en met zooveel variaties voor sneeuw-sport, dat we het gemis aan andere sport wel moesten vergeten nu we ons konden verheugen in deze heerlijke sportieve winterspelen, die zoowel den aanblik als de deelname tot een onverdeeld genot maakten.

Maar.... het witte sneeuwkleed is weer reeds gedund en de sneeuwsport heeft voorloopig weer afgedaan. Ook de ijsgenoegens worden tot kleinere proporties gecomprimeerd, maar de groene, frissche terreinen dragen nog steeds de kenmerken van een grilligen winter. Moge, nu ijs en sneeuw aan het bewind zijn geweest. vrouwe Natuur ons genadig zijn en onze voetbalen korfbalterreinen weer hervormen in tooneelen, waar de reeds lang genoeg onttroonde vorsten weer den scepter kunnen zwaaien! Er kan in enkele dagen veel gebeuren!

Athletiek

Reeds vroeger wees ik op het groote nut der athletiek-beoefening voor den voetballer, die bij beoefening der athletiek zichzelf geschiktheid en uithoudingsvemogen bijbrengt en over grooter snelheid kan beschikken dan wanneer hij meent, "fit" te blijven zonder athletiek. Vooral nu het jaar 1929 voor de voetbalgemeenschap zou slecht inzet en de lange rustperiode haar invloed zeker zal doen gelden op de gewrichten der spelers, meen ik goed te doen nog eens op het belang der athletiekbeoefening te wijzen. En ik doe dit des te gemakkelijker, omdat de Zeeuwsche Athletiek Bond, die zijn hoofdzetel in Middelburg heeft gevestigd, hiertoe zoo'n uitstekende gelegenheid biedt. In tal van plaatsen van ons land zijn de plaatselijke voetbalclubs lid van een gewestelijken Athletiekbond en veelal zelfs van de Kon. Nederlandsche Athletiek Unie, die de geheele Nederlandsche athletiek omvat en waarvan de Zeeuwsche Athletiekbond een onderdeel vormt.

Dezer dagen hield de Z. A. B. zijne algemeene vergadering, waar ik moest vernemen, dat geen enkele onzer Zeeuwsche voetbalclubs de athletiek beoefent. Ik aarzel niet, deze mededeeling ontstellend te noemen, omdat ik van onze Zeeuwen-in-voetbal-verband een beter begrijpen van hun belang had verwacht. De Z. A. B., waarbij thans vier vereenigingen zijn aangesloten, verdient, de vleugels wat ruimer te kunnen uitslaan. Dit zou mogelijk zijn, indien de voetbalvereenigingen de athletiekgelederen kwamen versterken en van de zegeningen der athletiek wilden profiteeren. Thans staat de Z. A. B. aan den vooravond van een nieuw bondsjaar met een berooide kas en met een ernstig streven, propaganda te maken voor zijn werk. Deze beide omstandigheden zijn slecht met elkaar te rijmen, zoodat de K. N. Athletiek Unie zal moeten bijspringen. Waar de Z. A. B. zich bezighoudt met in-door-trainingsavonden voor heeren, met competitie-, kampioens- en record-wedstrijden op het gebied der athletiek, en waar zijn programma voor het seizoen 1929 o. m. ook competitie-wedstrijden voor dames en aspiranten inhoudt, en voorts de stichting te Middelburg van een centraal bureau voor sportkeuring wordt overwogen, daar meen ik genoegzaam te hebben aangetoond, dat de verzorging der athletiek bij den Z. A. B. in goede handen is en dat het loffelijk streven van dezen Bond meer waardeering verdient dan hem van de zijde der voetbalvereenigingen ten deel valt.

'n Koperen Jubileum.

Gisteren (1 Februari) herdacht de Vlissingsche Sportclub "Vlissingen" den dag, waarop zij, vóór 12 1/2 jaar, werd opgericht. Zij zag het levenslicht op 1 Augustus 1916 en werd geboren uit een fusie, die de toenmalige Vlissingsche voetbalclubs "Vlissingen", voorheen genaamd "W. I. K." (Willen is Kunnen) en "E.M. M." (Eendracht Maakt Macht) op dien datum aangingen.

Vanaf den dag harer geboorte is de vereeniging "Vlissingen" een trouw comparant geweest in de Zuidelijke 2e klasse A van den Nederlandschen Voetbalbond, waar zij met afwisselend succes jaar in jaar uit hare wedstrijden speelde en zich den naam van prettig en fair tegenstandster verwierf.

Het moet "Vlissingen" wel voldoening geven, dat zij, juist op haar koperen feest, zich in de rij harer competitiegenooten eene positie heeft geschept, die het beste voor de toekomst doet verwachten. We zullen den tijd niet vooruitloopen, want de competitie is nog slechts voor 60 percent gevorderd, dus het strekt de jubileerende vereeniging zeker tot verheugenis, dat zij nog stevig de eerste plaats bezet met een nuttigen voorsprong op de overige elftallen. Het fraaiste geschenk, dat wij "Vlissingen", ter gelegenheid van haar 12 1/2 jarig bestaan kunne aanbieden, is zeker wel de wensch der Zeeuwsche sport-samenleving, dat zij die fraaie positie zal mogen behouden en .... vooruitzichten moge openen voor den terugkeer van een eerste klasser in Zeeland.

Voetbal op Zondag a.s.

"'t Kan verkeeren!" zei Brederode. En daar zullen wij het ook maar op houden. Als het niet meer sneeuwt, als het niet meer vriest, als de terreinen bespeelbaar worden, dan staat onzen Zeeuwen Zondag a.s. 3 Februari, weer een interessant programma te wachten, n.l.:

3e klasse A.

Te Zierikzee: Zierikzee-Hulst.

Te Neuzen: Terneuzen-Vlissingen II.

Te Middelburg: Zeelandia II-Goes.

De wedstrijd Zierikzee-Hulst vangt reeds aan te 12 ure.

2e klasse A,

Te Middelburg: Middelburg-G.U.D.O.K.

Te Bergen op Zoom: D.O.S.K.O.-Vlissingen.

Te Roosendaal: R.B.C.-Zeelandia.

LUCTOR ET EMERGO.

ONZE PRIJSVRAAG

We geven hier het slot van de gedichten die de oplossing

van onze honderden-guldens-prijsvraag vergezelden.

ODE AAN ONS ZEELAND.

Als echte Zeeuw ben ik natuurlijk

Ook van "Ons Zeeland" abonné;

Ik lees het van 't begin tot 't einde

En, amuseer mij best er mee.

Het eerst verschijnt steeds aan mijn oog

't Artikel "De Zeeuwsche Week",

Waaruit ik dan op mijn gemak

Het nieuws put uit de streek.

"Van Eigen Bodem" geeft mij steeds

Een stuk Historie weer;

Al heb 'k zooiets op school geleerd,

Veel wist ik lang niet meer.

"De Scheldezender" geeft in 't kort

Kroniek van 't Zeeuwsch gebeuren,

Een storing komt daarin nooit voor,

Men hoeft dus nooit te treuren

Omdat je, wat er veel geschied,

't Bericht niet goed kan hooren,

Daar hier geen Mexicaansche Hond

Het nieuws ooit komt verstoren.

Een "Dagboek" houden is een daad

Van menig vrouw en kind,

Maar niemand heeft zoo'n pracht van stijl

Als "Philemon Zijdewind".

Je leeft daarin zelfs met hem mee.

En deelt zijn vreugd en smart,

Krijgt hij 't met Liesbeth aan den stok,

Dan gaat mij dit aan 't hart.

Ook lees ik steeds met veel pleizier

De rubriek van "Willem Tell."

Die geeft in "Treffers en Poedels" weer

Alles waar ik belang in stel.

Hij geeft een feit, en dat is mooi,

In poëzie steeds weer;

En als goed schutter, altijd raak

Hij draagt zijn naam met eer.

De "Sport" neemt in "Ons Zeeland" ook

Een kleine ruimte in,

Men krijgt een aardig overzicht

En, 't is nog maar begin,

Een raad of menig nutt'ge wenk

Voor "Tuin of Kamerplant"

Wordt door een vakman, in dit blad,

Gebracht aan Uw verstand.

Als ik nu steeds maar door mocht gaan,

Om alles te beschrijven,

Dan kon ik, ja, geloof me vrij,

Nog lang aan 't dichten blijven.

Daarom geef ik tot slot in 't kort

Nog een beknopt verslag

Van alles wat ik verder nog

Voor mijne oogen zag.

Ik trof dan aan: "De Vrouw aan 't woord",

Soms ook een lezersklacht,

De Kinderkamer, Jeugdverhaal,

En: Hoe men elders lacht.

Voor liefhebbers van 't stille spel

Een "Dam- en Schaakrubriek".

En 't mooiste van "Ons Zeeland" is,

't Doet niet aan politiek.

Voor liefhebbers van lezen nog:

Romans en een Verhaal.

De prijs is werk'lijk laag gesteld

Eén vijftig per kwartaal,

Daarom is ook dit mooie blad

Beslist het lezen waard,

En door het aantal abonné's

Wordt ook dit feit verklaard.

Maar wat ik nog niet heb vermeld

Is heusch het minste niet,

Het zijn de Foto's uit 't gewest

Die mm ook week'lijks ziet.

De Fotopagina is tevens

Ook voor de oogen een pleizier,

Daar deze scherp zijn afgedrukt

Op speciaal papier.

Nu heb ik duidelijk hier verklaard

Hoe 't blad is ingericht,

Doch nu verzweeg 'k de reden nog

Waarvoor 'k dit heb gedicht.

Dit deed ik nu naar aanleiding

Van een propagandablad,

Dat zeker ied're echte Zeeuw

In handen heeft gehad.

Waarin voor ied're abonné

Een prijsvraag stond vermeld

En waarvoor nu is uitgeloofd

Een groot bedrag aan geld.

De eerste prijs bedraagt:

Zoo waarlijk honderd pop,

En dan nog tien maal tien,

Is dat geen reuze-mop?

Die prijzen stonden mij wel aan,

'k Nam dus het blad ter hand,

Ik ging aan 't lezen woord voor woord

En was gauw uit den brand.

'k Vond één en dertig letters juist

Van andere lettersoort;

Die kwamen in d'advertenties voor

Die 'k doorlas woord voor woord.

Uit deze letters vormde ik

Alras het woordje Mond,

Vervolgens heeft, en de, en in

En ook nog Morgenstond;

Nu restten mij nog zeven letters

Twee d's, één g, e, u, o, n,

En daaruit vomde ik ten slotte

Eerst goud en daarna 't woordje den.

De Morgenstond heeft goud in den mond,

Werd zoo door mij gevonden;

Het heeft mij heel wat tijd gekost

'k Verklaar dit onomwonden.

Ik hoop dat ik door mijn gedicht

Als prijswinner wordt bekroond.

Dan is mijn werk hieraan besteed

Toch zeker goed beloond,

Middelburg, December 1928.

J C. PEEMAN Jr.

Mijn vader en mijn moeder

Zijn Zeeuwen, rond en goed,

Dat blijkt steeds uit hun woorden

En daden, 't Zeeuwsche bloed

Kruipt steeds daar waar 't niet gaan kan,

Wij merken 't elken stond,

Zij "bluven" 't land getrouwe,

Hun Zeeuwsch' geboortegrond.

"Ons Zeeland" komt vergoeden.

Het eens verlaten oord;

En 't heeft steeds interesse,

Het Zeeuwsche beeld en woord,

En wij, hun kind'ren vragen:

"Is dan dat land zoo goed?"

Dan hooren we "telkenkeere":

"'k Bin Zeeuw in merg en bloed."

KAREL JOHANNES WESSELS.

VEREENIGINGSNIEUWS.

Gemengde Zangvereen. van Zeeuwen "Luctor el Emergo", 's-Gravenhage. - Donderdag 24 Jan. j.l. gaf deze vereeniging een feestavond in de bekende zaal van de societeit "De Vereeniging". Het feit, dat deze, in alle opzichten uitstekend geslaagde avond, haar eerste uitvoering is, sinds de vereeniging onafhankelijk is geworden, pleit voor de goede samenwerking der leden, hetgeen de voorzitter, de heer A. Pieters, in zijn openingswoord dan ook, met recht, naar voren mocht brengen.

Van het varieerende programma werd als een der eerste nummers natuurlijk door het zangkoor het Zeeuwsche Volkslied ten beste gegeven. De volgende zangnummers, die in den loop van den avond door het koor gezongen werden, gaven blijk van een goede studie en een woord van lof voor den directeur, den heer J. H. Swenne, is hier zeker op zijn plaats. De fluitsolo's van den heer P. Fortuin Jr., met mej. J. van Bemmel aan den vleugel, verdienden in ruime mate het langdurig applaus, dat door het publiek als een spontane hulde aan de beide muzikale medewerkers werd aangeboden. Ook de zangnummers van de dames Vertregt, v. d. Linde en W. Schipper, benevens twee solo's van Mevr. de Heer, mochten een welgemeenden bijval verwerven. Een afwisselende en prettige attractie vormden de rhythmische dansnummers door de dames Bronkhorst uit Rotterdam. Benevens de bloemen, mochten deze dames voor hun belanglooze medewerking aller goedkeuring wegdragen waarvan eveneens een hartelijk applaus de beste tolk was.

Na de pauze kwam echter de clou van den avond in de studentenklucht "Je Reinste Parel".

Met een bal werd deze avond besloten.

"Zeelandia", Rotterdam - De Zeeuwsche vereeniging "Zeelandia" gaf 22 Januari j.l. voor de vierde maal in dit winterseizoen een feestavond voor haar leden en donateurs in de schouwburgzaal van "Odeon" De voorzitter, de heer Tromp, opende den avond met een woord van welkom. Nadat nog eerst herdacht werden onze helden der zee, die de vorige week als offer van hun menschlievenden plicht zijn gevallen en een collecte voor de nagelaten betrekkingen was gehouden, die f 43.45 opbracht, werd een aanvang gemaakt met het programma door het zingen van het Zeeuwsch Volkslied. De zangvereeniging, onder-afdeeling van Zeelandia, onder leiding van den heer Zuiderdorp, bracht een drietal nummers ten gehoore. Daarna trad op het Duo Goetze, afgewisseld door een paar nummers van het lid den heer H. v. d. Bunt. Een bal, onder leiding van den heer Goetze, heeft den genotvollen avond besloten.

Op de laatst gehouden algemeene ledenvergadering is het bestuur van "Zeelandia" als volgt samengesteld: S, Tromp, 1e voorzitter; B. M. de Lignie, 1e secretaris, v. Heusdestraat 27a; A. F. H. Kraak, 1e penningmeester; A. A. Snoodijk, 2e voorzitter; C. Kopmels, 2e secretaris; C. Verbeke, 2e penningmeester; P. Looy, J. Catsman en J. S. Schepers, commissarissen.

" Zeeland", Haarlem. - Deze vereeniging heeft 22 Januari een algemeene ledenvergadering gehouden, Secretaris en penningmeester gaven verslag over het afgeloopen jaar. De periodiek aftredende bestuursleden, voorzitter de heer J. M. W. Sevenhuysen en commissarisse Mevr. E. E. Stoel-Huyssen, werden herkozen. Als nieuw bestuurslid, voor het aftredende lid den heer Tiggelman {in verband met bestuurs-familie-relatie, werd gekozen de heer A. van Krieken. Medegedeeld werd dat op 23 Maart a.s., ter gelegenheid van het 6-jarig bestaan der vereeniging in den schouwburg een tooneelavond zal worden gegeven. Opgevoerd wordt een nieuw Zeeuwsch tooneelstuk. getiteld "Boer en Edelman", auteur de heer J. C. Heijblom .

"Zeelandia", Den Haag, - Cabaretavond op Dinsdag 5 Februari 1929 in de Oranje Societeit (Prins Hendrikplein). Zeer varieerend program, met medewerking van de dames Wilson, Pieters, Enters, Oostdijk en de heeren Oostdijk, Cannoo en Den Boer, afgewisseld met muzieknummers door den heer en mej. Seyffer. Ver. Red.