Ons Zeeland 1929, nummer 20

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE ZEEUWSCHE WEEK

Een jubileerende vereeniging; de Zuid-Bevelandsche boomgaarden in bloei; over een Middelburgsche tentoonstelling; baron Collot d'Escury overleden.

In Zuid-Beveland is in de afgeloopen week een jubileum herdacht, dat ook hier aandacht verdient. De Veilingsvereeniging "Zuid-Beveland" te Goes vierde n.l. Maandag haar 25-jarig bestaan. Op de algemeene vergadering (waarin nog het belangrijke besluit genomen werd tot verplicht veilen door de leden) volgde een feestvergadering, waar o. a. de Commissaris der Koningin, leden van Ged. Staten, B. en W. van Goes, het Bestuur der Z. L. M. en tal van kopstukken uit den tuinbouw tegenwoordig waren. Verschillende sprekers voerden in die bijeenkomst het woord en warme hulde werd gebracht aan de mannen die 25 jaar geleden, ondanks tegenwerking en spot, de veiling tot stand deden komen en daardoor de basis van den Zuid-Bevelandschen tuinbouw legden. De Secretaris der Vereeniging, de heer van der Poest Clement, gaf een zeer interessant uitvoerig overzicht van het 25-jarige leven der Veiling, waaruit bleek met hoeveel moeilijkheden men te kampen had, alvorens de huidige resultaten bereikt konden worden.

Veel belangstelling ondervond ook de rede van den Commissaris der Koningin, die zich afvroeg in hoeverre in de toekomst meer plaats aan den tuinbouw in ons gewest zal moeten worden gegeven. Jhr. Quarles van Ufford opende lichte perspectieven, mits de uitbreiding van den tuinbouw niet overhaast plaats vindt, en spr. wees ook op de groote sociale beteekenis van den tuinbouw, welke tot uiting komt in vermindering der werkloosheid en in het grondbezit van den kleinen man.

De woorden van den vertegenwoordiger der Koningin in onze provincie zullen niet nalaten op de zwart-kijkers in de mogelijkheden van den tuinbouw eenigen indruk te maken!

Het zilveren jubileum van de Vereeniging eindigde met een feestmaaltijd voor genoodigden in Hotel Centraal. Gedurende het diner zijn nog tal van redevoeringen gewijd aan de jubileerende Vereeniging en aan den tuinbouw, die in Zuid-Beveland nog steeds belangrijke uitbreiding ondergaat.

Men mag daar de pioniers van der Have en Hanken, die een kwart-eeuw geleden in de toekomst keken en durfden handelen, wel dankbaar voor zijn.

x

Zooals gezegd beteekent de tuinbouw in Zuid-Beveland al heel wat. Behalve in vergaderingen van een jubileerende veilingsvereeniging kan men dit elders opmerken. In de natuur! Wie thans per rijwiel of per auto door Zuid-Beveland een tocht maakt, ziet de vele boomgaarden met witte gewaden tusschen het groen van het landschap opbloeien. Alles bloeit en spreekt thans van jong leven. De mooiste route is wel die van uit Goes langs Kloetinge naar Kapelle, verder naar Wemeldinge langs den Kanaaldijk naar Schore en Biezelinge. Het doet weldadig aan om de vele uitgestrekte boomgaarden met onderbeplanting te zien. Men behoeft zich niet naar de Betuwe op te maken, om van de fleurige lenteweelde te genieten.

De Pinksterdagen zijn bij uitstek deschikt om het paradijs van Zeeland (aldus Mr. Dieleman) te bezichtigen. Men kan er schoonheid vergaren en tevens een indruk krijgen van de rol die de tuinbouw in Zuid-Beveland beden ten dage al speelt!

x

De vereeniging "Voor de Kunst" te Middelburg heeft Zondagmorgen een tentoonstelling geopend, welke om verschillende redenen als een jubileum-tentoonstelling kan worden beschouwd.

De presidente, mevrouw Evers-Keg, wees er in haar openingswoord op, dat men gemeend heeft, op deze laatste tentoonstelling in dit seizoen werken van Wm. J. Schütz te moeten bijeenbrengen, die op 18 Augustus 75 jaar hoopt te worden. Verder bestaat de vereeniging 25 jaar, zijn mej. Ogterop en de heer Schütz gedurende dien tijd steeds bestuurslid geweest en is ook de bureaulist, de heer Dierikx, onafgebroken als zoodanig werkzaam.

De tentoonstelling bevat werken uit verschillende perioden in de opvatting van den schilder, die zich wel voornamelijk op zee- en kustonderwerpen heeft toegelegd, maar van wien ook stadsgezichten, bloemstukken en portretten aanwezig zijn. Dat de heer Schütz ondanks het stijgen der jaren nog niet stilzit, blijkt uit enkele sneeuwgezichten te Middelburg en afbeeldingen van het kruien van het ijs te Vlissingen, dezen winter geschilderd.

x

De landbouw in Zeeuwsch-Vlaanderen heeft een gevoelig verlies geleden door het overlijden van den 70-jarigen baron Collot d'Escury. Gedurende zijn leven gaf de ontslapene zich met hart en ziel aan den landbouw. Vooral op organisatorisch en economisch terrein bewoog hij zich. Hij was de grondlegger van de eerste Nederlandsche Coöperatieve Beetwortelsuikerfabriek te Sas van Gent. Verder verwierf hij zich bekendheid door zijn bemoeiingen voor den Algemeenen Nederlandschen Zuivelbond, van welke grootsche organisatie hij 20 jaren lang voorzitter is geweest. Meerdere malen vertegenwoordigde de heer Collot den Nederlandschen landbouw op internationale congressen en bijeenkomsten. Van het permanent en uitvoerend comité van den Internationalen Zuivelbond was hij lid tot aan zijn dood, terwijl hij van de afdeeling Nederland van den Bond als voorzitter optrad.

Ook het Ned. Rundveestamboek heeft aan den overledene steeds een droote steun gehad. Jarenlang is hij van deze instelling vice-voorzitter geweest.

Zijn kunde en energie zijn ook zijn naaste omgeving in ruime mate ten goede gekomen. Als burgemeester van Hontenisse, rentmeester van het Kroondomein, en ontvangergriffier van het Cal. Waterschap Walsoorden, dient de naam Collot met eere genoemd.

De nagedachtenis van dezen grooten Zeeuw, die zijn talenten in dienst der gemeenschap stelde, zal ongetwijfeld in dankbare herinnering voortleven.

UIT ZEELAND'S VERLEDEN

door

D. A. DE STOPPELAAR.

VI.

De Overgaaf van Middelburg.

In ons vorig hoofdstuk zagen wij, dat Mondragon besluit de stad over te geven. 1) In 't eerst wil de Prins van Oranje van geen vergelijk weten en eischt onvoorwaardelijke overgaaf. Maar als de grijze Spanjaard verklaart, dan liever de stad op twintig plaatsen in brand te steken en zich met de zijnen dood te vechten, toont hij zich inschikkelijker. Op 't kasteel Rammekens komen dan de wederzijdsche onderhandelaars bijeen: beide partijen verlangen een vergelijk te treffen. Want het voortdurende insluiten der hoofdstad veroorzaakt den Zeeuwen veel moeite en menigmaal lijden zij gebrek. Wel voorziet dan de Vlissingsche burgerij hun van 't een en ander, maar voldoende is 't niet. Zoodoende heeft het scheepsvolk, dat de wachten bezet, zich veelal genoodzaakt gezien op buit te varen, tot het verschaffen van leeftocht; maar nu is deze opgeteerd. Zierikzee levert hun echter brood en Vlissingen schiet fl 14.000.- voor op den buit, die men in Middelburg zal behalen....

De afgevaardigde van den Prins en Mondragon sluiten nu een verdrag, bepalende, dat Mondragon en z'n voetvolk, voor zoover het niet in Oranje's dienst wil overgaan, met krijgsmanseer zal aftrekken. De vestingwerken mogen niet vernield worden; al 't geschut, schepen en oorlogsmateriaal, moet achterblijven. Ten slotte beloofd Mondragon zich weer in 's Prinsen macht te stellen, indien hij er na twee maanden niet in slaagt, Requesens te bewegen, Aldegonde, de Rijk en drie anderen op vrije voeten te stellen. 2 ) De R. K. geestelijken kunnen blijven; wenschen zij echter te vertrekken, dan wordt hun slechts toegestaan alleen hun kleeren mee te nemen. En diegenen, die Walcheren willen verlaten, zullen door zorg van den Prins, naar den Vlaamschen kant worden overgezet. 3)

Den 21en Februari verlaat Mondragon met zijn troepen tenslotte Zeeland's hoofdstad en wordt te Neuzen aan wal gezet, van waar hij zich tot den landvoogd begeeft. Niettegenstaande bij van dezen géén vrijlating van 't vijftal Geuzen verwerft, belet Requesens hem toch zijn woord, aan den Prins gedaan, trouw na te komen en als 's Prinsen gevangene terug te keeren. 4)

Den dag na 't vertrek der Spanjaarden bezetten driehonderd man Walchersche geuzentroepen de stad; twee dagen later doet Oranje zijn "blijde inkomste".

Wilt nu, gij Nederlanden

Tezamen zijt verblijd,

Middelburg is in handen

Des Prinsen. . . . 5)

Geen wonder, dat de Geuzen thans juichen want mèt Middelburg is geheel Walcheren, met Walcheren de heele Zeeuwsche en Hollandsche kust in hun macht. Maar voor de Middelburgsche burgerij zag het er niet zoo rooskleurig uit; deze heeft toch twee jaar lang, zij het dan ook niet met onverdeelde vreugde, de Spaansche zijde gehouden.

Van de afgevaardigden der stad eischt men dan f 300.000.- schadevergoeding. Vlissingen en Veere hadden indertijd de Geuzen groote bedragen voorgeschoten en dit werd nu weer op de hoofstad verhaald.

Geen wonder, dat de laatste hun collega's van de beide andere steden met schele oogen aanziet. De magistraat stelt dan ook den Prins het ernstig verloop van zaken der neringdoende burgerij onder 't oog, waarop deze verklaart, "Uit deernis over den treurigen staat waarin Middelburg verkeert, aan Christelijke genade boven gestrengheid de voorkeur te geven". Twee derde wordt dan kwijtgescholden. De burgers moeten dan hem den eed van trouw zweren als Konings stadhouder, waarna zij geenszins meer mogen worden lastig gevallen over voorgaande zaken. Vervolgens zal hij middelen bedenken om den haat der andere steden tegen de hoofdstad uit den weg te ruimen. En dit geschiedt ten koste van Middelburg.

Want weliswaar mogen haar ingezetenen zooals te voren hun handel drijven en van hun rechten en vrijheden genieten zoo ver het gebied der stad zich uitstrekt, maar de Prins behoudt zich ook voor, om aan Vlissingen, Veere en Arnemuiden dusdanige voorrechten te verleenen, als hij naar verdienste "te meesten nutte" van die plaatsen en van 't algemeen belang zal vinden.

Ten slotte moet de stad meehelpen de Spaanschen te verdrijven; met de Spaanschgezinde burgers zal de Prins zèlf onderhandelen. Van de koopmansgoederen mag niets verduisterd worden en het verborgen goed, dat aan de geestelijken behoort, die zich buiten Walcheren ophouden, moet, op lijfstraf, aangifte worden gedaan.

Op 't verzoek der Burgemeesters, dat vroeger uitgeweken burgers mogen terugkeeren, antwoordt de Prins, dat zij zich per smeekschrift tot hem kunnen wenden. Ten aanzien van priesters en monniken, van den dienst en goederen der voormaals heerschende kerk, mitsgaders de schulden der stad ter zake van den oorlog, bepaalt de prins, "dat genoemde geestelijken met hun lijfgoed kunnen vertrekken, doch over alle andere punten zal de prins, na voorafgaand onderzoek, de noodige schikking maken tot het meeste nut van Stad en Land".

Eigenaardig is het, dat de magistraat van Middelburg aan deze verklaring den naam van verdrag heeft gegeven. hoewel dit stuk alléén door Oranje is geteekend. Uit de registers der stad blijkt echter, dat de gemachtigden berichten, dat het niet de bedoeling des prinsen is, om in eenig verdrag van overgave te treden, doch slechts uit "eigen prinselijke genade te verleenen, wat hem goeddacht".

Den gemachtigden van den magistraat worden dan door schepenen, hoofden der schutterij en voorname poorters op 't stadhuis bijeengekomen, betuigd, over het door hen met den prins verhandelde voldaan te zijn, in de hoop en 't vaste vertrouwen, dat de prins hen en alle andere burgers goed zal behandelen en dat hij, in naam des Konings, de voorrechten en vrijheden der stad zal vermeerderen en niet bekrimpen.

Krachtens het pas gesloten verdrag verlaten ook de pas benoemde bisschop Jan van Strijen met de geestelijkheid en veel Spaanschgezinden, Walcheren. De uitgehongerde stad, die bijna twee jaar in grooten angst heeft verkeerd en pas 'n beleg van vijf maanden doorstond, wordt thans rijkelijk van levensmiddelen voorzien. Voor wel vijf tonnen gouds wordt ingevoerd. 6) Natuurlijk keeren veel uitgewekene prinsgezinden terug en nemen zitting in 't bestuur. De soldaten en 't zeevolk betaalt men uit de opbrengst van den verkoop van goederen der Spanjaarden en Spaanschgezinden. Groot was dus de vreugde in Zeeland en de Staten lieten om Middelburg's overgang te vereeuwigen, een gedenkpenning slaan. Arnemuiden, dat niet veel meer is als een puinhoop, wordt hersteld en evenals de andere punten, waar de tweejarige ondervinding zulks als noodig heeft aangewezen, versterkt.

Tot loon voor de bewezen diensten worden door Oranje Vlissingen en Veere voor vrije, grafelijke steden verklaard en hun zitting in de Statenvergadering gegeven: zij worden nu stemhebbende steden. 7)

Dat laatste verwekt in Middelburg veel misnoegen, evenals de verheffing van Arnemuiden, weleer een dorp onder het rechtsgebied der hoofdstad, tot stad, Vlissingen, Veere en Zierikzee worden op 9 Februari aangeschreven om in eerstgenoemde stad staatsgewijze te vergaderen. Oranje neemt al deze beschikkingen krachtens stadhouder des Konings en buiten weten van Middelburg om, dat daarin echter volgens 's prinsen uitdrukkelijke verklaring, bij de overgave der stad daarin heeft moeten berusten. 8)

De prins regelt nu 't bestuur. 9) De adel, weinig talrijk en bovendien Spaanschgezind, wordt geheel terzijde geschoven en voortaan alleen gerepresenteerd door den Eersten Edele. Deze plaats zou bezet worden door den oudsten zoon van Oranje, Philips Willem, als heer van Sint Maartensdijk. Ongelukkigerwijze bevindt deze zich nog altijd in gevangenschap, weshalve Arend van Dorp, gouverneur van Zierikzee, door den prins met de waarneming van dit ambt belast wordt. Van den vertegenwoordiger der Zeeuwsche geestelijkheid, de bisschop van Middelburg, is thans geen sprake meer. Naast deze laatste stad en Zierikzee laat nu ook de prins kleinere steden toe tot de Statenvergadering, n.l. Vlissingen en Veere. l0)

Verder wordt er 'n raad samengesteld uit de bevelhebbers en afgevaardigden der steden, den admiraal van Zeeland en een vertegenwoordiger van Holland om de dagelijksche zaken te leiden. Dit college wordt evenals de stedelijke vroedschappen gevormd uit trouwe vrienden des prinsen en tevens aanhangers van het Calvinisme. Zoo ziet het voorloopig bestuur over Zeeland er uit.

Thans wordt de mogelijkheid onder 't oog gezien om Zuid-Beveland en Tholen, beiden nog in handen der Spanjaarden, te bevrijden.11)

Wat in dezen tijd van, onmededoogenloos geweld zoo aangenaam aandoet, is de zachtheid van een man als Oranje; hij noodigt allerlei slag menschen aan z'n tafel, waaraan geen voorrang bestaat. Hoewel hij met de zijnen uitsluitend Fransch spreekt, gebruikt hij alleen 't Nederlandsch in betrekking met 't volk 12) Soms houdt hij 'n eenvoudig ambachtsman in Middelburg op straat aan, om met hem een praatje te maken.12) Katholieken en Koningsgezinden bewonderen zijn menschelijkheid. Vóór de overgave van Middelburg verwacht ieder de uitmoording der Spaansche bezetting of tenminste de terechtstelling van haar hoofdman, Mondragon. Maar niets van dat alles!

De laatste zegt dan ook niets als goeds van hem.14) Natuurlijk heeft Oranje's inschikkelijkheid ook een politieke bedoeling; daardoor tracht hij de steden onder zijn vanen te lokken en de roep gaat bij z'n tegenstanders, dat die prins toch nog zoo kwaad niet is.

Oranje onderhoudt dan ook in z'n leger een strenge tucht; doet officieren, die zich aan plundering schuldig maken, hangen. De goede houding, die hij bij zijn troepen onderhoudt, doet des te scherper de buitensporiglieden van 's Konings leger uitkomen.

Mondragon, als man van eer, is zijn belofte gedachtig en verzoekt Requesens dan ook de vijf gevangenen te ontslaan. Hij roemt zeer 's prinsen minzaamheid ten opzichte van Spanjaarden en burgers van Middelburg, zoodat hij, geheel ten onrechte, de verdenking op zich laadt, met Oranje te hebben geheuld. In 't eerst slagen zijn pogingen niet, daar de landvoogd het uitwisselen van Aldegonde en de vier overige gevangenen tegen Bossu aan de familie van dezen laatsten heeft beloofd. Alsdan wil de ridderlijke Spanjaard zich te Geertruidenberg in handen van den prins stellen, hetgeen Requesens hem echter belet; deze vertrouwt hem 't Noordelijk deel van Brabant en dat deel van Zeeland toe, dat nog in Spanje's macht is. Ondertusschen weet Mondragon de vrijheid van de Rijk te bewerkstelligen, die maandenlang in de Gentsche gevangenis gesmacht heeft, met geen ander uitzicht, dan naar 't schavot te worden geleid.

(Wordt vervolgd).

1) Blok, Gesch. Ned. Volk: Dl III, bl. 138.

2) v. Vloten, Ned. opst. t. Spanje: II bl. 148,

3) Ibid: II, bl. 148.

4) Corr. Ph. II: T III, p. 26,

5) Ned. Geschiedz.: II, bl. 116.

6) v. Reijd, Ned. Gesch.: B I, bl. 10.

7) Smallegange, Chr. v. Zeel., bl.

8) Dr. E. B. Swaluwe: bl. 669. Strada-de Bello, Belg. Lib, VIII, p. 457. v. Reijd: B I, bl. 10.

9) Blok: Dl III. bl. 138.

10) Smallegange: bl. 237.

11) Bolk: Dl III, bl. 139.

12) 1Pirenne: Gesch. v, België: Dl IV, bl. 39.

13) Archives: T VII, P. 98.

14) Piot, Corr, Granvelle, T V, bl. 47.

CORNELIS LIENS.

door LEO VAN BREEN.

Cornelis Liens (1580-1636) te Zierikzee geboren, was in leven drost van St. Maartensdijk en baljuw van Scherpenisse.

In het jaar 1654 verscheen van hem te Amsterdam een werk, getiteld "Eerste en Tweede Deel van de Kleyne Werelt, vervat(t)ende "De verborgen oorzaack der Minne"; "onderhandelingen van de Ziele", en "Waare proef der selviger onsterffelyckheyt". Het werd uitgegeven na Liens' dood; dat was zoo zijn laatste wensch, en wanneer men getracht heeft dit boek te lezen, dan zal men dit begrijpen (waarover straks). En ook de erfgenamen schijnen dat begrepen te hebben. Want het overige werk van Liens is nooit uitgegeven, omdat deze erfgenamen - zooals gebruikelijk is - met elkaar ruzie kregen. En de weduwe kon er ook niets aan doen, aangezien zij kort daarop eveneens "aflivig" was geworden, wat niet anders wil zeggen, dan dat zij haar man in het graf was gevolgd.

Wij hebben dus enkel het eerste en tweede deel, en dat is waarlijk geen onbelangrijk bezit.

Wat er nu precies in staat, zou ik heusch niet kunnen zeggen. Dit boek is een eclatant voorbeeld van op de spits gedreven rederijkersterminologie. De verzen zijn in elkaar gewrongen, en de woorden zijn in nog sterker mate ge- en verwrongen, dat er op vele plaatsen kop noch staart te vinden is.

Een klein voorbeeld

Maer als macht-hemel-geeft (Sins-inval) komt slinx-dwersen,

Inbeeldens-zegel druct uyt voorwerps beeldt dit persen,

dien drucker, rove-wet, behout 't moervruchte velt.

Voor een gewonen lezer onbegrijpelijk. En dus een tip aan de Redactie om er een prijsvraag van te maken.

Echter rust op mij de plicht mede te deelen, waarom dit werk dan wel belangrijk is. Want dat is het ongetwijfeld.

De wereld schijnt in werkelijkheid voor Liens niet zoo klein te zijn geweest, als hij wilde doen voorkomen, althans, wat de taalinhoud betreft. Want uit welk magazijn deze schrijver zijn woordmateriaal betrokken heeft, is een raadsel. Het wemelt in dit boek van woorden, woordkoppelingen, woordverkrachtingen en syntactische eigenaardigheden, die in de gewone 17e eeuwsche terminologie niet voorkomen.

Op zich zelf is dit meer vervelend dan belangwekkend. Maar wel is het interessant, hier een schrijver te treffen, die zich bewust was van zijn streven. Liens was niet een der rederijkers die botweg neerschreven wat in hun gedachten kwam, zonder zich rekenschap te geven of de lezer wel even hoog ging als de vervaardigen. Wel heeft hij den uitersten top van rederijkerskunst bereikt; maar hij wilde ook verstaan worden. En daarom gaf hij in Margine talrijke verklarende aanteekeningen, die, taalkundig beschouwd, van belang zijn.

Echter blijft het moeilijk, om de waarde van deze gegevens te bepalen, daar Liens' streven er zich blijkbaar op richtte, naar twee kanten te worden begrepen, n.l. Zeeland en Holland.

Waar hij woorden gebruikt, die tot zijn Zeeuwsch idioom behooren, daar geeft hij voor den Hollander een verklaring, en omgekeerd.

Zoo zou dit werk van buitengewone beteekenis zijn, wanneer hier een schrijver als Cats aan het werk was geweest; dan zou wellicht een scheiding te maken zijn. Waar echter Liens over een zoodanige groote woordfantasie beschikt, dat het werk op vele plaatsen onleesbaar is en de taal van Spieghel, hierbij vergeleken "eenvoudig en doorzichtig" genoemd kan worden (Kalff, IV, 391) is het de vraag of zijn taalkundige gegevens wel eenige waarde hebben. Een beproefd taalkundige zal dit moeten uitmaken.

Toch leek het mij niet ongewenscht, dat op dit weinig bekend werk de aandacht eens werd gevestigd.

 

UIT EEN JEUGD

herinneringen aan Zeeland

door

JAN R. Th. CAMPERT.

XXIX.

Een fragment. 1)

Waar eeuwig waait de roekelooze wind

over het wijde, open land verloren

en huwt zijn machtgen, luiden stem

aan 't ingetogen ruischen van de zee,

die aan den rand van 't eiland spoelt

haar stage wisseling van eb en vloed

en vult de harten van het luist'rend volk

met breeden troost gelijk geen ander geeft -

dit stugge, norsche, zon-gebrande volk,

dat zwijgend zijn eenzelv'ge wegen gaat,

en in zich bergt den dieren winst

van heel hun forsch en kloek bestaan,

ruig en ontsproten aan den donkren grond

en opgegroeid met zee en wind,

eenvoudig, groot en schòòn -

dààr leefde hij, een stil-bedachtzaam kind,

de eerste jaren van zijn jeugd.

Achter den lang-gerekten, kalen dijk

schuilde het kleine en vergeten dorp -

Het bloeide zomers open als een roos,

rood in de koest'ring van de zon

de grilligheden zijner daken,

wat oude olmen stonden statig

in de rechte straat en op het plein

rondom de grijze en verweerde kerk,

schaarden zich ongenaakbaar-hoog

de stoere rijen hunner sterke stammen

daarbuiten was niets anders meer

dan 't open-bloeiend, vruchtbaar land:

het golvend-gouden, rijpe koren,

de diepe, malsche weelden

van de groene wei - en beven alles

zong de stem der zee -

Toen hij een kind was, rilde en blond,

was dit het eerste wat hij zag:

het rustig plein onder de schaduw

van de oude boomen - de pomp

waaruit 't kristallen water vloodt,

en soms de vlinderende vlucht

der kinderen, zijn eigen kameraadjes,

die lachten, joelden in hun spel.

Hij was altijd wat vreemd en stil,

en schuwde hun rumoerig spel

en heel het opgewonden, luid gebaren

van hun zoo overmoedige jeugd -

't liefst zat hij op de steenen stoep

te droomen.... een vogel achterna

- waar hij zwerven zou? -

totdat zijn starende oogen-blik

zich tijdelijk verloor in d'eindeloosheid

der blauwe luchten boven hem

en dalend langzaam naar den horizon,

die hij zag scheem'ren vèr en vèr

voorbij het einde van de stille straat,

- nog voor zijn hart een ongekend domein

wazig als soms een avond over zee -

hervond hij eind'lijk weer de huizen

en de kerk - 't vertrouwd gebied, -

tot als de vroeg-gevallen schemer spon

haar huiver-teere weefsels over 't land

en als de groote stem der zee

doorzong de stilte luider dan voorheen,

een lieve en welbekende stem

zijn naam riep, wijl uit het raam,

als in een kostb'ren lijst gevat

van rozenrond en wingerdgroen,

een zacht gelaat voorover-neeg -

dan langzaam liep hij door de deur

naar binnen, waar 't eenvoudig maal

van sober brood en weel'ge vruchten

wachtte, - met in zijn oogen nog

de glans der avond-zon.

Somtijds gebeurde het - o stille droom -

dat hij met moeder nog wat toefde

voor 't venster van zijn slaap-vertrek,

haar goede hand lag mijm'rend

op zijn haar en 't was alsof

een zuiv're avond-wind poosde

langs zijn oogen en zijn warm gelaat

de dag was lang maar o, tè kort

om 't eigen wonder te bevatten -

dan doodelijk-vermoeid begon de rust

en lag hij in het koele, witte linnen

een broos en teeder beeld, zóó onbewust

van d'eigen schoonheid, waarvoor een

in vrome aandacht boog het hoofd,

vouwde haar stille handen, -

en over alles welfde kalm de nacht,

zoo mild en eind'loos goedertieren

als èèn die altoos van zich geeft

en nimmer vraagt. -

Maar in den vroegen morgen

was hij 't eerste wakker in huis,

de zon scheen schuchter door het raam

en wervelde langs wand en vloer,

totdat zij eind'lijk aarz'lend vond

zijn twee geloken oogen, verdreef

den diepen sluimer van den nacht

en wekte in de bronnen zijner oogen

verwachting's glanzen om den dag -

soms bleef hij nog wat rusten

en telkenmaal weerom was hij verbaasd

dit wonder te aanschouwen:

de lucht die voor het venster blauwt,

de landen in den lagen doom,

daarachter, teeder als beschroomd,

de spiegel van de vlakke zee,

roerloos en nauw ontwaakt -

hij rees uit 't nacht'lijk-warme bed,

en liep naar 't venster en de jonge zon

verpoosde in zijn haar. -

Zóó stond hij in den lijst van 't raam

een beeld van ochtend-jong verlangen,

en voor hem lag de eindloosheid

der landen, vèrder weg de zee,

daarboven zomer-blauwe lucht,

en van zijn mond verwoei

een vreemd, gelukkig lachen

wèg op de koelten van den wind

en wekte in wei en tuin

de bloemen open, - vóór het huis

werden de vogels in de boomen wakker,

eerst aarzelend een zachte toon,

tot eind'lijk allerwegen zong

hun klaar en jubelend orkest

over de daken van het rustend dorp -

dàn zag hij hoe er hier en daar

een staldeur open werd gegooid,

en hoe een man de paarden spande

voor den wagen en het erf afreed

den langen grintweg op naar 't land

dat wachtend was zich aan zijn wil

te onderwerpen, een hond sloeg aan

om 't knersend ratelen der wielen,

over de vlonder ging de melkmeid

naar de wei, snel en veerkrachtig

door den koelen morgen, -

een luik werd naar de zon

geopend - en op de plaats

achter het huis begon een vrouw

den dag met schuren en geschrob -

dan was opèens de lucht vervuld

van velerlei geluiden - de wegen

buiten 't dorp werden bevolkt

en óveral als kleine silhouetten

teekenden in de heldere lucht

zich af de ijle, broze lijnen

van de boeren. -

Gèen was verheugd als hij,

iederen dag werd weer dit spel

hem gul getoond, hij kende niet

den milden gever, maar in zijn hart

begon vertrouwen stèrk te leven

en groeide een dankbaarheid

om al de dingen die hij zag,

om al de vreugde hem bereid,

die enkel zich kon uiten

in het verrukte glanzen zijner oogen. -

Zoo lagen alle dagen voor hem,

werd ièder uur een kostb'ren schakel

in den onafzienb'ren keten

der tijden, glanzend en gaaf

in de alomme spiegeling der zon,

doorzongen van den eeuw'gen wind

en de ontroerde stem der zee.

1) Dit nooit-gepubliceerde gedicht, geïnspireerd op een jeugd in Walcheren, zou ik niet gaarne willen missen tusschen deze herinneringen. Cpt.

 

SPORTIMPRESSIES

Zeeuwsch Voetbal.

Terloops hebben wij in ons vorig overzicht gememoreerd, dat de vereeniging "Middelburg" door een gelijk spel tegen "Breda" den degradatiedans wist te ontspringen. Nadien werd op Hemelvaartsdag gespeeld de wedstrijd G.U.D.O.K.-Alliance, waarin eerstgenoemde met 3 - 0 zegevierde, zoodat thans de competitie der 2e klasse A van den Nederlandschen Voetbalbond is geëindigd, weshalve we den finalen stand hier laten volgen:

Doelp.

Gesp. Gew. Gelijk Verl. Pnt. Voor Tegen Gem

Vlissingen 18 14 1 3 29 58 -27 1.61

Zeelandia 18 11 2 5 24 55 -44 1.33

Dongen 18 9 5 4 23 61 -32 1.27

Bredania 18 8 3 7 19 34 -39 1.05

D.O.S.K.O. 18 8 3 7 19 33 -34 1.05

Breda 18 8 2 8 18 36 -47 1.00

R. B. C. 18 6 2 10 14 36 -42 0.77

G.U.D.O.K. 15 5 3 10 13 35 -50 0.72

Middelburg 18 4 4 10 12 30 -45 0.66

Alliance 18 3 3 12 9 36 -54 0.50

Ook de 3e klasse A van den N. V. B. is uitgespeeld. De laatste wedstrijd, n.l. Middelburg II-Zierikzee, werd gespeeld op 5 Mei j.l. en eindigde in eene 4 - 0 overwinning der Middelburgers, zoodat de slot-groepeering luidt als volgt:

Doelp.

Gesp. Gew. Gelijk Verl. Pnt. Voor Tegen Gem

Terneuzen 16 13 1 2 27 57 -14 1.68

Hulst 16 10 6 0 26 53 -12 1.61

Goes 16 10 4 2 24 50 -18 1.50

Walcheren 16 6 3 7 15 31 -34 0.93

*)S.I.N.O.TO. 16 5 5 6 13 29 -42 0.81

*)Zierikzee 16 6 1 9 11 28 -56 0.69

Zeelandia II 16 5 1 10 11 34 -64 0.69

Vlissingen II 16 3 1 12 7 29 -42 0.43

Middelburg II 16 2 2 12 6 17 -46 0.37

*) = 2 winstpunten in mindering wegens éénmaal niet-opkomen.

De vereeniging "Hulst" kan, indien zij haar protest naar aanleiding van den gelijk gespeelden wedstrijd Middelburg II Hulst mocht winnen, met "Terneuzen" gelijk komen, zoodat alsdan tusschen deze beide Zeeuwsch-Vlaamsche rivalen nog een beslissingswedstrijd op neutraal terrein moet worden gespeeld om uit te maken, wie van hen beiden de promotie-competitie, waaraan nog deelnemen M.E.V.O. (Bergen op Zoom) als No. één der 3e klasse B en Alliance (Roosendaal) als No. laatst der 2e klasse A, mag spelen ter verkrijging van eene plaats in de 2e klasse. In elk geval is hierin dus een Zeeuwsche club van de partij, zoodat de mogelijkheid bestaat, dat Zeeland in het volgend seizoen vier vertegenwoordigers telt in de 2e klasse.

Onze kampioen "Vlissingen" heeft hare promotiecompetitie slecht ingezet en nog wel in een thuiswedstrijd op Zondag l.l. Zij verloor met 5-2 van den kampioen 2C, n.l. de vereeniging "Staatsmijn Emma" uit Treebeek. De kans voor de Zeeuwen om zich meester te maken van den eerste-klasse-titel is hierdoor zeer verminderd, te meer waar "Staatsmijn Emma" reeds twee overwinningen noteert:

Zondag a.s. zou "Vlissingen" een tegenbezoek brengen bij "Staatsmijn Emma", doch deze ontmoeting is uitgesteld, omdat "B. V. V." en "Wilhelmina" opnieuw een beslissingswedstrijd moeten spelen en de andere clubs hierdoor in wedstrijdtal onevenredig zouden uitloopen.

Athletiek.

Meermalen hebben wij in deze rubriek gewezen op het nut der athletiek-beoefening, voornamelijk voor den voetballer, omdat deze zich door athletische vorming gemakkelijk den weg baant een goed voetbalspeler te worden. In dit verband hebben wij tevens de aandacht gevestigd op het contact, dat de Middelburgsche Athletiekvereeniging "Eendracht Maakt Macht" heeft gezocht met onze Zeeuwsche voelbalvereenigingen ten einde samenwerking te verkrijgen inzake de athletiek-beoefening. Het doet ons daarom genoegen te weten, dat dit contact thans aanwezig en de vereeniging "Vlissingen" bereid gevonden is, met "E.M.M." samen te werken in dier voege, dat gedurende de rust van een der eerstvolgende promotiewedstrijden in Vlissingen een 3000 Meter-koppelwedstrijd wordt georganiseerd. Aan dezen koppelwedstrijd nemen echter - jammer genoeg - geen specifieke voetbalkoppels deel. Dit is te betreuren, omdat de door E.M.M. beoogde samenwerking juist inhoudt, de athletiek onder de voetballers te propageeren. We zullen ons dus voorloopig slechts verheugen over de medewerking van het Bestuur van "Vlissingen" en de stille hoop koesteren, dat de werkende leden spoedig zullen volgen.

Intusschen belooft deze koppelwedstrijd wel een succes te worden. Althans 10 Zeeuwsche koppels hebben ingeschreven, waarvan we noemen:

Zeemacht te Vlissingen en E. M. M. te Middelburg, elk met twee koppels en voorts de Kon. Marechaussée te Vlissingen en U. D. I. te Wolphaartsdijk elk met een koppel. Onder deze koppels bevinden zich o.m. de kampioenen van den Zeeuwschen Athletiekbond op de 400, de 800 en de 1500 meter, benevens de bekende Olympiade-sprinter Boot. De heer J. van de Plasse heeft de algeheele leiding in handen, terwijl als juryleden-tijdopnemers zijn aangezocht de heeren Kl. de Vries, voorzitter Z. A. B., Mr. Joh. Adriaanse, vice-voorzitter Z. A. B., en de heer R. Brysse, voorzitter der V.C. "Vlissingen". De heer J. P. van Bel, official van den Nederlandschen Voetbalbond, zal zeer waarschijnlijk als starter fungeeren. Wij wenschen E. M. M. geluk met dit goede begin zoowel als succes voor het welslagen van deze propaganda, die niet zal nalaten de athletiek de belangstelling te bezorgen, die deze gezonde tak van sport verdient.

Turnen.

Als voorproefje van de groote turnfeesten, die gedurende de Pinksterdagen te Vlissingen zullen plaats vinden en waaraan zoowel van uit als buiten Zeeland tal van vereenigingen zullen deelnemen, werd op Hemelvaartsdag een turnfeest te Middelburg gearrangeerd, waarbij o.m. de groep Walcheren van den Zeeuwsch-Brabantschen Turnkring van het Kon. Nederlandsch Gymnastiek Verbond eene uitvoering gaf, en zeven Zeeuwsche turnclubs hunne medewerking verleenden. Circa 400 turnsters en turners hebben proeve van hun bekwaamheid afgelegd in de gymnastiek en daarbij bewezen, dat de turnsport nog voor heel wat verbetering vatbaar is, vooral ten aanzien van gemeenschappelijke oefeningen. Individueel werden de vrije oefeningen vrij behoorlijk uitgevoerd, doch in combinatie met derden bleek maar al te zeer, dat samenvoeging van heterogene krachten nog geen eenvormigheid brengt. Overigens waren zoowel de wedstrijden als de oefeningen een groot succes, mede dank zij het fraaie weer en de muzikale illustratie door een tweetal muziekvereenigingen. We hopen, dat onze Zeeuwsche turnsters en turners op dezen turndag geleerd hebben, de gebreken in hun eigen werk waar te nemen opdat zij gedurende de groote Pinksteruitvoeringen te Vlissingen den toets der vergelijking met niet-Zeeuwsche vereenigingen glansrijk kunnen doorstaan en hunne prestaties een volslagen succes worden voor de Zeeuwsche turnsport, Zeeland beeft op het gebied van turnen, een naam op te houden. Bij velerlei gelegenheden hebben de Zeeuwsche gymnasten, zoowel vrouwelijke als mannelijke, zich doen kennen als kranige werksters en werkers en wij vertrouwen, dat het tegenwoordige Zeeuwsche turngeslacht die traditie zal weten te handhaven, opdat Zeeland de goede plaats in de rij der Nederlandsche Turn-kringen minstens kan behouden.

LUCTOR ET EMERGO.

TREFFERS EN POEDELS

PINKSTERPRET.

De Pinkster is een mooie tijd

voor openlucht-gezelligheid,

van drommen menschen, mooi en niet,

't gaat al naar buiten, waar men ziet.

De Pinkster brengt ons naar het strand,

daar worden wij wat bruin gebrand:

Dat is wel goed, dat is wel fijn,

het moet maar dikwijls Pinkster zijn.

De duinen zijn met Pinkster vol

van drukke dagjesmenschen-lol,

daar blikt het brood uit pakpapier,

daar klokken zacht de fleschjes bier.

Een hijg- en blazers-klimpartij

naar 't hoogste punt der duinenrij,

de moeders moe, de vaders rood,

de kinders kwaad, de beenen bloot.

Dat is wel goed, dat is wel fijn,

het moest maar dikwijls Pinkster zijn.

De Pinkster is een mooie tijd

voor twee alleen in eenzaamheid,

een lange dag aan 't zonnig strand,

een lentefeest in liefdeland.

Een fluistering, een lief verbond,

zoo hoofd aan hoofd en mond aan mond.

Dat is wel goed, dat is wel fijn,

het moest maar dikwijls Pinkster zijn.

De Pinkster is een mooie tijd,

dan raakt men weer zijn centen kwijt

Dan schaft men nieuwe kleeren aan,

dan moet men naar de spaarbank gaan.

Dan krijgt men plots, o wat een kruis,

de opgaaf der belasting thuis. -

Dat is wel goed, dat is wel fijn,

het moest maar dikwijls Pinkster zijn.

De Pinkstertijd, het is een feit,

is vol van pret en van jolijt.

En zelfs als je een brombeer bent,

die nooit eens échte vreugde kent,

toch brengt de zon, die pret in 't rond,

een glimlach om je starren mond.

Dat is wel goed, dat is wel fijn,

het moest maar dikwijls Pinkster zijn,

WILLEM TELL II.

De O.Z. PRIJSVRAAG

Het lot wees als prijswinner aan:

A.C. v. FRAASSEN, Kruisweg 27bis, Utrecht.

 

DE SCHELDEZENDER

Hallo, hallo........

Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-Zender!

Vindt u het interessant, te hooren:

- dat een Deensch schip in de afgeloopen week weer eens 4 millioen zaaioesters in Ierseke kwam halen.

- dat een Rotterdammer, die er een sport van maakte in hotels te Axel, Groede en Breskens gratis te slapen en te eten, door de politie in een inrichting is ondergebracht, waar men dat alles om niet kan verkrijgen.

- dat een aanvang is gemaakt met den bouw van de amnioniakfabriek te Sluiskil. Als de fabriek in 1931 in werking gebracht wordt, zullen honderden inwoners van Z.Vlaanderen een ammoniak-boterham verdienen.

- dat de proef, welke een firma uit Noordwijkerhout in de omgeving van Aardenburg nam met bloembollenteelt, goed is uitgevallen. Een aanzienlijke uitbreiding van deze teelt wordt aan den overkant verwacht.

- dat 40 mannelijke menschen directeur van de waterleidingmaatschappij "Schouwen-Duiveland" willen worden.

- dat morgen de tweede Ariel-motorrit door Zeeland plaats vindt.

- dat in verband met de Pinksterdrukte door de Ned. Spoorwegen een extra-trein naar Zeeland ingelegd is.

- dat een onbekende Goesenaar in de Oostvest te Goes een koppel ganzen deponeerde. Thans zijn er dus 2 ganzen in de ganzenstad.

- dat het badstoelenterrein op het strand te Vlissingen de vorige week geopend werd. Het regende op den openingsdag niet, hetgeen wellicht een gunstig voorteeken.

- dat het gemeentebestuur van Arnemuiden onderhandelingen voert over het betrekken van water van de Zuid-Bevelandsche waterleiding.

- dat op het noodlandingsterrein onder Zierikzee een vliegtuig van de K. L. M. landde, teneinde terreinopnemingen te doen in verband met de plannen, onlangs besproken, om te komen tot een geregelde verbinding tusschen Rotterdam en Zierikzee.

- dat Sluiskil binnenkort een klein villapark rijk zal zijn. Er zullen 22 woningen voor ingenieurs e. a. der nieuwe fabriek gebouwd worden.

- dat de rijksadvocaat voor de rechtbank te Middelburg wegens frauduleuzen invoer van 1760 L. spiritus tegen den schipper P. J. F. f 55.873,55 eischte. De officier van justitie vroeg een gevangenisstraf van ten hoogste één jaar.

- dat B. en W. van Middelburg den gemeenteraad voorstelden een leening van fl 160.000,- aan te gaan voor verbetering van de prise d'eau der waterleiding.

- dat de secretaris van V. V. V. te Goes voor de A.V.R.O. een lezing hield over: "Mooi Zeeland als touristenland".

- dat te Stoppeldijk de arbeider C. P. door onbekende oorzaak in een waterput geraakte en verdronk.

- dat de Zeeuwsche afdeelingen van den centrales bond van post-, telegraaf- en telefoonpersoneel op Hemelvaartsdag te Goes het 10-jarig bestaan van den bond herdachten. De Vlissingsche postfanfare gaf een concert op de markt.

- dat B. en W. van onze hoofdstad een nieuw repertoire voor het speelwerk van den Langen Jan hebben uitgezocht.

- dat de Vlissingsche politie iemand arresteerde omdat hij de sterkte van een bierglas op een menschelijk hoofd had onderzocht.

- dat er in Arnemuiden veel animo bestaat voor de electrificatie.

- dat de Minister van Justitie besloot met ingang van 1 Juni de brigade-standplaats van de brigade rijksveldwacht Brouwershaven te verleggen naar Haamstede en in verband daarmede te bepalen, dat te Brouwershaven voortaan zal zijn gestationneerd een rijksveldwachter en te Haamstede 'n rijksveldwachter brigadier-majoor.

- dat in Oostburg van gemeentewege een muziektent op de markt zal worden geplaatst.

- dat op Hemelvaartsdag-morgen brand uitbrak in een garage in de St. Janstraat te Middelburg. Een dokters-auto ging in de vlammen op, 17 andere wagens ontsnapten aan den vuurdood.

- dat 12 Goesche winkeliers een proces-verbaal opliepen omdat zij, in strijd met de gemeente-verordening, hun winkels op Hemelvaartsdag voor den verkoop geopend hadden.

- dat een 2-jarig kind in Heinkenszand, hetwelk aan het bloemenplukken was, in een put viel en verdronk.

Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........

Adieu........

HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND

8 Mei. - De voorbereidende ontwapeningsconferentie is uiteengegaan tot nadere aankondiging. Hoewel 't klimaat te Genève minder mild was dan gewoonlijk, achten alle deelnemers de bijeenkomst schitterend geslaagd. Unaniem was men echter streng verstoord op den Duitscher Bernstorf, die zich vermeette om een paar maal de waarheid te spreken. Dat komt voor een diplomaat toch waarlijk niet te pas, vooral niet onder diplomaten. Hier in Nejerland zijn we weer tot de normale temperatuur teruggekeerd. Langzamerhand ontdooien we nu en raken we de kou, die we onder de leden hebben, kwijt. Op aandringen van Breeduitstra heb ik heden met het leesglas van wijlen mijn grootvader, den grond in ons tuintje onderzocht. Indien ik me niet vergis, heb ik symptomen van onze vroege spinazie ontdekt. Barend de tuinman, is van meening, dat we, ijs en weder dienende, tegen eind Juli kunnen snijden. Er is veel werk aan zoo'n lapje grond, maar het geeft toch ook weer reuze-voldoening op z'n tijd.

9 Mei. - Extra Zondag en extra mooi weer. Met de kinderen een fietstocht gemaakt langs bloeiende boomgaarden recht op Kapelle aan, waar een groot zangersfeest werd gevierd. Er waren jongelingen en jongedochters van heinde en verre opgekomen om hun stembanden te laten vibreeren. Enkelen der eerstgenoemden hadden van hun leven al eens echten zanger zien zingen en liepen daarom vóór den middag reeds in compleet avondcostuum. We hebben even geluisterd naar een afdeeling sopranen; net of ze met botte messen griffels slepen. Vogels zijn toch intelligenter dan de menschen; onder hen weten de wijfjes ook, dat ze niet zingen kunnen en ze houden daarom haar bek; moet je bij ons menschen komen! Op de terugreis eenige bloesemtakken uit een boomgaard gesneden. Je hebt touristen die daarvoor aan den boer geld geven, maar als ik iets onbetaalbaar mooi vind, dan begin ik daar ook niet aan.

10 Mei. Wat vindt men toch weinig consequentie in de wereld, vooral bij de pers, Maandag las ik in mijn plaatselijk blaadje, onder drie vette hoofdjes, dat een Mexicaan president Calles omhelsd had met een mes in zijn hand. Het bericht kreeg de eere-plaats! Vandaag zie ik, even voordat de autobussen vertrekken, een huzaar met 'n sabel van één meter zooveel aan z'n zij, zeer innig van 'n meisje afscheid nemen. Ik holde met de tijding naar het redactie-bureau, en ze weigerden haar vierkant te honoreeren, met het oog op de onbelangrijkheid; ze lachten me zelfs in m'n gezicht uit. Nu vraag ik je! Krimp van Dulmen ried me aan om kalm te bli)ven, maar ik kan zooiets niet, onder dergelijke wraakroepende omstandigheden.

11 Mei. - De Provinciale bladen brengen groote advertenties, waarin met blokletters wordt aangekondigd, de plechtige opening van Simon de Wit op Dinsdag a.s. te Middelburg. Wanneer ik gelegenheid heb, ga ik eens kijken. Zeker een of ander lustrum van de Nederlandsche chirurgenvereeniging "Snijdt je medeburgers". De vroege spinazie in onzen tuin is nu reeds met het ongewapende oog zichtbaar. De radijs schiet bijzonder voordeelig op, tenminste boven den grond; tot knolvorming in de aarde is ze nog niet overgegaan. Nog even geduld!

12 Mei. - In de soos lag Breeduitstra me een rebus voor. 'n Soort chocolade-suikerbakkersbeest, van voren nijl- en van achteren gewoon paard, dat in bewusteloozen toestand 'n leeuwennachtmerrie naast 'n houten hekje heeft. Daar ik nogal tamelijk scherpzinnig ben in het puzzlen, kwam ik reeds na anderhalf uur tot de conclusie, dat het een propagandaplaat moest zijn van de dierenbeschermers, die op eenigszins omsluierde wijze hadden willen te kennen geven, hoe de beesten in het algemeen 's nachts akelig droomen, wanneer zij overdag mishandeld worden. Maar 't was mis. Breeduitstra hield tenminste stokstijf vol, dat het een reclame-biljet van de Z. L. M. was, voor een landbouwtentoonstelling in Goes.

13 Mei. - Groote gebeurtenis. De postdirecteur, die mijn tuintje in oogenschouw nam, deelde mee, dat mijn radijs geen radijs, maar tuinkers was. Barend de tuinman, dadelijk aanwezig, moest dit beamen, hoewel hij positief wist, dat hij radijszaad gegeven had. Niets minder dus dan een natuurwonder. Heb dadelijk het geheele bed laten uitgraven om 't daarna te presenteeren aan het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Zeldzame aanwinst, zei de concierge.

14 Mei. - Nog 'n mooi staaltje van vogel-intellect. Te Bochum is een liedertafel van veertig leden, die per autobus terugkeerde van een concert, in een afgrond gereden, doordat een zwerm zangvogels den chauffeur aanviel. Niet altijd blijft de wandaad ongestraft!

 

 

Laat alleen zulke vreugden tot u komen, wier herinnering u een vreugde is.