Ons Zeeland 1929, nummer 22

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE ZEEUWSCHE WEEK

De motorveerboot op Zondag; de overweg bij Rilland, die vier menschenlevens nam; watergebrek en anti-waterleiding-menschen.

In een der vorige nummers hebben we ons verlangen kenbaar gemaakt naar het antwoord van Ged. Staten op de vragen van Mr. Adriaanse inzake het doen terugkeeren van de motorveerboot toen deze op een Zondag was uitgevaren teneinde een Franschen tourist over te zetten. Dit antwoord is thans verschenen.

Ged. Staten bevestigen, dat de boot reeds van Vlissingen te Breskens was gekomen en door een tegenorder van den directeur ledig weer naar Vlissingen moest terugkeeren.

Op de vraag, of de directeur heeft gehandeld krachtens hem verstrekte opdracht, antwoorden Ged. Staten, dat het onderhavige geval het gevolg blijkt te zijn geweest van een verschil in opvatting aangaande een, door de commissie van toezicht op de provinciale stoombootdiensten aan den directeur van den dienst op de Wester-Schelde mondeling gegeven opdracht. Die opdracht hield in een verbod tot het beschikbaar stellen van booten op een Zondag voor extravaarten. De directeur heeft dit opgevat als een absoluut verbod, en de commissie is de meening toegedaan, dat niet in strijd wordt gehandeld met de bedoeling van de meerderheid der Staten, indien in bepaalde, inderdaad dringende en spoed-eischende gevallen een extra-boot beschikbaar wordt gesteld. Bij een nadere bespreking tusschen de commissie van toezicht en den directeur is aan dezen opgedragen, in voorkomende gevallen met de zienswijze der commissie rekening te houden.

Op de vraag, of, indien zoodanige instructies gegeven worden, als in overeenstemming zijn met de door enkele politieke partijen in de Staten naar voren gebrachte beperking van den Zondagsdienst, in het publiek belang niet zoo spoedig mogelijk moet worden aangestuurd op een buiten de politiek staande particuliere exploitatie van den dienst Breskens-Vlissingen, daar deze dienst voldoende oplevert om zonder overheidssubsidie te worden geëxploiteerd, zeggen Ged. Staten, dat zij gegronde redenen hebben om te betwijfelen, of de dienst Breskens-Vlissingen v.v. op zich zelf voldoende zou opleveren voor eene loonende particuliere exploitatie. Deze zou huns inziens zonder subsidie vanwege de provincie onbestaanbaar zijn. En Ged. Staten zijn van meening, dat de Staten wel dezelfde eischen welke thans aan de diensten op Zondag worden gesteld, aan het verleenen van een subsidie zouden verbinden.

Ontkend wordt, dat de order van den directeur gepaard is gegaan met bedreiging met ontslag van den wal-kapitein, op wiens order de reis was ondernomen. Ware deze bedreiging gedaan, dan zou zij misplaatst zijn geweest, aangezien het personeel niet door den directeur, maar door Ged. Staten wordt aangesteld en ontslagen.

Tot zoover het antwoord van Ged. Staten, hetwelk weer aantoont, dat pers en publiek de bijzonderheden van een geval nog wel eens verkeerd beoordeelen.

Het meest verheugende uit het antwoord achten we de verzekering, dat extra-bootdiensten op Zondag niet onbestaanbaar zijn. De praktijk toonde dit trouwens reeds spoedig na het geval met den teleurgestelden Franschman aan.

We hopen dat men de noodige soepelheid zal betrachten en dat van hooger hand het vreemdelingenverkeer, voor Zeeland van zoo groot belang, mede op deze wijze zal worden bevorderd.

x

De kwestie der onbewaakte overwegen is ook op deze plaats meermalen aan de orde gesteld. Men herinnert zich wellicht, dat we nooit een vijand van alle onbewaakte overwegen waren, doch dat we het steeds hebben afgekeurd, dat de spoorweg-overgang bij Rilland-Bath zonder toezicht werd gesteld. Toen we den maatregel van de directie der Ned. Spoorwegen destijds bespraken, wezen we op het groote gevaar, aan niet-bewaking van den overweg bij Rilland verbonden. We schreven o. m.: "Deze overweg is een onderdeel van een internationalen verkeersweg. Bij den overweg is het soms zeer mistig en het uitzicht kan dus niet altijd voldoende genoemd worden. Het niet-bewaken van den overweg zal op den duur slachtoffers eischen".

Deze sombere profetie is inderdaad uitgekomen. Verschillende keeren reeds hebben er aanrijdingen plaats gehad van minder ernstigen aard. Gedurende de Pinksterdagen evenwel vielen de eerste levende slachtoffers. Een familie, bestaande uit vrouw, man en twee kinderen, en uit Antwerpen afkomstig, reisde per auto naar Domburg. Op den overweg bij Rilland werd de auto door een trein gegrepen en vermorzeld.... de vier inzittenden werden gedood.

Door geheel Nederland ging een schok van ontroering, toen het drama bekend werd. Onze beruchte overweg stond plots in het midden der belangstelling, couranten schreven er over, de raad van Rilland-Bath besloot opnieuw een poging te wagen om den overweg weer bewaakt te krijgen. . . . het lid der Eerste Kamer Jhr. de Muralt stelde vragen tot den Minister.

Van den laatste was het uitstekend gezien dat deze overweg niet alleen voor auto's, doch ook voor de zeer snelle mailtreinen gevaar oplevert. Het kan n.l. gebeuren dat een mailtrein tracht te stoppen als zich iets op de spoorbaan bevindt en dat hij bij deze poging ontspoort. De gevolgen waren dan niet te overzien.

Menschelijkerwijze gesproken móet de Minister hier ingrijpen. Als thans de overweg bij Rilland nog langer onbewaakt blijft spelen de directie der spoorwegen en het departement van waterstaat op roekelooze wijze met menschenlevens!

x

De geweldige droogte die thans ons land al geruimen tijd teistert, gaat vooral aan Zeeland niet onopgemerkt voorbij. In onze streek is weer, als van ouds, gebrek aan drinkwater. De meeste regenputten staan droog en de bevolking zit met de handen in het haar hoe zich van het onmisbare vocht te voorzien. In vele dorpen ontstonden waarlijk Spaansche toestanden. Drinkwater wordt van elders aangevoerd en per emmer verkocht, gemeenteraden hebben verspilling van water door het aan te wenden voor het reinigen van stoepen, ramen en straten zelfs strafbaar gesteld!

De droogte heeft den Zeeuw weer eens geleerd van welk een waarde goed water toch wel is. En intusschen durft men net in Zeeuwsch-Vlaanderen bestaan de waterleiding mij. aldaar "in den grond te boren".

Men moet Zeeuw zijn of Zeeland zeer goed kennen opa een dergelijk onverantwoordelijk drijven nog te kunnen begrijpen.

We zouden de gemeenteraadsleden in de diverse dorpen in het Zeeuwsch-Vlaamsche willen toeroepen: "Keert toch terug op den dwazen weg. Het voorjaar 1929 toont beter dan iedere lange redeneering aan, dat ge een waterleiding broodnoodig hebt".

"Bezint eer het te laat is."

 

VAN EIGEN BODEM

DE VROUW VERANDERT NIET.

Van lieven en trouwen.

door

LEO VAN BREEN.

Wat er ook moge gebeuren, de menschheid verandert niet. En dat dit zoo is, kan men zeer gemakkelijk constateeren uit den spreekwoordenschat van een volk. Wanneer men een blik werpt in Jan de Brune's spreekwoordenboek: "Nieuwe wijn in oude Le'er zacken" (1636) waarin we eenige duizenden uitingen van volkswijsheid vinden, dan worde ons dat dadelijk duidelijk. Neen, de mensch verandert inderdaad niet; het grootste gedeelte van onze spreekwoorden die toch de kern der volksmoraal bevatten en daarom zoo belangrijk zijn, vinden wij in dit 17e eeuwsche werkje, zij het in eenigszins anderen vorm, terug, en vele anderen die reeds lang vergeten zijn. Het boekje is in verschillende rubrieken verdeeld; en een daarvan heb ik (speciaal voor de lezeressen) uitgekozen: Liefde en Houwelick.

We vinden allereerst een oude wijsheid

Koele liefde langhe hout:

Heete liefde haest 1) verkout 2)

En een jonge dame zegt tegen haar geliefde

Bemint mij weynigh, lief ghezel,

Maer mint mij langh, dan is 't mij wel.

Een kleine ruzie tusschen minnenden kan zoo af en toe geen kwaad, want:

Als liefjes hebben 't saem ghekeven,

Haer 3) liefde krijght weer jeughd en leven.

En dan de verbittering van een teleurgesteld minnaar, die zich uit in:

De liefde is in 't beghinsel 4) zoet,

Maer 't eynd is bitter als een roet.

Ook zijn er in dien tijd al menschen die niet aan de liefde gelooven en uitroepen:

Dat yemant minn' en zij noch wijs,

en zal mij niemant maken wijs,

De jaloersche dame ontsnapt ook niet-aan de aandacht

Waer oyt een groote liefde viel,

Jeloersheyd quam daer op de hiel.

En:

Een hert jeloers veel heeter brandt,

Als Troyen deed, als 5) 't was vermant. 6)

Maar nu mag de vrouw zich weer gevleid voelen. Want het volgende rijm is ontroerend van treffenden eenvoud:

Een eerbaer vrouw, en zoet van zin. 7)

is als een roer van 't huys-ghezin.

Maar in het volgende wordt de vrouw weer een hevige slag toegebracht. Want, zegt de volkswijsheid:

Wat vrouwen weten blyft ghesloten

als water in een zift ghegoten.

Ha! Men zal me zoo langzamerhand gaan verwijten, dat ik een vrouwenhater ben; maar ondanks dat gevaar kan ik toch niet nalaten het volgende neer te schrijven:

Een vrouwe claeght, en weent en beert, 8)

Een vrouw is zieck als zij begheert

Maar, om het goed te maken:

Een goede vrouw, in allen deel 9)

is beter als een goud juweel.

En nu iets voor pantoffelhelden:

Elck een can temmen quade vrouwen,

Behalven hij dies 10) heeft te houwen.

Sommige rijmen zijn vol leuke spot. Zooals b.v. dit:

Een quae vrouw, die niet ergher wert 11)

en is noch niet de quadst' van hert.

Ja, 't is wel eigenaardig, maar 't schijnt dat de mannen in vroeger tijd geen gebreken hadden. Althans, in dit boekje kan ik niets van dien aard vinden. Wel nog een en ander over 't huwelijk. Zooals:

Tusschen gheven en beloven

moet men dochters uyt verloven.

Mooi is het volgende:

Een vrouwelooze 12) man is hier

ghelyck een keucken zonder vier,

ghelyck een schip is zonder kiel,

en als een lichaem zonder ziel,

Treffend is ook:

De meester uyt, het huys is dood;

De vrouwe uyt, den disch is bloot.

En tot slot:

Men vindt veel hoofden mette doecken,

maer rechte vrouwen zijn te zoecken.

Ik zal ernstig trachten de vrouw recht te doen, door nog eens verder te snuffelen. En wie weet, wat in een volgend artikel de man dan naar zijn hoofd geslingerd krijgt....

1) spoedig; 2) verkoelt; 3) hun; 4)begin; 5) toen; 6) overmand, ingenomen; 7) goed van humeur; 8)moppert; 9) in elk opzicht; 10)die haar; 11);wordt 12) ongehuwd.

 

UIT EEN JEUGD

herinneringen aan Zeeland

door

JAN R. Th. CAMPERT,

XXX.

Zoutelande.

Zoutelande is het dorp der schilders. Deze qualificatie zou op meer Zeeuwsche dorpen van toepassing zijn, maar op geen zoo zuiver als op Zoutelande.

Er zijn echter vele lieden, die palet en penseel hanteeren, die op idyllische plekjes zitten en deze op hun doek trachten te evenaren.

Het zal iemand op Walcheren tallooze malen gebeuren, dat hij na een lange wandeling eindelijk in een ongemeen bekoorlijk hoekje zijn vermoeide leden wil uitstrekken. Het is er stil en verlaten, tenminste dat dacht hij tot vuor kort, en zie, juist op het moment dat het uur der rust zal aanvangen, ontdekt hij in de onmiddellijke omgeving een reusachtige parasol, die als een zonderling-uitheemsche paddestoel aan den grond ontsproot, en wier harde, ellendige kleuren misdadig vloeken bij de zachte intimiteit van dit verholen en uiteindelijk-verkozen oord. Het is op dat oogenblik dat men met wiskundige zekerheid vermag vast te stellen dat bij dit onvergeeflijk voorwerp behooren een vouwstoeltje, een ezel, alsmede een juffrouw van middelbaren leeftijd of een mannelijk individu, die als symbool zijner soort een panama, benevens 'n welige baard draagt. Men doet dan meestal 't beste om onmiddellijk rechtsomkeert te maken, zonder verder een blik aan dit artistiek tafreel te wijden. Het zal waarschijnlijk voor uw gemoedsrust beter zijn. Men slaapt daarna rustiger. . . .

Wanneer gij echter persé tóch wilt zien, welk doel dit één-mans kampement in zich bergt, dan trek ik verder mijn handen van u af en - heusch, ik verzeker u - gij zult er ook zelf spijt van hebben, want meestal blijft daarna een groote ergernis uw deel.

Ik heb persoonlijk niets tegen schilders, integendeel, maar ik heb zéér veel tegen de namelooze kudde, die de mooiste plaatsen onzer gebenedijde aarde onveilig maakt met de uitstalling hunner vermeende talenten,

Met Zoutelande echter heeft dit niets te maken. Want zij die hier verblijven of verbleven, hebben de wereld veel schoonheid rijker gemaakt. Ik denk b.v. aan den nu reeds overleden Hart Nibbrig. En bij was de eenige niet.

En het valt ook wel te begrijpen. De sfeer van het landschap ligt - als tastbaar voor u.

Merkwaardig is wat ik over het Hollandsche landschap onlangs las in het voortreffelijke boekje van Dr. Rudolf Mengelberg ("Nederland", uitgave Andries Blitz, A'dam). Hij vergelijkt het Hollandsche en het Zwitsersche landschap "Tegenover deze schoonheid lijkt het Hollandsche land schap arm en schraal. Het bezit niet die menigvuldigheid van verschijnselen, niet die levendigheid van vormen, niet die bontheid van kleuren. Het is schijnbaar eentonig en eenvormig. Hier treft men ook geen beroemde, door de natuur bijzonder bevoorrechte streken aan, "die men gezien moet hebben." Hier is alles naamloos. Wijd strekken zich land en zee, eindeloos welft zich daarboven het uitspansel, de kleuren zijn gedempt en gaan verloren in een grondtoon, die alles ineen doet vloeien.

Maar juist deze grondtoon geeft aan de dingen een gemeenschappelijk innerlijk leven; het is de atmosfeer, het lichtspel dat alle kleuren bindt en tot eenheid versmelten laat. Het gebroken zonlicht in het nevelachtige klimaat vervaagt de scherpe omgrenzing van alle voorwerpen.

Uit de tweevoudigheid van land en zee wordt een hoogere eenheid geboren. Zij is het wonder en het mysterie van het Hollandsche landschap.

Alles in dit landschap is licht; elk voorwerp schijnt lichtbron te zijn. In het Zwitsersche landschap daarentegen is alles belichting."

En verderop komt hij nog tot deze - voor een buitenlander bijzonder -juiste - waardeering: "Het betrekkelijk kleine is hier door het wonder van het licht oneindig geworden. Bij dien aanblik vergeten wij de maten der werkelijkheid: "das Unzulängliche wird Ereignis". Terwijl de bergreuzen van Zwitserland met hun hoogte van duizenden meters niet meer geven dan een beeld der oneindigheid, is het Hollandsche landschap verstoffelijking van de oneindigheid.

Daardoor oefent dit landschap de groote werking uit, die reeds uit de oude schilderijen tot ons spreekt, daardoor wekt het immer opnieuw in ons het besef van oneindigheid: een kracht, welke andere dichtbevolkte Europeesche landschappen - door de ontwikkeling van de techniek, die alle reusachtige maten, alle afstanden, alle hoogten en diepten doet verdwijnen - meer en meer verliezen gaan".

Zóó wist deze Rudolf Mengelberg door te dringen tot het geheim van ons landschap en mag ik u nu even te binnen roepen de woorden van de schilderes Lucy van Dam van Isselt, die ik al eens eerder hier citeerde en die daarmee in wonderlijke overeenstemming zijn?. .. . "dat zij trachtte het licht in Veere te schilderen, dien heimelijken glans die te leven begint over bloemen en rondom de oude huizen. Het licht in den morgen, in den middag en vooral tegen den avond, ijl en doorschijnend als nergens anders ter wereld" -

Er zijn er ettelijken die in Zoutelande getracht hebben het geheim te doorgronden en zoo één het wonder van het licht in zijn werken wist weer te geven dan is dit toch wel zeker Hart Nibbrig geweest, met zijn duinlandschappen en zeegezichten....

En heb ik u eigenlijk al verteld dat Zoutelande bescheiden maar onmiskenbare badplaats-allures aanneemt? Dat er zomers eigenlijk - maar dit is een zeer subjectieve reden - meer menschen vertoeven dan mij lief is en dat men er werkelijk een paar uitstekende pensions aantreft? Dat men er zwemmen kan, enz., al heb ik wel eens erg rechtzinnige dingen hooren verluiden omtrent den gemeenteraad, die misschien intusschen wat moderner georiënteerd is? Ik voel me werkelijk een beetje 'n badplaatsreclameschrijver, maar, op m'n woord: ga naar Zoutelande dezen zomer en ge zult er geen spijt van hebben.

 

DE SCGELDEZENDER

Hallo, hallo........

Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-Zender

Vindt u het interessant, te hooren:

- dat de plannen tot oprichting van een Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer te Breskens thans vasten vorm aannemen. Toch geen gevolg van ons 1 April-nummer?

- dat de marechaussee te Terneuzen een Belg arresteerde omdat deze van een vriend, met wien hij in een hotel te Terneuzen logeerde een koffer met geld en goederen had verduisterd.

- dat het in Hulst en Breskens, in verband met een te kort aan water verboden is stoepen, ramen enz. met dit vocht te reinigen. De huisvrouwen ter plaatse zullen nu wel met de waterleiding gaan sympathiseeren.

- dat de suikerfabriek te Sas van Gent in de komende bietencampagne niet zal draaien. Hoogstwaarschijnlijk zal van het in normale omstandigheden, buiten de campagne, 62 man bedragende fabriekspersoneel slechts een 10-tal personen gehandhaafd blijven. In de campagne vonden steeds 450 arbeiders aan deze fabriek werk.

- dat de Souburgsche kermis alweer tot het verleden behoort.

- dat in de "Kampioen", het orgaan van den A.N.W.B. aan autobestuurders geadviseerd werd Zeeland met de auto te mijden, in verband met den zeer slechten toestand waarin de weg Rilland-Krabbendijke zich bevindt. We kunnen dit advies helaas niet uiteenrafelen. De bedoelde weg is een hindernisbaan voor ieder snel vehikel.

- dat in de hoofdbuis van de waterleiding, liggende in het Kanaal nabij de brug te Schore, dezer dagen een lek ontdekt werd. Gebleken is van hoe groot belang het voor Westelijk Zuid-Beveland was, dat destijds ter plaatse, een reserve-buis werd aangebracht.

- dat de Goesche haven van 2 tot en met 8 Juni drooggelegd zal worden.

- dat de gemeenteraad van Axel er niets voor voelde het besluit, om mede te werken tot ontbinding van de Z.-Vl. Waterleiding, ongedaan te maken.

- dat door bemiddeling van de vereeniging "Nehalennia" een mooie trapgevel aan de Kade te Veere behouden gebleven is.

- dat iemand in 's Heer Hendrikskinderen het nest van een wilde eend ontdekte. Hij nam de daarin liggende eieren weg en legde er kipeieren (niet door hem, doch door kippen gelegd!) voor in de plaats. De wilde eend broedde de eitjes uit en verzorgt thans de kip-kinderen alsof het eigen kleuters waren.

- dat Middelburg f 6000,- bijdraagt voor verbetering van den weg Middelburg-Westkapelle. Een minderheid van B. en W. was tegen dit verstandige besluit.

- dat zeer vele vreemdelingen gedurende de Pinksterdagen een tocht door Walcheren maakten, op tweeden Pinksterdag werden alleen te Veere al 350 auto's geteld.

- dat zich in onze hoofdstad een industrie vestigde, welke per dag 15.000 Liter melk naar Rotterdam verzendt.

- dat in de afgeloopen week te Vlissingen twee onschuldige duinbrandjes gebluscht moesten worden.

- dat op tweeden Pinksterdag de lucht in Kruiningen getrild heeft van de prestaties van ontelbare Zeeuwsche muziek-makenden. Het concours slaagde overigens uitstekend.

- dat de electrische tram Middelburg-Vlissingen gedurende de Pinksterdagen 32.204 passagiers vervoerde tegen 31.046 in 1928. Dagen er nog geen koopers voor dit vervoermiddel op?

- dat een rangeerder te Axel zich te ver uit een locomotief boog en met zijn hoofd tegen een paal botste. De man werd zeer ernstig gewond.

- dat de leden der Provinciale Zeeuwsche Vereeniging het "Groene Kruis" te Breskens in algemeene vergadering bijeen kwamen.

- dat volgens het verslag van de Kamer van Koophandel in Westelijk Brabant in de toekomst een overproductie van oesters verwacht wordt.

- dat de Minister van Waterstaat voornemens zou zijn, een commissie in het leven te roepen, die het vraagstuk van de Zuid-Westelijke verbindingen met Holland apart onder de oogen ziet en daarover zoo spoedig mogelijk rapport uitbrengt.

- dat de bevoegde Belgische diensten hebben geconstateerd, dat de toestand in de vaargeulen van Valkenisse en Santvliet, waar, het vorige jaar, de diepte der WesterSchelde, bij lage tij, van 8 M. op 8 M. 50 is gebracht, zeer bevredigend moet worden geacht. Hetzelfde geldt voor de geul te Bath, waar, reeds twee jaar geleden, gelijksoortige werken zijn uitgevoerd en thans niet meer moet worden gebaggerd dan toen de diepte 8 M. bedroeg.

- dat van regeeringswege een onderzoek wordt ingesteld naar de levensgeschiedenis en speciaal naar de voedingswijze der zeehonden. Vermoedelijk zullen enkele Zeeuwen wel mededeelingen hieromtrent kunnen doen.

- dat te Middelburg op 76-jarigen leeftijd overleden is de heer J. H. van der Harst, die 45 jaar ontvanger van den polder Walcheren is geweest. De thans overledene was ook bekend als landschapschilder.

- dat twee knapen in Arnemuiden een mail-trein met steenen bestookten, en een ruit inwierpen. De politie zit de jongelui op de hielen.

- dat een inwoner van Borssele geverbaliseerd werd omdat hij een onder invloed van sterken drank verkeerenden jongen bier verstrekte.

- dat in beginsel besloten is tot oprichting van een organisatie, die in Zeeland zal opkomen voor de belangen van onvolwaardige arbeidskrachten.

Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........

Adieu ........

 

DE O.Z. PRIJSVRAAG

Uitslag 0.Z.-Prijsvraag No. 17

De prijs viel ten deel aan:

J.H. DE HULLU, Govert Flinckstraat 2381, Amsterdam.

Het lot wees A. REIJNHOUT, Rijnlaan 155, Utrecht als prijswinnaar aan.

SPORTIMPRESSIES

Voetbal en Athletiek.

De belangstelling voor voetbal concentreert zich in de Zeeuwsche kringen nog hoofdzakelijk tot de prestaties der Zeeuwsche kampioenclub "Vlissingen", die tot nog toe niet bijzonder fortuinlijk is in hare promotiecompetitie. Moest zij enkele weken geleden reeds met 5-2 het onderspit delven tegen de vereeniging "Staatsmijn Emma", ook "De Valk" is er Zondag l.l. in geslaagd, den Vlissingers op eigen grond de beide punten afhandig te maken. De positie der Zeeuwen is er hierdoor niet beter op geworden, hoewel, met nog twee wedstrijden tegen het Bossche Wilhelmina en een tegenbezoek bij Staatsmijn Emma en De Valk in het zicht, alle kansen nog niet zijn verkeken. De recente overwinning met 2 - l van de Bosschenaars op Staatsmijn Emma komt Vlissingen, die hierdoor haar lot nog in eigen hand houdt, niet ongelegen. De momenteele stand luidt als volgt:

Doelp.

Gesp. Gew. Gelijk Verl. Pnt. Voor Tegen. Gem

Wilbelmina 1 1 - - 2 3 -1 2.-

Staatsmijn Emma 3 2 - 1 4 12 -6 1.33

De Valk 2 1 - 1 2 3 -7 l.-

Vlissingen 2 - - 2 0 3 -7 0.00

Zondag a.s. gaan de Zeeuwen de verre reis ondernemen naar Treebeek. Voor hen zoowel als voor de tegenpartij hopen we, dat de temperatuur hun wat milder gestemd is dan op den laatsten Mei-Zondag.

Sportlievend Zeeland. heeft intusschen Zondag l.l. zijn hart kunnen ophalen, want terwijl het Scheldewater noodde tot een bad en de zwemmers hun seizoen konden openen in het zilte nat, vormde het fraai gelegen voetbalterrein der v.c. Vlissing het strijdtooneel voor voetballers en athletiekers. De warmte heeft veel afbreuk gedaan aan het vertoonde, vooral wat betreft de voetbalprestaties, die vrijwel beneden elke verwachting zijn gebleven. Het snelle tempo, waarmede werd ingezet, kon door geen der beide elftallen worden volgehouden en reeds in het laatste half uur van den strijd deden zich zichtbaar de kenteekenen van vermoeidheid voor. Wij vinden dit verschijnsel niet onnatuurlijk, maar zijn toch van meening, dat deze twintig veldspelers een grooter uithoudingsvermogen aan den dag zouden hebben gelegd, indien zij zich op athletischen grondslag hadden geoefend en hun lichaam een beter weerstandsvermogen hadden bezorgd door eene geregelde athletiektraining. Athletiek verzorgt het uithoudingsvermogen en de snelheid in ruime mate en dat deze beide factoren een belangrijke rol spelen bij voetbal, is van voldoende bekendheid.

We hebben Zondag l.l. de kwaal, in den vorm van uithoudingsgebrek duidelijk kunnen waarnemen. Maar, alsof het zoo wezen moest, we hebben tevens ons kunnen overtuigen van de groote waarde van het geneesmiddel, dat aan voortwoekering van deze kwaal paal en perk stelt. Dit geneesmiddel luistert naar den naam: athletiek.

Gedurende de rustpooze van den voetbalwedstrijd had de 3 K.M. aflossingswedstrijd plaats, georganiseerd door de Middelb. Athletiekvereeniging "Eendracht maakt Macht'., die de V. C. "Vlissingen" bereid heeft gevonden, het rust-kwartiertje en haar terrein dienstbaar te maken aan dit athletieknummer. Dit voorbeeld verdient navolging om meer dan één reden. Eerstens wekt men belangstelling voor de athletiek, omdat men tijdens een door enkele duizenden toeschouwers bezochten voetbalwedstrijd de massa bereikt; voorts wordt op aangename wijze de rustpoos gevuld en ten derde stelt men den athletieker in staat, in eene sportminnende entourage zijn sport te demonstreeren. Deze eerste verbroedering tusschen voetbal en athletiek mag uitstekend geslaagd heeten. Dank zij het organiseerend talent van E. M. M. is deze aflossingswedstrijd uitstekend verloopen. De heeren K. de Vries en J. Everaars, onderscheidenlijk voorzitter en secretaris van E. M. M., hebben eer van hun werk. We hebben reeds vaak athletiekwedstrijden meegemaakt, waarbij het geduld der toeschouwers op zware proef werd gesteld. Van treuzelen of dralen hier geen sprake!

Nauwelijks was het eerste gedeelte van den voetbalwedstrijd ten einde of de Zeeuwsche athletiekkoppels verzamelden zich aan de start. In een oogwenk was door middel van vlaggetjes de athletiekbaan uitgezet en binnen de minuut stelde het negenhoofdige looperspeloton zich op. Van de tien ingeschreven koppels had een der koppels van "Zeelandia" (Middelburg) zich teruggetrokken, terwijl het tweede koppel der Kon. Marechaussee, dat zich tot één man zag teruggebracht, werd aangevuld door een E. M. M.-.looper. De negen aanwezige koppels werden gevormd door: Zeemacht Vlissingen (2), 14e Regiment Infanterie Middelburg (2), E. M. M. Middelburg (2), Kon. Marechaussee Vlissingen, U. D. 1. Wolphaartsdijk en Zeelandia Middelburg. De deelname van het Zeelandia-koppel vooral is verblijdend, omdat dit het eenige specifieke voetbal-duo vormde.

Achter de negen startende loopers stelden zich de negen duo-loopers op, die op elk willekeurig punt der baan hun koppelgenooten mochten aflossen, uitgezonderd in de laatste ronde, die dus door denzelfden looper moest worden afgelegd. Toen de heer J. P. van Bel, official van den Nederlandschen Voetbalboud, het startschot had gelost, ging het negental in goeden stijl de baan in. Weldra lag het loopersveid uit elkaar en waren de loopers over de geheele baanlengte verspreid. Het aflossen geschiedde door zichtbaar aanstooten der koppelgenooten, zoodat de spanning geen oogenblik week. Ook in dezen wedstrijd bleek, dat gestadige en systematische oefening tot succes kan leiden, want in hoofdzaak ging de strijd tusschen E. M. M. en U. D. I., die zich regelmatig op athletiekbeoefening toeleggen en de andere koppels, die zich nog slechts in het beginstadium van hun athletiekloophaan bevinden, gemakkelijk de baas bleven. Nadat twaalf ronden waren geloopen, volgde de eindspurt van circa 100 M. De Oranje-shirt van E. M. M. passeerde het eerst de finish, waarna het koppel van U.D.I. volgde en het duo E. M. M.- Kon. Marechaussee zich- als derde klasseerde. De officieele cijfers luiden als volgt:

No. 1. E. M. M. (Middelburg), vertegenwoordigd door A. Kambier en P. Kambier, in 10 min. 2 3/5 sec.

No. 2. U.D.I. (Wolphaartsdijk), vertegenwoordigd door v. d. Linde en De Jager in 10 min. 2 3/5 sec.

No. 3. Kon. Marechaussée (Vlissingen), vertegenwoordigd door C. Sinke en den E. M. M.'er Maartense, in 10 min 31 4/5 sec.

De heeren R. Brysse, mr. P. Adriaanse en K. de Vries, welke de jury vormden, de heer Jac. Overbeeke, die de algemeene leiding had en de heer M. Molhoek, die, per megafoon 't publiek op de hoogte hield van den stand na elke ronde alsmede van den einduitslag, mogen, wat het organisatorisch gedeelte van dezen athletiekwedstrijd betreft, met genoegen hierop terugzien. Dit genoegen zal echter nog aanmerkelijk grooter worden, indien zij binnen afzienbaren tijd de vruchten van deze welgeslaagde propaganda mogen plukken door toelegging op de athletiek van de zijde der voetballers. Deze hebben Zondag aan den lijve ondervonden, dat men zijn spel niet onderhoudt met nu en dan een wedstrijd te spelen. Die anderhalf uur van inspanning is te veel voor een ongeoefend lichaam, dat alleen weerstand krijgt door geregelde training. En hiervoor is athletiek het aangewezen middel. Voetbal en athletiek sluiten elkaar niet uit, doch behooren onafscheidenlijk aan elkaar te zijn verbonden. Een goed getrainde body is een eerste vereischte zelfs voor den technisch-onderlegden voetballer. De spelers van Vlissingen en De Valk hebben zich kunnen overtuigen van de heilzame werking der remedie, die de ongeoefendheids-kwaal, waaraan zij laboreeren, met succes bestrijdt. Maar ook de spelers, die in grooten getale zich rond de lijnen van het voetbalveld. waar athletiek en voetbal elkaar afwisselden, hebben geschaard, zullen zich ernstig rekenschap hebben te geven van de eischen, die voetbal aan hun uithoudingsvermogen stelt en, met deze practische les voor oogen, niet langer mogen dralen, zich toe te leggen op athleliek, de bakermat van alle andere takken van sport.

Zeeland! Let op uw saeck! Apprecieer de activiteit van E. M. M. en stel u in dienst der athletiek, opdat de Zeeuwsche sport zich in opgaande lijn blijve ontwikkelen tot heil van hen, die zich in haren dienst hebben gesteld.

LUCTOR ET EMERGO.

 

HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND

22 Mei. - Ik zit in mijn overhemd te journaliseeren. Wanneer ik nu kan boekstaven, dat ik Zaterdag j.l. in arren moede mijn winterjas heb aangeschoten bij diezelfde bezigheid, dan zal de latere lezer van mijn dagboek wel een scherp beeld krijgen van de onregelmatige wispelturigheid der weersgesteldheden in Zeeland. Voor de politieke wederwaardigheden die ik hedenmiddag in den tuin van taveerne "Stortebeeker" ten berde bracht, was geen grein belangstelling. Breeduitstra hing als een ongestreken handdoek over zijn stoel in de schaduw van een kastanje-boom te hijgen naar ijskoud bier en de kastelein moest Krimp van Dulmen's polsen betten met eau de cologne, voor hij de kracht had om zijn ranja uit te zuigen. Een der aanwezigen trachtte sensatie te wekken door mee te deelen, dat er een ijs-roofmoord was gepleegd langs den Buitensingel op een ijscoman, die daar met zijn wagentje had postgevat. We vonden evenwel allemaal dat er tegenwoordig wel om minder voordeel een mensch van kant wordt gemaakt.

23 Mei. - De hitte houdt aan. Om eenige verlichting te bekomen, bij den slager bevroren vleesch besteld, Liesbeth, die voor onzen moestuin vrees had, gelastte me iets te ondernemen in deze. Ben tusschen de zon en mijn spinaziebed gaan wandelen; wierp net genoeg schaduw af om verdroging van onze cultures te voorkomen. Hoe ik echter gesteld was, laat zich niet beschrijven. Mr. Mierick dacht mij te sarren met de mededeeling dat ik op geen enkele candidatenlijst voor de Staten-Generaal sta. Ik maal niets om een Kamerzetel momenteel; maar ik gaf één gulden voor 'n plaatsje in een koelhuis.

De slimme en gewiekste Salomon Liebermann is vandaag door een psychiater op zijn schedel geklopt en dat zielkundig genie was wel zoo goed om te verklaren, dat de opperste der leeperds toerekenbaar was. "Het is niet wel aan te nemen, dat hetzelfde gezegd kan worden van de menschen op wiens last dit onderzoek geschiedde", zei Liesbeth. Ik geloof haar.

24 Mei. - De hitte is verstikkend. Ik heb met een in wol gewikkeld stuk ijs onder mijn strooien hoed mijn dagelijksche wandeling nog weten te maken, maar geen der vrienden wilde mee. Aan den Singel heb ik voor eerste hulp bij ongelukken gespeeld, toen ik een slagersjongen, door de warmte bevangen, met zijn fiets zag omkantelen. Met 't ijs uit mijn hoed langs zijn slapen en polsen gestreken, tot groote verwondering van het publiek over zoo'n zonderlinge verbandkist. Het slachtoffer was spoedig bijgebracht, tot aller groote verheuging, doch zelf bleef hij ietwat neerslachtig, omdat, naar hij zeide, zijn nieren in het stof lagen.

Koning Amanoella is uit Afghanistan gevlucht naar Engelsch-Indië, alleen met medeneming van zijn vrouw. Rare kwiebus! Hoe komt zoo'n man daar bij? Dat zou nu 't laatste zijn waaraan ik dacht bij het poetsen van de plaat.

25 Mei. - De eerste kabbelingen van hittegolfjes gevoeld.

De vroege spinazie is bezweken. Ze heeft zichzelve ter aarde besteld. 't Leven was nu ook niets voor haar. Eerst bittere koude en nu woestijnhitte. We zetten nu al onze hoop op de aardbeiplanten. 't Is toch wel verstandig geweest, dat we verscheidene gewassen uitgezaaid en gepoot hebben.

In Drente is weer brand uitgebroken in de turf die niet verkocht kon worden. Het is wat laat in het jaar, maar men schijnt ook nog al wat moeite te hebben gehad om assuradeuren te vinden.

26 Mei. - Kwartje gevonden op den openbaren weg. In twijfel gestaan of ik het naar het politiebureau zou brengen. Besloot tot opgooi. Als 't munt was, zou ik het tot mij nemen. Na driemaal geworpen te hebben, viel het eindelijk neer met munt boven. De kinderen terstond getracteerd op ijswafels. Offervaardigheid van de zijde der ouders kweekt genegenheid tusschen hen en hun kinderen.

Daar Liesbeth morgen jarig is, heb ik heden met de kinderen besloten om iets cadeau te geven. Na wikken en wegen het volgende briefje aan onzen banketbakker geschreven: "U kan morgenochtend een mooie taart bij ons bezorgen, met het opschrift: "Wij hebben alles voor U over," mits een en ander niet meer kost dan een rijksdaalder."

27 Mei. -- Reeds vroeg verjaringsdrukte. Sientje kwam om acht uur opdagen met een boodschappenmandje, waarin een aardige graszode met eenige lelietjes van dalen. Echt leuk van het kind, dat ze zoo met ons meeleeft, Jossie heeft een gedicht opgezegd, dat hij nog slechter kon dan den vorigen keer, maar er is ook al weer een jaar over heen gegaan en 'n kindergeheugen heeft nog niet die capaciteit als onze hersenen. 't Ventje deed niets dan lachen van zenuwachtigheid. Liesbeth schreide en mijn oogen werden vochtig. Oudervreugde is iets moois. De roomtaart werd elf uur gebracht. Het succes zou grooter zijn geweest indien de snuggere koekenbakker de prijsbepaling niet bij het opschrift gevoegd had. Met eenige moeite het overtollige garneersel verwijderd.

28 Mei. - We hebben de taart verwerkt en zijn niet heel wel. We hadden het gister moeten doen, doch wie denkt nu ook dat room zoo vlug verzuurt.

TREFFERS EN POEDELS

DE WALS.

Er wordt in de wereld veel herrie gemaakt

door jazz-bands en andere benden,

men tettert en kwettert, men toetert en gilt,

de een speelt apathisch, de ander speelt wild,

zooals wij dat vroeger niet kenden.

De aether is vol van het manke geluid

van foxtrots en andere trotten,

als massaproduct worden noten gemaakt

en voorts per viool of piano gekraakt,

zijn scheef en mismaakt in hun botten.

Soms is dat wel aardig, maar lang duurt dat nooit,

het gaat ie al spoedig vervelen,

het is zonder charme, onlogisch en valsch,

geef mij maar zoo'n lieve, zoo'n heel oude wals,

zoo'n wals, die je ooren kan streelen.

Zoo'n wals, die je meesleept, voordat je het weet,

die heerlijk harmonisch gemaakt is,

die vroolijkheid brengt in je heele gemoed,

die thans door haar rhythme, haar vurigen gloed

weer heel in de mode geraakt is.

Veel deuntjes verschijnen, veel deuntjes gaan heen,

ze kunnen ons nooit lang bekoren,

maar waar het ook zijn mag, tehuis of op bals,

zij brengt ons een glimlach, die heel ouwe wals,

die gaat met geen jaren verloren.

WILLEM TELL II.

PRIKKELDRAAD

De veel verspreide "Kampioen", orgaan van den A. N. W. B., bevatte dezer dagen het volgende onprettige berichtje:

"Men schrijft ons, dat de weg van Rillland tot Vlake in een zoodanigen slechten toestand verkeert, dat automobilisten die niet persé in Zeeland moeten zijn, afgeraden moet worden hierheen te komen. Vooral Rilland-Krabbendijke is beneden alle kritiek".

Dit nare dingske heeft ook de aandacht der Zeeuwsche bladen getrokken. Het eene blad drukte het af zonder commemtaar, een ander orgaan schreef: "Jammer! .... maar 't is zoo", een derde blad gaf er de volgende kantteekening bij: "De vereenigingen voor vreemdelingenverkeer dienen met kracht tegen deze waarschuwing op te komen, omdat de toestand van bedoelde wegen niet van dien aard is, dat een bezoek aan Zeeland achterwege zou moeten blijven".

Van deze laatste kantteekening staan we toch even te kijken. Een goedpratertje dat kant noch wal raakt. Een ieder die zelf een snel voertuig over den weg Rilland - Krabbendijke heeft gestuurd weet hoe vreeselijk allerakeligst slecht het wegdek daar ter plaatse is. Als motorrijder beschadigt men er zijn motor en zijn nieren, als autobestuurder alleen zijn vehikel. Alleen de bezitter van een

zeer zware car kan zich de weelde veroorloven den weg te "nemen" zonder directe gevolgen te zien.

Ik betreur het dat bovenstaand bericht in de veel gelezen "Kampioen" verscheen. Natuurlijk. Het zal het vreemdelingenveerkeer niet ten goede komen. Doch ik betreur tevens dat een Zeeuwsch blad den allerberoerdsten weg tracht weg te praten.

Waarom niet liever de fout erkend en waarom niet hen, die voor den toestand van het wegdek al jaren verantwoordelijk zijn, aangeblaft?

Als men alles op eigen bodem maar mooi en goed vindt, komt die eigen bodem nooit van de kwalen af.