Vorige nummer | Volgende nummer | Overzicht | Online zoeken |
DE ZEEUWSCHE WEEK
Feest in Ierseke; de dure aardbeien; water en geen Water; over een bezoek en over de pers.
In Ierseke hebben de vorige week Donderdag de feesten ter gelegenheid van de intrede van den nieuwen burgemeester plaats gevonden. In den vroegen morgen wekten de klokken de inwoners, daarna maakte het plaatselijk muziekgezelschap "Mozart" een muzikale wandeling door het dorp. In den loop van den dag werden verschillende wedstrijden voor de jeugd en ook voor de ouderen georganiseerd, schoolkinderen zongen den nieuwen burgemeester toe, er werd een optocht gehouden en tot slot, in den laten avond vuurwerk afgestoken. Den geheelen dag heerschte in Ierseke, het dorp dat nog al berucht is op feestdagen, een prettige opgewekte geest, terwijl braspartijen of andere uitspattingen niet werden waargenomen.
Een ware attractie van het omvangrijke programma was ongetwijfeld het kunst-vliegen van den heer M. Vlaming. Deze inwoner van Ierseke, de eerste Nederlandsche sportvliegtuig-bezitter, voerde boven het dorp eenige vrilles en loopings uit, die de toeschouwers met bewondering vervulden. Een dergelijke demonstratie door een plaatsgenoot, in het bezit van een eigen sport-vliegtuig, zal vooralsnog in ons land wel tot de uitzonderingen behooren.
Tijdens de feesten hebben we enkele uren in Ierseke vertoefd en toen is ons opgevallen dat dit dorp niet zoo on-Zeeuwsch is als men het wel doet voorkomen, maar dat de inwoners toch ook niet geheel met andere Zeeuwen vergeleken kunnen worden. De oester-cultuur, die ook thans nog een speculatief karakter draagt, heeft een duidelijk stempel op de samenleving ter plaatse gedrukt. In Ierseke, waar tengevolge van den oester-handel menigmaal verschuiving van kapitaal plaats vond, waar rijken arm en armen door de oesters rijk werden, mist men bij de bewoners het typisch Zeeuwsch hoog opzien naar de bezittende klasse. De bevolking heeft iets Amerikaansch en iets bewust over zich. Iedereen schijnt te weten: "Heden hij rijk, ik misschien het volgende jaar."
Dit besef doet den arme den rijke met hetzelfde joviale gebaar groeten, als zijn gelijke.
We gelooven wel dat Ierseke door de wijze van omgang een geheel eigen karakter heeft gekregen. Een karakter dat men waarlijk wel kan waardeeren.
x
Landbouwers en tuinders zijn steeds vervuld met klachten. Dan deugt dit niet, een anderen keer had het zus of zóó moeten zijn. Over één ding is in dezen zomer echter nog geen klacht gevallen, n.l. over de aardbeien niet. Deze zijn zeer duur en in Zeeland werden er, in tegenstelling met elders, vrij veel geplukt. Vermoedelijk danken we prijs en stand van het gewas hier aan den strengen winter. Elders heeft de winter groote schade aan de aardbeienplanten toegebracht, doch hier in Zeeland zorgde een flinke laag sneeuw er voor dat de uitwerking der koude van geen invloed op dit gewas kon worden. Zoo ziet men weer eens, dat zelfs sneeuw nog op den prijs van een artikel van grooten invloed kan zijn. Het verheugt ons dat de tuinbouwers hier aldus hun eersten goeden slag konden slaan. Mogen nog vele andere in den loop van het jaar volgen.
Niet alleen in het belang van land- en tuinbouw, doch in het belang van alle Zeeuwen. Want gaat 't het land goed, dan heeft ook de handel reden tot lachen. In Zeeland ondervinden we zulks herhaaldelijk.
x
In het vorige nummer is op een andere plaats melding gemaakt van het besluit van den gemeenteraad van Souburg inzake aansluiting op het net der Vlissingsche waterleiding. In Souburg zal men dus binnen afzienbaren tijd (eindelijk!) water uit de kraantjes kunnen tappen. We vinden het betreffende besluit zeer verstandig, want het afgeloopen voorjaar heeft wel duidelijk aangetoond, dat een drinkwaterleiding in onze samenleving niet meer ontbreken kan, willen de levens-behagelijkheid en de gezondheid behouden blijven. Dus: bravo voor de Souburgers, welke hun belangen hebben begrepen!
In Zeeuwsch-Vlaanderen is men zoo ver nog niet. Daar hangt over de plannen tot stichting van een drinkwaterleiding een bijna angstige stilte. De leden van het bestuur en de commissarissen der Mij. legden reeds eenigen tijd geleden hun mandaat neer, doch van een nieuwe verkiezing hoorden we tot nu toe niet.
De water-plannen verwateren toch niet aan den overkant?
De oppositie heeft de energie van de Zeeuwsch-Vlaamsche voormannen toch niet gebroken?
Het is te hopen, dat men nu eens heel vlug een oplossing aan deze (nare) langdurige kwestie zal geven.
x
De vorige week hebben een aantal Afrikaansche studenten eenige dagen in ons gewest vertoefd. Over dit bezoek en over de excursies, die de studenten maakten, zullen we het hier niet hebben. Wel over iets anders, dat met dit bezoek uitstaande heeft.
De organisatoren van den tocht der Zuid-Afrikaners hebben n.l. iets verzuimd. En wel: de pers te noodigen, of zelfs de pers van het bezoek op de hoogte te stellen.
Dit is een groote fout geweest, die aantoont, dat het organiseeren van excursies niet ieders werk is.
Het is misschien wel jammer, maar 't is nu eenmaal een feit, dat de "man van de krant" overal aanwezig moet zijn, teneinde zijn lezers van alles en nog wat te kunnen vertellen. Weert men den journalist of verzuimt men hem van de plannen en uitvoeringen op de hoogte te stellen, dan zondigt men tegen het algemeen belang en .... tegen het welslagen van een onderneming.
We gelooven niet, dat de organisatoren van de trip der Zuid-Afrikaners met opzet de pers in onwetendheid liet. Dat stemt althans nog tot eenige vreugde.
VAN EIGEN BODEM
Willebrord op Walcheren
door
Jan Vermeer.
In de eerste eeuwen van onze jaartelling waren de Zeeuwsche eilanden, voor zoover ze niet bestonden uit schorren en slikken, bewoond door een volk, dat zijn bestaan vond in visscherij en landbouw. De godsdienst van deze oudste Zeeuwen was waarschijnlijk het algemeen-Germaansche geloof: de dienst van Wodan, van Donar, van Freia, en vele andere godheden, waarmede de Germanen zich hun hemel bevolkt dachten.
Het voornaamste der Zeeuwsche eilanden, Walcheren, scheen van oudtijds in een zekeren reuk van heiligheid te hebben gestaan. De Druïdendienst had hier een van zijn middelpunten; in de dichte eikenbosschen werden den hemelingen bloedige menschenoffers gebracht, en lazen de wichelaars den wil der goden uit de runen en de ingewanden der geslachte offerdieren. Hier was ook het overzetveer der dooden naar het verre rijk van Hela, en misdadigers vonden op dit heilige eiland een veilige schuilplaats, alwaar de aardsche gerechtigheid hen niet kon achterhalen. De kortstondige vestiging der Romeinen, die aan Walcherens noordkust een vlootstation bezaten, bracht den inboorlingen slechts weinige beschaving, waarvan de sporen na hun vertrek binnen weinige tientallen van jaren nagenoeg geheel waren uitgewischt.
Intusschen was de nieuwe leer van het Christendom over een groot gedeelte van Zuid-Europa verbreid, en nadat het eerste Rome uit de noordelijke gewesten verdreven was, deed het tweede er zijn intrede. De eerste predikers, die in deze landen het Christendom hebben verkondigd, waren Franken en kwamen uit het Zuiden. St. Eligius en St. Amandtis arbeidden onder de noeste kustbewoners van Vlaanderen, maar zonder veel succes. Het is niet onmogelijk, dat zij ook tot in de Zeeuwsche landen zijn doorgedrongen, maar stellige berichten hieromtrent zijn ons niet overgeleverd.
Met meer resultaat werd het werk der Angelsaksische zendelingen bekroond, misschien omdat de Saksische bevolking hun Nedersaksische taal beter verstond dan de Frankische der eerste Christenpredikers. In 690 trok bisschop Willebrord, later tot aartsbisschop der Friezen verheven, uit Engeland naar de Hollandsche gewesten, waar bij weldra te Utrecht een bedehuis stichtte. In 694 begaf de groote apostel der Friezen zich ook naar Zeeland, waar hij aan het strand van Westkapelle landde. Hier vond hij een bevolking van ruwe visschers, afstammelingen der Denen, die zich in oude tijden aan Walcherens westkust hadden neergezet, een volk dat in zijn onbeschaafdheid waarschijnlijk zelf nog niet eens tot beeldendienst was gekomen, maar niettemin een bijgeloovige vrees ko-sterde voor de oude beelden, die de Romeinen op deze stranden hadden achtergelaten. "Een ruw, vermetel en oorlogszuchtig volk" noemt de levensbeschrijver van Willebrord deze bewoners van Walcheren, een volk, welks harde aard en inborst niet verzacht kon worden dan door een reeks van wonderen. En deze wonderen vonden inderdaad plaats.
Willebrords eerste werk was, een van deze oude beelden stuk te slaan - men heeft wel eens gegist, dat het nog bewaard wordt onder de verzameling Romeinsche beelden, die van het Zeeuwsch Genootschap der Wedelburg vindt, en waarvan juist de grootste gebroken zijn. Deze moedige, maar misschien wel wat onbezonnen daad van Willebrord vervulde de inboorlingen met vrees voor de wraak der onbekende goden, en een der Westkappelaars sloeg den heidenzendeling met zijn knots neer. Door hogere machten beschermd rees de apostel ongedeerd op maar de hemel bestrafte den al te vermetelen afgodendienaar. De duivel voer in zijn lichaam; terstond na zijn onbesuisde beving hem een razernij, en nog drie dagen doorstond hij de folteringen van den waanzin, eer de dood hem uit zijn lijden verloste.
Westkapelle was dus de eerste plaats in Zeeland, waar de leer van het Christendom werd gepredikt. Van hier vertrok Willebrord met zijn gevolg langs het strand in Zuidelijke richting. Hel brandde de zon op het gloeiende zand, geen enkele boom kon de moede wandelaars uitnooden, in zijn schaduw te verpoozen, en ofschoon de zee in haar eindeloosheid voor hen lag, versmachtten allen van dorst. Toen dacht Willebrord aan den Godsman Mozes, die eenmaal met zijn staf water uit de rots had geslagen, toen het volk der Joden in de woestijn van dorst dreigde om te komen. Met half verstikte stem bad hij, dat het wonder zich zou herhalen, als lafenis voor de dorstenden, maar tegelijk als een teeken voor de ongeloovigen ter hunner bekeering. En de hemel bleek ook ditmaal met den apostel te zijn, want toen zijn staf op den bodem sloeg, ontsproot uit het dorre zand een klare waterstraal, die onafgebroken en rijkelijk bleef voortstroomen. In later tijd ontstond en deze plaats een vischersdorp, en nog steeds houdt de Willebrordsput te Zoutelande de herinnering aan dit wonder levendig.
Verkwikt door het koele water trok Willebrord met zijn weinige volgelingen verder, tot waar, aan de Zuidkust van het eiland, bij het overzetveer naar Vlaanderen, een klein gehucht van visscherswoningen lag. Hier zal waarschijnlijk het wonder geschied zijn, waarvan zijn biograaf in de volgende bewoordingen spreekt: "Toen de heilige priester Gods op zekere plaats zijn weg voortzette, zag hij twaalf arme bedelaars, die tesamen van de voorbijgangers tegemoetkoming verzocbten. Daar hij allerzachtaardigst was, zag hij welwillend op hen neer, en gelastte aan een van zijn dienaars, zijn bijzondere flesch te nemen, en de armen van Christus in te schenken. Alle twaalf dronken hieruit, totdat zij verzadigd waren, en toen zij weggingen, word de flesch waaruit zóovelen gedronken hadden, door den dienaar nog even vol als tevoren, en wel van den besten wijn, bevonden. Toen men dit zag, zegenden allen God onzen Heer, en zeiden: Waarlijk is ten onzen opzichte vervuld hetgeen in het Evangelie gezegd wordt: "Geeft en u zal gegeven worden".
Ook hier predikte Willebrord het Evangelie, en verhaalde van de visschers aan het meer van Genesareth, en van Petrus, die een visscher van menschen was geworden. Aandachtig luisterden de vrouwen en de weinige mannen, die niet op zee waren, maar het bleef hun vreemd, deze nieuwe leer, die hun oude zeden wilde verdringen. Waarom zonden zij dit geloof aannemen? De een voor, de ander na, trokken ze af, en eindelijk stond Willebrord alleen in den kleinen kring van zijn getrouwen. Teleurgesteld, maar niet ontmoedigd, namen ze den staf op, om verder te trekken, toen Willebrord tot den ontdekking kwam, dat hij zijn zilveren drinkflesch, zoo kort geleden nog met het water der nieuwe bron gevuld, miste: verlokt door de kostbaarheid had een der arme visschers hem gestolen. Ter herinnering aan dezen diefstal kreeg de stad, die mettertijd uit dit visschersdorp ontstond, een zilveren flesch in haar wapen, en nog altijd heeten de Vlissingers flesschendieven.
Nog een ander wonder heeft Thiofried, de beroemde abt van Echternach, die Willebrords leven beschreef, ons van zijn omzwervingen door Walcheren medegedeeld. "Daar in die streken", - aldus luidt zijn verhaal - "de opgezwollen baren der zee dikwijls de kustlanden overstroomden, wilde de Heer, die wonderbaar is over je groote wateren, door de verdiensten van den door hem aangekondigden profeet, den Oceaan in zijn verwoestingwerk beteugelen. Daarom trok de man Gods, volgens het algemeen getuigenis der geheele provincie, met zijn wandelstaf een lijn over het land, en wees in den naam van Jezus, die over de wateren ging en met een enkel woord stormen en winden bedaarde, die lijn tot grens aan de zee. Onder zijn schreden verrezen kleine aaneengesloten zandheuvels, vast als onwrikbare muren." Dat noemen de bewoners de duinen, waartegen tot op den huidigen dag de vreeselijkste golven zich verbrijzelen, terwijl ze als van woede schuimen om de hun opgeworpen hinderpalen, en alsof God hun door die borstwering had beteekend "Tot hiertoe en niet verder!"
Zooals 't Willebrord in Westkapelle en Vlissingen verging, verging het hem op heel het eiland. Te diep waren de oude gewoonten ingeworteld, dan dat ze opeens uitgeroeid konden worden. Overal ontmoetten de Christenzendelingen tegenstand, nergens vonden hun woorden gereeden ingang, en zoo trokken ze, zonder zichtbare successen te hebben bereikt, naar andere streken, om daar hetzelfde evangelie te verkondigen en denzelfden tegenstand te vinden. Maar voordat Willebrord Walcheren verliet, zou nog een laatste wonder plaats hebben: in één enkelen nacht werden op zijn gebed alle eikenbosschen, de plaatsen der afgodendiensten op het eiland, door een zwaren storm omgeworpen. Sindsdien vond men op Walcheren geen eikenboomen meer.
Toch ging het zaad, dat op dorren rotsbodem scheen uitgestrooid, niet geheel verloren. Hier en daar vielen de woorden van den heiligen man in een ontvankelijk gemoed, en voor menigeen waren de wonderen, die op het gebed van den prediker waren geschied, oorzaak van twijfel aan het geloof in de oude goden. Zoo brak de nieuwe leer zich, hoewel aanvankelijk uiterst langzaam, ook in deze kuststreken baan. En dan ontstaat de strijd tusschen het oude en het nieuwe geloof, die de huisgezinnen verdeelt en den zoon tegen den vader op doet staan, maar waarin tenslotte de nieuwe leer de overhand behoudt. Nog tijdens zijn leven zag Willebrord de vruchten van zijn werk in Zeeland: waar hij in heiligen ijver het Romeinsche afgodsbeeld had stukgeslagen, verrees een Christenkerk, die de Westkappelaars aan hem opdroegen, en die de eerste werd van een groot aantal Christelijke bedehuizen. Toen Willebrord in November 739 stierf, een en tachtig jaar oud, in de abdij van Echter-nach in Luxemburg, liet hij, blijkens zijn testament, uitgestrekte goederen op Walcheren, Schouwen, Beveland en Borssele na, die aan den bisschop van Utrecht kwamen. Wellicht waren vele van deze grondeigendommen hem aangekomen uit oude tempelgoederen, als weiden voor de offerdieren, enz.
En al was nog eeuwen lang bij de oude bevolking het Christendom meer schijn dan wezen, al werd de oude afgodendienst nog lange jaren in stilte gepleegd, al dreigden de herhaaldelijke invallen der Noormannen, vooral ook op Walcheren, het vroeger beleden geloof weer te doen herleven en al het werk der zendelingen ongedaan te maken, het Christendom heeft standgehouden en ook op de Zeeuwsche eilanden, als overal elders, een nieuwe cultuur gebracht en het oude heidensche geloof uitgeroeid.
DE SCHELDEZENDER
Hallo, hallo........
Hier is het draadloos uitzendstation de Scheldezender.............
Vindt u het interessant te hooren:
- dat de Philipsfabrieken nu van plan zouden zijn een filiaal in Goes te bouwen. Vermoedelijk een gerucht van dezelfde practische waarde als destijds de voorgenomen stichting van een verzendhuis in Terneuzen.
- dat de Vlissingsche kermis het zoo best getroffen heeft met het weer. Andere plaatsen peinzen er over om de kermis ook maar eens een jaar niet te laten doorgaan teneinde het tweede jaar zon te hebben.
- dat de aardbeien heel wat geld in de Zeeuwsche laadjes heeft gebracht.
- dat de burgemeesters-feesten in Ierseke een zeer goed verloop hadden. Het reeds eerder hier gesignaleerde ingezonden stuk der feest-commissie heeft blijkbaar succes gehad. Zelfs ondanks de moordende hitte.
- dat in Goes de moerbeien-boom, geplant door Jacaba van Beieren, overleden is.
- dat de heer L. Doeleman te Zierikzee benoemd is geworden tot lid der Prov. Staten, omdat de heer C. Blom te Haamstede voor de eer bedankte.
- dat de Nederlandsche gasfabrikanten in hotel Britannia te Vlissingen hun jaarvergadering hielden.
- dat een Duitsch postvliegtuig een noodlanding moest maken onder Kamperland. Toestel en inzittende bleven daarbij ongedeerd.
- dat de kokkin van een in Middelburg liggend Russisch schip door, de politie van boord gehaald werd omdat zij steeds met de bemanning vocht. Men ziet waartoe de bewapening der vrouwen in Sovjet-Rusland leidt.
- dat dezer dagen in Breskens het badpaviljoen voor bezoekers werd opengesteld. Ook overweegt men ter plaatse het opstellen van centrale badhokjes. De badplaats is dus in wording.
- dat men in Kapelle de oudste woning (ca 400 jaar) met den grond heeft gelijk gemaakt. Bij het afbreken vond men een balk, waarop het jaartal 1400. Op het dak van het huis stond een jager met een geweer als weerhaan, vermoedelijk afkomstig van het voormalige Jonkvrouwenklooster.
- dat de raad van Colijnsplaat de maximum-snelheid voor motorvoertuigen bepaalde op 20 K.M. per uur. Hetgeen erg laag.
- dat de zwem- en badvereeniging "'t Sas" te Goes vergaderde en over het nog steeds ontbrekende badhuis sprak. Er bestaat kans dat de gemeente zoo'n badhuis zal oprichten en dat "'t Sas" het zal exploiteeren.
- dat in Zierikzee een lijst circuleert teneinde vast te stellen hoeveel inwoners licht van de P. Z. E. M. zullen betrekken. Komen er veel aansluitingen dan zal de prijs van het licht kunnen worden gesteld op 30 ct. per K.W.U.
- dat het stoomschip "Poelan Bras" de werf van de "Schelde" in Vlissingen verlaten heeft.
- dat de heer Onderdijk, lid van Prov. Staten, bij Ged. Staten geïnformeerd heeft naar het betalen van forensenbelasting door het personeel der prov. booten, dat 's nachts elders logeert.
- dat er plannen bestaan om drinkwater uit België naar Hulst te brengen. Waarom verlangt men in Hulst geen Nederlandsch water, vragen we ons af.
- dat in de "Zoute", onder de gemeente Oud-Vossemeer, veel Belgen komen visschen naar karper en voorn.
- dat een inwoner van Vlissingen zich bij de politie meldde en zich zelve beschuldigde van diefstal van een rijwiel. Een en ander bleek juist en de man kreeg zijn zin. Hij werd n.l. naar het Huis van Bewaring overgebracht. Men kan de voorkeur van sommige menschen voor bepaalde woningen niet altijd begrijpen.
- dat de nijverheidstertoonstelling in Goes een succes belooft te worden. De opening, die morgen plaats vindt, wordt opgeluisterde door de Philips Harmonie. Dit zal wel iets uitstaande hebben met de electrificatie.
- dat de directie der spoorwegen thans definitief besloten heeft den sta-in-den-weg wachtpost bij den onbewaakten overweg te Rilland-Bath af te breken.
- dat in Vlissingen ontworpen zijn de statuten voor de Coöperatieve vereeniging tot exploitatie van een openbaar slachthuis. Als de coöperatieve vereeniging is geconstitueerd, zal tot het stichten van het slachthuis op een terrein aan den Ouden Vlissingschen weg nabij de Nieuwe haven worden overgegaan.
- dat ten slotte toch nog een pachter voor het Schuttershof in Goes is opgedaagd. De pachtsom van het flinke gebouw bedraagt.... fl 1000,- per jaar. Bij een vorige verpachting 3 maal zooveel.
- dat het Vlissingsche strand Zondag j.l. krioelde van naar verfrissching snakkende dagjes-menschen.
- dat handelaren uit Kortrijk in Koewacht dezer dagen groote hoeveelheden vlas van oogst 1928 kochten. In het begin der volgende week zal een aanvang worden gemaakt met het trekken van vlas van den nieuwen oogst.
- dat de bouw der ammoniakfabriek in Sluiskil zeer eed vordert. Reeds 500 personen der fabriek vestigden zich in Terneuzen. Thans mompelt men er over de oprichting van een spiritus-fabriek.
Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........
Adieu ........
Miete, Mèrten en de Melkteêle.
Een versie op z'n Axelsch).
Miete van Wantje van Pietje van Gieljam,
Stieng mit d'r vriejer te vriejen an 't raom.
Miete stieng binnen en Mèrten stieng buien;
Om een eindje te kuieren was 't weer nie bekwaom.
Eerst regende 't zachtjes, toen goot het waoter;
Op de put sprongen blaosjes en bobbels op 't pad.
Miete stieng binnen en Mèrten stieng buten
- 'Ie wier van de regen 'aost eêlegans nat.
Mèrten, zee Miete, as ik van joe was,
Zette-n-ik een melkteêl op z'n kop op m'n oôfd.
Want ik staon ier binnen en jie staot dâ buten,
Je bluuft dan tenminste van boven toch droôg.
Mèrten die langde een teêl van den teêlbak,
Zette-n-ern op as een perreplu.
Miete van binnen, zee tot Mèrten van buten
"Mit da dieng op je-n'oôfd liek je net op zoo'n punt."
Mao 't begon onzen Mèrten op den duur te vervelen,
Die steene' pot op z'n oôfd wier-t-ie beu,
Miete stao' binnen en mien laot ze buten,
Ik neem d'r te stekken en gaon d'er van deu.
Ie zag toen de traolies voor 'um an 't venster
En dacht: "wacht 'es, noe èn ik je, poe l"
"miete van binnen, pak die teêl-ier is buten,
"Da' ik m'n neusdoek is lang, Meissen 'elp m'n is toe!"
Ze stak toen d'r èrmen allebei deur de traolies,
Pakte de teêl mit d'er tweê 'anden an
Dao ston' ze noe binnen mit d'er ermen nao buten,
En Mèrten die lachte, dat-ie scheurde bekan.
JOHAN KOEVOETS
DE O.Z. PRIJSVRAAG
Door loting viel de prijs ten deel aan:
H. TEN KATE Koudekerke Kerkplein A 8 .
SPORTIMPRESSIES
Lawn-tennis.
De populaire sporten, als voetbal, athletiek, korfbal, turnen e. d., zij hebben in "Ons Zeeland" reeds heel wat plaatsruimte opgevorderd en .... zeker niet ten onrechte. Maar nu - wat men noemt - de zomer in het land is, dartelt onze pen niet zoo gemakkelijk meer over het papier, wanneer we beschouwingen over voetbal e. d. willen geven. Neen, ook de zomersche sporten eischen hunne plaats in deze kolommen op en zeker nu het hoogseizoen voor deze sporten is aangebroken. Wij hebben u het nut en de waarde van zwemmen, athletiek en kampeeren reeds beschreven, maar wij hebben de z.g. koninklijke sport, genaamd lawn-tennis, onwillekeurig wat stiefmoederlijk bedeeld en dat verdient zij ten stelligste niet.
Deze elegante sport vond haar oorsprong in Engeland. Reeds vele eeuwen geleden moet tennis, zij het in eenigszins primitieven vorm, haar intrede gedaan hebben. De overlevering wil zelfs, dat reeds in 1450 Koning Hendrik V uit Engeland zich wijdde aan het spel van "bal en racket", waaruit later lawn-tennis is ontstaan. Maar zeker is, dat de tegenwoordige regels van lawn-tennis in het jaar 1877 werden opgemaakt door All England Club van Wimbledon, die in 1868 werd opgericht. De lengte van een baan werd op 78 voet bepaald, haar breedte op 27. De service-line was 26 voet van het net verwijderd, hetwelk aan de einden 5 en in het midden 3 1/2 à 4 voet hoog was.
Een smash, een volley en een lob, zij beteekenen elk voor zich een speciaal karakter van de wijze, waarop de bal naar het kamp van den tegenstander wordt gedreven, maar zij eischen enorme behendigheid zoowel van hem, die den bal slaat als van dengene, die den slag moet pareeren.
Tennis kan op twee manieren worden gespeeld, n.l. als enkel- en als dubbelspel, terwijl men in het laatste weer onderscheidt: heeren-dubbel, dames-dubbel en gemengd dubbel, al naar gelang uitsluitend heeren, uitsluitend dames of twee dames en twee heeren in het dubbel-spel uitkomen. Het enkel-spel wordt door twee, het dubbel-spel door vier personen gespeeld, maar nimmer, althans niet in wedstrijdverband, met één heer en één dame.
De Nederlandsche Lawn-tennisbond, die op 5 Juni 1890 werd opgericht heeft over het geheele land vasten voet gekregen en heeft zich ontwikkeld tot een organisatie, die het geheele Nederlandsche tennis omvat, klasse-gewijze competities doet spelen en voor vertegenwoordiging in internationale tournooien zorg draagt. De Bond bestaat uit circa 200 competitie-teams, die gedurende de zomermaanden tegen elkaar uitkomen en alzoo uitmaken, welk team als het sterkste der klasse, waarin het werd ingedeeld, kan gelden.
Kampioen dezer sport behoeft niet iedereen te worden, al hebben de speelsters en spelers, nu de internationale tenniswedstrijden steeds grooter beteekenis krijgen, ernstig daar naar te streven. Maar zelfs buiten wedstrijdverband levert het spelen van tennis een ongekend genot op. Deze sport neemt wel een zeer bijzondere plaats in onder de overige sporten, omdat het nog als gemeenschapsbezit van bepaalde kringen is aan te merken. De tennis-sport is tamelijk kostbaar voor hare beoefenaars, omdat deze alle kosten, als aanschaffing van materiaal, huur of koop van terrein, aanleg en onderhoud der baan, enz. uit eigen middelen moeten bestrijden. hieruit laat zich o. m. verklaren, dat een deskundige eens schreef, dat voor het vormen van een kampioen slechts twee dingen noodig zijn, n.l.: een rijke papa en tien jaren oefening. Maar wij zijn van meening, dat men met een middelmatig-rijke mama en wat minder jaren ervaring toch ook al een heel eind komt. Onze jongens en meisjes, die zich tot tennis voelen aangetrokken, moeten reeds vroeg dit spel leeren spelen, niet alleen omdat zij dan technischonderlegd en met de geheimen der slagen en posities vertrouwd raken, maar vooral omdat dit open-luchtspel hun gemoed en geest staalt. Want behalve reeds, dat van het spel als zoodanig groote bekoring uitgaat, mag vastgesteld worden, dat het groote behendigheid en soepelheid vordert en de kunst kweekt, om tusschen denken en doen nagenoeg geen tijd verloren te doen gaan. Juist zij, die door snel handelen variatie in hun spel weten te leggen, kunnen als bekwame spelers of speelsters worden aangemerkt.
Lawn-tennis geniet weliswaar niet de populariteit, waarin voetbal en andere volkssporten zich mogen verheugen, maar in de kringen, waarvoor het tennisspel schijnt bestemd, blijft het een sport van groote aantrekkelijkheid. Mogelijk is dit ten deele het gevolg van het gemengde karakter, maar voor het overgroote deel toch komt die aantrekkelijkheid voort uit het spel zelve, omdat het een specifiek zomersche sport is. De frischwitte en luchtige kleeding der speelsters en spelers draagt er toe bij, dat het lichaam zich geheel kan geven en geen zweem van stijfheid of onélégance de bewegingen van het lichaam remt.
Zeeland telt weinig tennisclubs, zelfs ondanks de propagandavergadering, die de Nederlandsche Lawn-Tennisbond kortelings nog in Middelburg organiseerde. Dit is jammer, omdat sport het middel is om lichaam en geest frisch te houden en onze "upper ten" hoofdzakelijk op tennis is aangewezen.
Moge ook in Zeeland de koninklijke sport haar weg vinden...
Athletiek.
Verschillende omstandigheden waren oorzaak, dat we in het vorige nummer van "Ons Zeeland" geen gewag konden maken van de op Zaterdag 6 Juli j.l. te Middelburg gehouden athletiekwedstrijden, georganiseerd door de Athletiekvereeniging "E. M. M." aldaar. Maar wij zouden deze energieke vereeniging te kort doen, indien we niet thans nog een en ander over deze welgeslaagde wedstrijden boekstaafden. Dat "E. M. M." zich in toenemende populariteit mag verheugen vindt zijn bewijs in de groote deelname aan hare wedstrijden. Niet minder dan 76 dames en heeren, afkomstig uit Amsterdam, Breda, Nispen, Bergen op Zoom, Goes, Wolphaartsdijk, Vlissingen en Middelburg, hebben aan deze athletische kampen deelgenomen. Ondanks den regenval des morgens leverden de wedstrijden in verschillende nummers uitstekende sport en kon het helaas niet in overgrooten getale opgekomen publiek genieten van spannende momenten en van staaltjes van bewonderenswaardig uithoudingsvennogen.
We willen hieronder de namen der personen, c.q. vereenigingen, die hun werk met een eersten prijs zagen bekroond, aan de vergetelheid ontrukken:
Driekamp Dames: Mej. W. Bosman (Achilles, Middelburg). Driekamp Adspiranten W. Vreeken (E. M. M., Middelburg). 4 maal 80 meter Estafette Adspr.: E. M. M. (Middelburg), Tijd: 43 3/5 sec.
100 M. hardloopen heeren: F. v. Gelderen (E. M. M.) Tijd 12 1/10 sec.
400 M. hardloopen heeren: C. Sinke (Kon. Marechaussée, Vlissingen). Tijd: 59 3/10 sec.
1500 M. hardloopen heeren. P. Zuidweg (E. M. M.) Tijd: 4 min. 46 6/10 sec.
5000 M. hardlopen heeren: L. W. v. d. Linde (U. D. I., Wolphaartsdijk), Tijd: 17 min, 28 4/10 sec.
Kogelstooten J. J. Schipper (E. M. M.) Prestatie 11,57 M. Speerwerpen J.J. Schipper (E. M. M.) Prestatie: 43,35 M. Discuswerpen: J. H. Koers (Wilhelmina, Middelburg). Prestatie; 33.32 M.
Hoogspringen met aanloop: M. B. Schipper (Volharding, Goes), Prestatie: 1,55 M.
Verspringen met aanloop: J. H. Koers (Wilhelmina Middelburg), Prestatie: 5.96 M.
4 maal 100 M. Estafette heeren: Wilhelmina (Middelburg). Tijd: 50 sec.
Alzoo heeft "E. M. M." voor de zooveelste maal bewezen, dat de verzorging der athletiek bij haar in uitstekende handen is en weten we, dat Zeeland op gebied van athletiek bezig is, zich een goeden naam te bezorgen zoowel binnen als buiten de provincie. Die wetenschap vormt een gulden bladzijde in de geschiedenis van onze Zeeuwsche sportgemeenschap!
LUCTOR ET EMERGO.
HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND
10 Juli. - 'n Sportblad geleend bij Krimp van Dulmen en met zwellende borst gelezen van het geweldige succes, dat onze landgenoot Gunther in Henley behaalde. Eén meter eerder bij de eindstreep dan die saaie Wright. Gunther lachte en de neef uit Canada zal in zijn wigwam tranen met tuiten te schreien. De jongeling kon niet tegen zijn verlies, maar dat zal wel leeren, wanneer hij roeien blijft tot zijn tachtigste jaar. 's Jonge, 's jonge, wat is die Gunther overigens befuifd in Amsterdam. Vier paarden voor zijn wagen en twee brieven van ministers in zijn portefeuille. Liesbeth voelt er nu veel voor om Wybo scullen te laten leeren, maar ik ben er nog niet enthousiast over. Herinner me nog goed, dat een neef van me, die een mooie carrière was begonnen aan een departement, op zeer onfraaie wijze maatschappelijk kapseisde en dat men als reden opgaf: hij was lid van de roei- en zeilvereeniging geworden. U zal dus moeten toegeven, dat in deze mijn positie als echtgenoot en vader zeer precair is. Intusschen heb ik aan Maatschappelijk Hulpbetoon verzocht om aan Wright een doosje met twaalf zakdoekjes te zenden. De stumper heeft wel een troostprijs verdiend.
11 Juli. - Nauwelijks zijn de Tweede Kamerverkiezingen achter den rug of de voorbereidingen worden gemaakt voor de Eerste Kamer stembus. Ik droomde vannacht, dat de Nederlandsche maagd met haar hoofd in een kiespijndoek liep; dat was waarachtig niet zonder reden. Overigens valt het op hoe voorzichtig men met de Eerste Kamer omgaat. Eerst wordt de eene helft gereinigd en na enkele jaren de andere en dat terwijl men de Tweede in één dag omkeert. Gerust de Nederlandsche natie is nog niet zoo beroerd voor de ouwe heertjes. Alle vijftig hebben vrij reizen met gratis hoestballetjes en wanneer ze gedurende de zitting iets te veel kuchen, worden ze door den bode met consideratie op hun rug geklopt. - Vanavond mr. Gunther voor den microfoon. Kan beter roeien dan boomen, zei hij; hoorde ik dadelijk al.
12 Juli. - Sinds drie dagen hebben we weer zomer. Drieen-tachtig graadjes in de schaduw. Vanmiddag met Liesbeth gewandeld. Weinig er aan gehad. Ik kreeg 'n vliegje in m'n oog bij 't café van v. Bommel en Liesbeth 'n stofje bij 'n confectie-firma, die uitverkoop hield. Winkel vol; anderhalf uur gewacht voor we aan de beurt waren. Bij ons plaatselijk blad stond in den vooravond een bulletin aan, dat er geen een militaire vlieger vandaag gevallen was; toen ik op de soos kwam vernam ik van Breeduitstra, dat de autoriteiten dit succes bereikt hadden, door vandaag alle aviateurs vacantie te geven. Zoo moet het gaan!
13 Juli. - Eenige lichte werkzaamheden in tuin en huis verricht, vervolgens met den hamer op mijn vingers geslagen en heerlijke wandeling met Krimp van Dulmen gemaakt. Nieuw kerkje bezichtigd van een of ander genootschap en 'n paar critische opmerkingen tegen den bouwheer gemaakt. We vonden het nog al klein. Toen fluisterde de architect ons in het oor; Als ze er allemaal in gingen, gingen ze er niet allemaal in, maar nu ze er niet allemaal ingaan, gaan ze er wel allemaal in. Puzzle; kreeg er hoofdpijn van. Vanavond brachten onze plaatselijke fanfaristen, vereenigd in "Trommele tamboers" een welluidende serenade aan hun directeur, die bij Koninklijk Besluit verheven was tot de waardigheid van voorzitter der commissie tot veredeling van hoornvee.
14 Juli. - Tante Louise is gekomen. Praatrecord verbeterd; geen bij zonderheden.
15 Juli. - Liesbeth was in wrevele stemming tegen den kapper, omdat ze na twee dagen haar golf reeds kwijt was. Woordenvloed. Ontkwam de bui! Op weg naar "Taveerne Stortebecker" bespeurd, dat de vergelijkingen die men tusschen radio - denk aan den hatelijken luidspreker - en vrouwen treft, lang niet opgaan. Als Hilversum of Huizen hun golf kwijtraken zijn ze sprakeloos. Moet je bij vrouwen komen. Conclusie aan vrienden meegedeeld. Daverende toejuichingen. Gedronken op de emancipatie van alle huisvaders.
16 Juli. - Kleine oneenigheid met tante Louise. Toen ze haar correspondentie afwerkte, schreef ze in een brief: "Ik zou U wel meer willen vertellen, wanneer mijn neef Philemon niet achter mijn rug op mijn vingers keek." Zoo'n creatuur! Ik had naar geen letter van haar geschrijf gekeken. En dat geloofde ze niet eens, toen ik het op mijn eere-woord verzekerde.