Ons Zeeland 1929, nummer 37

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE ZEEUWSCHE WEEK

V. V. V. te Middelburg en de gemeente; Goesenaren die ontevreden zijn over de P. Z. E. M.; het "U.D." over Zeeuwsch-Vlaanderen.

Het is in ons land een zeer gewoon verschijnsel dat een vereeniging tot bevordering van het vreemdelingenverkeer met financieele moeilijkheden te kampen heeft. De kas is meestal slechts toereikend om op zeer bescheiden voet reclame te maken, en welke pogingen het bestuur ook in het werk stelt: de baten vloeien niet snel ruimer.

Inderdaad is dit toch wel heel vreemd. Iedere V. V. V. toch tracht vreemdelingen te lokken naar de stad of de streek waar zij haar taak meent te vinden, vreemdelingen die niet alleen de plaatselijke merkwaardigheden bewonderen, doch die ook nog wel een duit in winkelzaken en hotels achterlaten. Men zou mogen verwachten dat in de eerste plaats zij, die direct belang hebben bij het bezoek van touristen, ieder jaar een flink bedrag in de kas van V. V. V. zouden storten teneinde het 't bestuur mogelijk te maken op grootere schaal propaganda te maken, d.w.z. nog meer vreemdelingen te trekken. Helaas is zulks niet het geval. Het is ons bekend dat in sommige steden van ons vaderland en ook in onze provincie neringdoenden wonen, die ieder jaar baat vinden bij den vreemdelingenstroom en die zich met een minimum contributie van V. V. V. afmaken of.... niets betalen. Behalve winkeliers en voor vreemdelingen vooral aantrekkelijke zaken, en behalve café- en hotelhouders hebben tal van anderen in een plaats belang bij een druk tourisme. Dit is bekend genoeg, en we behoeven het hier dus niet nader te omschrijven. Ook deze categorie staat over het algemeen vrij sceptisch tegenover V. V. V. indien het "betalen" betreft. Velen er van zijn niet eens lid van de vereeniging welke haar voordeelen verschaft. Is het niet vreemd dat de meeste contribuanten menschen zijn, die uit een idieel oogpunt V. V. V. resultaten willen zien bereiken, en dat de profiteerende zakenlieden het over het algemeen "wel gelooven!"

Amerikanen en moderne Europeesche zakenlieden die dit mochten hooren, zullen over deze houding van vele Nederlandsche neringdoenden vermoedelijk zeer vreemd opkijken, doch de zaak verandert daardoor niet. Het is niet uitgesloten dat zij zullen opmerken: "Beseffen de kortzichtigen dan niet dat iedere gulden die zij aan V. V. V. geven, in den loop der jaren een zeer hooge rente gaat afwerpen en dat zij, door V. V. V. hun steun te onthouden, een schoone bron van inkomsten van zich zelf afsluiten?"

Behalve vele handeldrijvenden staan in ons land, ook in onze provincie dus, nog tal van gemeentebesturen op een verkeerd zakelijk standpunt t. o. van V. V. V. Weliswaar geeft nagenoeg iedere gemeente die een V. V. V. binnen haar grenzen ziet werken, ieder jaar een subsidie, maar dit is in onze oogen meer een fooi dan een ondersteuning, een hulp van daadwerkelijke beteekenis. Slechts weinig gemeentebesturen gaven tot nu toe blijk de beteekenis van V. V. V. te beseffen door een ruime jaarlijksche bijdrage. Nog maar al te veel gemeenteraadsleden bezien, de zaak niet zakelijk, ze subsidieeren V. V. V. zooals zij een plaatselijke muziekvereeniging subsidieeren, d.w.z. uit vriendelijkheid en niet uit overweging dat V. V. V. geld voor de gemeente maakt.

Middelburg o.a. levert hiervan een staal. V. V. V. aldaar heeft weten te bewerken dat in den zomer iedere week duizenden touristen de stad bezoeken. Deze verblijven er eenige uren en we zullen wel niet overdrijven als we aannemen dat iedere bezoeker gemiddeld f l,- in onze hoofdstad achterlaat. In den zomer beteekent het tourisme voor Middelburg een bron van inkomsten en deze bron zou nog rijkelijker vloeien als de Middelburgers en het Middelburgsche gemeentebestuur actieve en vooruitziende zakenlui waren. Dat zij dit niet zijn, blijkt uit de geldmiddelen van V. V. V. De gemeente b.v. subsidieert de vereeniging per jaar met.... f 450,-. Dat is misschien nog niet één-vijfde gedeelte van het bedrag dat de touristen op één Donderdag besteden.

Een weinig bedroevend nietwaar? En voor het bestuur van V. V. V. niet prettig dat de stad in wier belang het werkt, zijn uitstekende resultaten dermate "waardeert".

V. V. V. in onze hoofdstad heeft den gemeenteraad thans verzocht het subsidie te verhoogen en minstens zooveel te geven als de leden contribueeren en zoo mogelijk nog meer. In het verzoek wordt gewezen op het prachtige voorbeeld van enkele plaatsen in ons land die kleiner zijn dan Middelburg.

We hopen van harte gaarne dat de raad het zakelijke belang zakelijk zal bekijken.

Doet hij dit, dan zal het resultaat de poging van V. V. V. verre overtreffen.

Tot nu toe heeft V. V. V. honderdduizenden vreemdelingen naar Middelburg gebracht met een zeer slechte medewerking van handeldrijvenden en gemeentebesturen.

Wat zal de stroom van touristen verbreeden als geheel Middelburg eens achter V. V. V. zal staan!

x

Toen de electrische kabel der P. Z. E. M. in Goes arrivoerde, dachten de inwoners van deze stad, die bereids in hun huizen de leidingen hadden doen aanleggen, dat zij over enkele dagen licht zouden hebben. Dit vermoeden is niet bewaarheid geworden. De P. Z. E. M. kan aanvankelijk slechts een paar monteurs met de aansluiting der woningen op het net belasten, en in den beginne werden iederen dag slechts twee Goesenaren van electriciteit voorzien. De eerste weken schonk men in de Ganzestad niet veel aandacht aan het langzame tempo, doch op den duur ergerde men er zich aan. In de plaatselijke pers kwam dit tot uiting in een ingezonden schrijven, dat de leiding der P. Z. E. M. fel aanviel en dat het langzame tempo niet in het belang der maatschappij noemde.

Het ongeduld der naar electriciteit verlangenden kunnen we ons voorstellen, doch we kunnen ons niet geheel vereenigen met de verwijten aan het adres der P. Z. E. M. Deze toch heeft bewezen ernst te willen maken met de eleetrificatie der streek door een zeer snellen aanleg van den kabel. Men mag toch niet eischen dat de Mij. nu voor de aansluitingen een zeer groot aantal monteurs aan zich verbindt, dat over eenigen tijd weer ontslagen zou moeten worden. Toegegeven: twee is wat weinig, doch hierin is reeds voorzien door uitbreiding.

We twijfelen er niet aan of de P. Z. E. M. zal trachten zoo spoedig mogelijk aansluitingen tot stand te brengen. Het is immers een groot eigenbelang dat de afname van electriciteit onmiddellijk een aanvang neemt!

x

Het "Utrechtsch Dagblad" heeft in enkele artikelen aandacht gewijd aan miskende grondgebieden. Tot die gebieden rekent het blad ook Zeeuwsch-Vlaanderen. Hoewel we het met den schrijver niet geheel eens zijn, lijkt het ons niet van belang ontbloot, zijn meening hier al te drukken.

Hij begint met op te merken, dat Zeeuwsch-Vlaanderen vóór alles aansluiting bij het rijk vraagt.

In dat opzicht is het in hooge mate een "miskend grensgebied".

De vraag die vóór alles omhoog rijst is deze, stelt het Nederlandsch kapitaal wel voldoende belang in dat gewest?

Is het niet bedenkelijk dat een groot deel der Zeeuwsch-Vlaamsche nijverheid zich in vreemde handen bevindt? En, mogen wij ons gelukkig prijzen, dat in de oorlogsjaren duizenden hectaren gronds in Nederlandsche handen zijn gekomen, er is nog heel wat grond in handen van Frankschen en Belgen. Het gevaar is niet denkbeeldig, dat bij een crisis in den landbouw zeer veel grond verkocht zou worden. Ook in de tramweg-maatschappij zit veel Belgisch kapitaal.

Laat ons dit rijk, en typisch Nederlandsch gewest toch vasthouden met beide handen. Betoogingen in tijd van buitenlandsche bedreigingen zijn volkomen onvoldoende, wanneer die niet gepaard gaan met krachtig Nederlandsch initiatief. Is het geoorloofd een toestand zich te laten bestendigen, als die waarin de Zeeuwsch-Vlaamsche Scheldevaart zich bevindt? Terwijl in de 17e eeuw Zeeland op scheepvaartgebied een belangrijke plaats innam, is tegenwoordig de scheepvaart, met uitzondering van de lijnen Vlissingen-Harwich en Terneuzen-Londen, tot visscherij en beurtvaart beperkt. Nog één vraag: waarom laat men Zeeuwsch-

Vlaanderen zonder garnizoen?

Dit alles is zóó urgent, omdat de belangrijkste schakel met het Noorden ontbreekt: een bevredigende verbinding tusschen Zeeuwsch-Vlaanderen en het Noorden. Een tweede ferryboot op het traject Vlissingen-Breskens is meer dan noodzakelijk. En de verbinding is zoozeer in het algemeen landsbelang, dat het bevorderen van de rijkseenheid dringend vergt, dat de wenschelijkheid moet worden uitgesproken: de Staat, die thans reeds 80 pCt. bijdraagt in de groote jaarlijksche tekorten van den stoombootdienst op de Westerschelde, behoort de, veren op de Westerschelde in handen te krijgen!

Wil men de bevolking, waarvan vooral het katholieke deel door banden van bloed- en geloofsverwantschap aan het aangrenzende Belgische Vlaanderen is verbonden, voor het Noorden behouden en tot het Noorden aantrekken, dan dient men zich te doordringen van de noodzakelijkheid eener menigvuldiger en vooral goedkooper verbinding met het overig Zeeland. Staats- en stamoverwegingen, de algemeene waardeering van Nederland voor dit rijke, productieve gewest moeten de geographische moeilijkheden overwinnen".

 

VAN EIGEN BODEM

UIT ZEELAND'S VERLEDEN.

door

D. A. DE STOPPELAAR.

XI.

Onderhandelingen.

Ten einde raad ligt Requesens op eigen gelegenheid maar gelden in Brabant, die met den sterken arm geïnd worden. Natuurlijk begaan de Spaansche soldaten daarbij tal van muiterijen en verhalen hun tekort op de inwoners. Echter is het opmerkelijk, dat men in Zeeland, waar het nijpend geldgebrek even groot is als aan Spaansche zijde, van geen beweging onder het geuzenvolk hoort. Toch verslindt de oorlog ook hier geweldig veel geld en slinken de inkomsten belangrijk door het kwijnen van den handel en nijverheid. Bovendien staan de vruchtbaarste deelen van het land onder water, zoodat het niet mogelijk is de gewone belastingen op te brengen. 'n Geweldige storm richt dan nog een schade van drie ton aan. 1)

Reeds geruimen tijd terug bericht Oranje aan zijn broer Jan, "dat de inkomsten niet reiken, om het dreigend tekort te dekken. 2) De gemeenschappelijke staten hebben den prins tot bestrijding der oorlogskosten fl 104.000,- toegestaan en Wel voor den tijd van vier achtereenvolgende maanden, welke door de steden moet worden opgebracht en wel naar maatstaf door hem te bepalen. Om deze som bijeen te krijgen, moet weldra een honderdste penning geheven worden van onroerende goederen.

In Augustus bewilligt men, bij de meest kapitaalkrachtige inwoners fl 50.000,- op te nemen, gravelijke en geestelijke goederen te verkoopen, terwijl het den kooper vrijstaat, de helft der som, welke het land hun schuldig is, af te trekken van den koopprijs.

Het geldgebrek wordt zóó erg, dat de Staten de jaarwedde van den Prins, groot f 26.000,-, slechts bij de week en dan nog krachtens bizondere machtiging, laten uitbetalen. 3) En daar Oranje in dezen tijd geen andere inkomsten heeft, kan hij zijn dagelijksche uitgaven niet voldoen. Als de Koning van Navarra den Staten een aanbod doet van tien vendels soldaten te zonden, moet deze hulp uithoofde geldgebrek worden afgeslagen.

"Wij worden door niemand ondersteund," zoo bericht Willem in November 1575 zijn broer Jan van Nassau, "als wij nu maar 3 à 4000 man hadden, konden wij op Schouwen onzen slag slaan, dat zij het zouden berouwen zich daar genesteld te hebben; maar nu in stede van versterkt te worden, verlaten ons dagelijks diegenen, van welke wij nog eenigen dienst konden hebben. Immers, voor weinig tijd zijn veel onzer aanhangers vertrokken, omdat wij geen middelen hadden hen te onderhouden."

Er is in deze dagen overal een verschrikkelijke malaise:

Den Ambachtman die mach nu wel sorghen,

Want hy leeft in groot verdriet;

Want hy gaet leenen oft borghen,

Betalen en can hy niet.

Daarom trekken sy nu met hoopen,

Na Bremen oft na Wesel goet

Na de meste Neeringhe dat sy loopen,

Daer crijcht den Ambachtsman wederom moet. 4)

Willein van Oranje ziet in deze dagen ernstig uit naar hulp van buiten. 5) Weliswaar is hij door huwelijk met Charlotte van Bourbon-Monpensier aan het koninklijk huis geparenteerd, doch de vorstin, als abdis uit een klooster gevlucht en tot het Calvinisme overgegaan, is door haar familie verstooten. Bovendien, koning Hendrik III, die zijn broer Karel IX is opgevolgd, de medeplichtige aan de Bartholomeusnacht, is evenmin tot helpen geneigd, te meer omdat in zijn land de burgeroorlog opnieuw ontbrandt, onder medewerking van Frans van Anjou, het hoofd der middenpartij tusschen Hugenoten en Katholieken. Van dien kant is dus geen steun te verwachten. In Juni slaat de prins voor met behoud van 's lands voorrechten zich aan 't Duitsche Rijk leenplichtig te maken. 6) Tot dat doel zijn reeds gezanten benoemd, doch Requesens krijgt er de lucht van en weigert natuurlijk een vrijgeleide. Maar in het begin van 1576 lukt het toch de gezanten om Duitschland te bereiken en terzelfder tijd slaagt Oranje er in van de berooide Staten f 120.000.- los te krijgen, met welke gelden men hulp zal koopen van Johan Casimir van Tweebruggen; pas twee jaar later komen diens troepen afzakken.... 7)

Verlangen de Staten van Holland en Zeeland vurig naar vreemden bijstand, des te minder zijn zij bereid, de souvereiniteit, die zij tijdens den opstand aan zich getrokken hebben, aan een vreemden vorst over te dragen, ofschoon de prins oordeelt, dat men daartoe noodgedwongen vroeg of laat toch toe moet overgaan. Hun bedoeling is, gelijk zij openlijk volhouden, zich niet van Filips heerschappij te onttrekken, doch enkel van de dwinglandij der Spaansche soldaten.

Vandaar dan ook, als voorgesteld wordt door sommige steden en edelen te verklaren, "dat men den Koning, als een dwingeland, die zijn onderdanen zoekt te Herdrukken en te verderven, zoodra mogelijk behoort te verlaten en een andere beschermer te zoeken," Zierikzee dit niet begeert en nog eenmaal vraagt 's Keizers interventie in te roepen. Een Hollandsche Statenvergadering verklaart na veel gehaspel, "dat men den Koning verlaten en vreemden onderstand moet inroepen, waarbij men den prins de keus laat onder voorwaarde, dat hij op 't stuk der regeering, vooraf steeds het goeddunken der Staten zal hebben in te winnen. Tegen dit besluit verzet zich Zierikzee om bovenvermelde redenen, terwijl Goes en Tholen nog de Spaansche zijde houden.

Nu geldt de vraag, of men zich tot 't Duitsche Rijk dan wel tot Engeland zal wenden. Van de Duitsche vorsten is geen hulp te verwachten, daar het handhaven der rust in eigen land deze de handen vol werk geeft, anderdeels omdat zij het altijd oneens zijn, in godsdienst van elkaar verschillen en de een den ander de aangeboden Souvereiniteit zou misgunnen, die bovendien wellicht geen hunner zal willen aanvaarden, daar Filips als nabestaande van keizer Karel in Duitschland nog veel vrienden bezit. En kwamen de Nederlanders in het Duitsche rijksverband, dan zouden er dagen en jaren verloopen, voor vorsten en rijksstanden te dien opzichte tot een besluit geraakten daar zulks, ten waarborg onzer provinciën, die direct hulp behoefden, niet anders dan op een Rijksdag geschieden kan. 8)

Zal men zich tot Engeland werden of trachten toch nog Frankrijk in den arm te nemen? Oranje sympathiseert met het laatstgenoemde land, waar Hendrik III thans gunstig voor hem is en dien hij nu durft aansporen zich ten opzichte der Hugenoten inschikkelijker te toonen, waardoor dan de rust aldaar zal herstellen en Frankrijk zoodoende in de gelegenheid zal zijn de Nederlanders te steunen.

Maar de Staten beschouwen de zaak anders: zij zien de Franschen als erfvijanden der Nederlanden en kunnen in deze, getuige de Bartholomeusnacht, geen vertrouwen in hen stellen. Voorts meenen zij, het land is te veel door burgertwisten geschokt, om, al is de vrede hersteld, krachtdadigen steun te verleenen. Bovendien komen zij dan in conflict met Braband en Vlaanderen, die in Frankrijk hun eeuwenouden vijand zien. 9)

Terslotte vreezen zij, indien de Koning meester is, deze door Filips overgehaald, zal worden, Holland-Zeeland te ruilen voor Napels of Milaan. En dan begon de misère van voren af aan. Hun vertrouwen is alleen op Engeland gevestigd, waar hun geloofsgenooten heerschen en een eerlijk bestuur Gegrondvest is. Daar komt bij, dat Elisabeth over een groote vloot beschikt, die onze kust kan beschermen en met de Hollandsch-Zeeuwsche vereend, zal het den Spanjaarden nooit lukken, meester ter zee te zijn. En dit te minder, daar Denemarken, Zweden en Embden niets liever willen als een bondgenootschap met beide zeeprovincies. Men hoopt voorts, dat diè Nederlandsche gewesten, welke nog onder Spanje's macht staan, alle handel onttrokken kan worden, waardoor men deze dus kan dwingen, gemeene zaak met Holland-Zeeland te maken, terwijl Frankrijk om den zelfden reden dit voorbeeld zal volgen.

Tegen deze argumenten weet de prins niets in te brengen en men besluit dan Holland-Zeeland aan Engeland te verbinden, onder voorwaarden, die het best met recht, billijkheid, godsdienst en dreigend gevaar overeen komen.

Elisabeth heeft weliswaar onlangs een vijftigtal Zeeuwen haar rijk ontzegd, maar men weet, hoezeer zij hier in weerwil van zichzelf gehandeld heeft. Ook is het niet onbekend, hoe ongaarne zij den prins betrekkingen met Frankrijk ziet aanknoopen; noode zal zij de beide provinciën onder Franschen invloed zien. Zij geeft Filips dan ook den raad, Oranje zooveel mogelijk te bevredigen, doch de Koning antwoordt, "dat de opstandelingen gestraft moeten worden."

Als Willem bij monde van Aldegonde met het Fransche hof onderhandelt, stuurt de Koningin Rogers tot hem, om dit te ontraden. De gezant vindt bij de Staten een gretig gehoor, meer dan bij den prins, wiens Raad en Hofprediker Pierre l'Oiseleur, Heer van Villiers en van Westhove hem vermaant, zich niet met Elisabeth in te laten, daar zij toch geen bekwaam veldheer heeft. Toch zien wij Willem onderhandelingen met haar openen, Aldegonde en Paulus Buys vertrekken naar Londen en verklaren "hoe de prins en de Staten, die thans aan een goede vrede wanhopen, zich tot haar wenden als tot een ware beschermster van het geloof en eene vorstin, gesproten uit hun bloed. (Ter verduidelijking hiervan: de koningin stamt af van Filippa, dochter van Willem III, graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland, die met Edward III van Engeland gehuwd was).

Mag zij er toe besluiten de Staten te steunen, dan bieden deze haar onder nader te bepalen voorwaarden de souvereiniteit over Holland-Zeeland aan. Elisabeth heeft daar veel ooren naar en benoemt gezanten om met de afgevaardigden te onderhandelen. 10)

Als Requesens dit hoort, stuurt ook hij gezanten en spoort de koningin aan de Holl.-Zeeuwsche heeren "als zijnde oproerlingen krachtens het vroeger gesloten verdrag niet te hooren en ze uit haar land te zetten." Zij antwoordt "het zeker niet goed te achten oproerlingen te beschermen, doch beschouwt als zoodanig de Hollanders en Zeeuwen niet, daar deze zich alleen tegen een schrikbewind te weer stellen en nog altijd geneigd zijn, onder gehoorzaamheid aan Koning en Staten-Generaal terug te keeren, waartoe zij zelfs 's Keizers interventie inroepen. Doch als zij zien, dat aan hun billijke grieven niet voldaan wordt, hebben zij beproefd zich onder Frankrijks bescherming te stellen, iets wat den Engelsche regeering zoo maar niet kan toestaan." De Nederlanden een sucrezaal van den Franschen Koning, m. a. w. de Zeeuwsche kust in Fransche handen, dat kan Elisabeth met het oog op Engeland's veiligheid niet toestaan.

(Wordt vervolgd).

1) Hooft: BX, bl. 443.

2) Archives : TV, bl. 173-179.

3) Wagenaar: DI, VII, bl. 77.

4) Dr. E. T. Kuiper: Geuzenliedboek, Dl. I bl. 255, voor "wel sorghen" leze men "bekommerd zijn".

5) Blok: Gesch. Ned. Volk, Dl. III, bl. 156.

6) Wagenaar: Dl. VII, bl. 77.

7) Register ter Raede van Middelb. oa. bij Wagenaar Dl. VII, bl. 79.

8) Le Petit: Chron. de Holl. T III, p. 306.

9) Dr. Maurits Josson: Frankrijk, de eeuwenoude vijand van Vlaanderen en Wallonië (1913).

10)Wagenaar: D. VII, bl. 83.

DE SCHELDEZENDER

Hallo, hallo........

Hier is het draadloos uitzendstation de Scheldezender!

Vindt u het interessant te hooren:

- dat in 1928 in Vlissingen 171 paartjes in, en 6 dito uit het huwelijk traden.

- dat in hetzelfde jaar in dezelfde stad in het gasthuis en in het ziekenhuis bijna alle plaatsjes bezet waren. Men gelieve deze tweede mededeeling evenwel niet in verband met de eerste te lezen.

- dat de burgemeester van Wolphaartsdijk alvorens met verlof te gaan, den eersten steen legde van het nieuwe raadhuis. Na den arbeid is het zoet rusten.

- dat het Middelburgsche raadslid, de heer Mes, schriftelijke vragen tot B. en W. heeft gericht over de drinkwatervoorziening van Walcheren. O.a. vraagt hij waarom Souburg water van de Vlissingsche waterleiding gaat betrekken, en waarom de overige plaatsen op Walcheren in relatie zijn getreden met de Zuid-Bevelandsche waterleiding.

- dat de vorige week Woensdag de laatste post in Middelburg niet besteld werd omdat 't onweerde en regende. "Handelsbelang" te Middelburg heeft in een motie het uitblijven van de laatste post gewraakt. Ware het niet beter dat de Middelburgsche handeldrijvenden parapluies en bliksemafleiders ter beschikking van de zonen van tante Pos stelden?

- dat een vliegtuig van de Rotterdamsche Aero-club bij Bruinisse een noodlanding maakte. Toen een tweede toestel, in Bruinisse gearriveerd om hulp te verleenen, weder omhoog wilde, kwam het bij den start tegen een paal. Het sloeg om en werd gedeeltelijk vernield. De inzittenden bekwamen slechts zeer lichte verwondingen.

- dat in Ierseke, nabij de Geref. Kerk, een modern bankgebouw van de boerenleenbank gebouwd zal worden. Wij hebben Banken wel eens in minder stichtende wijken zien verrijzen.

- dat in Kortgene een tuinbouwvereeniging in het leven geroepen werd.

- dat verschillende landbouwers in onze provincie niet genoeg werkkrachten kunnen krijgen. Dit te kort aan hulp zal nog wel erger worden als in Zeeuwsch-Vlaanderen de nieuwe fabrieken in werking zijn.

- dat de steden toch nog maar doorgaan met het verleenen van ondersteuning aan werkloozen. Deze zouden ten plattelande werk kunnen vinden.

- dat de heer F. Kloosterman Zondag j.l. 45 jaar in dienst was bij de Stoomvaart-maatschappij "Zeeland". in dit tijdsverloop maakte hij 5000 reizen met de mailboot. Lezers, die vlug last van zeeziekte hebben, zullen goed doen het laatste bericht niet uit te spinnen.

- dat het onweer der vorige week ook in onze provincie eenige schade aanrichtte. Persoonlijke ongelukken kwamen gelukkig niet voor, wel dierlijke.

- dat in Renesse twee broers uit Noordwelle bij het zwemmen verdronken. Het lijk van een der slachtoffers is thans geborgen.

- dat aan de Belgische kust nog vrij veel badgasten vertoeven. De provinciale boot Breskens-Vlissingen bevatte de vorige week Donderdag b.v. nog 2250 exemplaren, die in Middelburg ter markte gingen.

- dat nabij het R. K. ziekenhuis te Goes de wagen van Van Gend en Loos een 2-jarig meisje overreed. De kleine is aan de gevolgen overleden.

- dat het 0. M. bij de rechtbank te Middelburg 9 maanden eischte tegen den werkman uit Goes, die 3 Augustus te Kattendijke den aannemer W. uit Ellewoutsdijk mishandelde en van fl 650.- beroofde.

- dat de leden van den Ned. Politiebond dezer dagen in Middelburg hun jaarvergadering hielden. Voor zoover ons bekend, is er dien dag in onze hoofdstad niet ingebroken. Hetgeen vrij verstandig.

- dat deze week in Vlissingen de 50.000ste bader verwacht wordt. Men zal den brave huldigen.

- dat eenige leden van de eerste Ned. Coöp. beetwortelsuikerfabriek critiek hebben geleverd op de samenstelling van het bestuur. Samenstellingen van besturen blijken in Zeeuwsch-Vlaanderen nog al eens aanstoot te geven. Zie de waterleiding.

- dat men zich voortaan aan de meisjesvakschool te Goes ook zal kunnen doen opleiden tot huishoudster. "Men" wil zeggen, meisjes, natuurlijk.

- dat een koffiehuishouder in Wissenkerke 10 pop aan het rijk schuldig is wegens het beleedigen van een gemeenteveldwachter. Met hooge heeren in het slecht kersen eten.

- dat een koopman te Kapelle veroordeeld werd tot f 40,- boete, subs. 40 dagen zitten terzake het wegnemen van eenige chrysantenplanten. Niet alleen de visch wordt duur betaald!

- dat de Goesche torenklok vermoedelijk spoedig electrisch gedreven zal worden. Hopenlijk zal dan een einde komen aan den traditioneeler wedloop tusschen toren- en stationsklok.

- dat in dezelfde stad alle zieke iepen dezer dagen horizontaal gelegd zullen worden.

- dat nabij Sluiskil, onder Axel, een kunstmestfabriek gesticht zal worden. Als plaats waar deze fabriek zal verrijzen, worden terreinen aangegeven naast de in aanbouw zijnde ammoniakfabriek.

- dat de cokesfabriek te Sluiskil, die in het afgeloopen jaar pas aanmerkelijk vergroot is, zeer binnenkort weer een uitbreiding tegemoet zal gaan. Naast de laatstgebouwde ovens wordt wederom een rij nieuwe ovens aangebracht, terwijl opnieuw een hooge kooltoren zal verrijzen zooals er het vorige jaar één gebouwd is.

- dat de commissaris van politie in Middelburg in de courant mededeelde gaarne kennis te zullen maken met een Zeeuwsche, die op een bepaalden dag en op een bepaald uur inkoopen deed in een bepaald magazijn. Omroeper dezes heeft het nooit gewaagd verlangde kennismakingen zoo openlijk te uiten.

- dat op den duur alle straten in de binnenstad van Middelburg geplaveid zullen worden met koperslakkeien.

- dat een raadslid uit Oost- en West-Souburg voor de justitie is geleid in verband met oplichting van een bejaard echtpaar te Aagtekerke.

- dat de N. V. "De Betuwe", conservenfabriek te Tiel, voornemens is te Krabbendijke een jamfabriek te stichten. Uitgezien wordt naar een geschikt bouwterrein.

- dat de tramlijn Hoofdplaat-Breskens de vorige week Zaterdag plechtig in dienst is gesteld. Thans kunnen behalve goederen ook passagiers zich doen vervoeren.

- dat de oudheidkundige vereeniging "De Bevelanden" een excursie maakte naar het kasteel Westhoven te Oostkapelle.

- dat de afdeeling Middelburg van Patrimonium aan den directeur-generaal van de Posterijen en Telegraphie, naar aanleiding van het bekende verzoek der Kamer van Koophandel inzake de openstelling van den Telefoondienst op Zondagen, een adres gezonden heeft, waarin wordt verzocht tot te openstelling niet over te gaan.

- dat de Goesche handelsvereenigingen den voorzitter der prov. bootcommissie hebben verzocht de thans in gebruik zijnde reserveboot op het veer Wolphaartsdijk Kortgene. door een grootere te vervangen. De boot die thans in dienst is kan het verkeer niet aan.

Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........

Adieu ........

 

SPORTIMPRESSIES

Boulevard-loop.

"Ik zou het zeer op prijs stellen, indien u in uw blad zoudt willen vastleggen, dat ik nog nergens zoo'n goede organisatie van een wedloop langs den openbaren weg heb aangetroffen als vanmiddag in Vlissingen."

Zichier de ongevraagde getuigenis van den Haagschen looper A. A. W. Wolf, die op Zaterdag 7 September beslag legde op den eersten prijs na in dit zelfde athletiek seizoen ook reeds den singelloop in Utrecht en in Middelburg te hebben gewonnen. Wanneer je zoo iemand komt achterna-hollen en spontaan uiting geeft aan zijn groote voldoening over zijne bevindingen, dan is alleen reeds deze getuigenis voldoende om te mogen vaststellen, dat de door de Vlissingsche athletiekvereeniging "Marathon" georganiseerde boulevard-loop uitstekend geslaagd mag heeten.

Daarom willen wij aanvangen met een woord van welverdiende hulde aan het Bestuur dezer jonge vereeniging, en meer in het bijzonder aan de heeren A. Everaars, T. C. Everaars, onderscheidenlijk wnd. voorzitter en wnd. secretaris, en C. Sinke, technisch leider, voor het kranige werk, dat zij in zoo korten tijd hebben tot stand gebracht en dat nieuwe glorie heeft bijgebracht aan den naam van sport-Zeeland. De correcte wijze, waarop deze heeren hunne taak jegens pers, deelnemers en publiek hebben opgevat, is de beste propaganda, die voor de athletiek kan worden gemaakt. Wij hebben den boulevardloop en zijne organisatie van zeer nabij gevolgd en durven verklaren, dat onze indrukken van de meest aangename soort zijn.

Een hiaat was in de regeling niet te vinden. Het Bestuur van "Marathon" was letterlijk overal op bedacht geweest en de manier, waarop het o.m. de pers van voorlichting diende, maakte het tot een onverdeeld genoegen ambtshalve dit unieke parcours bij te wonen. Maar onze hulde gaat verder en strekt zich uit tot den heer C. A. van Woelderen, burgemeester van Vlissingen, tevens eere-voorzitter van "Marathon", die opnieuw bewijs leverde van zijne groote liefde voor de sport, die hij, waar dit slechts te pas komt, zoowel door zijne persoonlijkheid als door zijn op ervaring berustend woord, propageert.

De sportzin van den Vlissingschen burgervader heeft in eerste instantie er toe bijgedragen, dat Vlissingen de pimeur heeft gekregen van een unieke uiting van athletiek-leven. Niet iedere badplaats is gezegend met een boulevard als de Vlissingsche maar als deze baby onder de badplaatsen voorgaat en zijn openbare boulevard beschikbaar stelt voor en dienstbaar maakt aan athletiek-demonstraties als 'n boulevard-loop, dan kan het niet anders of er gaan leven en propaganda uit van een plaats, waar het hoofd der gemeente zijn moreelen steun in woord en daad verleent. Deze medewerking mag van groote beteekenis heeten in de verdere ontwikkeling der athletiek in Zeeland, en zal een vingerwijzing blijken te zijn voor gemeentehoofden, die nog niet voldoende doordrongen zijn van de waarde van goede sportbeoefening.

Het Bestuur van "Marathon" had de aardige attentie aan de dames Van Woelderen en Gregory, de echtgenooten van respectievelijk den Burgemeester en den Commandant van het Wachtschip, bloemen aan te bieden, eensdeels uit goedgevoelde hoffelijkheid en anderdeels uit erkentelijkheid voor de door hunne ega's verleende medewerking.

Enkele duizenden belangstellenden hadden zich langs den boulevard geschaard en vooral in de nabijheid van het Grand Hotel "Britannia", waar zoowel start als finish van den wedloop lagen, heerschte eene gezellige drukte. Op het terras van "Britannia" waren plaatsen gereserveerd voor genoodigden, autoriteiten, officials e.d., terwijl de Chef van het Badbedrijf welwillend en belangeloos een aantal badcabines had beschikbaar gesteld voor de loopers om zich te verkleeden. Marechaussée, politie en padvinders zorgden voor ruime afzetting der baan hetgeen - dank zij de prettige medewerking van het publiek - op volkomen ordelijke wijze geschiedde. De juryleden-tijdopnemers, de heeren K. de Vries (Middelbrug), J. P. van Bel (Vlissingen) en A. J. G. Strengholt (Amsterdam), herkenbaar aan een oranjelint rond den linkerarm, en een groot aantal leden van "Marathon", voorzien van een rood-wit-blauwe band, pleegden in Badpaviljoen "Juliana" het laatste overleg met het "Marathon"-bestuur en met den hoofdleider, den heer Sinke, die op zijn beurt weer de heeren W. van Nek, eveneens technisch leider van "Marathon", en J. A. Bal, secretaris der technische Commissie van den Zeeuwschen Athletiekbond, instrueerde terzake hunner functie als commissaris van aankomst.

Toen we dan ook tegen vier uur de start-streep bereikten en 26 van de 31 ingeschreven loopers, in hunne bonte kleurenmengeling, zich opstelden en overigens ideaal athletiek-weer den wedloop begunstigde, toen waren we er van overtuigd, dat de organisatie "af" was en dat door het jeugdige "Marathon" hier iets in-elkaar-gezet was, dat op geen enkel punt voor verbetering vatbaar was. Zoover ons oog reikte, ontwaarden een ruime baan tusschen een dichte haag van belangstellend en ordelijk publiek.

Klokslag 4 uur lost de heer Van Woelderen het afgesproken proef-startschot. De loopers gaan af, maar nauwelijks hebben zij eenige meters afgelegd, of het commanda "halt" van den heer Sinke brengt hen weer naar den start terug. De repetitie is geslaagd en nu volgt de werkelijkheid. Op het "Allen klaar?" van den burgemeester klinkt thans het officiëele startschot en in een flink gangetje gaat het af op het standbeeld van Michiel de Ruijter, welk monument als natuurlijk keerpunt in den wedloop geldt.

Onderweg worden de loopers luide aangemoedigd: vooral de Zeeuwsche mededingers worden onthaald op aanmoedigingskreten. Even voordat het standbeeld van Frans Naerebout is bereikt, komen er gapingen in het loopersveld: de matadors vormen het hoofdpeloton en op 30 Meter volgt een nieuw blok, dat op korten afstand weer wordt gevolgd door het zwakste gedeelte. Dat zullen onze Zeeuwsche helden De Ruijter en Naerebout wel nooit gedroomd hebben, dat hunne standbeelden later nog eens zouden fungeeren als wegwijzers voor 'n boulevard-loop! Ze zouden er trotsch op geweest zijn!

Tot groote vreugde der toeschouwers passeert een Zeeuw het eerst het keerpunt; het is de heer A. Kambier van E. M. M. (Middelburg), die het kranige werk levert en deswege hartelijk wordt toegejuicht. Maar dan gaan routine en uithoudingsvermogen een woordje meespreken: de Haagsche crack Wolf is Kambier op den voet gevolgd en passeert hem weldra gedurende de tweede helft van het parcours. Deze positie blijft onveranderd als het laatste rechte eind wordt afgelegd en beide loopers een extra-spurt inzetten. Onder applaus der menigte passeert Wolf het eerst de eindstreep in den tijd van 11 minuten 22 seconden. Op circa 10 meter volgt dan A. Kambier in 11 minuten 44 seconden en reeds elf seconden hierna heeft een andere Hagenaar, n.l., de heer Jac. van Kampen, van "De Zwaluwen" te 's-Gravenhage, de eindstreep bereikt. Achtereenvolgens komen dan binnen de looper T. Haitsma (A. V. 1923 te Amsterdam), I. Lafeber (Marathon te Vlissingen), P. Zuidweg (E. M. M. te Middelburg), J. Parent (Marathon te Vlissingen) en C. van Sorgen (Marathon te Vlissingen). Buiten dit achttal, dat voor eene der fraaie medailles in aanmerking komt, krijgen de Zeeuwsche loopers J. C. de Jager (U.D.I. te Wolphaartsdijk), L. N. v. d. Linde (U. D. I. te Wolphaartsdijk), G. Janssen (V. V. Middelburg te Middelburg) en J. C. de Jonge (V. I. 0. S. te Koudekerke), elk een extra-prijs voor de beste prestaties als Zeeuwen na het prijswinnend achttal, terwijl als niet-Zeeuw voor dezen extra-prijs in aanmerking komt de heer J. H. v. d. Hoven (Hellas te Utrecht) en als Marathon-lid de heer J. W. Sandiford.

De groote steun van vele personen en corporaties hebben het mogelijk gemaakt, dat "Marathon" de beschikking had over zulk een ongekend-groot aantal prijzen, dat intusschen niet zal nalaten, de animo onder de athletiekers grooter te maken of op te wekken.

Met een toepasselijke speech reikte de Burgemeester van Vlissingen, nadat allen zich in Paviljoen "Juliana" hadden vereenigd, de prijzen uit, waarna nog vele hartelijke woorden door vooraanstaande en deskundige athletiek-promotors werden gesproken. Al deze welsprekendheid echter culmineerde in de wetenschap, dat de vereeniging "Marathon" op kranige wijze zich van hare taak heeft gekweten, eene wetenschap, die de kiem inhoudt voor een bloeiend bestaan dezer energieke ver-

eeniging.

LUCTOR ET EMERGO.

 

SCHOOL- EN WERKTUINEN.

In Middelburg bestaat een vereeniging die aan kinderen, afgezien van welken stand, politieke of godsdienstige richting de ouders ook mogen zijn, gelegenheid biedt tegen vergoeding van 1 kwartje per maand de genoegens te smaken zelf in een eigen tuintje groenten en hloemen te kunnen kweeken. Deze vereeniging heet: "Eerste Zeeuwsche School- en Werktuinen." Bij velen is zij reeds bekend; ten eerste bij de kinderen, hun familieleden en kennissen, die reeds in den loop der 8 jaren van werkzaamheid over een tuintje konden beschikken en ten tweede bij de bezoekers van de in onze omgeving zoo bekende Floralia-tentoonstellingen, waarvan de laatste twee werden gehouden door de vereeniging "Uit het Volk Voor het Volk" in samenwerking met de vereeniging voor Volkstuinen en de Eerste Zeeuwsche School- en Werktuinen. Algemeen diene men met doel en werkwijze der Vereeniging bekend te worden.

Werktuinen zijn de tuintjes van pl.m. 15 M.2 oppervlakte, waarop de kinderen werken (harken, hakken, enz.) en waarop zij groenten en bloemen kweeken, als: aardappelen, bieten of kroten, spersieboontjes, worteltjes, radijs, Clarkia's, zonnebloemen, lupinen, viooltjes, malope's, cosmea, enz.

De schooltuin is een gedeelte van den tuin in hoofdzaak bestemd voor het kweeken van diverse bekende cultuurgewassen, die bij de les in Nat. historie op de scholen besproken worden en wier groeiwijze we daarom willen demonstreeren, zooals tarwe, gerst, haver, tuinboonen, paardeboonen, maïs, kanariezaad, tomaten, komkommers, pompoenen, blauw maanzaad, enz.

Een ervaring, die wij opdeden, was deze: 't aantal aanvragen voor een tuintje bedraagt pl.m. 100, terwijl het aantal beschikbare tuintjes 55 is. Dus 40 á 50 kinderen moeten teleurgesteld worden. Nu bestaat de mogelijkheid grond bij te huren en daardoor ook deze kinderen op hun vrijen Woensdagmiddag of wellicht Zaterdagmiddag een nuttig genoegen te verschaffen. Evenwel, dat huren kost geld en de toestand van de financiën der vereeniging is verre van rooskleurig. Financieele hulp is gewenscht. Bovendien zouden dan eenige dames en (of) heeren, die belang stellen in het werken der vereeniging en die als leidsters of leiders der kinderen zouden willen optreden, zeer welkom zijn. Het aantal leidsters en leiders bedraagt nu 6.

Over het doel der vereeniging in 't kort het volgende:

De kinderen zijn gedurende eenige uren nuttig bezig met lichte werkzaamheden in een gezonde, frissche atmosfeer, wat gunstig werkt op bleekneuzen. Het bezig zijn in een tuintje geeft ontspanning na schoolarbeid en leert spelenderwijze cultuurgewassen en wilde planten kennen niet bij naam alleen, maar in hun wezen (groei, bloei, zaad, onderaardsche deelen). Het oog krijgen voor het schoone, het aesthetische wordt er zeer door bevorderd (tal van bloeiende bloemen langs de paden; het maken van bouquetten). Gevoel voor orde en netheid wordt als van zelf aangewakkerd.

TREFFERS EN POEDELS

POSTKOST.

Tijdens het hevige onweer, dat vorige week boven Middelburg woedde, werd de postbestelling niet uitgevoerd, wat zeer verklaarbaar was.

Minder verklaarbaar was de oorzaak van het feit, dat ook na afloop van het onweer de Middelburgsche burgers vergeefs op hunne post moesten wachten.

't Was een zware onweersavond

en de lucht schoot vuur en vlam,

't hemelvuur werd zóó aanhalig,

dat er bijna brand van kwam.

Vele menschen keken angstig,

massa's hadden het benauwd,

kregen 't bij dat reuzenvuurwerk

vice-versa warm en koud.

Stroomend viel een zee van regen

als een stukje zondvloed neer,

wie daarmede in contact kwam,

had geeneen droog draadje meer.

Dus de post bleef in zijn posthuis

tot het onweer was gedaan,

droge-draadsche postbestellers

bleven lekker binnen staan.

Toen de regenkraan weer dicht was

en het noodweer opgelost,

was de wacht der brave burgers

bij de bus der brievenpost.

Spoedig zou de postman komen,

briefkaart, ansicht, brief en krant,

zaken, liefde en familie,

't nieuwste nieuws van Nederland.

Maar de post liet op zich wachten,

postman was niet op zijn post,

liet de brieven maar de brieven,

dacht zich van z'n plicht verlost.

Postman had wellicht de p..st in

na die malsche donderbui,

Middelburg dient een request in,

want dat vindt zijn posten lui.

Straks krijgt postman voor den regen

'n bliksemvrije paraplu,

komt hij dan weer regen tegen

blijft hij niet meer -thuis als nu.

Dan pàs past de post zijn plicht toe,

maakt de post geen potsen meer.

'n Post moet steeds zijn post oppassen

zelfs na afloop van slecht weer.

WILLEM TELL II

HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND

4 Sept. - Wat men noemt een zomerschen dag. Als 't weer nog een tikje meewerkt, beloop ik de kans, dat mijn aardbeienplanten voor de tweede maal bloeien gaan. Bezorgt me weer eenige kwartjes journalistiek aanbrenggeld. Ik kan wel fluiten! Van het wereldfront weinig nieuws; maar wat er is, klinkt bemoedigend. De politieke broeiluchten zijn weggewaaid in Europa; Chineezen en Russen worden voor rede vatbaar en in Wolfaartsdijk werd de eerste steen gelegd voor een nieuw stadhuis. De Zeppelin is van morgen te Friedrichshaven geland. Hulde! Heb driemaal mijn hoed op en af gezet.

5 Sept. - Slechte nacht gehad. Driemaal onweersalarm door Liesbeth; evenzoo veel malen onze zilveren lepels ingepakt en de kinderen aangekleed. Het was verschrikkelijk zooals de natuur te keer ging. Je hoorde en zag niets anders dan donder en bliksem. Heb 'n hekel aan die ruwheid; wat moeten de kinderen er niet van denken; 't is evengoed al zoo'n toer om hen steeds fatsoenlijk-beschaafde taal te laten spreken. Met onze gemeenteraadsleden gaat het ook immer berg-af. 't Monsterachtig voorbeeld van Monster werkt na. In Rotterdam heeft een vroede vader zijn waterglas en tevens zijn glas water naar het hoofd zijns meesters geworpen en in Souburg knipte de politie een raadsheer wegens 't oplichten van twee bejaarde maar stevige lieden. 'n Krachtstaaltje dat de Justitie nochtans niet bewonderde. Als verzachtende omstandigheid geldt, dat de man vroeger voorzitter eener gascommissie is geweest.

6 Sept. - De postdirecteur was jarig vandaag en hij tracteerde vanmorgen in taveerne Stortebecker; natuurlijk op port. Veel animo, daar de meeste huisvrouwen aan den inmaak zijn, en dat schijnen haar mannen dan te ontloopen. Ik begrijp dat niet, want op zulke dagen ben ik de rechterhand van Liesbeth. Waarom ook niet! Trouwens Liesbeth vindt dat het mijn plicht is. Intusschen gezellige morgen gehad. Eenige gevoelvolle speeches afgestoken. Ik heb iets gezongen na aandrang van vele zijden. Na het derde glas werd 't rumoerig. De gemeente-ontvanger schreeuwde naar Breeduitstra of hij soms iets tegen hem had, om van hem te vertellen, dat hij zulke ellendig groote voeten had. Breeduitstra heette 't liegen; had alleen tegen Dorias gezegd, dat wanneer de fiscus hier zijn schoenen uittrok, hij al half uitgekleed was. De ruziemakers met eenige biljartkeu's gescheiden. Vijftien centen voor 't gebroken glaswerk betaald.

7 Sept. - Normaal herfstweer. Tweemaal 'n bezoek gebracht bij Krimp van Dulmen en 'n gesprek begonnen over het overvloedige fruitjaar. Nog geen toegang gekregen tot zijn tuin. Hij denkt zeker dat het mij alleen om wat appelen en peren te doen is. Dan heeft hij 't toch leelijk mis. Ik was wel degelijk van plan om hem eenige nuttige wenken ook te geven. Moet 't zelf weten. Jossie is met 'n heel jong konijntje thuis gekomen. 'n Cadeautje. Heb aan 'n hokje getimmerd net zoo lang tot ik geen enkelen vinger meer had, waar ik nog niet met den hamer op geslagen had.

8 Sept. - Fietstocht gemaakt met de kinderen op ons schoone eiland. In een boomgaard, naast een boerderij waarvan de luiken voor de vensters waren, ons heerlijk te goed gedaan. Hadden het voornemen gemaakt een flinke vergoeding te geven, wanneer de eigenaar kwam opzetten en wij niet vlug genoeg ons verwijderen konden. De man is er niet geweest. Hij zal nooit aan de weet komen wat voor schadeloosstelling wij hem zenden zullen!

9 Sept. - Jossie is den geheelen dag niet bij zijn konijn vandaan te slaan. Het dier is een half pond gegroeid. Sommigen vinden dat veel. Ik niet, want het heeft minstens vijf kilo voeder verwerkt in die twee dagen. Barend de tuinman denkt dat hij 'n lek in zijn maag of een doorgaanden darm heeft. Zal morgen in de soos eens tegen den vee-arts (ik meen den dierendokter) over konijnen beginnen.

9 Sept. - Het konijntje is overleden. Enfin, 'n man over boord, 'n eter minder. Wat was dat 'n commensaal. Beppie dacht, dat 't zenuwen waren. Jossie is ontroostbaar; schreit tranen met tuiten. Wybo plaagt hem; zei hoovaardig, dat hij nog niet eens 'n traan vergoten had, toen zijn grootmoeder stierf. "Die heb je ook niet heelemaal groot gebracht!" brulde Jossie. Ad rem van dat kereltje.