Ons Zeeland 1929, nummer 39

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE ZEEUWSCHE WEEK

De keerzijde van de schitterende tuinbouwmedaille; Zeeland op de begrooting; voor een betere verbinding met Schouwen-Duiveland.

De tuinbouw neemt in onze provincie steeds grooteren omvang aan. Velen keeren den landbouw ten deele den rug toe en werpen zich op den tuinbouw met een enthousiasme, die de meer bezadigden wel eens bedenkelijk voorkomt. Ook de glascultuur speelt in Zeeland reeds een rol van beteekenis, en verwacht kan worden, dat zij het einde van haar ontwikkeling nog niet bereikt heeft. We hebben de koersverandering van onze land-bebouwende bevolking met tal van anderen steeds hartelijk toegejuicht en den tuinbouw een der middelen genoemd, die een ietwat somber perspectief van Zeeland zou kunnen verlichten. Of we daar geheel goed aan deden? In ons hart kruipt langzaam de twijfel op en we zijn er niet langer zeker van, dat de tuinbouw zóó moet worden toegejuicht en aanbevolen als tot nu toe door bijna iedereen gedaan werd. We namen n.l. kennis van een artikel in "De r.k. boerenstand", van de hand van Dr. Ir. Rietsema, directeur der r.k. land- en tuinbouwschool, en dus tot oordeelen bevoegd. Deze schrijft daarin o.m. dat een crisis in den tuinbouw haast met zekerheid komen moet. Aan zijn belangwekkend artikel ontleenen we:

De ongehoord snelle uitbouw van een paar hoofdtakken der glasteelt (tomaten en druiven) heeft toevallige oorzaken gehad, n.l. dat deze beide gewassen in de laatste jaren groote uitvoerproducten zijn geworden.

Europa leerde tomaten kennen, Nederland leerde tomaten telen en druiven verzenden, waarvan het de teelt reeds tevoren had uitgeoefend.

Noch de toeneming van het aantal menschen in West-Europa, noch hun hoogere welvaart of hoogere levens-standaard, noch de betere vervoermiddelen zijn in staat om op den duur afzet te kunnen bieden voor het gewas van zich zou reusachtig snel vermenigvuldigende broeierijen. En dat des te minder, omdat één der omstandigheden, die gunstig zijn geweest voor de tuinderij hier te lande, n.l. de steeds beter wordende vervoermiddelen, ook gunstig is voor onze mededingers. Met de tuinderij in Nederland ontwikkelde zich die in Italië, dat meedoet in den wedloop naar de beste markten. Het is het oude lied: de Zuiderzon doet de cultuur in deze streken concurrentie aan, een strijd, die reeds eeuwen aan den gang is, die reeds veel slachtoffers heeft geëischt en nog wel meer zal eischen.

Dr. Rietsema wijst in dit verband op de teelt in Nederland van sinaasappelen, citroenen en ananassen in broeikassen, welke door het verbeterde verkeerswezen bijna geheel is uitgeroeid. Het sneltreinverkeer heeft ons uit Zuid-Frankrijk een bloemenovervloed gebracht, die onzen bloemenkweekers tot ernstig nadeel werd; sindsdien is het onzen bloemisten nog slechts mogelijk om met enkele soorten van bloemen, die hier bijzonder wel gelukken of slecht het vervoer verdragen, in de vroege wintermaanden winst te maken. Onze vroege aardappelenteelt is door de Italianen, om 'n nieuwer voorbeeld te hebben, zóó geknakt, dat het de vraag is, of zij ooit weer tot haar ouden luister zal geraken. Nog nieuwer zijn de klachten over tomaten en druiven.

Wij moeten niet vergeten, aldus dr. Rietsema, dat het ons hier met behulp van glas vaak slecht gelukt om dingen voort te brengen, die men in Zuidelijker landen zonder het buitengewoon dure hulpmiddel kan verbouwen. Wel beschouwd is het een groote dwaasheid hier met hooge kosten tomaten en druiven ter verbouwen, die beter van smaak, zooveel goedkooper in 't Zuiden groeien en op betrekkelijk geringen afstand van de centra van gebruik."

De schrijver meent dan verder, dat we zullen moeten trachten op een andere wijze aan den kost te komen.

In de Hollanden is de ooft- en groenteteelt bezig plaats te ruimen voor den verbouw van bloemgewassen, bollen, rozen snijgroen e.d. Het is mogelijk, dat het dien kant uitgaat, doch lang niet zeker. Blijvende goede uitkomsten zullen, volgens dr. Rietsema, alleen te verwachten zijn met zulke gewassen, waarin we niet veel mededingers op de markt ontmoeten, en dat zijn niet in de eerste plaats tomaten en druiven, doch moeilijk vervoerbaar goed, wintergewassen, voorjaarsgroenten, komkommers e.d.

We hebben gemeend de keerzijde van de mooie tuinbouw-medaille onzen lezers eens te moeten voorhouden. Wellicht kunnen sommigen er hun voordeel mede doen.

x

We hebben het tot gewoonte gemaakt om ieder jaar, als de staatsbegrooting is verschenen, te vermelden, welke Zeeuwsche posten daarop voorkomen. Thans kan worden medegedeeld, dat in 1930 de keersluis te Vlissingen zal worden voltooid. Aan de Oostsluis te Hansweert zullen weer een aantal verbeteringen worden aangebracht. Voor het aanbrengen van een nieuw buitensluishoofd zal f 530.000 uitgetrokken worden. Een post, die door velen met vreugde begroet zal worden is een bedrag van f 88.750 zijnde 1 gedeelte van den aan te leggen weg welke de beide deelen van Zeeuwsch-Vlaanderen met elkaar gaat verbinden. Deze weg zal loopen van de provinciale weg van Yzendijke naar de Belgische grens bij Pontebrug in ongeveer oostelijke richting langs Pyramide en ten oosten daarvan aansluitende aan het westelijk eindpunt van den verbindingsweg tusschen Oost- en West-Zeeuwsch-Vlaanderen.

De totale kosten worden geraamd op f 355.000. Dit laatste deel moet, zoo wordt in de begrooting terecht gezegd, worden beschouwd in een groote behoefte van de streek te voorzien.

x

De dure verbindingen in onze provincie worden zeer terecht nogal eens aan critiek onderworpen. Reizen in Zeeland blijft helaas, vooral voor automobilisten een zoo dure gelegenheid, dat het luxicuse aspecten vertoont. De verbinding, waarop dezer dagen weer eens de aandacht is gevestigd, is het veer te Zijpe, voor de bewoners van Schouwen-Duiveland van zeer veel belang. De tarieven zijn er niet malsch, en ze lokken uit tot gerechtvaardigde aanmerkingen. In de N.R.Ct. en in de Zierikzeesche Nieuwsbode schreef de heer M. K. Krepel in de afgeloopen week o.a.:

Het autoverkeer neemt steeds toe en vrachtauto's roepen om verbetering. Pl.m. f 30.000 wordt op ons eiland betaald voor wegenbelasting, zoodat iedere autohouder recht heeft op verkeersverbetering. Ondanks de vele commissies, die reeds zijn benoemd, waar zelfs een Belg zitting in heeft (wel een bewijs hoe belangrijk het verkeer wordt opgevat), is er tot heden door de commissie aangaande het Veer Zijpe Anna Jacobapolder niets tot stand gebracht. Als men wenken geeft hoe die verbetering direct kan komen, dan wordt dit kwalijk genomen. Doch als er nu maar eene weg is, daar de R.T.M. de concessie heeft, dan is die oplossing gemakkelijk te vinden. Het schijnt dat de Polder Anna Jacoba in verband met de oude veerdienst, daar ook nog een rol in speelt, doch daar behoeft Schouwen-Duiveland toch zeker niet voor te worden opgeofferd? Het wordt hoog tijd, dat er van Schouwen-Duiveland een flinke algemeen actie uitgaat, dat deze toestand te Zijpe niet langer zoo kan blijven. Een jaar of wat terug, als men toen sprak over het autoverkeer te Zijpe, werd men voor de voeten gegooid: die van dat veer gebruik wil maken voor auto's, moeten die dure prijs maar betalen, want dat is een zekere luxe. Dit conservatieve idee is gelukkig een beetje op den achtergrond geraakt, nu ze zien, dat ook de voddenkoopman met zijn auto overkomt. De dure prijs van den overtocht houdt nog vele menschen tegen. Mocht die verlaagd worden, b.v. een gulden per auto en een uurdienst, dan zou dit verkeer direct verdubbelen, en in het belang zijn van landbouw en nijverheid."

We kunnen de grieven van den heer Krepel volkomen onderschrijven. Ook zijn opmerking inzake de commissiën, die worden ingesteld, doch die veel te langzaam werken. De uitkomst zullen de bewoners van het eiland zelve moeten brengen. Laten zij zich aaneensluiten tot een homogeene groep en laat van deze groep een flinke actie uitgaan. Wellicht zullen de betreffende autoriteiten dan eerder de oogen open gaan. Commissies zijn over het algemeen erg aardig, maar zoo zij in hoofdzaak zijn samengesteld uit personen, die geen direct belang hebben bij het beoogde doel, slaan we het practische resultaat van haar bemoeiingen niet zoo hoog aan!

 

VAN EIGEN BODEM

HET OPROER VAN ZIERIKZEE IN 1472. 1)

door

JAN VERMEER.

De kortstondige regeering van Karel den Stouten over de Nederlandsche gewesten, kenmerkt zich door talrijke en zware beden, die een algemeene en steeds toenemende ontevredenheid onder het volk ten gevolge hadden. Karel de Stoute was een heerschzuchtig vorst, die zich ten doel geteld had, zijn rijk door onderwerpen der naburige gewesten af te ronden, het tot een koninkrijk te verheffen, en de macht en het aanzien der Bourgondiërs te vergrooten. Vandaar zijn voortdurend oorlogvoeren, vandaar zijn voortdurenden geldnood, vandaar dat de eene bede nauwelijks was opgebracht, of de andere werd al uitgeschreven. Niet ten onrechte noemt de Zeeuwsche geschiedschrijver Boxhorn hem "stout van naem ende van daeden, een deftigh Krijgher, tegens zijn vyanden als een blixem, maer een kancker in de beurs van zijn ondersaten".

Mede met het doel om aan nieuwe gelden te komen, schreef Karel in 1472 een belasting uit, die de noodigste levensmiddelen ongehoord bezwaarde. Van elk vat bier, binnen de stad gebrouwen, werd 5 stuivers geheven, en 15 stuivers van elk vat, buiten de stad gebrouwen. Van elk aam besten wijn werd 20 stuivers geëischt, van de mindere soorten 10 stuivers het aam. Op een last tarwe stond 6 stuivers, op een last rogge 5 stuivers belasting, en van elk lopel 2) zout vroeg Karel tenslotte 1 stuiver. Bij plakkaat werd aan de poorters bevolen, dat sy hun bier naer voortaen voegen ende reguleren, sonder daer tegens te doen, ofte te seggen, met woorden ofte met wercken, heymelijck noch openbaer, op de verbeurtenisse van haren lijve ende goede; wel wetende, dat wy den overtreders van dien met den swaerde criminelijck doen rechten ende punieren sullen, tot spiegel ende exempel van allen anderen, sonder verdrach."3) Deze "harde, wreede, ende den vry gheboren volcke soo onbekende als onghehoorde taele", zooals Borhorn haar noem, werd in een tweetal steden oorzaak van een ernstig oproer der burgerij, n.l. in Hoorn en in Zierikzee. In Zierikzee waren overheid en regeering reeds verdeeld wegens de Hoeksche en Kabeljouwsche twisten. In 1470 was de Hoeksche partij aan het stadsbewind gekomen. Om zich het bewind over Zierikzee wat langer te verzekeren dan den gestelden termijn van een jaar, namen de nieuwe magistraten een list te baat; wetende dat geld de ziel van alles is, lichtten zij omstreeks tienduizend gulden op lijfrenten ten laste der stad, onder voorwendsel met deze aanzienlijke som den lakenhandel en de bierbrouwerij tot nog grooteren bloei te brengen. Nauwelijks hadden de heeren echter het geld in handen, of ze besteedden er drieduizend gulden van ten eigen bate, d. w. z. ze schonken deze aan Karel den Stouten, onder voorwaarde dat deze hen drie jaren lang in functie zou laten. Desgelijks deden de twaalf thesauriers der stad, die er veertienhonderd en acht en veertig gulden voor betaalden.

Was het wonder dat de burgerij van Zierikzee, toen deze feiten aan het licht kwamen, overtuigd was dat haar magistraat met Karel heulde, om het volk te onderdrukken en uit te zuigen? Omstreeks St. Bartholomeusdag (24 Augustus) in het jaar 1472 kwam het tot een uitbarsting. Karel had n.l. voor elke stad Commissarissen aangewezen, die met de stedelijke overheid over de nieuwe belastingen moesten onderhandelen. Voor Zierikzee waren dit Heer Jacob Jansz. van Middelburg, priester en provisor van het eiland Walcheren, en rentmeester van den Heer van Ravesteyn, en Machiel van Cattendijeke, baljuw van Zierikzee en van het eiland Schouwen. Toen deze nu met de stadsregeering op het stadhuis raad hielden, liep het volk te hoop, onder aanvoering van twee voorname geestelijken, Pier Kaacke, prior van de Jacobijnen, en Hendrik Rootstock, prior van het Minderbroederklooster der stad. Onder het geschreeuw van "Nieuw licht!" drong men met pieken, knotsen en messen gewapend, het stadhuis binnen, sloeg de beide commissarissen, den provisor en den baljuw, dood en wierp de ontzielde lichamen uit het raam. Toen de magistraat zag, tot welke hoogte de ontevredenheid van het volk was gestegen, sloeg haar de angst om het hart; de schout wierp zijn gerechtsroede, burgemeesters en schepenen de sleutels der stad voor de voeten van het volk en smeekten om genade, en ook de andere overheidspersonen haastten zich om vrede te sluiten met het misnoegde volk. De poorters namen de roede en de sleutels op, stelden de oudsten en bekwaamsten uit de gilden aan, om de stad te regeeren, en stelden als schout Jacob Pieter Betten sone aan, die vier jaar tevoren door hertog Karel ook tot schout was benoemd, en die zoowel bij dezen als bij het volk zeer bemind was.

Karel, die zich tijdens deze gebeurtenissen in Frankrijk bevond, was heftig vertoornd, toen ze hem ter oore kwamen, en beval in een eerste opwelling zelfs de stad te vuur en te zwaard te verwoesten, in een "Mildere stemming gekomen, zond hij enkele vertrouwenspersnnen, om een en ander te onderzoeken. Eerst kwam heer Adolf van Ravesteyn met Karels natuurlijken broeder Anthonie, meestal de groote bastaard van Bourgondië bijgenaamd, naar Zeeland. Heer Anthonie bleef aanvankelijk in Middelburg en liet den Heer van Ravesteyn alleen naar Zierikzee trekken, waar deze de poorters met "payselijcke ende veel schoone woorden toesprak." Dit was echter maar de stilte, dien den storm vooraf ging. Want vervolgens kwam ook Heer Anthonie naar Zierikzee, met Heer Hendrik van Borssele, Heer van der Veere, en een groot gevolg. waarna een formeel onderzoek werd ingesteld naar de oorzaak en het verloop van het oproer. Op lijfsverbeurte werd het de poorters verboden, uit hun huizen te gaan. De aanvoerders en belhamels werden gevangen genomen en vervolgens op de Gasthuisbrug onthoofd; meer dan twee honderd burgers, die bang waren dat hun hetzelfde zou gebeuren, wisten, ondanks het verbod, uit de stad te ontkomen. Na deze voorloopige executie beloofden Heer Anthonie en Heer Adolf de burgerij, dat zij bij Karel alle pogingen in het werk zouden stellen, dat de stad niet verwoest behoefde te worden.

Den 30sten Januari 1473 kwam Karel de Stoute zelf naar Zierikzee, waar zijn komst met grooten angst tegemoet werd gezien. Om den vertoornden landsheer te vermurwen, trok de heele bevolking hem tegemoet, alle geestelijken, mannen zoowel als vrouwen, alle priesters en klerken en verder alle overige ingezetenen der stad jong en oud, "roepende al te samen gratie ende ghenade van haer misdaet." Toen Karel hun groot berouw zag, heeft hij de Zierikzeeënaars weer in genade aangenomen en hun het leven geschonken, op nader te bepalen voorwaarden. Een bezetting bleef in de stad achter, terwijl de hertog naar Holland trok, om daar een aantal steden te bezoeken. Na deze rondreis keerde bij naar Zierikzee terug, om de stad haar vonnis aan te zeggen.

Mild was het vonnis nu bepaald niet, dat Karel den 6den April te Zierikzee door zijn kanselier deed uitspreken. Allereerst moesten de stadspoorten uit hun hengsels worden gelicht. Vervolgens moesten de burgers een boete van dertigduizend gulden opbrengen, die ze in negen keer konden betalen, en bovendien nog twaalf honderd gouden kronen als zoengeld voor de om het leven gebrachte commissarissen. Tenslotte eischte Karel, dat alle handvesten en voorrechten der stad in zijn handen zouden worden gesteld, en dat men voor het stadhuis een kruis zou oprichten.

Hertog Karel vertrok vervolgens weer naar Vlaanderen, maar nam als gijzelaars en onderpand enkele der rijkste er aanzienlijkste burgers met zich mee, benevens vier fraaie, kostbare zilveren trompetten en schoone juweelen. Een garnizoen van gewapende krijglieden onder bevel van kapitein Barent van Ramste uit Zwaben bleef in Zirikzee achter. Bij brieven van der 10den Juni van hetzelfde jaar, gegeven te Maastricht, werd de stad vergund den accijns op het bier te verhoogen tot twee grooten en elke ton, en dien op den wijn tot een half groot op elke stoop, voor den tijd van zes jaren,: door deze nieuwe belasting werd Zierikzee in staat gesteld, haar verplichtingen na te komen.

Eer zes iaren waren verstreken, was Karel de Stoute, in 1477, bij Nancy gesneuveld. Zijn dochter Maria die hem in de regeering opvolgde, schonk op dien dag van haar blijde inkomst den Zierikzeeënaren al hun handvesten en privileges terug.

Intusschen had Zierikzee geleerd, zooals Boxhorn terecht opmerkt, "dat de armen der Princen lanck en machtich zijn; en dat de ghemeynte dickmael meer voordeel doet met verdraghen, als muyten, door het welcke men menichmael niet kan afweeren de opgheleghde swarigheden, ende in veel grooterkomt te vervallen."

1) Bronnen: Boxhorn, Chroniik van Zeelandt (1644), II, blz 266 vlg.; Wagenaar, Vaderlandsche historie, IV (1770), blz. 124 vlg.; De Kanter, Chronijk van Zierikzee 2 (1795), blz. 162 vlg.

2) lopel = schepel.

3) verdrach = genade.

 

DE SCHELDEZENDER

Hallo, hallo........

Hier is het draadloos uitzendstation de Scheldezender!

Vindt u het interessant te hooren:

- dat in Tholen alastrim geconstateerd is bij een 2-jarig kind.

- dat nabij Veere een auto tegen een boom reed. De bekende schilderes mevrouw van Dam van Isselt werd daarbij dermate gewond, dat haar overbrenging naar het ziekenhuis te Middelburg noodzakelijk bleek.

- dat Zeeuwsch-Vlaanderen in het teeken van de staking staat. Terwijl we dit schrijven hebben reeds circa 250 arbeiders van de stijfsel-fabriek te Sas van Gent het werk neergelegd, en 450 personen van de cokesfabriek te Sluiskil zijn van plan hetzelfde te doen. Doel: hooger loon.

- dat thans op den "bewaakten" overweg bij Rilland-Bath bijna een auto door een trein verpletterd is geworden. De boomen waren niet gesloten toen een trein naderde. Door groote tegenwoordigheid van geest van den bestuurder van een auto werd op het laatste nippertje een drama afgewend.

- dat een 18-jarige jongen te Rilland tegen een auto fietste. Hij is aan de gevolgen van de aanrijding overleden.

- dat Middelburg meer kans op het openstellen van de telefoon op Zondagen schijnt te hebben dan Goes. In Goes heeft men zich over de kwestie trouwens niet druk gemaakt.

- dat de stations-klok te Goes een week stil stond, omdat de stationschef met vacantie was. Niet alleen in Kampen heeft men uien.

- dat de opening van het eerste gedeelte van den nieuwen verkeersweg Noord Brabant-Zeeland eenige vertraging ondervond.

- dat Ged. Staten goedkeuring verleenden aan het besluit van den gemeenteraad van Ierseke tot verkoop van een strook grond naast de openbare school II. Over deze kwestie is men in Ierseke nog al warm geloopen.

- dat eenige varkens in Kapelle de vlekziekte hebben.

- dat Zierikzee op waardige wijze den nieuwen burgemeester, den heer Bannink, heeft ontvangen.

- dat de nieuwe tramlijn Bresken-Hoofdplaat reeds zeer veel passagiers vervoerde. Soms komen er zelfs wagens te kort.

- dat het met het locaaltje door Zuid-Beveland minder gunstig gaat.

- dat in Grijpskerke een paard met een wagen op hol sloeg. Een bejaarde vrouw kostte dat het leven.

- dat in de pers dezer dagen aandacht werd gewijd aan het overzetveer Anna Jacoba-Zijpe, in verband met de hooge tarieven.

- dat de A. N. W. B., Toeristenbond voor Nederland, en de Kon. Ned. Automobielclub gezamenlijk een adres gericht hebben aan den minister van Waterstaat met het dringende verzoek maatregelen te nemen tot een afdoende verbetering van het landverkeer bij Sas van Gent en in afwachting daarvan zoo spoedig mogelijk te doen overgaan tot het vervangen van de bestaande bewegingsinrichting van de groote brug over den Oostelijken arm van het kanaal van Ter Neuzen door een inrichting met electrische beweegkracht.

- dat aan een onbewaakten overweg onder de gemeente Clinge, een Ford-auto op een passeerenden trein van den spoorweg Mechelen-Terneuzen reed. De auto werd medegesleurd en totaal versplinterd. De bestuurder was uit de auto geslingerd en is met een zware hersenschudding in het ziekenhuis te Hulst opgenomen.

- dat zich in Aardenburg dezer dagen bij de politie iemand meldde, die daar in 1925 een rijwiel had ontvreemd. Na de daad was hij naar Frankrijk uitgeweken; het karretje had hij in België verzilverd.

- dat twee jongens uit Dreischor aan het oudheidsmuseum in Zierikzee in bruikleen hebben afgestaan een zandsteen, afkomstig van het voormalig slot "Windenburg" te Deischor. Het stelt het wapen van de familie Ockerse voor, welke na 1705 ambachtsheeren van Dreischor waren. In het hartschild is het wapen van Dreischor aangebracht. Tusschen 1705 en 1742 moet het stuk zandsteen met wapen vervaardigd zijn.

- dat Ds. Hartjes te Vlissingen pogingen aanwendt om te komen tot de stichting van een kerkgebouw in het nieuwe stadsgedeelte, en wel aan den Singel bij de Scheldestraat. Voor den aankoop van den grond, die fl 8000.- zal kosten, is nog slechts fl 1000. bijeen.

- dat enkele Ierseker visschers hulp verleenden aan de inzittenden van een auto, die in het kanaal Brussel-Charleroi was gereden. Zij smaakten het genoegen twee dames van een wissen dood te redden.

- dat op de kermis in Terneuzen, kort voor het sluitingsuur, een vechtpartij ontstond. Eenige jongelui kregen kwestie over kaartjes met een controleur. Een jongeman is daarbij in den rug gestoken. De betrokken controleur heeft bekend, zich met een mes verweerd te hebben.

- dat de heer M. C. Buys Ballot, burgemeester van Veere, den gemeenteraad heeft medegedeeld, niet meer voor een herbenoeming in aanmerking te willen komen.

- dat de trambestuurders in Vlissingen voortaan zittend hun wagen zullen rijden.

Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........

Adieu ........

 

HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND

18 Sept. - Ziezoo, de onschuldig veroordeelden zijn op vrije voeten en blijven het. Dat is een steen van mijn hart. Alleen vraag ik mezelf af: wie zal er nu weer volgen? Want het ligt toch voor de hand dat die heele flinke rechercheur het niet over zijn gemoed kan verkrijgen om 'n misdaad ongewroken te laten. Wanneer hij genoeg credieten van de justitie loskrijgt, levert hij over één maand weer nieuwe daders. Intusschen zal hij aan zijn hernieuwd optreden (dit volgens Breeduitstra) de voorwaarde verbinden, dat zijn slachtoffers alleen voor de Dordtsche rechtbank behandeld mogen worden. Griffier Dorias was zeer ontstemd dat men de rechtbank vergeleken had met een pijnbank en 'n draaibank. Volgens zijn eigen ervaring zou men hoogstens van een rustbank of van een mistbank mogen spreken.

19 Sept. - De schrik zit me nog in de beenen. Neen, niet van het onweer dat gisteravond woedde. Moet men begrijpen, dat ik in de soos, ter gelegenheid van des postdirecteurs vijftigsten verjaardag en na algemeenen, herhaalden aandrang, eenige Duitsche composities zong. Ik heb een bescheiden baritonnetje van donker bruin coloriet, zooals een muziekrecencent van een groot dagblad me eens verzekerd heeft, zoodat ik nooit 'n gek figuur behoef te slaan, wanneer ik optreed. Ook nu was mijn succes enorm geweest, wanneer niet een der leden, in zijn flauwiteit naar de telefoon was gesloopen om het politie-bureau op te bellen, met het gevolg dat er, midden in mijn beste ballade, een agent kwam binnenstormen en schreeuwde of het waar was, dat hier een zekere mijnheer Schubert vermoord werd. Bah! wat een banale grappigheid. 't Eenige opmerkelijke in deze zoutelooze historie is 't feit, dat ik juist een Schubert-program afwerkte.

20 Sept. - De zomer is vannacht vertrokken zonder goedendag te zeggen. Die z'n vriendelijkheid is ook maar schijn. De herfst heeft hem opgevolgd er ofschoon dat heerschap pas morgen regeerkracht krijgt, treedt hij nu reeds op als mijn vriend Mussolini. Hij bulderbast uit zijn Noordwesterlongen of wij doof zijn en hij smijt met emmers water als een Zeeuwsche schoone in een gemeente waar nog geen schrobverbod is. Vanmorgen Krimp van Dulmen gesproken. Die is naar Zierikzee geweest. Heeft daar 'n reusachtiger allegorischen optocht gezien ter eere van den nieuwen burgemeester. Die was zoo reuze allegorisch (de optocht) dat men over de beteekenis van enkele groepen nog wel 12 1/2 jaar ruzie kan maken. Zoo was er een serie van jonge meisjes met wateremmers. De een zei dat die het leidingwaterlooze tijdperk verzinnebeelden; de ander had het over 'n piëuze hulde aan de ouderwetsche brandweer en 'n derde dacht dat het sloeg op het melkboerengilde, vóórdat de keuringdienst van waren bestond. Zoek 't maar uit!

21 Sept. - De regen drenst uren achter elkaar door. Wil men nu wel gelooven, dat ik daar altijd triest van word. Ik ben nu eemnaal uiterst gevoelig. Ik geloof nog altijd, dat er 'n dichter in me steekt. In vertrouwen verteld, weet ik het wel zeker, maar de eerste regel van het eerste vers, dat ik in jeugdige jaren maakte, eindigde op "appel" en maanden heb ik toen vruchteloos naar een rijmwoord gezocht. Wanneer mijn muze op "peer" haar keuze had laten vallen, zou er wellicht geen talent verloren zijn geraakt.

22 Sept. - De kantonrechter van Hulst heeft vorige week, zoo vertelde me de commissaris van politie, een vaandel geschonken aan een bond van Zeeuwsche politie-agenten. Mag bij iedere voorname surveillance gebruikt worden. Daar de drager zich geheel achter de draperie kan verschuilen, is de kans dat misdadigers op heeterdaad betrapt zullen worden, met 100 pCt. gestegen. Hulde aan den initiatiefnemer!

23 Sept. - Als eere-lid van den Ambtenarenbond de vereerende opdracht gekregen, om den Landdag te organiseeren, die de vereeniging van rijks- en gemeente-ontvangers, volgend voorjaar in Grijpskerke wil houden. Direct aanvaard; het is me een ware vreugd iets voor mijn ex-collega's te doen. Mijn onkosten mag ik in rekening brengen. Maar goed ook, want anders had ik er voor bedankt.

24 Sept. - Liesbeth kwam met een rood hoofd van de theekrans. Het was daar heftig van langs gegaan. Ze had mevr. Nippius even de waarheid gezegd. 't Is eigenaardig! Als vrouwen de waarheid spreken worden ze nijdig op elkaar. Wat zouden ze dan toch doen zoolang de harmonie uitstekend is?

SPORTIMPRESSIES

Estafette-loop.

Wanneer dit nummer van "Ons Zeeland" verschijnt, staan we aan den vooravond van den door de Middelburgsche Athietiekvereeniging "E. M. M." te organiseeren Estafetteloop rond Middelburg, dien wij vorige week reeds bij onze lezers hebben geintroduccerd. Inmiddels heeft de regeling van dit athletisch evenement een vasteren vorm aangenomen, zoodat we het niet ondienstig achten, enkele nadere bijzonderheden aan het papier toe te vertrouwen, temeer daar ons gebleken is, dat in de [eeuwsche athletiekwereld groote belangstelling bestaat voor dezen wedloop. Een verblijdend teeken mag het heeten, dat Middelburg's burgervader, de heer P. Dumon Tak - hetzij al dan niet in navolging van zijn Vlissingschen ambtgenoot zich bereid heeft verklaard, het startschot te lossen en na afloop van den wedstrijd - de prijzen aan de winnaars uit te reiken. "Laatstbedoelde gebeurtenis zal plaats vinden in E. M. M.'s clubgebouw, de melksalon "De Nieuwe Landbouw", Markt Middelburg. De inschrijving is thans gesloten. Zeven ploegen, waarvan twee van buiten Zeeland, zullen aan den wedstrijd deelnemen, n.l.:

1. Voetbalvereeniging "Middelburg".

2. Middelburgsche Turnvereeniging "Wilhelmina".

3. Middelburgsche Athletiekvereeniging "E. M. M."

Alle te Middelburg.

4. Sportvereeniging "V.I.O.S." te 't Zandt (bij Middelburg).

5. Vlissingsche Athletiekvereeniging "Marathon" te Vlissingen.

6. Athletiekvereeniging "Vlug en Lenig" te 's Gravenhage.

7. Bredasche Athletiekclub (B. A. C.) te Breda.

Het doet prettig aan, onder de deelnemende ploegen ditmaal een specifieke voetbalvereeniging aan te treffen. Dit bewijst, dat in voetbalkringen het nut der athletiek, als zomersport, meer en meer wordt ingezien en dat eene behoorlijke lichaamsvaardigheid op het voetbalveld door athletische oefeningen behoort te worden gevoed. We hopen werkelijk, dat de Zeeuwsche voetbalclubs van de waarde der athletiek-beoefening doordrongen zullen worden, want zij zelve, hunne spelers en het door deze geleverde spel zullen er wel bij varen.

De groote bekoring van dezen wedloop bestaat in de etappeverdeeling. Elke groep bestaat uit acht loopers, waarvan elk één der acht af te leggen étappes voor zijne rekening neemt. Men weet, dat de acht étappes onderscheidenlijk bedragen 200, 500, 800, 1200, 1200, 800, 500 en 200 Meter. Wanneer dus looper A begint met 200 Meter, dan wordt hij op de startlijn van de 500 M.-étappe afgelost door looper B van dezelfde ploeg. Het verrassende van dit systeem is gelegen in het feit, dat wanneer A als no. 7 (laatst) de eindstreep der 200 M.-baan passeert, zijn partner B niettemin als een der eersten de finish der 500 Meter kan bereiken. Eene oordeelkundige onderlinge étappe-verdeeling is voor de ploegen een gebiedende eisch, want een kortehaan-looper zal in den regel op een lang traject niet uitblinken, terwijl de lange-baan-looper wel het uithoudingsvermogen, maar niet de snelheid bezit om een klein parcours te winnen. Zoo zal elke étappe nieuwe verrassingen brengen, omdat elke vervolgétappe een achterstand kan te niet doen of een voorsprong kan doen verliezen. Een groote rol speelt hierbij de wijze van aflossen, hetwelk eene vaardigheid op zich zelf beteekent.

We hebben met opzet deze technische beschouwingen gegeven, opdat onze lezers voldoende georiënteerd zijn omtrent het stelsel van dezen estafetteloop. Hoe de rangorde der loopers in de diverse étappes ook mag wezen, de looper, die als no. één de eindstreep passeert, na het afleggen van de laatste 200 Meter, wint den loop voor zijne vereeniging. Het zal dus duidelijk zijn, dat niet meer dan zeven loopers tegelijk in de baan zijn en dat in het geheel 56 verschillende loopers in actie komen.

Begin en eind der verschillende étappes worden aangegeven door lijnen dwars over den te beloopen weg. De start vindt plaats bij de Koepoortbrug, terwijl de zeven wisselpunten, die het einde der vorige en tegelijk het begin der volgende etappe aangeven, worden gemarkeerd als volgt;

Eerste wisselpunt: Park van Nieuwenhove (Noordsingel).

Tweede wisselpunt: Noordbrug.

Derde wisselpunt : Seissingel (midden).

Vierde wisselpunt: Hofstede Poelendale.

Vijfde wisselpunt: Eind Loskade (Vitrite Works).

Zesde wisselpunt : Veersche weg.

Zevende wisselpunt: Vijftig meter vóór de Zacharias Jansenstraat.

De Haagsche Athletiekvereeniging "Vlug en Lenig" komt met een ploeg, waarin o. a. zijn opgenomen drie internationals alsmede de in Zeeland reeds bekende looper Wolf, die den Middelburgschen Singel- en den Vlissingschen Boulevard-loop op zijn naam bracht. Er zal dus ongetwijfeld van goede sport te genieten vallen en de veertig Zeeuwen, die Zaterdag aula de présance zullen geven, kunnen, indien zij er niet in slagen, hunnen rivalen een lesje te geven, toch heel wat van deze leeren. De toeschouwers hebben thans gelegenheid, onze theoriën omtrent het nut en de waarde der Athletiek aan de praktijk te toetsen en de beteekenis van oordeelkundige athletiekbeoefening in zich op te nemen. We kunnen bezwaarlijk de feiten vooruitloopen, maar - uit ervaring wetend, dat het organiseerend talent van "E.M.M." een hoogen graad heeft bereikt - zijn we er van overtuigd, dat de Zeeuwsche athletiek een goeden dag tegemoet gaat en van dezen estafetteloop een krachtige propaganda voor het Zeeuwsche sportleven zal uitgaan.

Zeeuwsche Voetbal.

Twee der drie Zeeuwsche tweede-klassers waren Zondag l.l. in actie. We zijn helaas niet onverdeeld tevreden over hunne prestaties. Wat b.v. te denken van den kampioen "Vlissingen", die op eigen terrein met liefst 9-2 in de pan werd gehakt door het Bergsche "D.O.S.K.O."? Het is ons bekend, dat een der beste spelers van "Vlissingen" zijne schoenen aan de wilgen heeft gehangen en dat van het spel van dezen Vlissinger, die o. i. enkele jaren te vroeg het bijltje er bij heeft neergelegd, groote bezieling uitging, maar we begrijpen niet, dat dit verlies zóó deprimeerend werkt, dat de verrichtingen der Zeeuwen thans omgekeerd evenredig zijn aan de successen van het vorige seizoen. Wij hopen, dat de elftal-commissie het lek spoedig zal hebben gevonden, want Zeeland's voetbalreputatie is er mee gemoeid.

De vereeniging "Middelburg" doet het beter; zij speelde 2-2 gelijk met de sterke Tilburgsche club "T.A.C." en zal ook verder wel een woordje meespreken.

De derde klasse, die uitsluitend uit Zeeuwsche elftallen bestaat, stak ook van wal. Eigenaardig mag het heeten, dat in de drie gespeelde wedstrijden telkens het reserve-elftal van de Zeeuwsche tweede klassers met de overwinning ging strijken. Zoo won Zeelandia II thuis met 2 - 1 van S.I.N.O.T.O., terwijl Vlissingen II in Hulst met 3-1 de club van dien naam klopte en Middelburg II met eene door dezelfde cijfers uitgedrukte zege uit Zierikzee terugkwam, waar de draagster van den gemeentelijken naam dus haar seizoen maar slecht inzette. Er kan echter nog heel wat gebeuren: er staan nog vele kansen open voor de winners om te sneuvelen en voor de verliezers om zich te herstellen.

Mogelijk openbaart zich deze wisselvalligheid in het onberekenbare kansspel, dat voetbal heet, reeds Zondag a.s., waarop het volgende N. V. B.-programma zal worden verwerkt 2e klasse A.

Te Roosendaal: R. B. C.-Zeelandia.

3e klasse A.

Te Zierikzee: S.I.N.O.T.O.-Hulst.

Te Middelburg: Walcheren-Zeelandia II.

Te Vlissingen: Vlissingen II-Terneuzen.

Onze tweede klassers "Middelburg" en Vlissingen" genieten competitierust.

Motorsport.

Sportief Zeeland gaat vooruit! 'n Nieuwe tak van sport breekt baan! En men is bezig dezen organisatorisch te regelen. Bravo!

Op initiatief van den heer Westerweel, onderwijzer te Renesse, voorheen te Goes, werd op Zaterdag 21 September j.l. te Zierikzee opgericht een motorclub, die luistert naar den naam "Schouwen-Duiveland". Reeds een twintigtal personen gaf zich als lid of donateur der club op, terwijl een uit vijf personen bestaand bestuur werd gekozen. De heer C. v. d. Vliet A.E.zn te Zierikzee aanvaardde het ambt van voorzitter.

Ter propageering der motorsport zoowel als der club zal op 6 October a.s. een betrouwbaarheidsrit rond het eiland worden georganiseerd. Het parcours zal bedragen 150 K.M., terwijl de gemiddelde snelheid werd bepaald op 30 K.M. per uur. Aan alle auto- en motorbezitters zal eene uitnoodiging tot deelname aan dezen rit worden gezonden.

Voorloopig zal de Club zich nog niet aansluiten bij de Motorclub "Zeeland", nóch bij de K.N.M.V., doch zoodra de levensvatbaarheid voldoende is gebleken, ligt deze aansluiting wel in de lijn der verwachtingen.

Wij wenschen "Schouwen-Duiveland" een lang en bloeiend bestaan en eene belangrijke plaats in de Zeeuwsche sportgemeenschap.

LUCTOR ET EMERGO.