Ons Zeeland 1929, nummer 41

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

DE ZEEUWSCHE WEEK

Middelburgsche activiteit in verband met den 50sten jaardag der Koningin; de arbeidsconflicten in Z. Vlaanderen.

Onze hoofdstad heeft een wel zeer verheugende activiteit ontplooid in verband met den Koninginnedag in 1930. Nadat in enkele bladen de wensch te kennen was gegeven den vijftigsten verjaardag der Koningin op een eenigszins bijzondere wijze te herdenken, trokken in Middelburg al dra enkele personen en vereenigingen aan het werk, en het voorloopige resultaat was een bijeenkomst, uitgeschreven door de vereeniging "Uit het Volk-Voor het Volk". In deze bijeenkomst is door verschillende personen uitvoerig van gedachten gewisseld. Tenslotte besloot men de stad in 46 buurten te verdeelen en te trachten, voor zoover dit nog niet het geval is, daar buurtcommissies op te richten, die voor versiering van hun wijk zullen zorg dragen en tevens gelden voor de algemeene kas bijeen zullen brengen. Verder stelde de vergadering reeds een voorloopig programma vast, dat natuurlijk nog voor wijzigingen vatbaar zal zijn. Het luidt als volgt:

Klokluiden; muziek van den Abdijtoren; reveille; concerten op verschillende punten der stad, dit alles in den morgen van 1 September; des middags carillonbespeling; wedstrijd en optocht met versierde auto's, rijwielen en rijtuigen. Als iets nieuws een "feest van den arbeid", een samenkomen op de Markt van groepen, die arbeid in het visschersbedrijf, het landbouwbedrijf enz. vertolken en des avonds muziek op de Markt, met marmergroepen; fakkeloptocht, vuurwerk op het Molenwater en afmarsch naar de Markt.

Voor Zaterdag 30 Augustus wordt een kinderfeest bedacht, als de financiën het toelaten, waarom ook een beroep op de gemeentekas zal worden gedaan.

Zooals gezegd, bezit dit programma nog slechts een voorloopig karakter, want verschillende sprekers hadden nog wenken en adviezen, en deze zullen door het bestuur onder oogen worden gezien.

Vast staat evenwel, dat Middelburg den Koninginnedag in 1930 op waardige wijze zal vieren en dat 31 Augs. van het volgend jaar in onze hoofdstad een buitengewone dag zal zijn. Moge het Middelburgsche voorbeeld navolging in de andere plaatsen van ons gewest vinden. We verwachten, dat Zierikzee, Goes, Vlissingen, Terneuzen en Breskens (om ons tot enkele punten in Zeeland te bepalen) dien dag niet zullen stil zitten, en dat de gehechtheid van Zeeland aan Oranje tot uiting zal komen op een wijze die respect afdwingt.

Niet iedere stad bezit als Middelburg een vereeniging als "Uit het Volk-Voor het Volk", die zoo bij uitstek geschikt is om voor algemeene feesten als centraal orgaan op te treden, en daarom zal de regeling hier en daar nog wel met moeilijkheden gepaard gaan. Doch.... laten we den moed niet dadelijk verliezen. Waar een wil is, is ook een weg. Zou het niet op den weg der V. V. V.'s liggen om het arrangeeren, van den Koninginnedag 1930 bij den kop te pakken? De V. V. V.'s zijn weliswaar geen oranjevereenigingen, doch in een goed opgezet, algemeen feest, dat toch vreemdelingen zal trekken, kunnen ze o. i. gerust ten deele haar taak vinden.

x

Loonconflicten genieten in dezen tijd een vrij uitvoerige aandacht van de nieuwsbladen. Zoo ook de beide loonconflicten te Sas van Gent en te Sluiskil, die nu al weer vrij geruimen tijd geleden werden ingeluid, en die door de werkgevers en de werknemers met volharding worden doorgezet. Het is moeilijk op een afstand, en afgaande op courantenartikelen, een zuiver beeld van den stand van zaken te krijgen. Het lijkt er in Zeeuwsch-Vlaanderen echter op, dat in de stakingen een nieuw element is geslopen, n.l. dat der teleurstelling. Zij, die het werk hebben neergelegd op aanstichten van de voormannen der diverse werknemersorganisaties, hebben waarschijnlijk vermoed dat hun eischen vrij snel zouden worden ingewilligd en dat de staking slechts van korten duur zou zijn. Toen zij zagen dat de directies naar nieuwe wegen zochten om haar bedrijven in gang te houden, toen zij werklieden uit België de weleer door hen ingenomen posten zagen waarnemen, bleek hun, dat hun berekening toch niet volkomen klopte. Deze teleurstelling heeft volgens de bladen reeds geleid tot enkele tooneelen, die bij sommige stakingen voorkomen, doch die toch nooit de sympathie van de weldenkenden kunnen hebben. In Sas van Gent mishandelden enkele stakers enkele werkwilligen zoodanig, dat de politie tusschen beiden moest komen. Het is te hopen, dat herhaling van dergelijke tooneelen onmogelijk zal worden gemaakt en dat de stakers practisch het recht op werk evengoed zullen erkennen als het recht op staken. Dat de geschillen spoedig uit den weg geruimd zullen worden, is vooralsnog niet aan te nemen. De directies der betrokken bedrijven schijnen zich vrij sterk te weten en zij schijnen eerder geneigd te zijn hun bedrijven te reorganiseeren dan aan de eischen der stakers toe te geven. Tegenover zulke krachtige partijen is het wel zeer zwaar strijden. Bemiddelingen van overheidswege hebben tot nu toe geen uitkomst gebracht, hetgeen ook wel met de kracht van de werkgevers verband zal houden.

Een uitkomst zien we, hoe we ook turen, vooralsnog niet. Dit is zeer jammer, want de economische toestand van Z.Vlaanderen is niet dermate gunstig, dat men er zich langdurige werkloosheid met allerlei nare gevolgen kan permitteeren.

VAN EIGEN BODEM

UIT ZEELANDS VERLEDEN.

door

D. A. de Stoppelaar.

NAAR BEVREDIGING.

XIV.

Onder deze zoo vele zorgen wordt de goede verstandhouding met Engeland bedreigd. Uit winzucht hebben de Engelschen den Spanjaarden hun vlag geleend, om daaronder koophandel te drijven. Vandaar, dat de Zeeuwen van hun kant alle schepen onder Engelsche vlag aanhouden, aangezien zij deze niet voor neutraal houden en naar hun provincie opbrengen. De lading en de papieren worden dan door de Admiraliteit onderzocht en ingeval van hooger beroep ook door het Hof van Holland. Is er iets niet in orde, zoo wordt de lading prijs verklaard en een vijfde deel ervan aan 't land toegewezen. In 't tegenovergestelde geval geeft men schip en lading weer vrij, zonder echter den eigenaars voor het veroorzaakte oponthoud schadeloos te stellen. Van hun kant gaan nu de Engelschen tot represailles over: eenige Vlissingsche schepen, die de haven van Plymouth aandoen, worden aangehouden; daarop antwoorden de Zeeuwen door zestien rijk beladen Engelsche koopvaarders naar Vlissingen op te brengen.

Elisabeth trekt zich de belangen harer onderdanen aan en zendt gevolmachtigden naar den prins te Middelburg, die een verdrag bewerkstelligen, dat echter van Britsche zijde slecht wordt nagekomen. Met de grootste moeite weet Oranje nog voor het einde des jaars de twist tot beide tevredenheid op te lossen, die noodlottige gevolgen kan hebben, te meer daar de Spanjaarden daaruit voordeel trachten te trekken 1).

De overgave van Zierikzee in ons vorig hoofdstuk vermeld en naar het lijkt zoo fataal voor de zaak der vrijheid, is tenslotte het middel van behoud geworden. Het lijkt er veel op, of in dien tijd de verliezen zelfs bestemd zijn, om de zaak der Zeeuwen ten goede te komen. De val der stad geeft tot een gebeurtenis aanleiding, welke de omstandigheden ten gunste van den Prins en de Staten geheel van gedaante veranderen en dientengevolge nader dient te worden toegelicht.

Reeds in Mei heeft Mondragon den Raad van State (te Brussel) zijn bezorgdheid te kennen gegeven voor muiterij onder de Spaansche troepen, indien hij niet spoedig geld verkrijgt om hun achterstallige soldij van twee en twintig maanden, te voldoen. Op het vooruitzicht van den buit in Zierikzee te wachten, heeft de grijze veldheer zijn troepen in bedwang weten te houden. Maar de plundering der stad, wordt afgekocht en de afkoopsom is zoo maar niet een twee drie bij elkaar te brengen, als de - hier niet geheel onnatuurlijke - gelddorst der teleurgestelde Spanjaarden zich gevleid hebben2).

Vandaar dan ook, dat de Raad van State, niet bij machte geld te verschaffen het liefst ziet, dat het beleg nog maar wat voortduurt. En zoodra dan ook Mondragon met zijn Walen de stad bezet en de rest der troepen op Schouwen legert, eischen de Spanjaarden van Valdez afdeeling betaling. In afwachting daarvan plunderen zij alvast het dorp Nieuwkerk, terwijl zij hun bevelhebbers verdrijven, die eene toevlucht te Brussel zoeken, om bij den Raad van State op betaling aan te dringen.

In beginsel zijn de Walen het met de muiters eens, doch maken met hen geen gemeene zaak. Veeleer jagen zij hen de stad uit, waarbij een twaalftal Spanjaarden het leven inschieten. Dan trekken zij naar Mondragon's woning, die zich echter wijselijk verbergt en onvindbaar blijkt te zijn.

Een ander bericht zegt echter, dat Mondragon zich niet schuil houdt, doch openlijk zijn soldaten tegemoet treedt, "zijn borst ontbloot en zich bereid verklaart de soldij, welke hij niet geven kan en ook niet schuldig is, doch wel de Koning, met zijn bloed te betalen en hun gevelde spiesen en musketkogels niet vreest, zoo het lust hun bevelhebber, die ben altijd goed behandeld heeft, daarop te onthalen."

Die woorden brengen hen tot beschaming, doch de rust keert niet weer. Men biedt twee maanden soldij; zij blijven evenals de Spanjaarden op betaling van al 't achterstallige aandringen. Eindelijk nemen zij voorloopig genoegen met f 100.000, die de burgerij opbrengt. De Spaansche soldaten verlaten Schouwen, dat met zoo'n moeite veroverd is en trekken naar Brabant af; 'n rijk land, waar zij zullen nemen, wat zij wenschen. Zij gaan door het land van Tholen naar Rozendaal, waar zij zich met hun kameraden van Goes vereenigen.

De te Zierikzee achtergebleven Walen gaan hun voorbeeld volgen: zij verlangen van Mondragon binnen vier dagen afbetaling of anders naar eigen inzicht daarin te voorzien. Hij weet hen voorloopig nog in toom te houden; ondertusschen beleeft het uitgezogen Schouwen en de hoofdstad nog een aantal bange dagen, daar natuurlijk iederen vraag tot onderstand aan den geldloozen Raad van State ijdel blijkt. 3)

Van de botsing tusschen den Raad van State en de Spaansche legerhoofden, de moedwil en de roofzucht der muitende en niet muitende soldaten (want in tal van garnizoenen verlaten de Spaanschen hun post om de achterstallige soldij in het rijke Brabant en Vlaanderen te halen, wat tot de beruchte Spaansche furie leidt) maakt Oranje handig gebruik. Van uit Middelburg, waar hij zich bevindt om de gebeurtenissen in Brabant en Vlaanderen van nabij gade te slaan, schrijft hij aan de Staten der verschillende gewesten, aan de Stadhouders, aan de Nederlandsche grooten, om zich tegen deze soldatenterreur, die katholieken en niet-katholieken in leven en goederen bedreigt, te verzetten. Hij herinnert hen aan de algemeene grieven en toont de noodzakelijkheid zich als één man te verzetten. Daartoe biedt hij de hulp van Holland en Zeeland aan, tevens verzekerende, dat hij in de overige gewesten geen verandering in den RK. Godsdienst beoogt, gelijk men hem ten onrechte aanwrijft. Dit punt moeten z.i. de Algemeene Staten uitmaken. Zijn doel is alleen de Nederlanden te beschermen en de geschonden privilegiën te redden 4). Den Koninklijken Stadhouder van Holland spoort hij zelfs aan zich toch met alle krachten tegen de rebelleerende Spanjaarden te keeren tot het welzijn van het geschokte vaderland en tot waarachtigen dienst van Koning Filips 5).

Verschillende leden van den (Brusselschen) Raad van State willen wel met de Hollandsche en Zeeuwsche Staten onderhandelen, doch de Spaanschgezinde leden beletten dit. Dat leidt door Oranje's toedoen tot een staatsgreep. Als hij ziet, dat het de partij in Brabant en Vlaanderen die hij daar heeft gevormd, niet lukt de Zuidelijke gewesten mee te slepen in den Hollandsch-Zeeuwschen opstand, wordt fluks de Raad van State als deze weigert de Staten-Generaal bijeen te roepen, gevangen genomen 6).

De Staten-Generaal komen thans op uitnoodiging van Brabant bijeen.

Om deze onwettige bijeenkomst wat te verzachten, worden Aerschot, Viglius en Sasbout, dus de meeste leden van den Raad van State weer vrijgelaten, om zoodoende dit college te herstellen. 7)

Van nu af aan is het de onderdanige dienaar van de Staten-Generaal, die een leger op den been brengen, terwijl de Spaansche troepen per proclamatie tot vijanden des lands worden verklaard 8). In deze troebelen spelen ook de Zeeuwen een rol van beteekenis. Nu begint de z.g. citadellen-oorlog, m.a.w. het belegeren van de versterkte posities der Spaansche troepen in de onderscheidene steden. Zoo laten de Staten van Vlaanderen het kasteel van Gent belegeren; de Spaansche troepen hebben den omtrek verkeerd en zich niet ontzien geestelijke of wereldlijke goederen te plunderen. Nog onlangs hebben zij de monniken van de rijke abdij van Afflighem mishandeld en in het land van Waes tot onder de muren der stad moord en doodslag bedreven. Geen wonder, dat katholieken en protestanten zich tezaam vereenigen om hieraan paal en perk te stellen; de klokken luiden door 't Vlaamsche land, trommels worden geroerd en burgers vliegen te wapen.

Oranje, steeds nog te Middelburg, schijnt van dit alles nog niet te zijn onderricht, als Jan van Hembyze een invloedrijk schepen van Gent en voorstander der Hervorming hem verzoekt invloed uit te oefenen opdat Vlaanderen en Brabant het Spaansche geweld kunnen keeren. De Vlaamsche stadhouder, de graaf van Roeulx, stelt zich met den prins in verbinding. De laatste stelt zes vendels Zeeuwen en twaalf stukken geschut ter zijner beschikking, terwijl hem Sluis tot onderpand wordt toegezegd. Van zijn kant moet Willem beloven tegen geen andere stad in Vlaanderen te ageeren, terwijl hij nog twintig vendels aanbiedt onder verzekering, dat zij nóch de burgers eenigen overlast mogen aandoen, nóch iets ten nadeele van den R. K. godsdienst mogen ondernemen. Te Vlissingen worden de troepen ingescheept, om te Sluis en te Sas van Gent als bevrijders te worden ingehaald. Maar eerlang verzoeken de Vlaamsche staten hem - daar versterking voor Gent in den vorm van troepen onder aanvoering van Aerschot is aangekomen zijn Zeeuwen te -doen terugkeeren, daar zij te zeer zijn invloed vreezen. Voorts wenschen zij dat 0ranje zoo spoedig mogelijk afgevaardigden zendt om vredesonderhandelingen aan te knoopen op voorwaarde, dat niets tegen 's Konings gezag of den R. K. godsdienst wordt ondernomen.

De prins neemt hier genoegen mee op voorwaarde, dat de onderhandelingen te Gent en niet te Brussel zullen plaats hebben Tevens gelast hij de ontruiming van Gent, doch het is op verzoek van de stad zelf dat zijn troepen er blijven, daar zij telkens door het Spaarsche garnizoen op de citadel verontrust, zich niet veilig acht. 9)

De Algemeene Staten komen dan te Brussel samen; zij vormen een algemeen congres der Nederlanden en haasten zich een leger op de been te brengen, dat tegen dat des Konings bestand is. Het program is: middelen te beramen om tot bevrediging te geraken, Zeeland en Holland terug te brengen tot het Katholiek geloof, gehoorzaamheid aan den Koning en het vertrek der Spaansche troepen te bewerkstelligen. Ondertusschen is ingevolge een schrijven van Oranje onmiddellijk besloten afgevaardigden naar Gent te zenden om met Holland-Zeeland te onderhandelen, altijd op voorwaarde, dat op den R. K. godsdienst geen inbreuk mag gemaakt worden. Achttien October 1576 komen de Heeren te Gent aan. Zeeland is vertegenwoordigd door Pieter de Rijck, Baljuw van Vlissingen. Anthonie van Zickele, Raadsheer van Zeeland en Andries de Jonge, Burgemeester van Middelburg,

De Algemeene Staten hebben zonder schroom den revolutionairen weg ingeslagen; dat begint al op 4 September als zij de aanhouding van den Raad van State gedogen. Die aanhouding staat gelijk met die des Konings; hier wordt dus majesteitsschennis gepleegd. Geen twijfel, of Oranje heeft er de hand in. 10)

Voortaan zijn alle banden tuschen vorst en onderdanen verbroken; plots staat het land op tegen zijn erfvorst. Twee uitkomsten zijn er slechts: oorlog of bevrediging. De beleediging hier den Koning aangedaan, maakt al de gewesten medeplichtig aan den Holl.-Zeeuwschen opstand. Tot wien anders kan men zich nu wenden als tot den man, die reeds jaren lang het verzet in de Noordergewesten leidt? Allen, die den door Oranje verwekten staatsgreep bijvallen, zijn nu wel verplicht diens hulp in te roepen. Zoo wordt hij rechter in het geschil, dat hij bewerkt heeft en met een bewonderenswaardige schranderheid heeft hij al de uitslagen zijner onderneming voorzien en de uitslagen loopen naar zijn wensch.

(Wordt vervolgd).

1) Dr. E. B. Swalue: daden der Zeeuwen, bl. 99; Bor: Hist. Ned. Oorl. D I. B. IX blz. 667, 691.

2) Van Vloten: Nederl. opstand tegen Spanje: II-bl. 58.

3) ibid: II-59.

4) Corr. Guill. le Taciturne, T III, p. 106-113.

5) Archives, T V, p. 305-400.

6) ibid: T, V, p. 405-406.

7) Bor: Hist. Ned. Oorl. D. II, B. XIX, bl. 477,

8) Strada: de Bello Belg. Lib. VIII, p. 497.

9) Archives: T. V. p. 421-463.

10) M. Ritter: Wilhelm von Oraniën und die Genter Pacification, Deutsche Zeitschrift fur Geschichtswissenschaft, T. III, bl. 28, e. v. Pirenne: Gesch. v. België: Dl. IV, bl. 74. Metsius: Mémoire, p. 750.

DE SCHELDEZENDER

Hallo, hallo..........

Hier is het draadloos uitzendstation de Schelde-Zender!

Vindt u het interessant, te hooren:

- dat de bazar ten behoeve van de gerestaureerde Groote Kerk te Goes netto f 1100,- heeft opgebracht,

- dat in Baarland de vorige week wederom een lijk is aangespoeld. Vermoedelijk een van de opvarenden van het onlangs gezonken schip "Estella".

- dat de kabel voor de electrische verlichting van Oud-Vossemeer, St. Annaland, Stavenisse en Poortvliet thans door de Eendracht gelegd is. De dorpen zullen vermoedelijk 1 Dec. a.s. licht hebben. De P.Z.E.M. levert den stroom, die betrokken wordt van de P. N. E. M. uit Geertruidenberg.

- dat in Tholen twee gevallen van typhus geconstateerd zijn.

- dat de nieuwe verkeersweg bij Rilland Bath de vorige week niet, zooals verwacht werd, geopend kon worden wegens het slechte weer. Als deze omroep gehoord wordt is de opening intusschen wellicht geschiedt. De gevaarlijke onbewaakte overweg zal daarmede hebben afgedaan.

- dat de Middelburgsche ijsclub nog geen geld genoeg heeft om in het komend seizoen een eigen terrein te exploiteeren. IJs en weder dienende zal er dus weer op de Noordvest gereden worden.

- dat de Middelburgsche ijzergieterij eenige dagen werd stilgelegd wegens gebrek aan werk.

- dat Ged. Staten thans de opheffing van het burger arm- en weeshuis te Aardenburg goedgekeurd hebben. De bezittingen der instellingen, ten bedrage van f 800,000.-, zullen overgaan aan verschillende plaatselijke armbesturen. Is het Aardenburgsche voorbeeld niets iets voor de vele andere gemeenten met rijke weeshuizen e. d.?

- dat in September 2.462.351 oesters uit Zeeland verzonden zijn. In Sept. 1928 verhuisden er 2.100.813. Blijkbaar neemt het aantal oester-smullers dus toe, hoewel de oesterprijzen nog allesbehalve aan den lagen kant zijn.

- dat de aandeelhoudsters van de Zeeuwsch-Vlaamsche waterleiding mij. 25 October zullen vergaderen voor het benoemen van commissarissen in de door beschikbaarstelling der zetels opengekomen vacatures. Hopenlijk komt er nu eindelijk eens wat schot in het waterzaakje aan den overkant.

- dat in den afgeloopen zomer in Vlissingen 55.326 zeebaden werden genomen, of te wel 3.202 meer dan in 1928. Fanatelingen, die dit getal nog hooger willen opvoeren, deelen we mede, dat het zeebad thans al gesloten is.

- dat het nieuwe postkantoor in Kapelle, tusschen Kapelle en Biezelinge staande, in gebruik genomen is.

- dat de Koning van België tot ridder in de kroonorde van België heeft benoemd mr. P. Dieleman. lid van Ged. Staten van Zeeland.

- dat een hartstochtelijk jager, in Tholen woonachtig, twee duiven uit de lucht schoot, onder het oog van den eigenaar. Het koppel kostte hem 2 rijksdaalders.

- dat men in Middelburg met Indië kan telefoneeren. Een gesprek van 3 minuten kost om en de nabij f 30.-.

- dat het bestuur van de veilingsvereeniging E. M. M. te Krabbendijke nog dit seizoen, wil komen tot een regelmatige uienveiling. Teneinde dit te bereiken, deed het den leden een circulaire toekomen.

- dat de Zeeuwsche suikerbieten dit jaar zulk een goed gewicht hebben.

- dat de winterdienst der Ned. Spoorwegen in Zeeland nagenoeg geen verandering in den loop der treinen bracht.

- dat de ammoniakfabriek nabij Sluiskil een eigen electrische centrale laat bouwen. De centrale van de P. Z. E. M. te Westdorpe gelegen, kan n.l. de benoodigde stroom niet leveren, daar haar capaciteit te gering is.

- dat de Vlissingsche politie verbaal opmaakte tegen twee veedrijvers, die trachtten een onwillige koe tot opstaan te bewegen door op haar staart te gaan staan.

- dat in dezelfde stad eenige deurenkrassers aan het werk zijn geweest. Menige huisdeur in de Scheldestad vraagt om een nieuw verfje.

- dat in Ierseke pogingen worden aangewend om te komen tot de verplichte winkelsluiting te 8 uur n.m. De bedienden van de Ierseksche Bijenkorf en van de vele andere handels-paleizen ter plaatse moesten zich immers eens overwerken!

- dat de gemeenteraad van Wolfaartsdijk besloten heeft op Zondag de klok van den toren van de Ned. Herv. Kerk niet meer te laten luiden met het oog op de Zondagsrust. Men zal dus niet meer de kans loopen op Zondagen door klokgelui wakker te worden gemaakt.

- dat de politie proces-verbaal heeft opgemaakt tegen twee schippers, die te Sas van Gent en Terneuzen goederen hebben verkocht, die zij uit de Schelde hadden opgevischt. De voorwerpen bleken afkomstig van de bij Walzoorden gezonken Belgische Estella.

- dat bij Waarde een Belgische zeiljacht, bemand met twee personen, tegen den zeedijk strandde. Geen persoonlijke ongelukken.

- dat verschillende Arendskerksche varkens vlekziekte hebben.

- dat te Middelburg op 61-jarigen leeftijd overleed oud-kolonel der artillerie F. H. Umbgrove, oud-commandant van het korps pontonniers, die voorzitter was van de gewestelijke landstormcommissie Zeeland.

Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag..........

Adieu ..........

 

 

Ditmaal viel de prijs ten deel aan:

Mevr. E. STOOT, Dommelstraat 20,

Eindboven.

SPORTIMPRESSIES

'n Allround Sportman.

Onder de foto's in het jongste nummer van "Ons Zeeland" troffen we er een aan, die onze bijzondere belangstelling trok. We bedoelen de vereeuwiging van het afscheid van den heer C. Sinke, den technischen leider der onlangs opgerichte Vlissingsche Athletiek-vereeniging "Marathon". En omdat dit afscheid betreft een sportfiguur, zooals we er maar weinigen aantreffen, achten we het nuttig en wenschelijk, hierbij nog even stil te staan, temeer, waar het Zeeuwsche sportleven in het algemeen, en de vereeniging "Marathon" in het bijzonder, een gevoelig verlies lijdt in het heengaan van den heer Sinke. Ware het niet, dat de groote mate van bescheidenheid, die den persoon Sinke eigen is, ons borg staat, dat nòch vleiende, nòch afbrekende critiek hem deert, we zouden onze biografische beschouwingen zeker in de pen hebben gehouden. We doen dit thans niet, waar we hopen en vertrouwen tevens, dat de woorden, die we aan den heer Sinke gaan wijden, eene aansporing mogen zijn voor sportleiders en sportleiders-in-spé, eenzelfde niveau op sport-technisch gebied te bereiken als hij, die onze Zeeuwsche sport zooveel diensten bewees.

De heer Sinke is geboortig van Serooskerke (Walcheren), waar hij op 15 Mei 1901 het levenslicht aanschouwde. Op twintigjarigen leeftijd nam hij, als vrijwilliger, dienst bij het 4e Eskadron Huzaren in Den Haag en ging een jaar daarna over naar het Wapen der Kon. Marechaussee, standplaats Apeldoorn. Gedurende die jaren heeft hij zich speciaal toegelegd op paardrijden, met gevolg, dat hij als prima-ruiter geboekt staat. In 1925 volgde zijne verplaatsing naar Vlissingen. Hij voelde zich ten zeerste aangetrokken tot de athletiek en stelde zich, op 24-jarigen leeftijd, onder de bekwame leiding van den heer D. Lap, toenmalig leider der sport bij de Marine. De heer Sinke bleek uit het goede hout gesneden; zijn lenige figuur, en de eigenschap, om goed-gedoceerde lessen in zich op te nemen en zich te nutte te maken, hielpen hem bij zijn streven om met hart en ziel zich toe te leggen op de athletiek. Zoo haalde hij reeds in het eerste jaar zijner sport-opleiding, het kranige stukje uit, het vaardigheidsdiploma van het Nederlandsch Olympisch Comité te verwerven. Aan dit diploma was verbonden eene bronzen medaille, alsmede eene gratificatie ad 100 gulden. Nadien voldeed de heer Sinke nog driemaal aan de gestelde eischen, zoodat het volgend jaar - waarin hij voor de vijfde maal de vaardigheidsproeven met succes hoopt af te leggen hem de gouden medaille hiervoor zal worden uitgereikt.

In 1926 nam de heer Sinke voor het eerst deel aan een athletiekwedstrijd, n.l. een, georganiseerd door de Middelburgsche Athletiekvereeniging "E. M. M.", in zijne kwaliteit van lid der Athletiekvereeniging "Zeemacht" te Vlissingen. In hetzelfde jaar boekte hij nog successen in athletiekwedstrijden in Goes, Amersfoort, Vlissingen en 't Zand.

In 1927 volgde eene detacheering te Apeldoorn, tot het volgen van een sportcursus. Onze Zeeuwsche sportman werd hier lid der Sportvereeniging der Kon. Marechaussee en ontpopte zich als een prominent athletieker. In Den Haag won bij het kampioenschap op de 400 M. voor politiesportvereenigingen. In Utrecht en Amersfoort kwam hij voorts met succes in verschillende nummers uit.

Zelfs legde hij in laatstgenoemde plaats beslag op het politiekampioenschap van Nederland in den 3 1/2 K.M.-veldloop. In de te Nijmegen gehouden voorwedstrijden om het kampioenschap verspringen met polstok werd hij als no. vier geklasseerd en vervolgens nam hij te 's-Gravenhage deel aan den welbekenden estafette-loop dwars door den Haag.

Reeds in October 1927 werd hij benoemd tot gymnastiekonderwijzer in het Depot Apeldoorn, vanwaar hij in Maart 1928 te Vlissingen terugkeerde. Aanstonds gaf hij zich op als lid der Athletiekvereeniging E. M. M., voor welke vereeniging hij in diverse wedstrijden uitkwam. Echter werd hij in Mei 1928 opnieuw gedetacheerd te Apeldoorn voor het volgen van een cursus in Japansch worstelen. Na vijf maanden afwezigheid zette hij opnieuw voet op Zeeuwschen bodem en werd hij, wegens tijdelijke afwezigheid van den heer Van de Plasse, benoemd tot technisch leider van E. M. M., welke functie hij, in Maart van dit jaar, weer overdroeg aan genoemden heer, omdat eene detacheering aan de Militaire Gymnastiekschool te Breda een einde maakte aan zijn lidmaatschap van E. M. M.

Tijdens de detacheering te Breda nam de heer Sinke nog aan verschillende wedstrijden deel, o. a. aan den modernen vijfkamp voor onderofficieren te Amersfoort. Hij kwam toen uit voor de Sportvereeniging der Kon. Marechaussee.

Dezen zomer keerde de heer Sinke voor den derden keer terug in Zeeland. Er broeiden toen reeds plannen voor oprichting der Vlissingsche Athletiekvereeniging "Marathon" en de verwezenlijking dezer plannen is voor een zeer groot deel te danken aan de bereidwilligheid, waarmede de heer Sinke de hem aangeboden functie van technisch leider aanvaardde. Het pleit wel sterk voor het goede hart, dat de heer Sinke de sport toedraagt, dat hij deze moeilijke functie in eene vereeniging, die haar levensvatbaarheid nog had te bewijzen, op zich wilde en durfde nemen.

Hoe het "Marathon" onder de eminente leiding van den heer Sinke vergaan is, heeft de practijk reeds ondubbelzinnig aangetoond. De Vlissingsche Boulevardloop is een volslagen organisatorisch en technisch succes geworden voor "Marathon", die hiermede haar naam naar buiten voor goed wist te vestigen. En voorts ligt het Marathon-succes in den recenten Middelburgschen estafetteloop nog te versch in elks geheugen dan dat we hierover nog zouden uitwijden.

"Marathon" geniet thans de zegeningen van het goede leiderschap, want het ledental is de vijftig reeds overschreden en pogingen worden in het werk gesteld om ook eene adspiranten, alsmede eene dames-afdeeling op te richten. Reeds gaf zich een viertal sportief-aangelegde dames op.

We hebben zeker niet te veel gezegd, den heer Sinke een all-round sportman te noemen. Als leider, actief sporter en bestuurslid van verschillende corporaties, o. a. van den Zeeuwschen Athletiekbond; als kampioen van dezen Bond op de nummers "400 meter hardloopen" en ',polsstok-vèrspringen"; als kracht van beteekenis op den langen zoowel als op den korten afstand; als ruiter en zwemmer en als paedagoog mogen we den heer Sinke de verpersoonlijking vinden van alle technische en moreele eigenschappen, die iemand tot een allround sportman stempelen.

En thans is, voorloopig voor een jaar, deze leider-in-woord-en-daad weer uit onze provincie vertrokken. De rijschool te Amersfoort, waar hij zich op sportief terrein verder gaat bekwamen, vordert hem op. Voor "Marathon" is dit heengaan een gevoelig verlies, maar de wetenschap, dat de heer Sinke goede en gezonde grondslagen achterlaat zal voor deze energieke vereeniging, die in den heer Van Eck een bekwaam en tactvol opvolger als technisch leider heeft gevonden, eene aansporing zijn, het achtergelaten terrein verder te cultiveeren.

Eenvoudig en bescheiden troont Sinke op de foto, te midden zijner discipelen, die wellicht door het gebruik der "Ovomaltine", die als symbool van levenskracht op de gevoelige plaat werd vastgelegd, blaken van gezondheid en sportlust. De

afscheidsavond is een avond geworden van uitwisseling van vele dank-woorden en van erkentelijkheid voor hetgeen Sinke voor "Marathon" deed en was.

Wij zijn trotsch op hetgeen deze ronde Zeeuw voor den opbouw en de bevordering der Zeeuwsche sport deed en wij meenen in die erkentelijkheid te moeten deelen door vastlegging van deze biografie in de analen van "Ons Zeeland".

Zeeuwsch Voetbal.

Het gaat met ons Zeeuwsche Voetbal nog niet naar wensch. Slechts "Zeelandia" doet - wat we zouden willen noemen - haar plicht, maar de verrichtingen van "Middelburg" en "Vlissingen" stellen danig teleur. Wij hopen, dat spoedig eene kentering ten goede zal intreden, want het Zeeuwsche voetbal heeft een te goeden naam dan dat deze moeizaam-verworven reputatie in één seizoen tijds mag worden geschaad. Zondag a.s. staat onzen Zeeuwschen N. V. B.-clubs weer een belangrijk programma te wachten. Het luidt als volgt:

2e klasse A.

Te Middelburg: Middelburg-Vlissingen.

Te Breda: Breda-Zeelandia.

3e klasse A.

Te Vlissingen: Vlissingen II-Hulst.

Te Middelburg: Zeelandia II-Zierikzee.

Te Zierikzee: S.I.N.O.T.O.-Terneuzen (om 12 u).

Te Middelburg: Walcheren-Middelburg II,

De vereeniging "Goes", die in klasse 3 B uitkomt, geniet ditmaal competitierust.

LUCTOR ET EMERGO.

HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND

2 Oct. - Met bakken giet de regen uit de lucht. Heb minstens één uur meewarig uit mijn vensterraam naar de verwoesting gekeken, die Pluvius in mijn tuintje aanrichtte. Met ons rozenperk is 't heelemaal treurig gesteld. Wanneer er niet reeds zooveel water viel, zou ik in schreien uitbarsten. Rozen hebben we den geheelen zomer niet gehad en nu spoelt ons perk ook nog weg. Tusschen twee buitjes nog een kleine wandeling kunnen doen; had beter thuis kunnen blijven! Liep griffier Dorias tegen 't lijf, die den geheelen weg langs me liep te vervelen met een opgewonden vertelling over de nieuwe bankbiljetten van duizend, die Minister de Geer gaat uitgeven. Zoo'n man moest toch immers weten, dat onbekend onbemind maakt. Ik heb de oude nog nooit gezien, hoe moet ik dan interesse voor de nieuwe hebben!

3 Oct. - We zijn een dag verder, maar de regen is nog even dichtbij. Verveelde me danig; het is zoo eentonig om met een melkkoker een wandelende lekkage na te loopen. Na het middagmaal met ontzetting gelezen van het drama:te Kansas City. Mevrouw Bennett speelde bridge met haar man en noemde hem een snertspeler. Mijnheer Bennett sloeg daarom, hoewel schoppen troef was, haar op 't gezicht, waarop mevrouw Bennett een revolver haalde en haar echtgenoot pardoes doodschoot. Mijn meelij gaat uit naar den armen kerel, hoewel hij niet van alle schuld is vrij te pleiten. Ook ik speel wel eens kaart met Liesbeth; ook ik, krijg wel eens den titel van snertspeler maar tot doodschieten komt het niet, omdat ik Liesbeth nooit zoo ruw bejegen en wij geen revolver in huis hebben.

4 Oct. - 't Regent hooivorken. Wybo zegt: "ouwe wijven". Hoe komt zoo'n jongen aan al die leelijke uitdrukkingen. Dit is nu reeds de derde dag dat het giet. Eergister had Breeduitstra, gezegd dat het nooit twee dagen achter elkaar regent. U begrijpt dat ik hem vandaag daarover interpelleerde. Maar wat zei de flauwe vent: "Er komt toch, altijd een nacht tusschen!" En om zulke dingen wordt nu in de soos gelachen. Men begrijpt dat ik niet mee deed. Vanavond was er vergadering van de Oranjevereeniging ter voorbereiding der feestviering ter eere van den vijftigsten verjaardag onzer Koningin. Enkele menschen vonden het veel te vroeg om er nu al mee aan te vangen. Die menschen weten niet wat wij, bestuursleden, weten. Gewoonlijk ontstaat er in 't begin zooveel ruzie, dat er minstens negen maanden overheen gaan voor men elkaar weer verstaat. Daar moet rekening mee gehouden worden. 0, zoo

5 Oct. - Amerika is een gek land, zei de postdirecteur vanmiddag tegen me. Daar is alles van waar. Ze hebben er 'n gruwelijken hekel aan sterken drank en de douane-beambten doen niet liever dan schepen met Schiedammer aanhouden. Hier bij ons zetten ze de menschen in ie gevangenis, omdat men de maatschappij een tijdje van un lastige aanwezigheid wil ontslaan, maar 'n losloopende boef in Amerika is tienmaal ongevaarlijker dan een in het bagno. Niet zoodra heeft men daar een stel toffe jongens onder de paraplu gezet of een complete legermacht met tanks, gasbommen, grof geschut en vliegmachines is dringend noodig om de gasten in bedwang te houden.

6 Oct. - Dat noem ik wanboffen! Anders ga ik op Zondag nooit voor vieren naar de soos en nu ik heden om drie uur en gegaan, zegt Liesbeth, dat er om half vier een neef met en luxe auto kwam opdagen. die mij op een ritje door Beveland en Walcheren wilde onthalen, omdat hij den weg niet goed kende. Ik ben net zoo'n ongeluksvogel! Tien jaar geleden ook. Ik had toen wegens 'n zware verkoudheid 'n paar saaie weken achter den rug en juist dat ik weer eens hartelijk lachen moest omdat mijn schoonmoeder van de trap viel, juist toen had ik een gespleten lip.

7 Oct. - Vanmiddag naar Grijpskerke geweest om de rijks- en gemeente-ontvangersmeeting voor te bereiden. Was getuige van 'n noodlanding door 'n militair vliegtuig. De bestuurder bezwoor mij niet de pers er van in kennis te stellen. Die maakt maar grapjes op de vallende ziekte, die epidemisch te Soesterberg onder de aviateurs woedt. In ruil daarvoor vele anecdotes, Koolhoven stapte destijds nooit in zijn machine voordat hij 'n ouderwetsche zuurbal in z'n mond gestoken had en Fokker, de groote Fokker steeg gewoonweg nimmer op wanneer de motor in zijn vliegtuig ontbrak. Toestemming gevraagd en gekregen om dit in mijn journaal te vermelden.

8 Oct. - Dag van huiselijke genoegens. Was vannacht door een mug gestoken,; net bij mijn oog. Flinke opzwelling. Vertoon me dan niet gaarne onder mijn vrienden. Ik breng Liesbeth niet graag in een verkeerd daglicht. Ze zeggen toch al zoo graag iets van haar. Een zwakke vrouw moet het altijd ontgelden. Dan ben ik anders!

VEREENIGINGSNIEUWS

Op de jaarlijksche algemeene vergadering en vervolgvergadering van de Zeeuwsche Vereeniging "Ons Zeeland" voor Utrecht en Omstreken, te Utrecht, heeft bestuursverkiezing plaats gehad, waarna het Bestuur als volgt is samengesteld W. H. Augustijn, voorzitter; J. F. v. Schaverbeeke, vice voorzitter; A. Reijnhout, secretaris, Rijnlaan 155; L. van Baalen, penningmeester, Dollardstraat 6bis; Mevr. S. J. Jongejan-Wilson, A. v. d. Linde en J. Poll, commissarissen.

Bovendien zal onze eerste bijeenkomst gehouden worden op Donderdag 17 October 1929 in Hotel l'Europe, waarbij naast een éénacter door de leden, ook een humorist zal optreden, terwijl het verdere van den avond door muziek zal worden

aangevuld.

Als propaganda mag ieder lid één persoon extra meebrengen (liefst Zeeuw).