Vorige nummer | Volgende nummer | Overzicht | Online zoeken |
DE ZEEUWSCHE WEEK
De Tweede Kamer over de toekomst van Vlissingen; het achterland moet naar Vlissingen gebracht worden; het kanalen-plan in Zeeuwsch~Vlaanderen; een verzuim, dat den dood ten gevolge had.
Tegen het einde van ieder jaar houdt de Tweede Kamer zich onledig met de begrooting. De verschillende posten worden na een onderzoek en, naar aanleiding daarvan, dikwijls aan critiek onderworpen. De Tweede Kamer-leden gedragen zich kortom als verstandige huisvaders, die voor een aantal uitgaven staan en zich daarbij afvragen wat er eventueel gemist zou kunnen worden.
In de afdeelingen der Kamer is dit jaar o.m. de aandacht gevestigd op het wetsontwerp tot verbetering van de haven van Vlissingen. Verschillende leden waren de meening toegedaan, dat te Vlissingen zich geen zeevaart of zeehandel van eenige beteekenis kan ontwikkelen, en dies verklaarden zij zich tegen verdere uitgaven ten behoeve van de Vlissingsche haven. Als oorzake van de mislukking van Vlissingen als haven noemden zij het gebrek aan achterland en aan goedkoope verbindingen te land en te water. Verschillende andere leden waren een geheel ander idee toegedaan. Zij geloofden aan de toekomst van Vlissingen en zij juichten de indiening van het wetsontwerp toe.
Tot zoover de Kamerleden. Hoe wij er over denken, is bekend uit het aantal artikelen, dat we eenige jaren geleden over Vlissingen in dit weekblad schreven. Men herinnert zich wellicht, dat we toen ook over het achterland van onze Scheldestad gesproken hebben. Ons achterland is België, doch het ligt thans nog te ver weg. Zal Vlissingen ooit de toekomst willen bereiken, die sommigen in hun droomen reeds zien, dan zal de regeering het achterland dichter naar Vlissingen moeten brengen. Natuurlijk niet door annexatie of zoo iets, doch door snelle en goede verbindingen, voornamelijk met Antwerpen.
De spoorwegverbinding tusschen Vlissingen en Antwerpen kan heel wat korter worden gemaakt, dan zij thans is, n.l. door Roozendaal te verwaarloozen, en door meer en snellere treinen in te lasschen. Een andere verbinding met het achterland kan in de toekomst met behulp van vliegtuigen tot stand worden gebracht. Zoolang de regeering evenwel in gebreke blijft om in de verbindingen met het achterland te voorzien, zoolang slechts aandacht wordt geschonken aan de havenwerken...... zoolang moeten we de Kamerleden, die over een gebrek aan achterland spreken, gelijk geven. Doet iets goed of doet het niet. Dit geldt ook voor Vlissingen als havenstad.
x
Ook in het voorloopig verslag der Tweede Kamer op de waterstaat begrooting van 1930 komt de naam van onze provincie voor. Voornamelijk is ter sprake gebracht het bekende Kanalenplan voor Zeeuwsch-Vlaanderen. In het verslag betreuren verschillende leden het, dat wederom niets van dit plan blijkt en dat de aanleg van een kanaal tusschen Axel en Hulst alweer vergeten lijkt. Voor de ontwikkeling van handel en industrie is de aanleg van dit kanaal noodzakelijk. De geografische ligging van Z.-Vlaanderen eischt een waterweg, die het centrum van Oostelijk Z.-Vlaanderen verbindt met de vaarwegen van het overig deel van Nederland. Men vroeg hoever de voorbereiding van deze plannen is gevorderd en of de minister bereid zou zijn te bevorderen, dat alsnog fondsen ten behoeve daarvan werden beschikbaar gesteld.
Andere leden merkten op, dat een kanaal, als hierboven wordt aanbevolen, geheel evenwijdig aan den bestaanden spoorweg zou loopen en in het bijzonder de positie van de Z.-Vlaamsche tramwegmaatschappij zou bemoeilijken. Deze leden zouden de voorkeur geven aan uitbreiding van het bestaande tramnet, aangezien de tram toch het belangrijkste verkeersmiddel in Z.-Vlaanderen vormt.
We hopen, dat de minister zich spoedig over de plannen zal uitlaten. Reeds al te lang wacht Zeeuwsch-Vlaanderen op een beslissing, die voor de ontwikkeling der streek van groot belang is.
x
Enkele nieuwsorganen hebben artikelen gewijd aan het motorongeluk op den Nieuwen Vlissingschen weg, dat eenigen tijd geleden een veldwachter het leven koste. De politieman reed op zijn motorrijwiel, kwam in een kuil terecht, viel, kreeg een hersenschuddingen overleed in het ziekenhuis.
De critiseerende bladen hebben zich scherp uitgelaten over de oorzaak van het ongeval, n.l. over het gat in den weg. Zij betreurden het dat zich in den weg een kuil kon bevinden (iets dat zich ergens bevindt, is er geruimen tijd) en dat de verantwoordelijke autoriteiten vrij uit zullen gaan. Met de critiek op den toestand van den weg kunnen we ons geheel vereenigèn. Als een weg, hetzij een rijks-, provinciale- of gemeenteweg, zoo slecht is, dat een bezadigd motorrijder er den dood kan vinden, dan zijn geen woorden te scherp om de autoriteiten, die tot taak hebben dien weg in goeden, althans niet-gevaarlijken toestand te houden, op hun plichtsverzuim te wijzen. Het is wel zeer teekenend voor onze gemeenschap, dat het individu voor een verzuim, dat den dood tengevolge heeft, ernstig gestraft wordt en dat de overheid, zoo haar verzuim een slachtoffer oplevert, onaantastbaar blijft.
Wettelijk althans, maar moreel geenszins!
VAN EIGEN BODEM
UIT ZEELAND'S VERLEDEN.
door
D. A. DE STOPPELAAR.
Aard der Bevrediging.
XVI.
Keeren wij nu terug tot Zierikzee om te zien, hoe de zaken er thans staan. Mondragon, van allan toevoer afgesneden door den graaf van Hohenlohe, die op Sint-Annaland gelegerd is, heeft 3 November de stad met zijn onwillige soldaten verlaten. Langs Antwerpen trekt hij naar Rupelmonde, welks kasteel hij vruchteloos poogt te verrassen. Dan neemt hij de vlucht, terwijl zijn soldaten in Staatschen dienst overgaan.
Zoodra de stad verlaten is, zendt Oranje Hohenlohe er op af om haar te bezetten. Maar de burgers, die eene belegering, den moedwil der bezetting en al de oorlogsrampen hebben moeten verduren, weigeren hem in te laten. Evenwel gaan zij hiertoe over, als de prins dreigt hun stad, bij eventueele weigering, te laten plunderen. Nu wordt in handen des graven door regeering en burgerij den eed van trouw afgelegd aan den prins en de Staten-Generaal, aan wier zijde Zierikzee is gebleven. 1) Den volgenden dag heeft ook de bezetting plaats van de verlaten schansen op Schouwen, de stad Brouwershaven en Bommenede.2)
Als op 3 November Don Juan de Nederlanden bereikt, maken de onderhandelaars der Pacificatie haast om voor zijn aankomst het verdrag gesloten te hebben. Dit gelukt ten slotte en daardoor staat hij voor de keus òf naar de wapens te grijpen, òf 't Gentsch verdrag te bekrachtigen. Daar hij echter van den Koning last heeft èn oorlog te voorkomen èn ketterij te weren, bevindt hij zich in een uiterst lastige situatie, verergerd, naarmate de troepen der Staten de vijandelijkheden tegen de Spaansche soldaten voortzetten.
Holland, Zeeland en Willem van Oranje manen de Staten-Generaal aan voorzichtig te zijn met de aanbiedingen van den Landvoogd. "De heilige vergadering gelieve te bedenken, dat alles wat gij nu onderhandelt, niet eene bizondere zaak van uzelf is, doch dat een oneindig tal van edelen, goede burgers en volk U hebben gekozen en hun leven in Uwe handen hebben gesteld in het vertrouwen, dat gij in volle rechtschapenheid de vrijheid van uw vaderland zult handhaven en dat gij als bewaarders en beschermers van hetzelve, ze zult beveiligen tegen al de meer dan barbaarsche verdrukking en tirannie, die zij tot hier toe verduurd en geleden hebben." 3)
Met welke gedachten kwam Don Juan hier in 't land? Voor zijn afreis uit Spanje stelt hij den Koning zijn voorwaarden. Zich af te beulen, zooals Requesens het deed in een oorlog tegen Holland en Zeeland, wat een roemloozen krijg tegen burgers en kooplieden beteekent, dát wil de held van Lepanto niet. Zijn verlangens rijken verder, zij gaan naar een kroon: hij wenscht de wapens tegen Engeland te keeren en Elisabeth die in het geheim den Holl.-Zeeuwschen opstand steunt, te onttroonen, om dan met Maria Stuart te trouwen.
Wat Don Juan ten zeerste ontstemt, is dat de Spaansche troepen nog steeds door de Staatschen worden bestookt. Op aandringen der Staten van Zeeland ontvangt hij 't steriotiepe antwoord: "geen overleg vóór 't vertrek der vreemdelingen."
En terwijl hij met ingehouden woede de onderhandelingen voortzet, kan hij des te minder de soldaten huistoe zenden, daar hij hen weldra noodig denkt te hebben voor agressieve doeleinden. Vandaar dat hij met hun hoplieden in briefwisseling treedt.
Echter worden zijn brieven onderschept. Nu kent de Raad van State geen zelfbeheersching meer, zoo groot is diens verontwaardiging. "Wij zijn geen kinderen of onnoozelen, die zich door buffels laten leiden, hoewel de Spanjaarden zulks denken; Uwe Hoogheid tracht ons in slaap te wiegen en verwacht geld om diegenen te versterken, die overal gemoord en gebrand hebben, met verkrachting van alle recht en billijkheid, wat naar zij gelooven, God niet langer zal toestaan." 4)
Nochthans worden de onderhandelingen voortgezet, te meer daar de Koning er in toestemt, dat Don Juan de Spaansche troepen tegen Engeland gebruikt. De laatste is nu geneigd de pacificatie aan te nemen, vooral daar de bisschoppen en godgeleerden der Leuvensche universiteit verklaren, dat hij haar in volle gewetensvrede mag goedkeuren . 5)
De Staten-Generaal hellen thans meer tot vrede over; Holland-Zeeland willen echter geen vergelijk met Filips, zelfs niet indien hij de pacificatie bevestigt. Als Oranje, de Hertog van Anjou, broeder des franschen Konings, verzoekt de verdediging der provinciën op zich te nemen, wimpelen de Staten Generaal zulks af, verklarende zich te willen blijven beschouwen als vazallen van Koning Filips.
Ondertusschen werken Willem's agenten voort; hij zelf is niet afkeerig van een afschudding van Filip's opperleenheerschappij. Dàt verschrikt echter Katholieken en Koningsgezinden; in de Staten-Generaal ontstaan zoodoende twee partijen: eene, die vóór alles de uitsluitende beoefening van den R.K. Godsdienst wenscht en verzoening met den Koning nastreeft; eene andere, die de godsdienstquaestie aan de staatkundige ondergeschikt maakt en Oranje aanhangt.
Thans beginnen onder deze beide stroomingen de Staten-Generaal te weifelen. Om nu de eendracht te herstellen, moeten de Katholieken gerustgesteld en de positie van Oranje worden verzwakt. Op 9 Januari is dat gebeurd en wel door het sluiten van de Unie van Brussel. Deze heeft een drievoudig doel: bevestiging der Gentsche Bevrediging; verdrijvings der Spaansche troepen, handhaving van den R. K. Godsdienst. Deze unie beroept zich op de pacificatie, doch vat haar in uitsluitend Katholieke geest op. 6) Zoo sterk verzet zij zich tegen de vreemde overheersching, dat Holland en Zeeland niet aarzelen haar te onderschrijven. Doch geenszins willen zij afwijken van de termen der pacificatie inzake den godsdienst.
Bij 't Eeuwig Edict van Marche erkent Don Juan tenslotte de Gentsche bevrediging. Van die bevrediging kan met recht gezegd worden, dat zij niemand voldeed:
Metten monde groot Calvinist,
Metten herte goed Papist.
Metten voeten in all's content,
Dus treedt elk in den pays van Gent 7)
Zoodanig luidt een volksrijmpje uit dien tijd en dit geeft juist de stemming weer, waarin de meeste Zuid-Nederlandsche deelnemers verkeeren. Zonder zich namelijk met den mond juist "groote Calvinisten" ijverige Hervormers, gelijk de Hollanders en Zeeuwen te noemen, hun verknochte aanhankelijkheid aan de in hun eenig ware moederkerk, verloren zij in den heiligen onspaanschen ijver van het oogenblik, het groote verschil uit het oog, dat hen en de Hervormden uit het Noorden onder hun aanvoerder Oranje, voor alle blijvende en vruchtbare samenwerking gansch onbruikbaar zal maken.
Ook de Unie van Brussel bevestigt plechtig, dat de Spaansche troepen het land moeten verlaten. Maar op welke wijze? Holland-Zeeland, op de hoogte van Don Juan's oogmerken, weigeren met hardnekkigheid ze over hun grondgebied te laten gaan, uit vrees voor overrompeling. Om den Landvoogd van den a.s. komst der Staten te Namen te onderrichten en hem tevens hun gevoelen over den aftocht der Spaanschen in te lichten, wordt Willeval tot hem gezonden. Om achtduizend man naar Spanje over te brengen, daarvoor zijn wel veertig bodems noodig elk van honderdvijftig last. Deze kunnen pas over drie maanden gereed zijn, waardoor al die vreemde soldaten zoolang nog in het land zullen blijven. De aanmerkelijke kosten voor uitrusting en onderhoud daartoe vereischt, komen ten laste van de Algemeene Staten, doch deze waren daarvoor niet te vinden. Bovendien zal de vloot eenmaal in Spaansche handen, voor ons verloren zijn. Indien Don Juan op den tocht over zee blijft aandringen en niet te bewegen is de Spanjaarden over land weg te zenden, moest Willeval hem voorstellen "het voetvolk in te schepen, waartoe de Staten hem de benoodigde schepen zullen verschaffen, benevens eenige oorlogsbodems om deze naar Spanje te geleiden en van daar terug te brengen, mits de ruiterij dan over land vertrekt. Wat de verlangde verrekening en betaling der achterstallige soldij betreft, deze moeten de Spanjaarden van den Koning verzoeken, welke hen in dienst en hier naar toe had gezonden. Door rooven en plunderen, zoo zeggen de Staten hebben zij twintigmaal meer zich toegeëigend als hun loon bedraagt.
Maar Holland en Zeeland staan pal: over hun grondgebied zullen zij niet trekken. De geheime correspondentie van Don Juan, welke zij onderschept hebben en die Hugo Bontey, pensionaris van Middelburg Oranje ter hand stelt, doet hen de plannen des Landvoogds van nabij kennen. Dan blijft van Don Juan's plannen niets meer over.
Filips zegt hem wel toe, dat binnenkort zich wel een nieuwe gelegenheid zal voordoen; ondertusschen is hij wanhopig en als zinneloos; "alles was voor hem nog slechts afkeer en dood". 8) Het denkbeeld, om zijn roem te zien ondergaan in een waterland als Holland en Zeeland, zich te moeten inhouden voor lieden, die met hem als huns gelijken onderhandelen, die hij haat en veracht, brengt bij hem een onoverwinbaren afkeer teweeg. Hij smeekt den Koning hem terug te roepen; hij biedt aan de Spaansche troepen den Koning van Frankrijk te zenden ter hulp tegen de protestanten. Tegenover zijn vertrouwelingen geeft hij zich aan de grootste buitensporigheden over, spreekt van naar Madrid te gaan en zich daar van de regeering meester te maken.
Toch komt hij het verdrag na: einde April is het koninklijk leger in vollen aftocht naar Italië.
Toch is er geen algemeene vreugde. Nooit zag men zoo weinig tevredenheid over een vrede 9). De Oranjegezinden verbergen hun verbittering niet. Als de Staten-Generaal het Eeuwig Edict goedkeuren, verlaten de Holland-Zeeuwsche afgevaardigden de vergadering, zeggende niet zonder Oranje's instemming te willen handelen. Het bondgenootschap, onder de provinciën door de pacificatie van Gent en de Unie van Brussel zoo plechtig verzekerd, schijnt als voorwaarde tot het sluiten eener overeenkomst haar eenparige toestemming te stellen,
Nu heeft men nóch Holland, nóch Zeeland hun gevoelen gevraagd; te meer, daar het zeker is, dat zij dan niet toegetreden zouden zijn.
Want bekrachtigt het Eeuwig Edict de Gentsche pacificatie, anderszijds is het met deze in strijd door de belofte, die het den Staten oplegt, "in alles en overal den katholieken godsdienst te behouden."
Zouden nu de Calvinisten kunnen toetreden tot een verdrag, dat zóó nadrukkelijk de uitoefening hunner godsdienst verbiedt? De toekomst blijft dus vol onzekerheid en oneenigheid.
(Wordt vervolgd.)
1) Dr. W. J. F. Nuijens: Ned. Beroerten, Dl. III, bl. 54.
2) Tegenw. staat van Zeeland, D I, blz. 313. Bor: D I, B IX,
bl. 727.
3) Gachard: Analectes belgiques, bl. 304.
4) Ibid: Corr. Phil. II, T V, p. 482-484.
5) Bull. de la Comm. Royale d' Hist. 1e reeks, dl. XIV, bl. S.
6) Pirenne: Gesch. v. België. Dl. IV, blz. 90, Dr. W. J. F. Nuijens, Dl, III, blz. 30,
7) Ned. Gesch. zangen. Dl. II, bl. 184.
8) Plaecaeten van Braband: Dl. I, bl. 484.
9) Kervijn de Lettenhove: Relations politiques des Pays-Bas, Dl. IX, bl. 221.
HET DAGBOEK VAN PHILEMOND ZIJDEWIND
6 Nov. - Vandaag voor 't eerst de kachel aan in mijn werkkamer. Spartaansch, nietwaar? Ja, al ben ik den middelbaren leeftijd gepasseerd: ik houd den jongen van Jan de Wit in me zoo lang mogelijk levend; Liesbeth is er trouwens ook niet voor om iemand te verwennen. Inmiddels heerlijk gearbeid. Aan twee potlooden 'n punt gesneden, met benzine aan het verwijderen van 'n inktvlek op mijn nieuw stuk vloeipapier begonnen, een gummizool steviger onder mijn schoen geslagen, visitekaartje geschreven en in den atlas van Wybo opgezocht waar Nanking ligt, (Daar schrijven de couranten tegenwoordig zooveel over). Vervolgens nog met eenige lichte lectuur mijn geestelijken honger bevredigt. De morgen was zóó om. Dat gaat zoo wanneer iemand een flinke dagtaak heeft. Vanmiddag even gewandeld met Krimp van Dulmen. Die is nog niets in zijn hum. De rubberaandeeltjes staan bepaald slecht. Hij is in arren moede met zijn heele familie aan de kauwgummi gegaan; misschien geeft het wat.
7 Nov. - In "taveerne Stortebeeker" was het 'n dooie boel. Al de vrienden staan voor de ramen van de bank naar de koersen te kijken. Wanneer ik een verzamelaar was van vreemde postzegels, had ik een foto van die groep genomen. Intusschen heb ik mijn vijf en zestig gulden van de Rijkspostspaarbank gehaald. Je kunt nooit eens weten tegenwoordig en ik zou het beroerd voor den postdirecteur vinden, wanneer hij me schuw moest aankijken, omdat hij bij me in het krijt staat. "Bescheidenheid is bewonderbaar, maar verder komt men zonder haar", is het devies van den bond voor kaalhoofdigen. In onze Tweede Kamer is deze spreuk al te goed bekend. De heeren zingen momenteel zoo hun eigen lof uit, dat de firma Boldoot met haar sproeiwagen op het Binnenhof rondtoert. Wat zijn die partijen uitstekend en wat is het toch jammer dat een kiezer slechts één stem tot zijn beschikking heeft.
8 Nov. - In "het varken met de sirene" trof ik drie vrienden aan: Breeduitstra, Krimp van Dulmen en dr. Doorloop. Je snapt niet, dat sommige menschen 's morgens al naar een café gaan. Ze waren bijzonder opgewekt. Begreep direct, dat de papieren waren gestegen. Dr. Doorloop vertelde onder hevige gebarentaal, dat hij vorige week een burgemeester had helpen inhalen. 't Was grandioos! Versierde straten, 'n triomfpoort van margarine-kistjes, vetpotjes en veel eere-wijn. 's Avonds na den optocht riep de burgemeester met een door ontroering verstikte stem van het bordes af: "Ik dank u, gij gaaft mij, wat gij mij schuldig zijt!" Toen riep een der wethouders, die onder den invloed van den eere-wijn verkeerde: "En wij zijn nog schuldig wat wij u gegeven hebben." Verschrikkelijke hilariteit. De dorpsveldwachter ging subiet een straatje om.
9 Nov. - Heerlijke dag voor het Zeeuwsche intellect. Ons genootschap voor Wetenschappen ontving blijkens publicatie in de provinciale bladen een doode tarbot, een kabeljauwkop met 'n luchtje (oftewel 'n zekere sfeer) en een in staat van ontbinding verkeerende pieterman. Aan Liesbeth gevraagd wat of zij dacht van 'n gerookt palinkje. Zij vond dat ik mij diende te bepalen, tot een rolmops en van tevoren moest informeeren of mijn naam ook in de courant komt. Na bevredigend bescheid ontvangen te hebben, mijn cadeau afgestaan. In de annalen der wetenschap zal mijn naam nu voortleven.
10 Nov. - Vandaag mijn nieuwen wandelstok uitgeprobeerd, zooals de Duitschers zeggen. Als ik burgemeester van Veere word, moet ik flink voor den dag komen. Den sierlijken omzwaai heb ik nu volkomen in mijn macht. Op aanraden van eenige societeitsvrienden heb ik nog naar den minister van binnenlandsche zaken geschreven, dat ik en mijn gezinsleden bereid zijn om schoenen met zoolbeslag te dragen, teneinde wat leven binnen het stille Veere te brengen. Als dit niet helpt, geeft niets meer!
11 Nov. - Wat zijn vrouwen toch oneindig meer bij de hand, dan wij mannen! Komt er vanmorgen een negotieheer aan mijn deur, die mij zegt, dat hij zijn been verloren heeft. Ik breng zonder haperen de boodschap aan Liesbeth en wat roept die in mijn oor? "Zeg maar, dat wij het niet gevonden hebben." Ik stond sprakeloos en even later de koopman in kwestie eveneens.
12 Nov. - Op de soos zou vanavond griffier Dorias een doorwrochte geschiedkundige voordracht houden over het ontstaan van de Zeeuwsche ambachten en haar "heerlijke rechten". De historicus deelde echter mede, dat hij 't boekje waar 't instond, kwijt was geraakt en vroeg nu of wij 't goed vonden, dat hij wat voorlas uit "Tijl Uilenspiegel" en "Moeder de Gans". Met algemeene stemmen goedgevonden. Ten slotte kunnen wij hierover ook lachen, zei Breeduitstra.
-------------------
Terwijl men weet, dat vaste kost sommige magen van streek brengt, blijven de meeste menschen zooveel mooie woorden slikken als hun maar toegediend worden en altijd blijven zij nog meer verlangen.
SPORTIMPRESSIES
Veertig jaar voetbal.
II
Hoe ruimer de middelen vloeiden, uit des te ruimer beurs is men de club gaan beheeren, maar des te meer is men ook afhankelijk geworden van de opbrengst der entréegelden, zoodat vrijwel algemeen eene goede opkomst van het publiek eene levensvoorwaarde is geworden voor de vereenigingen. Geen wonder, dat deze vereenigingen groote sommen besteedden voor reclame, in de hoop, dat dit bedrag in veelvoud in de kas zou terugvloeien, doordat groote drommen kwartjesbetalende toeschouwers de wedstrijden bijwoonden. Naast de gewone competities werden extra-wedstrijden in het leven geroepen tegen buitenlandsche elftallen, welke eene bijzondere attractie voor den toeschouwer bleken te zijn en dan ook behoorlijk rendeerden.
Alleen door het publiek zijn tol te doen betalen, kwamen sommige clubs in zulk een goeden doen, dat zij in staat zijn geweest zich op eenmaal geheel in te richten en een huishoudelijken staat te voeren, die duizenden en duizenden guldens kostte. In centra, waar meerdere vereenigingen domicilieerden, ontstond een felle concurrentiestrijd, niet uitsluitend op sportief-technisch gebied, maar voor het overgroote deel in de wijze, waarop zij de belangstelling van het publiek moesten boeien. Want toen Jan Publiek eenmaal zijn penningskes ging
offeren, wilde hij ook waar voor zijn geld hebben. Een staanplaats op den killen grasvloer was hem niet voldoende, zoodat alras banken verschenen, waarop men op gemakkelijke en aangename wijze den strijd kon volgen. Doch toen dat gemak en die aangename houding eene schaduwzijde behielden wanneer weer en wind vrij spel hadden tusschen de menschenmassa's, verrezen overdekte tribunes. Obligatieleeningen kwamen gemakkelijk tot stand, want de belegging in aandeelen bleek safe genoeg, nu elken Zondag het aantal toeschouwers toenam.
Maar helaas! Hoezeer men den toeschouwer ook verwende, met goede, overdekte zitplaatsen, met scoringborden, waarop de stand werd aangegeven, met terreinklokken, die voorkwamen, dat men met verkleumde vingers z'n horloge moest raadplegen, en zelfs met een restaurant, waar men tijdens de rust z'n kopje afternoon-tea kon savoureeren .... hoezeer dit alles een sfeer van behagen schepte, het bleek maar al te gauw, dat de belangstelling van het publiek gelijken tred hield met de verrichtingen der thuisclub. Herhaaldelijke nederlagen temperden de liefde voor het spel als sport. Men betaalde toch voor voetbal - zoo redeneerde de toeschouwer - ergo hadden de clubbesturen er ook voor te zorgen, dat de prestaties in evenredigheid waren met de offerande der kijkers. De clubs, die nog hoofdzakelijk -- zoo niet uitsluitend - leefden van de contributiën harer leden en die geringe bijdragen van enkele donateurs, konden den strijd om het bestaan slechts met de grootste moeite volhouden. Vele van deze clubs, die hun oorspronkelijk karakter wilden bewaren, sneuvelden in dezen strijd en vielen ten offer aan de eischen, die niet onverdeeld-algemeen konden worden ingewilligd. De overige vereenigingen hielden zich staande en gingen rusteloos voort. hervormingen aan te brengen, die den "trek" van het publiek bezaten.
Het kijkspel werd beloond, de zilverlingen kwamen rijkelijk binnen. .. . er bleef alzoo weinig anders meer te wenschen dan verzorging van het spel, versterking van het elftal -en opvoering der prestaties. Maar hoe bereikte men dit alles, wanneer jaar in jaar uit hetzelfde spelersmateriaal ter beschikking stond? De beantwoording dezer vraag bracht onwillekeurig het tweede stadium in den grooten onderlingen strijd, het stadium, waarin clubtrouw op wankelenden grond werd gebracht en waarin het zuivere, amicale vereenigingsleven werd ondermijnd, de periode dus, waarin de spelers de liefde voor hun club verloochenden en gemakkelijk hun hart verpandden aan organisaties, waarin hun eerzucht meer bevrediging vond.
Zoolang de oude garde bijeen bleef, de leden uit de eerste jaren allen nog aan de wedstrijden bleven deelnemen, behield de club haar eigen specifiek karakter en groeide zij eenvoudig mede met hare langzamerhand meer op jaren komende leden. Eindelijk echter brak de tijd aan, dat van de ouderen de een naar elders vertrok, de tweede door bezigheden verhinderd werd verder aan wedstrijden deel te nemen, een derde de liefhebberij voor voetbal voelde tanen en een vierde zoo aftakelde, dat hij niet langer bruikbaar was voor het elftal. Waren dan onder de jongere krachten niet genoeg spelers te vinden, waardig om de opengevallen plaatsen in te nemen, dan moest de club òf haar heil gaan zoek-en in een kring van zwakkeren òf zij moest trachten, de noodige krachten van buitenaf te betrekken. Het behoeft geen nader betoog, dat laatstgenoemde methode het clubkarakter een algeheele wijziging deed ondergaan, omdat het vereenigingsleven niet meer werd beheerscht door vriendschapsbanden.
Dit betrekken van spelers uit andere clubs beperkte zich echter volstrekt niet tot die, welke anders ten gronde zouden moeten gaan. Ook clubs, wie het niet ontbrak aan krachten, goed genoeg om in het eerste elftal te dienen, riepen desondanks toch de hulp in van spelers uit andere clubs, zoodra zij meenden, dat het elftal hierdoor aan kracht zou winnen. De natuurlijke begeerte om een kampioenschap te behalen of om een concurreerende vereeniging den loef af te steken, was een drijfveer tot deze ronsel-methode, maar niet de eenige. Neen, sedert men 't wedstrijdwezen zoodanig organiseerde, dat met de technische resultaten de gradueering der clubs stond of viel en afzakking naar een lagere klasse in uitzicht werd gesteld, is de drang om - coûte que coûte - een elftal met krachten van elders te versterken, grooter geworden.
De concurrentie werd steeds scherper wegens de wanverhouding tusschen vraag en aanbod. Eerst klasse-club te zijn bleek inderdaad een zeer groot voordeel, niet alleen omdat men in de wedstrijden tegen sterke partijen eene uitstekende oefening vond en men veelbelovende spelers zoodoende tot bruikbaar materieel kon maken, maar vooral omdat het publiek de meeste interesse toonde voor de 1e klasse competitie. Dit bleek overduidelijk in steden, waar, onder een of meer eerste-klassevereenigingen, clubs van lagere orde trachtten zich een bestaan te scheppen.
(Wordt vervolgd).
V.V. "Hulst".
Wanneer dit nummer van "Ons Zeeland" onder de oogen der lezers komt, bestaat de voetbalvereeniging "Hulst" vijf jaar. Opgericht op 16 November 1924, heeft deze vereeniging zich in korten tijd weten op te werken tot een der sterkste - zoo niet de sterkste - derde-klassers in Zeeland. Reeds in het seizoen 1925-'26 werd zij kampioen van den toenmaligen Zeeuwsch-Vlaamschen Voetbalbond, die in den zomer van 1926 werd opgelost in den Zeeuwschen Voetbalbond. Reeds in het eerste jaar van haar verblijf in den Z. V. B. werd zij kampioen, zoodat zij in 1927-1928 uitkwam in den Nederlandschen Voetbalbond. Zij eindigde als no. 5, maar reeds in het volgende seizoen bezette zij de tweede plaats met slechts één punt achterstand op den kampioen "Terneuzen". Dit seizoen schijnt de jubileerende vereeniging de kroon op haar werk te willen zetten, want zij toont thans bovenaan op de ranglijst met het maximaal aantal punten en als eenig elftal harer afdeling dat nog geen nederlaag leed. In dit verband willen wij even een onrecht herstellen, dat we - ongewild - "Hulst" in onze recente overzichten aandeden. Door een misverstand schreven we, dat Hulst haar thuiswedstrijd tegen Vlissingen II met 3-1 verloor, terwijl hij juist met deze cijfers werd gewonnen. We laten daarom den juisten stand, waarin ook de op 10 dezer gespeelde wedstrijden zijn verwerkt, hier volgen, n.l.:
Doelp.
Gesp. Gew. Gel. Verl. Pnt. v. t. Gem.
Hulst 6 6 0 0 12 35-6 2.-
Terneuzen 6 5 0 1 10 36-6 1.66
Middelburg II 5 4 0 1 8 16-12 1.60
Zeelandia II 5 3 0 2 6 15-25 1.20
Vlissingen II 7 2 0 5 4 17-24 0.59
Walcheren 4 1 0 3 2 7-14 0.50
S.I.N.0.T.0. 6 1 0 5 2 7-24 0.33
Zierikzee 5 0 0 5 0 4-26 0.00
Als we, met deze fraaie positie der V. V. "Hulst" voor oogen, verder memoreeren, dat het tweede elftal niet ver meer af is van het kampioenschap der 2e klasse Z. V. B., dat de vereeniging het honderdtal leden benadert en dat een kerngezond clubleven de sportsfeer beheerscht, dan is het duidelijk, dat "Hulst" haar eerste lustrum in volle opgewektheid kan vieren. Onze gelukwenschen!
Voetbal op Zondag a.s.
Op Zondag 17 November a.s. spelen onze Zeeuwsche clubs de navolgende competitiewedstrijden voor den Nederlandschen Voetbalbond:
2e klasse.
Te Middelburg: Middelburg-Zeelandia.
Te Bergen op Zoom: D.O.S.K.O.-Vlissingen.
3e klasse.
Te Middelburg: Zeelandia II-Terneuzen,
Te Vlissingen: Vlissingen II-Middelburg II.
Te Hulst: Hulst-Zierikzee.
Te Goes: Goes-H.K.I.
LUCTOR ET EMERGO.
Geen mensch heeft zoo menigvuldig ongelijk als hij, die nooit zijn ongelijk bekennen wil.
DE O.Z. PRIJSVRAAG
Door loting viel de prijs ten deel aan:
N. VERMEULEN, Timansweg 25, 's Heerenhoek.
De zwaarste maatschappelijke doodzonde is het krenken der ijdelheid van den lieve naaste.
DE SCHELDEZENDER
Hallo, hallo........
Hier is het draadloos omroep~station de Schelde-Zender!
Vindt u het interessant, te hooren:
- dat een motorwagen van den Zuid-Bevelandschen locaalspoorweg in Hoedekenskerke strandde op een rangeerenden goederentrein. Er hadden geen persoonlijke ongevallen plaats; het materiaal bekwam echter een aanzienlijke vormverandering.
- dat in de Nieuwe Kerk te Middelburg Zondagmiddag een gedenkraam onthuld is ter herinnering aan den overgang van Middelburg in 1574 van de zijde van Spanje naar die van den prins van Oranje.
- dat een 15-jarig meisje in Souburg over een 9-jarig jongetje, hetwelk zich niet van het erf der ouders van het meisje verwijderen wilde, een pot met kokend water uitschonk. De knaap kreeg vrij ernstige brandwonden, het meisje een proces-verbaal. Vermoedelijk zal de mishandelde knaap voor vele jaren het geloof in vrouwelijke zachtheid verloren hebben.
- dat de boekhouder van de coöperatieve melkinrichting "Walcheren" te Middelburg Gearresteerd is, daar hij zich heeft schuldig gemaakt aan verduistering van circa f 14.000 ten nadeele der coöperatie.
- dat, ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van de vereeniging van algemeene wetenschappelijke belangen te Goes, een feestavond plaats vond. De heer van Elsäcker declameerde.
- dat in Goes thans plannen worden gemaakt om den 50sten jaardag der Koningin in 1930 feestelijk te vieren.
- dat volgens een bericht in het "Volk" de stoomtram Walcheren niets zou willen weten van de overname van de electrische tram Vlissingen-Middelburg. Dit bericht is niet geheel tegengesproken, doch absoluut zuiver schijnt het ook niet te zijn.
- dat de omzet aan de veilingsvereeniging "Zuid-Beveland" te Goes de vorige week het millioen heeft overschreden. In dit seizoen werden reeds meer dan 1000 wagons fruit verzonden.
- dat het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen te Middelburg weer tal van oudheidkundige voorwerpen ten geschenke heeft ontvangen. Met vreugde zijn de schenkingen en de namen der schenkers in de provinciale pers vermeld. Het behoeft waarlijk niet zoo veel te kosten om in de krant te komen.
- dat enkele Zeeuwsch-Vlaamsche jonge dames de vorige week op het Loo door de Koningin en door prinses Juliana ontvangen zijn. De Zeeuwsche meiskes boden prinses Juliana een boerinnencostuum in de oude kleederdracht van het land van Hulst aan.
- dat een onbekende in een woning in Heinkenszand drong en zich ontfermde over een in den schoorsteen gemetseld antiek tegeltableau. Toch geen verzamelaar aan het werk geweest? Oudheidkundige genootschappen en vereenigingen: weest op uw hoede voor eventueele geschenken.
- dat de Belgische raad voor de scheepvaart uitspraak heeft gedaan inzake de aanvaring van het Belgische stoomschip "Estella" door het Duitsch stoomschip "Indra" bij Hansweert in den nacht van 11 op 12 September. De Raad heeft beslist, dat de manoeuvres van de "Indra" te laat zijn uitgevoerd. Blijkens de getuigenverklaringen werkte het roer niet vlot genoeg, zoodat er een kostbare minuut verloren is gegaan, die het leven van tal van zeelieden heeft gekost. Intusschen bleek de Raad van oordeel, dat de aanvaring te wijten is geweest aan den sterken stroom, die op het oogenblik van de ramp?
- dat de gemeenteraad van Axel een voorstel om in den aanstaanden winter fl 2000 beschikbaar te stellen voor steun aan werkloozen, verworpen heeft.
- dat op Schouwen-Duiveland in 1929 niet minder dan 587 H.A. uien zijn gerooid, waarvan de opbrengt wordt geschat op pl.m. 2 millioen K.G.
- dat van 27 October tot en met 2 November in Zeeland 32 gevallen van roodvonk voorkwamen.
- dat drie dorpen op Tholen maar geen onderwijzer met verplichte hoofdacte kunnen krijgen. Wordt er iemand benoemd, dan krijgt men steeds bericht, dat een benoeming naar elders aangenomen werd. Zou 't niet aan het salaris liggen?
- dat de inwoners van Kruispolderhaven, Baalhoek en Duivenshoek een verzoekschrift aan den raad van Hontenisse zullen zenden, om hunne schoolgaande kinderen per autobus naar de school te Lamswaarde te vervoeren, alsook de kerkgangers tegen een matig tarief daarvan te laten profiteeren.
- dat omroeper dezes er aan denkt den raad in zijn woonplaats te verzoeken hem voortaan per auto, tegen een matig tarief, naar schouwburg, bioscoop en station te doen vervoeren.
- dat de grondwerken aan de nieuwe uitwateringssluis te Schore (berucht door de verzakkingen) ongeveer gereed zijn. De dijk is opnieuw onder profiel gebracht, en de grond is uit den spuiboezem verwijderd. De sluis zal echter voorloopig nog niet in werking worden gesteld.
- dat in Goes brand ontstond in de machinekamer en drogerij van een zaadhandel. De brandweer was de vlammen spoedig meester.
- dat de gecombineerde vereenigingen "Handelsbelang", "de Hanze" en de Chr. Middenstandsvereeniging te Middelburg besloten bij den Minister van Arbeid te protesteeren inzake het niet opnemen van de vliegende winkels in de bepalingen van de Arbeidswet en het Winkelsluitingsbesluit.
- dat in beginsel besloten is tot de oprichting van een afdeeling van het Walchersch Ziekenfonds te Vlissingen voor de gemeenten Veere, Gapinge en Vrouwepolder, waarvoor zich aanvankelijk 140 leden hebben opgegeven.
- dat iemand te 's-Gravenpolder zijn motorfiets repareerde. De benzinetank ontplofte, ende reparateur bekwam hevige brandwonden. Met benzine moet men ook voorzichtig zijn!
- dat zich Zaterdag bij de politie te Middelburg een koopman vervoegde, die zeide verschillende mededeelingen te kunnen doen in verband met den moord op Marietje van Os in den Blijdorppolder te Rotterdam. Hem werd gelegenheid gegeven die mededeelingen te doen en daarvan werd proces-verbaal opgemaakt, dat aan den rechter-commissaris te Rotterdam, die met het onderzoek in de zaak is belast, zal worden toegezonden.
- dat de Vlissingsche politie een bewoner van Zeeuwsch-Vlaanderen, die zonder middelen van bestaan was, geld verstrekte voor de reis Vlissingen-overkant. Dezer dagen heeft de man, die inmiddels werk gevonden heeft, dit geld teruggebracht. Eén op de duizend!
- dat Ir. Claes, directeur van den Belgischen Scheldedienst te Antwerpen een lezing hield over den toestand van de Schelde. Hij betoogde, dat het wijzigen van de Scheldebedding tusschen Kruisschans en Walsoorden, als door sommigen is voorgesteld, een zeer gevaarlijk en alleszins onnoodig experiment zou zijn. De Schelde, zei hij, verzandt niet. Zulks bevestigen de loodsen die zeereuzen als de "Belgenland" in 3 1/2 uur door den vloed te Antwerpen aan de kade brengen; zulks blijkt ook uit kaarten der peilingen. Enkele jaren geleden achtte men een diepte van 7 1/2 meter in de geulen onmogelijk, thans bedraagt deze diepte 9 meter over een breedte van 200 meter op Belgisch gebied en van 250 meter op Ne-derlandsch grondgebied en dit ondanks het feit, dat er thans minder moet worden gebaggerd dan 20 jaar geleden.
Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........
Adieu....
VEREENIGINGSNIEUWS
"Zeelandia" Amsterdam zal op 27 November a.s. in de groote zaal van "Maison Boer", le Weteringplantsoen, haar leden vergasten op "De Theepot van Napoleon", een operette in 3 bedrijven, op te voeren door "Jong Zeelandia", tekst van den voorzitter, den heer W. J. Nobels en muziek van den heer W. P. A. Franse.
De besturen der Zeeuwsche Vereenigingen uit andere plaatsen zouden in overweging kunnen nemen op te gaan naar Amsterdam op 27 November.