Vorige nummer | Volgende nummer | Overzicht | Online zoeken |
DE ZEEUWSCHE WEEK
Vragen en antwoorden; de heer Welleman over den Willem-Anna-polder; de regeering over het stadhuis van Veere.
De verzakking van den Zuid-Bevelandschen Willem-Annapolder, opnieuw bewijzend, dat we in Zeeland met het water nog lang niet hebben afgedaan, heeft de gemoederen in ons gewest eenigen tijd in spanning gehouden. Terwijl we dit schrijven is echter al gebleken, dat het gevaar voor een groote ramp tijdig kan worden afgewend. Het Statenlid de heer Jac. Welleman heeft in het gebeurde echter aanleiding gevonden tot het schrijven van den navolgenden brief aan den Commissaris der Koningin:
"De plotseling ingetreden gevaarlijke toestand aan den zeedijk van den Willem-Anna-polder heeft in wijden kring ongerustheid gewekt. Willen Ged. Staten, indien mogelijk eenigszins spoedig, het verloop aan de Staten mededeelen?
Op hoogen prijs zal het natuurlijk worden gesteld, als de verzekering kan worden gegeven, dat alles is gedaan wat kon gebeuren om het directe gevaar te keeren en dat daarenboven voorzieningen worden getroffen om ook het gevaar in de toekomst te bezweren, voor zoover het menschelijk kunnen dat mogelijk maakt. De heer Welleman hoopt, dat de Commissaris termen zal vinden, om dit verzoek aan Ged. Staten over te leggen."
Met belangstelling zien we naar het antwoord dezer belangrijke kwestie uit. Hopelijk zal het de mededeeling bevatten, dat men nu ook in Zuid-Beveland voor de oeververdediging de moderne hulpmiddelen der techniek zal gaan toepassen. In Schouwen b.v. geschiedt dit reeds door middel van kanaliseering van den ondergrond.
x
Zooals gemeld, richtte het Kamerlid, de heer Polak, onlangs de navolgende vragen tot den minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen over het stadhuis te Veere:
I. Is het den minister bekend, dat het stadhuis te Veere in een toestand van ernstig verval verkeert?
II. Is het hem bekend, dat de minder dan 1000 inwoners tellende gemeente Veere niet bij machte is het stadhuis naar behooren te doen herstellen?
III. Zoo ja, is de minister dan bereid, t
e bevorderen, dat de gemeente Veere in staat wordt gesteld de noodige herstellingen te doen verrichten, respectievelijk het antieke stadhuis, een historisch en bouwkundig monument van hooge waarde, van de gemeente over te nemen en het deze, na herstel, in bruikleen af te staan?
De minister heeft daarop als volgt geantwoord:
I. Het is den ondergeteekende bekend, dat het stadhuis te Veere in een toestand van ernstig verval verkeert.
Il. Ook weet hij, dat de minder dan 1000 inwoners tellende gemeente Veere niet bij machte is, dit gebouw naar behooren te doen herstellen.
III. Toen eenige jaren geleden het herstel van een der hoektorentjes en den grooten toren ter hand werd genomen, is daarvoor, als bijdrage in het totaal der kosten van fl 28.400,-, een Rijkssubsidie van fl 18.000,- verleend. Voortzetting van de restauratie is zeker noodzakelijk en de ondergeteekende is in beginsel bereid, daartoe medewerking te verleenen. Op welke wijze dit zal kunnen geschieden, staat nog niet vast; een voorstel van het gemeentebestuur tot overdracht van het stadhuis aan het Rijk is nog in onderzoek bij de Rijkscommissie voor de monumentenzorg. Mocht haar advies den ondergeteekende zóó tijdig bereiken dat hij nog bij het samenstellen van de eerstvolgende begrooting deze aangelegenheid nader in overweging kan nemen, dan zal hij dit gaarne doen. Intusschen wil hij niet nalaten, er op te wijzen dat het op de Rijksbegrooting jaarlijks voor monumentenrestauraties beschikbaar bedrag, hoewel in den laatsten tijd verhoogd, uit den aard der zaak niet toelaat, de vele noodgevallen aanstonds gelijktijdig in behandeling te nemen.
Tot zoover de minister . Het antwoord zegt in het kort zooveel als: "aan de zaak wordt gewerkt."
Wij voegen er aan toe, "maar dan vrij langzaam."
Als de regeering niet spoedig ingrijpt, dreigt een mooi historisch bouwwerk grootendeels verloren te gaan.
ZITTENDE BIJ ...
Dr. J. P. VERMAAS
De vorige week hebben een aantal patiënten en vrienden van Dr. J. P. Vermaas in Vlissingen een bijeenkomst belegd teneinde aan hun gevoelens t.o. van dezen geneeskundige uiting te geven. Aanleiding tot deze bijeenkomst was het 40-jarig jubileum van Dr. Vermaas. Deze behaalde 29 Nov. 1889 het arts-diploma; hij vestigde zich hetzelfde jaar nog in Vlissingen, waar hij thans, nagenoeg onafgebroken, 40 jaren achtereen medisch hulp heeft verstrekt. Een huisdokter van den ouden stempel, die 40 jaren in eenzelfde stad verblijf houdt, maakt zich vele vrienden en vele dankbaar gestemden. Dit is de vorige week, toen Dr. Vermaas op bescheiden schaal (vooral niet te veel drukte voor me!) zijn jubileum herdacht, op wel zeer overtuigende wijze gebleken. Over de huldiging van den dokter heeft men in de provinciale bladen gelezen. Wij zullen daar dus geen aandacht meer aan wijden, doch liever een oogenblik vertoeven bij Dr. Vermaas zelve, die ons kort voor het jubileum in de gelegenheid stelde hem een en ander over zijn loopbaan en over zijn verblijf in de Scheldestad te vragen. Het interview - om voor een genoegelijk praatje een groot woord te gebruiken - vond plaats tusschen twee visites in, terwijl buiten de juist verlaten auto in een najaarsche regenbui gelegenheid kreeg op adem te komen. Dokter, een ruige figuur, gezeten voor zijn schrijfbureau, jas nog aan, handschoenen wisselen in de rechterhand, dan wel op tafel,
"Nam u een practijk over, toen u zich te Vlissingen vestigde?"
"Neen hoor, dat werd in dien tijd nog zoo goed als niet gedaan, men zette zelf een practijk op."
"Waarom koos u Vlissingen?"
"Omdat ik van huis-uit een echte Zeeuw ben, en omdat ik in Vlissingen geboren en getogen was, m'n vader was hier apotheker."
"Vlissingen was in 1889 natuurlijk niet zoo groot als thans, dokter?"
"Dat scheelde nog al wat. Ik denk dat er toen een 13000 menschen woonden. Er waren nog maar 3 burger-dokters en dan 3 officieren van gezondheid. Dit laatste omdat het garnizoen destijds veel sterker was dan thans."
"Hebt u nog visite gereden in 't coupé-tje?"
"Ik begon met den beenen-wagen, toen met 't coupé-tje, later volgde de fiets, een motorfiets, en nu rijd ik in een auto-tje."
"Welke openbare functies bekleedde u in den loop der jaren?"
"'s Even kijken. Ik was lid van den raad van 1905 tot 1920, lid van Provinciale Staten van 1913 tot 1919, waar ik de liberale partij vertegenwoordigde. Verder ben ik zeer lang bestuurslid van het Groene Kruis geweest, voorzitter van de gezondheidscommissie, voorzitter van de Nutsspaarbank, secretaris van het Nutsdepartement en voorzitter van het college van regenten van het Gasthuis."
"Hoe kon u met een drukke practijk tijd vinden voor al deze functies?"
"Ten koste van het gezinsleven." "Deed u veel aan politiek?"
"Neen, daar heb ik nooit van gehouden. Tenminste niet van de politiek, zooals die in dezen tijd op de spits wordt gevoerd."
"Welke waren de belangrijkste besluiten, die genomen werden tijdens uw raadslidmaatschap en tijdens uw lid-zijn van prov. staten?"
"Ja, dat is moeilijk te zeggen. Ik had er trouwens niet zooveel aandeel aan, want een groot debater ben ik nooit geweest. Nu dan, in Vlissingen is belangrijk geweest de rioleering. Tijdens m'n Statentijd b.v. is aangelegd de nieuwe rijksweg tusschen het vierde en vijfde district in Zeeuwsch-Vlaanderen. Voordat deze er was, moest men over Belgisch gebied, wat met begrafenissen nog al eens aanleiding tot moeilijkheden gaf."
"Vindt u Vlissingen en de Vlissingers veel veranderd in 40 jaar?"
"Vlissingen wel. Er is ontzaglijk veel bijgebouwd. Het geheele badwezen heeft zich in dien tijd ontwikkeld; vroeger stonden, waar nu de boulevard is, een paar huisjes. Thans is het een heel bedrijf. Ook het villa-park heb ik zich zien uitbreiden. Wat de menschen betreft, och meneer, die veranderen niet veel. Ze leven wat gemakkelijker, geven vlugger geld uit, houden meer van franje. Als dokter moet men om die franje wel eens glimlachen, want achter de schermen blijkt hoeveel misère die tracht te verbergen."
"Een dokter ziet wel heel veel. Is hij daardoor ook niet dikwijls meer dan alleen arts voor zijn patiënten?"
"Een huisdokter is van alles. Men komt met de meest zonderlinge bezwaren en moeilijkheden bij hem. Als een huisdokter van aanpakken weet, als men tegen hem op ziet krijgt hij ook veel gedaan. Hij kan ten goede in allerlei richtingen werken. Daarom is het zoo jammer dat de echte oude huisdokter aan het uitsterven is. Men loopt om de haverklap naar specialisten. Niet dat ik het nut van specialisten zou betwijfelen, maar.... men moet niet overdrijven."
Tot zoover ons kort gesprek met Dr. Vermaas, dat uiteraard ook bijzonderheden bevatte, die niet voor publicatie geschikt zijn.
Toen we den dokter over de op handen zijnde huldiging vroegen, luidde zijn antwoord: "Daar weet ik niets van. Ze moeten er maar niet te veel drukte van maken."
De laatste woorden teekenen den jubilaris beter dan een uitvoerige karakter-beschrijving. Afkeer van uiterlijk vertoon toch is een zijner markante eigenschappen.
De dokter heeft zijn zin gekregen. Op zijn jubileum-dag heeft men zijn medische en menschelijke waarden niet hoog van den toren geblazen. Zeer bescheiden, maar met veel warmte hebben toegewijden hem doen blijken hoe ze zijn werk en persoon waardeeren.
Een man als Dr. Vermaas, die het leven doorpeild heeft, zal niet aan woorden van menschen hechten. Doch bij de huldiging zal hij hebben gevoeld dat achter de woorden menschelijke, warme harten klopten.
INTERVIEWER.
VAN EIGEN BODEM
UIT ZEELAND's VERLEDEN.
door
D. A. DE STOPPELAAR
Goes in later jaren.
XVIII.
De hertog van Alva verleent thans gehoor aan de afgevaardigden van Goes, die hem den onhoudbaren toestand onder oogen komen brengen.
Wij vinden daaromtrent nog eenige bijzonderheden in de stadspapieren van die dagen en wel van den hand van Blancx, later Gecommitteerde raad van Zeeland. Hij en zijn vader hebben dan met den hertog een mondgesprek; zij bedanken hem o.a. voor eenige maatregelen, welke eene verlichting voor de stad beteekent en dringen voorts aan op betaling der gedane voorschotten ten dienste van het onderhoud der soldaten. De hertog van zijn kant betuigt, "dat hij van de burgerij en de regeering van Goes altijd een gunstig aandenken heeft gehad, uit oorzaak van hun groote trouw aan Zijne Majesteit, waarom men hen niet genoeg aanbevelen konde." Wat betreft het onderhoud der soldaten, welke nog in de stad verblijven, heeft hij den secretaris Albornoz reeds order gegeven, deze te doen uitbetalen. En wat aangaat de terugbetaling der voorgeschoten gelden, zoo zal hij niet nalaten bij de eerste gelegenheid een commissaris te zenden, "om de burgerij van Goes weer te geven hetgeen zij ten dienste van Zijne Majesteit al besteed hebben."
Maar al die goedgunstige woorden kunnen de ingezetenen bitter weinig helpen, zoolang er geen daden op volgen. Burgemeester Polderman schrijft dan ook in een brief van 12 November 1573 aan de magistraat, "dat als men de soldaten niet betaald, men ze ook geen verplichtingen kan opleggen." En verder voegt hij er bij: "ik beducht, dat wij anderen raad moeten zoeken, want men wil hier oorlog voeren zonder geld, wij worden moedeloos om dit nog langer te verduren."
Requesens volgt Alva als landvoogd op: 29 November aanvaardt hij de regeering. Uit de aan den Koning trouw gebleven steden van Zeeland en namens die Statenleden, 's Konings zijde houdend, wordt hij plechtig begroet. Die commissie ter zijner verwelkoming bestaat uit Jonkheer Jacques van Serooskerke voor de edelen, Cornelis Polderman voor Goes, Jan Blancx, de dijkgraaf der Breede Watering voor Z.-Beveland, Frans Resen voor Tholen, benevens Mr. Roëls, pensionaris van bisschop en edelen.
Burgemeester Polderman schrijft in zijn brieven aan de magistraat, "hoe Zijne Excellentie nergens meer mede geoccupeerd is dan met de zaken van Zeeland en deze hem zóó na aan 't harte liggen, als ware het zijn eigen land."
Bij deze ontmoeting wijzen de heeren tevens op den ernstigen toestand van het zoo nauw door de geuzen ingesloten Middelburg en van hoeveel belang het voor den koning is de stad te behouden. Valt zij, dan ziet het er voor Goes volgens hun zeggen leelijk uit en zal heel Z.-Beveland blootgesteld zijn aan den moedwil van Oranje's troepen. Ook de ellende van de ingezetenen hunner stad door het Spaansche krijgsvolk veroorzaakt, brengen zij te berde. Toch krijgen zij geen verlichting, hoezeer ook de Spaansche ambtenaren verzekeren, dat Alva hun stad in het bijzonder bij Requesens heeft aanbevolen.
Ondertusschen voelt Polderman wel, dat men hem om den tuin leidt; in een brief aan de magistraat bericht hij: "Wij hebben een apostille gekregen, maar van weinig strekkend voordeel. Mijne Heeren mogen bemerken, het zijn al maar schoone woorden, al maar uitstel en geen verlichting voor onze zware lasten. Men zou ons wel willen koppelen aan Pacheco, wij zullen het er niet bij laten ....
In December '73 wagen de Geuzen 'n nieuwen aanval op Zuid-Beveland; vierhonderd soldaten zendt Requesens er heen, die, wat hun onderhoud betreft natuurlijk geheel ten laste van de burgerij komen.
Goes had liever gezien, dat de landvoogd verlof geeft tot vorming van een volksweer om stad en eiland te beveiligen. Doch gouverneur Pacheco zorgt er wel voor, dat Requesens dit verzoek niet ter oore komt. Pas in 1576 wordt een gewapende burgerwacht gevormd.
Middelburg wordt onder den hand streng belegerd, zoodat daar groote hongersnood heerscht; de Goessche magistraat bewijst dan als de burgemeester der Zeeuwsche hoofdstad haar hierover een hartroerend schrijven toezendt, een plicht van liefde en behulpzaamheid. (1) Een aanzienlijke hoeveelheid tarwe wordt door die van Goes binnen de stad gebracht. Veel profijt heeft de bevolking er niet van, aangezien het overgroote deel in de magen der soldaten verdwijnt. Pacheco zorgt er wel voor, bij Requesens den indruk te verwekken, dat hij en niemand anders het initiatief genomen heeft tot de approviandeering van Middelburg.
Maar dat bevalt de Gocssche heeren maar half en eene bezending aan den landvoogd gestuurd, gaat dit eens duidelijk uitleggen, "ten einde dank en eere gegeven mocht worden aan diegenen, die ze met werken verdiend had."
In een vorig hoofdstuk hebben we omstandig beschreven de groote toebereidselen door de Spanjaarden tot ontzet van Middelburg gemaakt en hoe die poging uitloopt op een zware nederlaag, zoodat de stad zich moet overgeven (2). Goes en Zuid-Beveland voelen er den terugslag van: door de geleden nederlaag worden stad en eiland nog meer met troepen bezwaard (3). Weer richt men zich tot den landvoogd om hem te smeeken een aantal vendels terug te roepen. Vooral de soldaten van de Beaumont veroorzaken veel last; niettegenstaande zij alles van de burgers krijgen, maken zij toch nog groote schulden. Als de stad gansch door hen van brandstof is beroofd, verzoekt men Requesens het krijgsvolk van hout en kolen te voorzien, want de toestand wordt nu zoo langzamerhand onhoudbaar.
In deze dagen komt er echter eene verordening, welke eenigszins regelt, waarop de soldaten ten hoogste aanspraak mogen maken; vastgesteld is nu de prijs en hoeveelheid der waren, die de burgers aan de Spanjaarden moeten leveren. Zoo is men b.v. verplicht 17 1/2 ons tarwebrood à 1/2 stuiver te verkoopen. Wat betreft de behuizing: twee soldaten krijgen recht op een kamer met een bed en twee lakens; om de veertien dagen dienen deze laatste te worden vernieuwd. Voorts iedere week een schoon tafellaken en vier handdoeken.
Bij den tocht naar Duiveland ter verovering van Zierikzee is Pacheco gesneuveld (4), Thans komt men op Zuid-Beveland zonder gouverneur, wat tengevolge heeft nog meer ongebondenheid der soldaten. Zijn vendel gaat over op Inigez, toentertijd te Kapellen in bezetting. Ook hij weet de bevolking op kosten te jagen. Zijn eigen vendel te Heinkenszand in garnizoen, komt dat dorp in elf dagen tijds op maar eventjes f 100,-- te staan, een voor dien tijd aanmerkelijke som.
Niet te verwonderen, dat men den landvoogd nogmaals smeekt die ruwe gasten te verwijderen en te vervangen door minder eischenden, met name Duitschers. Nogmaals wordt een verzoek gedaan eigen burgers te mogen wapenen en hieraan is, nu Pacheca er niet meer is, voldaan.
Naar het gouverneursambt haakt thans Philippe de Beaumont, een trotsch en onbuigzaam Spanjaard, bekend staande om zijn schandelijk en schraapzuchtig karakter. Om hier toe te geraken, ontziet hij zich niet druk uit te oefenen op de dorpsbesturen tot verkrijging van getuigschriften van goed gedrag. Hiermede voorzien, weet hij Requesens te overtuigen de rechte man op de rechte plaats te zijn. Dat zou een ramp te meer wezen voor de Z.-Bevelanders en om zulks te keeren, stelt men zich met den landvoogd in verbinding. Op het stadhuis te Goes worden de meeste dorpsbesturen bijeen geroepen en wordt aldaar ten aanstaan van een notaris en getuigen eene verklaring geteekend, dat de door hen ten voordeele van de Beaumont gegeven getuigenissen door dwang zijn afgeperst; hij en zijn vendels worden een schrik van de bevolking genoemd.
Mitsdien smeeken zij den landvoogd hun een Zeeuw als gouverneur te zenden, of ten minste iemand met humane begrippen. En zij besluiten hun vertoog met de zinsnede: "dat Zijne Excellentie, dit doende, de bede zal verhooren van de geheele stadt ende eijlandt en zeer veel arme menschen er door zal vertroosten, die zich thans van schrik gereed maken, liever hun woonstee op te geven, dan het bestuur van Don Philips af te wachten."
Requesens, verkeerd ingelicht, verklaart de Beaumont voor een rechtschapen edelman, wien men geen ongelijk kan aandoen bedoelde benoeming te weigeren. Voorts geeft hij de verzekering, dat niemand zich behoeft te verontrusten van overlast te moeten lijden en zoo dit het geval mag zijn, dan zal hij, Requesens, wel maatregelen weten te nemen(5).
En zoo zien we dan op 1 December 1575 Don Philippe de Beaumont als gouverneur optreden.
De landvoogd geeft den nieuwbenoemde een bijzonder scherpe instructie mee, welke deze belooft op alle punten na te komen en de bevolking loyaal te behandelen; de Beaumont mag zich geen bij-inkomsten scheppen. Hij moet zich tevreden stellen met iedere maand niet meer te ontvangen als honderd kronen vanwege zijn gouverneurschap en acht kronen als kapitein van een vendel Spanjaarden. Deze maandgelden moeten betaald worden uit contributies, opgebracht door de stad en het eiland. Andere revenuen, zcoals Pacheco heeft genoten, mag hij niet trekken, terwijl nog bepaald wordt, dat zijn vendel niet meer dan twee honderd man zal bedragen.
Maar hoe wel omschreven de orders van den nieuwen gouverneur ook zijn, Beaumont is er de man niet voor, zich aan banden te laten leggen. Nauwelijks in functie, of hij begint zijn afpersingen. De Goesschenaren zijn er echter als de kippen bij en zenden hun secretaris tot den landvoogd om van het gebeurde verslag uit te brengen.
Requesens ontvangt dan een somber beeld van de verzwaring der lasten, te weeg gebracht door den geringen prijs, die men den Spanjaarden in rekening mag brengen, de armoede van het land als gevolg van den stilstand van landbouw en handel. Nog is het vertoog, hem aangeboden, op het Goessche archief voorhanden. Zoomede het antwoord waarbij don Louis tot geduld aanspoort in deze zaak. En dat is waarlijk wel noodig, want kort daarop doet hij weten, dat alle afdeelingen van het regiment van graaf Hannibal van Altems eene betaling van honderd kronen 's maands hebben bedongen. En zoo moet Goes voor de compagnie bij haar in bezetting liggend in plaats van negenhonderd kronen in het vervolg bovengenoemden som betalen.
Als bizonderheid zij hier vermeld, dat dit de laatste brief is door Requesens geschreven; vijf dagen later overlijdt hij tengevolge van kbortsaanvallen (6).
Een belangrijk ding is thans de verdeeling der kosten van het krijgsvolk naar evenredigheid van ieders krachten.
Daartoe heeft plaats eene gemeenschappelijke vergadering van de magistraat der stad en de verschillende dorpsbesturen; het resultaat ervan is de verkiezing van zes gevolmachtigden, welker taak bestaat uit de verdeeling der omslagen.
(Wordt vervolgd.)
1. Goessche stadspapieren.
2. Zie "Ons Zeeland", no. 25.
3. 's-Gravezande: Tweede Eeuwgetijde, bl. 412.
4. Zie "Ons Zeeland", no. 36.
5. Requesten en Apostillen; G. A.
6. Zie "Ons Zeeland", no. 38.
Samenwerking in Zeeland
In m'n artikel van het vorige nummer van dit blad heb ik in de laatste alinea's gesproken over nieuwe plannen der publicatie-commissie. Waar dit art. echter reeds maanden geleden geschreven werd en de toestand ondertusschen geheel is veranderd, lijkt een kleine aanvulling en correctie mij niet overbodig.
De kwestie is, dat twee der belanghebbende vereenigingen: De Bevelanden en Schouwen en Duiveland, nooit geantwoord hebben op het schrijven der publicatie-commissie, hoezeer daarop door de secretaris dezer commissie ook herhaalde malen is aangedrongen.
Ten einde raad heeft de Z. Vereeniging voor Dialectonderzoek toen een eigen weg gekozen en besloten tot de uitgave van een onafhankelijk bulletin, waarvan het tweede nummer dezer dagen verschijnt. Tevens werd een der Zeeuwsche bladen bereid gevonden, belangeloos dialectlijsten dezer vereeniging te publiceeren. Zoo ziet men alweer, dat er in Zeeland wel iets te bereiken valt, wanneer men dit ernstig wil. En ook, dat het meer dan ooit gewenscht is, dat dilettantenvereenigingen als de beide bovengenoemde, zoo spoedig mogelijk van den Zeeuwschen bodem verdwijnen.
LEO VAN BREEN.
DE O.Z. PRIJSVRAAG
De prijs is verloot onder hen, die volgens de eerste of de tweede manier tot het gevraagde woord kwamen, en viel ten deel aan:
I. J. DIELEMAN, Overslag, A 31.
SPORTIMPRESSIES
'n Leerzame avond.
Daartoe uitgenoodigd door het Bestuur der VIissingsche Athletiek-vereeniging "Marathon", hebben we Zaterdag l.l. een door deze vereeniging georganiseerde sport-avond meegemaakt, waarop de heer Haitsma uit Amsterdam, zelf nog actief athletieker, eene lezing hield over "Humor in de Sport" en deze lezing verluchtte door talrijke lichtbeelden, hoofdzakelijk ontleend aan de Olvmpische Spelen 1928. Het was inderdaad goed gezien van "Marathon" om het winterseizoen, waarin hare leden zich grootendeels moeten bepalen tot z.g. indoor-oefeningen, in te zetten met eene demonstratie als hierboven genoemd, want we aarzelen niet om dezen avond een zeer leerzamen te noemen, omdat de aanwezigen, zij het ook door woord en beeld, nu ook kennis konden maken met de hoogeschool-sport, zooals die op een wereldtournooi als de Olympische Spelen tot uiting komt. Weliswaar had het aantal belangstellenden grooter kunnen, althans moeten zijn, maar dit doet aan de belangrijkheid van den avond niets af, zooals het zeventigtal toehoorders zeker wel zal beamen.
Na een inleidend woord van den heer Everaars, voorzitter der vereeniging "Marathon", kreeg de heer Haitsma gelegenheid, zijn beeldenserie te doen voorafgaan door eene uiteenzetting van de wijze, hoe de Olympische Spelen, die in Griekenland hun oorsprong hebben, zijn tot stand gekomen, welke historische beteekenis deze Spelen bezitten en hoe de naam "Marathon" in de wereld gekomen is. Wat dit laatste betreft, achten wij het niet ondienstig, ook de oningewijde deelgenoot te maken van deze wetenschap.
In de grijze oudheid, toen de volkeren elkander met minder moderne middelen bestreden dan tegenwoordig en ook de Grieken met 'n naburig land waren slaags geraakt, geschiedde het, dat de stad Athene, na langdurige bezetting door den vijand, werd bevrijd. De Grieksche staatslieden, die in vreeze en beven Athene waren ontvlucht en zich gevestigd hadden in Marathon, eene plaats op 42 K.M. afstands van Athene gelegen, wachtten in spanning het verloop van den strijd af. Toen Athene bevrijd was, gold de eerste zorg der ontlaste bevolking, om hare regeering in kennis te stellen van dit heugelijke nieuws. Maar hoe dit op de snelst mogelijke wijze te volbrengen? Spoorwegen, telegraaf, telefoon, radio en vliegmachines bestonden niet en het was toch van het grootste belang, dat de Grieksche overheid ten spoedigste werd ingelicht. Daar meldt zich plotseling een jongeling aan, een stoere, gespierde Griek. Hij biedt aan, het blijde nieuws over te brengen naar Marathon en den 42 K.M. langen afstand in draf af te leggen. Dit denkbeeld vindt bijval! En in recordtijd tippelt de Athener Marathon-waarts, kilometer na kilometer onder zijne voeten verzwelgend. Uitgeput komt hij te Marathon aan zuchtend en snikkend deelt hij het blijde nieuws mede aan zijne landgenooten en terwijl deze in vreugdekreten, losbarsten, valt de Marathon-boodschapper dood ter aarde. Vanaf dat oogenblik is het woord "Marathon" onafscheidelijk verbonden aan de historie der Olympische Spelen, die een nabootsing zijn van de groote sportfeesten, die de Oude Grieken pleegden te houden en die zoo hoog in eere stonden, dat elke strijd gestaakt werd, indien deze feesten, die een Olympisch, dus hemelsch, karakter droegen, een aanvang namen.
Op zeer bevattelijke wijze heeft de heer Haitsma deze wetenswaardigheden voorgedragen en daarbij hulde gebracht aan den Franschman Pierre de Coubertin, aan wiens initiatief te danken is. dat de Olympische Spelen - zij het ook in gemoderniseerden vorm - in eere zijn hersteld en om de vier jaar de aandacht der geheele wereld op zich vestigen.
Vervolgens verscheen de Olympische Revue ten doeke. Al die grootsche sport-evenementen, die vorig jaar te Amsterdam plaats vonden, trokken weer aan ons geestesoog voorbij. We zagen tal van fraaie beelden, prachtig-scherp geprojecteerd en duidelijk weergevend de realiteit, die aan goede sport de hoogstmogelijke eischen heeft gesteld. In het bijzonder heeft de heer Haitsma zich toegelegd op weergave van athletische instantané, in welken toeleg hij uitstekend is geslaagd. We hebben werkelijk nagenoten van hetgeen we zelf in Amsterdam, tijdens de Spelen hebben meegemaakt. We werden door de fraaie foto's weer herinnerd aan de enorme drukte in -en om het Stadion, aan den voetbalwedstrijd Holland-Uruguay, die duizenden en duizenden 10 uren en langer "in de rij" deed staan om een toegangsbewijs machtig te worden, aan de enorme prestaties van den Canadees Williams, die het nummer 100, zoowel als 200 meter won, aan de phenomenale verrichtingen der wereldberoemde Finsche lange-afstand-loopers Nurmi en Ritola, aan de onmogelijk-verre en -hooge sprongen der Amerikaansche deelnemers, aan de resultaten, die de discuswerpers en de kogelslingeraars wisten te bereiken, kortom: aan al dat mooie en onvergetelijke, dat de sport-virtuosen van geheel de wereld binnen de Amsterdamsche Stadion-muren hebben ten toon gespreid.
De toelichtingen, die de heer Haitsma bij de projectie gaf, waren nu en dan doorspekt van humor, terwijl eenige caricaturistische beelden bovendien de lachspieren der kijkers in beweging brachten. Maar ook werd aangetoond, welken stijl de athletiekers moeten aannemen om succesvol te kunnen manoeuvrecren, op welke wijze zij hunne leefwijze kunnen dienstbaar maken aan hunne sportprestaties en hoe zij zich kunnen ontwikkelen tot uitblinkers.
Zelfs de athletiek voor dames werd ons in beeld gebracht. De aanwezige dames voor 't meerendeel leden der vereeniging "Marathon", hebben genoten van de successen hunner sexe en zij zullen zich afgevraagd hebben, of in 1932 ook damesleden van "Marathon" naar Los Angeles, waar de eerstkomende Olympische Spelen zullen plaats vinden, worden, afgevaardigd. Waarom niet? Zouden de Zeeuwsche dames niet even goed uitblinksters kunnen worden als de Noord- en Zuidhollandsche, die in Amsterdam eenige successen boekten? Oefening! Oefening! Dat zij het parool!
Ook foto's van andere takken van sport, als zeilen, paardrijden, boksen, en zwemmen werden vertoond en deze alle werden toegelicht op eene wijze, die niet anders dan toenemende belangstelling voor de sport moeten wekken. Een welverdiend applaus beloonde den heer Haitsma voor zijn nuttigen arbeid ten belange der sport.
Nadien kreeg de heer J. P. van Bel, official van den Nederlandschen Voetbalbond, gelegenheid, om naar aanleiding van het vertoonde en het gesprokene, het verband tusschen voetbal en athetiek in het licht te stellen en de aanwezige jongelui op te wekken om hun voetbaltechniek - voor zooverre zij zich tot het voetbalspel voelen aangetrokken - op te voeren door middel der athletiek, omdat de zoogenaamde licht-athletiek hen ontvankelijk maakt voor de eischen, die voetbal aan hun uithoudingsvermogen en aan hunne lichaamsvaardigheid stelt. De heer Van Bel hoopte, dat voetbal en athletiek niet steeds parallel zouden gaan, maar elkaar zouden aanvullen, hetgeen hij vooral voor het voetbalpeil bevorderlijk achtte.
Ten slotte sprak voorzitter Everaars een dankwoord, waarbij hij de hoop uitsprak, dat deze avond vrucht zou afwerpen voor de sport in het algemeen en die van zijne vereeniging in het bijzonder. Wij deelen die hoop, omdat wij bij vernieuwing hebben mogen ondervinden, dat bij "Marathon", onder de uitstekende leiding van den technischen instructeur, den heer W. van Nek en de organisatoren, de gebroeders Everaars, -de sport- verzorging in goede handen is. Binnenkort hoopt de heer Haitsma eene soortdelijke lezing te houden in Middelburg. Wij hopen, dat het niet bij een voornemen blijft, opdat ook elders in Zeeland onze sportlievende provinciegenooten in theorie kunnen hooren en zien, van welk 'n groote beteekenis oordeelkundige sportbeoefening is en tot welke hoogte gezonde lichaamsoefening kan worden opgevoerd, dus wat de praktijk vermag.
Voetbal in Zeeland.
Onze Zeeuwsche tweede-klassers houden zich goed! Vooral de vereeniging "Middelburg" doet zich gelden en houdt Zeeland's naam in de Zeeuwsch-Brabantsche afdeeling hoog.
Ook "Zeelandia" weert zich flink, ondanks eenige struikelingen op de beide jongste Zondagen. "Vlissingen" is er eindelijk in geslaagd, na tal van nederlagen, eene overwinning te bevachten, n.l. Zondag l.l. op "Dongen" en zal hopenlijk dit eerste schaap, dat zij over den dam wist te brengen, wel door meerdere doen volgen.
De Zeeuwsche derde-klassers spelen met afwisselend resultaat. De vereeniging "Hulst", die de beste papieren momenteel bezit voor het afdeelingskampioenschap, is het eenige elftal, dat nog geen nederlaag leed, Bravo!
Het N.V.B.-programma op Zondag a.s. is vanwege de N.V.B.feesten en den wedstrijd Nederland-België, zeer beperkt. De clubs, die vrijgesteld wenschten te worden van competitie, kregen zoodanig verzoek onmiddellijk ingewilligd. Hierdoor zijn de elftallen van Middelburg I, Zeelandia I en II, Vlissingen II, Hulst en Terneuzen op non-activiteit, terwijl de overigen het volgende programma afwerken:
2e Klasse:
Te Breda: Velocitas-Vlissingen.
3e Klasse,
Te Middelburg: Middelburg II-Walcheren.
Te Zierikzee: S. I. N. 0. T. 0.-Zierikzee.
Te Roosendaal: De Muggen-Goes.
LUCTOR ET EMERGO.
DE SCHELDEZENDER
Hallo, hallo........
Hier is het draadloos uitzendstation de Scheldezender!
Vindt u het interessant te hooren:
- dat een inwoner uit Ierseke 1 maand gevangenisstraf tegen zich hoorde eischen voor de Middelburgsche rechtbank, wegens het wegnemen van 70 K.G. oesters, Cijferaars onder onze lezers mogen den prijs van 1 oestertje berekenen;
- dat een 15-jarige knaap, die in een beton put te Sluiskil werkte, door een van een staaldraad vallenden bak met beton werd getroffen. Het slachtoffer werd dood opgenomen;
- dat de heer J. H. Blum, die onlangs overleed, de navolgende legaten - vrij van successierechten - vermaakte: aan de Evangelische Vereeniging voor Zeeland 2000.-, aan de afdeeling Domburg-Westkapelle-Aagtekerke der Vereeniging tot Christelijke wijkverpleging op Walcheren's Noordwestelijk deel fl 5000,-, aan de afdeeling Oostkapelle-Serooskerke-Sint Laurens der zelfde vereeniging fl 1000.-, aan de vereeniging tot werkverschaffing aan Zeeuwsche blinden fl 2000.- en aan het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen fl 1000,-;
- dat de heer G. J. F. Blij, inspecteur van den Belgischen loodsdienst te Vlissingen, binnenkort benoemd zal worden tot directeur van den loodsdienst te Antwerpen;
- dat de gemeenteraad van Middelburg besloot geen subsidie te verleenen aan het Chr. fanfare-corps. Het voorstel van B. en W. inzake subsidieering van V. V. V. werd eveneens verworpen;
- dat het Middelburgsch dilettanten-tooneel de vorige week een alleraardigste opvoering gaf van het detectivetooneelspel "In Uniform";
- dat de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen met de Maatschappij Gent-Terneuzen onderhandelingen heeft gevoerd over den prijs tot aankoop van dezen spoorweg. Getracht wordt een accoord te bereiken dat overneming met ingang van 1 Januari 1930 mogelijk zou maken;
- dat de P.Z.E.M. nog niet gemakkelijk van het trammetje Vlissingen-Middelburg afkomt;
- dat in Goes werd aangehouden een leurder, die in Middelburg, terwijl hij alleen in de gang van een school vertoefde, diefstal pleegde;
- dat de winter-collecte, uitgaande van de Ned. Herv. Kerk te Middelburg, fl 1872,- heeft opgebracht. Uit de opbrengst dezer inzameling ontvangen in het bijzonder ouden van dagen en weduwen met kinderen, gedurende de wintermaanden een hoogere ondersteuning en tegemoetkoming in natura;
- dat ongeveer half Januari in de Goesche Landbouwbioscoop een installatie voor het vertoonen van sprekende films geïnstalleerd zal worden;
- dat de Ned. Herv. Kerk te Zonnemaire niet alleen met behulp van electriciteit verlicht, doch ook verwarmd zal worden. Deze moderniteit is in onze provincie wel een unicum;
- dat de vorige week brand ontstond in een deel van den schouwburg in Middelburg, in gebruik bij de Vrijmetselaarsloge. Door vlug ingrijpen van het personeel der naaststaande gasfabriek was de brand spoedig gebluscht. De waterschade in de loge en de er onder liggende damesfoyer is groot;
- dat de gemeenteraad van Terneuzen dezer dagen heeft ingetrokkene het raadsbesluit van 12 Juli 1927, beoogende de ontbinding van de N. V. Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding Mij. De raad besloot in verband daarmede voorts tot het aangaan van een leening, groot hoogstens fl 718,000.-. tot het verplicht stellen van aansluiting aan de waterleiding, en tot machtiging van B. en W. om op eerste vordering 10 pCt. der aandeelen in de maatschappij te storten. Men is thans dus op den goeden weg;
- dat men plannen koestert om in Goes een jeugdherberg op te richten. Zulk een inrichting is geen café, doch het biedt louter goedkoop nachtverblijf aan trekkende jongelui;
- dat in Goes Vrijdag de eerste steen is gelegd van de aan den Westwal in aanbouw zijnde Geref. Kerk. De pastorie en kosterswoning, die mede bij deze kerk gebouwd worden, zijn al bijna afgebouwd;
- dat 33 mannen te kennen hebben gegeven gemeenteveldwachter in Ierseke te willen worden. Men kan er slechts één gebruiken;
- dat behalve Middelburg en Vlissingen, sedert een week, ook Goes een afdeeling van het Nederlandsche meisjesgilde heeft;
- dat de Tweede Kamer het wetsontwerp tot wijziging van de grenzen tusschen Sas van Gent en Westdorpe heeft aangenomen. Aan een langdurige aanleiding tot wrijving is een einde gemaakt;
- dat de spiegelfabriek in Sas van Gent 14 Dec. a.s. 25 jaar zal bestaan;
- dat verschenen is de memorie van antwoord op het voorloopig verslag over het ontwerp tot verbetering van de haven van Vlissingen. De minister zegt o.a. dat de vergrooting der havendiepte in de eerste plaats noodig is ten einde de groote stoomvaartmaatschappijen zekerheid te bieden dat te allen tijde de groote schepen, welke den Scheldemond bevaren, de haven kunnen binnenloopen. Op de vraag of zich zeevaart of zeehandel van eenige beteekenis te Vlissingen zal ontwikkelen, kan de minister bezwaarlijk een antwoord geven. Verlaging der loodsgelden zou niet mogelijk zijn zonder wijziging der wet van 20 Augustus 1859.
- dat de vorige week in Rilland-Bath verschillende kleine inbraken plaats vonden;
- dat in de nieuwe Geref. Kerk te Krabbendijke geen orgel zal worden geplaatst, omdat een orgel volgens den Kerkeraad in strijd met de Schrift is;
- dat iemand uit Schore dezer dagen een varken van 680 pond verhandelde;
- dat het materieel van de Zeeuwsch-Vlaamsche Tramwegmaatschappij een mooie uitbreiding ondergaan heeft. Er was vooral behoefte aan gesloten vrachtwagens. Thans zijn gearriveerd 20 10-tons gesloten vrachtwagens en voorts nog 3 locomotieven voor passagierstreinen en 3 rijtuigen van het thans bij die maatschappij reeds in gebruik zijnd fraai model;
- dat de schooljeugd in enkele Zuid-Bevelandsche dorpen jacht heeft gemaakt op den schadelijken bastaardsatijnvlinder In Kruiningen werden in één week door de schoolkinderen 5000 rupsennesten ingeleverd, in Waarde circa 2000.
Wij sluiten nu tot volgende week Vrijdag........
Adieu ........
HET DAGBOEK VAN PHILEMON ZIJDEWIND
27 November. - Vandaag heel wat hatelijkheden geslikt over dien koperen cent, die door den Rotterdamschen Raad van Arbeid in optima forma werd nagevorderd van een zakenman, die hem tekort betaald had. Mij, als oud-ambtenaar, gebruikten ze als vergaarbak van hun booze buien. Maar ik hem ze van bescheid gediend. Leve de ambtenaar, die zoo accuraat is; van hem kan niet gezegd worden, dat hij wat de maatschappij aan het Rijk verschuldigd is, niet tot den laatsten cent opvordert. "Waarom legde die kerel dien cent er zelf niet bij?" wierpen die grootsprekers nu op. Ja, ze hebben goed praten, doch wie heeft bij gewichtige momenten altijd zijn tegenwoordigheid van geest disponibel? Wanneer 't gevaar geweken is, kan men gemakkelijk aangeven, hoe 't bezworen had moeten worden. Bovendien beseffen die kortzichtigen niet wat er aan het afstaan van één cent kan vastzitten. Regeeringscrisis zou er kunnen ontstaan wanneer een ambtenaar die gewichtige mededeelingen moet doen aan een minister die zijn begrooting verdedigt, door het tekort van één cent, de tram niet kan pakken, gaat loopen en juist te laat op het Binnenhof komt. Zoover als ik, denken echter die critici niet! Gelukkig dat ze mij hebben.
28 Nov. - Hemel en aarde zitten den geheelen dag aan elkander vast met draden van regen. Ben niets op die verbinding gesteld; wanneer je b.v. naar de maan zou willen telefoneeren - wie heeft er geen kennis aan makelaars of bankiers - wordt je kletsnat. Kwam straks mr. Mierick van Peuteren tegen. Die heeft de vereerende opdracht gekregen om voor 't Wetenschappelijk Genootschap een rede te houden over internationale invoerbelemmeringen. Heb hem in vertrouwen verteld wat ze mij in vertrouwen vertelde, n.l. dat de bey van Tunis onlangs plotseling de import van honing verbood en dat hij, toen ze hem op opheldering vroegen, niets anders zei dan: "we maken ze zelf!" Schandelijk! Ze moesten hem den geest van Locarno eens op zijn dak sturen en als dat niet hielp, nog dien van Genève er bij. Dan zou 't tenminste leelijk spoken bij dien potentaat.
29 Nov. - 't Is vandaag beter gesteld met 't weer. Gisteravond zijn ze dan ook met de Waterstaatsbegrooting klaar gekomen; de regen kan nu wel een tijdje op reces gaan. 't Is merkwaardig hoeveel overeenkomt er tusschen de politiek en het weer bestaat. In den verkiezingszomer is alles liefelijk en belofte-vol maar in den Kamerherfst bespeur je niets dan booze buien en kale vlakten. De politiek is ook even grillig als 't weer. Daar zou je 'n heel journaal van kunnen volschrijven. In Frankrijk hebben ze weer een lijk in een koffer gevonden. Zoo tegen Sinterklaas schijnt ook onder de misdadigers de surprise-geest de overhand te nemen.
30 Nov. - Met de Oudheidkundige Vereeniging naar den Willem-Annapolder op Zuid-Beveland geweest om naar het gat in den zeedijk te kijken. Natuurlijk niet omdat dat gat zoo oud is, dat zou maar 'n hatelijkheid jegens den Prov. Waterstaat zijn, maar omdat je nooit kunt weten wat er in zoo'n gat te vinden is, want daar zijn we als de kippen bij. 't Viel erg tegen. De voorzitter sloeg een cent met 'n'gat er in (niet door de Schelde veroorzaakt) aan den haak en ik 'n vierkant stuivertje. Krimp van Dulmen, die op bloote beenen rondwaadde, diepte een sigarenpijpje op zonder roer, wat hij aan de vereeniging afstond. Ze wilden mijn stuivertje ook hebben, doch daar protesteerde ik tegen. Nadat een fluks gevormde commissie uitgemaakt had, dat het geldstuk geen oudheidkundige waarde had, mocht ik 't behouden. Overigens een mooi gat. 't Kost fl 80.000.- om 't weg te werken. Veel te duur, wanneer je weet, dat de Schelde het er voor niets in maakte.
1 Dec. - Ben met mijn gummizool blijven haken, juist toen ik op de trap stond. Mijn gekreun vervult het huis. Zoo gauw ik een plekje op mijn lichaam weet, waar ik geen pijn heb, zal ik dit opteekenen.
2 Dec. - Breeduitstra is de schade eens wezen opnemen, zooals hij 't uitdrukte. "Het viel hem nogal mee," zei hij, waaruit wel opgemaakt kan worden, dat ik er vreeselijk uit zie. Sientje bewerkt mijn aanschijn met koudwater-compressen; Liesbeth repareert de schampschoten op de trap.
3 Dec. - Hoorde vanmorgen dat de buurtvereeniging vanavond potverteert. Heb het bestuur bezworen om te wachten, tot ik de ergste gevolgen van mijn val te boven ben. Botweg geweigerd. Is het te verwonderen dat mijn toestand heden verergerde?
VEREENIGINGSNIEUWS
Z. V. "ZEELANDIA", AMSTERDAM.
"Jong Zeelandia" heeft een nieuw succes te boeken. De opvoering van de operette "de Theepot van Napoleon" in "Maison Boer" op 27 November j.l. is buitengewoon geslaagd.
Alle medewerkenden, en dat waren er zeer velen, hebben zich op lofwaardige wijze gekweten van een prettige, doch zware taak. Het koor van Bretagne's boeren en boerinnen, zong, dank zij de goede muzikale leiding van den componist, den Heer Franse, uitmuntend en de solisten verdienen een bijzonder compliment. De talrijke aanwezigen, de zaal was geheel bezet, gaven door herhaald applaus duidelijk te kennen, dat zij het spel hoogelijk waardeerden.
Den auteur en regisseur, den verdienstelijken voorzitter van "Zeelandia", den Heer W. J. Nobels, komt een bijzonder woord van lof toe, voor zijn groote werkzaamheid en ik twijfel er niet aan - ik kon helaas het einde niet bijwonen - of men heeft, dat ten duidelijkste doen blijken.
Moge het operette Jeugd-ensemble "Jong Zeelandia" onder zulke beproefde leiding nog vele malen op het podium terugkeeren.