Ons Zeeland 1931, Groot Rotterdam, De Zeeuwsche Editie jaargang 1931, nummer 20, 31 juli 1931

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

Wat de vreemdelingen in Zeeland doen

Het vreemdelingen seizoen is er weer.

Als alle jaren brengen de booten van de Maatschappij Zeeland duizenden vreemdelingen aan, die ons klein landje overstroomen, gewapend met verrekijkers en fototoestellen; gekleed in geruite jassen en plusfours.

Ieder seizoen brengt 'n grooteren vloed vreemdelingen; men begrijpt haast niet, waar zij vandaan komen. En ook van den Beigischen kant stroomt het ons land binnen; westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen wordt ook 'n vreemdelingenland en verdient het ook te zijn. Het mooie oude stadje Sluis is zeer bezienswaardig; dan is er St. Anna Termuiden met zijn merkwaardigen toren, Oostburg, 't centrum, dat meer modern kan worden genoemd, talrijke aardige landbouwdorpen als Groede, Zuidzande, Cadzand, en om het beste paard van stal niet te vergeten: Breskens. We noemen deze gemeente zoo, omdat ze door haar lofwaardig initiatief inzake vreemdelingenverkeer getoond heeft, de teekenen des tijds te verstaan. Dit seizoen zal uitwijzen of Breskens als badplaats een toekomst heeft. Wij vertrouwen van wel.

Daar komen de volgepropte touringcars met den luidruchtigen gids, die al het schoon overtuigend aanprijst. Stop. Als een drift koeien jagen de vreemdelingen een stadhuis in en uit, dan de kerk, in en uit, dan de haven .... weg .... de claxon loeit: volgend nummer van het programma. Men móet Zeeland nu eenmaal gezien hebben, maar heeft tegelijk haast om weer ergens anders te komen. Ook een teeken des tijds is dit gejaagde, onrustige reizen, dat de indrukken niet kan vast leggen, en van de eene stad naar de andere jaagt.

We beklagen soms deze menschen, die alleen maar in zoo kort mogelijken tijd vééi willen zien, haastig een aantal foto's maken en weer voortjakkeren. En dat, terwijl men moet erkennen, dat Zeeland rustige aandacht vraagt. Er zijn dan ook andere vreemdelingen. Die komen op hun gemak, slenteren rond, en gaan op hun gemak weer weg. Ze bevolken de Zeeuwsche markten, volgen geboeid, hoewel niet begrijpend, de successen van den marktverkooper en maken ontelbare kiekjes. Ze loopen de koperwinkels binnen en gaan beladen met modern-koperen souvenirs, stadhuizen van Goes en Middelburg, molentjes, klompen, weer heen. In hoeveel huizen in Engeland zullen deze souvenirs prijken? Als het zoo doorgaat met den vreemdelingenstroom, dan zal de klomp weer in de mode komen !

De Engelschman staat en staart naar een oud bouwwerk, minutenlang. Hij bewondert 't geheel. De Franschman loopt er druk gebarend om heen, praat en roept, en ziet voornamelijk details.

De Duitscher zoekt een café tegenover het bouwwerk, proeft eerst eens van zijn bier en zegt dan rustig: 't is mooi terwijl hij meteen een anderen kant uitkijkt.

Vreemdelingen in Zeeland! Elke vreemdeling reageert anders op de schoonheid van ons land. Maar toch: ieder van hen neemt de herinnering aan een sukje schoonheid met zich mee; hetzij in zijn geheugen, hetzij op de fotografische plaat. En zoo hebben wij in het buitenland voortdurend en gratis een wandelende reclame voor ons mooie land. B.

KAMPERLAND.

Eén groote dorpsstraat zonder eind,

met huizen, huizen, ver en heind':

Een klinkerstraat met steen naast steen,

wat ongelijk voor 't wandlend been;

Heel klein, een dorpje van één straat,

naar alles komt en alles gaat;

genoeglijk langs die ééne straat;

Maar toch een dorp dat er mag zijn.

Al is zijn oppervlakte klein,

dit brengt juist de gezelligheid

die ons ontbreekt in onze tijd.

't Is of hier één familie woont

die altijd eensgezindheid toont.

De omtrek als een groote tuin

en verder 't Kamperlandsche duin.

Hij die naar rust en vrede streeft,

vindt hier meer dan hij nodig heeft!

B.P.

Rotterdam in Zeeland

Beteekent Zeeland iets voor Rotterdam ?

Of is dit in de oogen der Rotterdammers slechts een stukje drassige grond, waarop men zich alleen op klompen waagt? Ik weet het niet. Maar zeker is het wel, dat vele Rotterdamsche lekkerbekken dikwijls met intens verlangen zullen denken aan het vette landje bij de zee, dat zoo goed voor hun magen pleegt te zorgen. Kennen zij niet 't Zeeuwsch tarwebrood? Smullen ze niet van de Zeeuwsche besluiten? Glibberen de Zeeuwsche oesters niet door hun keelgat? En de mossels, de groenten, het fruit? "Zwiegt 't er van," zouden ze hier zeggen. En dat zeggen ze ook, wanneer ze denken aan alles wat Ròtterdam hun op zijn beurt biedt. Want Rotterdam is een stille liefde in vele Zeeuwsche harten! Daar, diep in het binnenland, verlangen de opkomende geslachten fel naar een "dagje uit", dat hun de havenstad in al haar grootschheid zal laten zien.

Vooral het eiland Schouwen en Rotterdam onderhouden een levendig verkeer. Economisch is dit zeer goed te verklaren. Als tuinbouwstreek is Schouwen voor een groote stad een belangrijke provisiekast.

Versch fruit, versche eieren, versche visch en versche groenten sleept het geduldige trammetje dagelijks in groote hoeveelheden naar de stad. 't Gaat langzaam maar zeker. En algemeen wordt het streven van de R.T.M. om het belang van de streek te dienen, op prijs gesteld. Wat echter niet kan verhinderen, dat de moderne techniek ook hier ingrijpt, en het vliegtuig een belangrijke schakel belooft te worden in de consumptievoorziening.

Maar, wij willen niet den schijn wekken, alsof wij in Zeeland alleen maar kunnen praten over eten en drinken! En daarom willen wij op een ander belangrijk punt de aandacht vestigen: de duinstreek. Niet, dat de Schouwenaars nu zulke voorstanders van het toerisme zijn. Integendeel. Men ontvangt de vreemdelingen wel vriendelijk - dat is nu eenmaal de gewoonte - maar ziet ze misschien liever niet dan wel, Daaraan is het wellicht te wijten, dat de duinstreek zich niet tot badstreek heeft ontwikkeld. Waarbij een andere factor komt: de gebrekkige verbindingen met het vasteland. De verbindingen geven nog alleszins reden tot klagen. Zij het niet bij allen. Want velen profiteeren - vooral wat het vrachtvervoer betreft - van het watertransport van en naar Rotterdam. Zonder dat waren er in Zeeland al heel wat meer doode havens. Over havens gesproken, Vlissingen heeft het de laatste jaren gezocht in de richting van aanloophaven, maar 't is zeer dubieus, of deze richting profijtelijk zal blijken te zijn. De practijk bewijst zulks nog geenszins.

Men zoekt nu zijn kracht in uitbreiding van de havenwerken, in de hoop, dat daarmee de bloei wel zal komen. Wij betwijfelen dit echter, en in ieder geval verdient deze methode o.i. geen aanbeveling.

Wellicht interesseert het de Rotterdanirners echter te hooren, dat Terneuzen als havenplaats sterk vooruitgaat. Daar zijn de vooruitzichten - als voorhaven van Gent - goed, en de werken, welke daar den laatsten tijd worden uitgevoerd, zijn gebaseerd op de werkelijkheid. Maar wij dwalen af. Zeeland is een waterland: Rotterdam is een waterstad. Is hiermee niet alles gezegd? Het verklaart, dat de Zeeuwen voor Rotterdam voelen, en dat de Rotterdammers, die Zeeland kennen, van dit mooie land gaan houden.

Moge deze wederzijdsche sympathie groeien Stad en platteland hebben 'elkaar onweersprekelijk noodig; zij moeten elkaar weten te waardeeren op de basis van elkaar kennen en elkaar begrijpen. v. Br.

Zeeuwsche Sport

Als het geen voetbalwedstrijd is, welken we te verslaan hebben, is het een bijzonder gebeuren.

Athletiek en zwemwedstrijden, turnuitvoeringen, zij komen niet zoo druk voor. Zoo mochten wij Zaterdag j.l. de Vlissingsche Boulevard-Estafette meemaken. Marathon had daarvoor wel een zeer bijzonderen dag gekozen n.l. den laatsten kermisdag. Wij konden den lust, nog eens even het kermisterrein op te wippen, niet weerstaan. Is het niet heerlijk, zich geheel onder te dompelen in de vreugde en het vermaak, die hier algemeen zijn? Eenige oogenblikken alle zorg en narigheid vergeten. Draaien en glijden, zich te buiten gaan aan allerlei lekkernijen, die ons zeer verleidelijk worden voorgezet. En dan muziek en lawaai! Orgels, die fel tegen elkaar in hun tonen de ruimte inslingeren, ze doen opklimmen tegen de huizen om in 't niet te verdwijnen. Als sportsmen denken we aan de mogelijkheid van kermis-kampioenschappen zooals: record-poffertjeseten, lange-afstand draaien, maar realiseeren dan meteen, dat we ons moeten haasten om vóór den start van de Boulevard-Estafette bij "Brit" te komen. Hier ligt onze taak en niet op het kermisterrein. Hoe zouden de Zeeuwen het er af brengen? Hebben de Vlissingers en Middelburgers niet te veel kermis gevierd? Zijn zij zoo sterk geweest, zich dit genoegen te kunnen ontzeggen? Wij kunnen slechts hopen. En we zijn niet teleurgesteld. "Marathon" heeft zich tusschen een aantal sterke teams een zeer goede plaats weten te veroveren, n.l. de vierden achter Pro Patria, de Zwaluwen en D.O.S. resp. uit Rotterdam, Den Haag en Rotterdam. "Marathon" had nog niet haar sterkste combinatie op de heen gebracht. Ongetwijfeld zou Stevense den nu gemaakten tijd nog wel wat hebben verkort. We voorzien, dat "Marathon" volgend jaar, met Stevense, ee zeer gevaarlijke concurrent zal worde van de Hollandsche Vereenigingen, die de reis naar Zeeland aanvaarden.

En onze andere Zeeuwsche Vereeniging "E.M.M.?" Ja, dat is een puzzle. Wat er hier mankeert, weten we niet. Op de lange en tusschen-afstanden worden haar vertegenwoordigers herhaaldelijk geslagen door de "Marathon"-loopers. Toch is een looper als Kambier een kracht, die o.i. tot goede dingen in staat is. Verliest Kambier aan snelheid? Wanneer hij zich eens wilde toeleggen op startoefeningen en speciaal aandacht besteden aan zijn eindspurt, zou hij ongetwijfeld daarvan voordeelen ondervinden.

De 1800 Meter afstand "lag" Zuidweg niet meer; bij schijnt thans meer voor 400 en 8W Meter afstanden in conditie te zijn. Wolf en Enkelaar, twee sterren van middelmatige grootte, die niet in de schaduw kunnen staan van een Van Sorge en De Jager van "Marathon", doch ongeveer van gelijke kracht als Van Maris, een looper, die in opkomst is en binnen afzienbaren tijd Van Sorge en De Jager zal opzij streven. Zijn loopen viel ons dezen keer op, hij gaat hard vooruit. De Jager lijkt ons een krachtmensch, die de techniek van het loopen nog niet te pakken heeft. Dit is het groote verschil met toopers als Baars, Heineman, Haver, (P.P.), Hartman, Kemp (D.O.S.), Kok (Zwaluwen). Zij demonstreeren een prachtstijl. Gemakkelijk en licht vertrekken zij, even vlot en frisch komen zij aan. Men ziet, dat iedere arm- en beenbeweging productief is gemaakt. De vorig jaar gemaakte tijd werd met 10 sec. verbeterd. Pro Patria won ook nu in 20 min. 29 sec., gevolgd door Zwaluwen, in 20 min. 31 sec., D.O.S. in 20 min. 50 2/5, sec., "Marathon" in 21 min. 33 2/5 sec., R.A.V. '31, Rotterdam, 21 min., 30 4/5 sec., "E.M.M.", in 21 min., 55 sec.

Een goed georganiseerde wedstrijd met een groote propagandistische waarde.

 

Bie ons op 't durp

XI

De menschen bin kwaed op m'n. Vlee weke was ik in stad, en toen ieuw Joppe Versperre m'n staende, en ze zee: Noome Pier, noe mô je mien toch 's vertellen wà voe 'n taele of jie noe eigelijk schrieft in dà blad. D'n een zei: 't trok nerges op, en d'n aar zei, ie eit 't'r wè 'n 'andje van. Ik zeg ik: ik weet 'et nie, wan 'k èn d'r glad gin verstand van, mae 'k zà 't is an z'n vraegen, ie is nog à vee op de baene en dan zà'k t'n wè 's anspreken.

E mae Joppe toch, zee ik, 'k doch dà jie dà noe toch wè zou begriepen.

E bel neent, zee Joppe.

Noe, dà zà 'k je dan 's gauw vertellen, zee ik. Kiek is, jie weet toch ôk wè, dazze op ielk durp aars praeten?

Wou 't nie! Zee Joppe.

En noe, dan begriep jie toch ôk wè dà 'k uut al die taelen ier en daer 'n stikje mò nemen?

A 'k alleenig in 't lesses schreef of in 't Middelburgs, dan zouwe ze d'r op Schouwen niks van begriepen. En daevoe neem k 'ier 's 'n lesses woord, en daer 's 'n Schouws begriep je? 1

Zoò, zoò zee Joppe, mae ze keek mae aorig.

En zà jie dat noe 's tegen de menschen zeggen?

Allé, zee ze, dà zà 'k tan mae doen. Noe dag óor!

E'n wig was ze.

Afijn, 'k èn d'r nie lange an 'edocht. D'r bin wè arre diengen, die 'k an m'n 'oot èn; de terreve stae zó aeremetierig en mie d ' erpels is 't ôk nie vee' 'edaen.

Noe, en dan ei je die Terrevewet. Da's noe glad niks! Ik zegge: 'n boer is 'n boer, en dae in Den Aog weten ze van 't boerevak niks. 't Is t'r zó mee 'esteld, dà Jan van Akke bevobbeld, d'n bakker bij ons, altied zuuvere Zeeuwsche terreve gebruukte. Noe mie die wet mot 'n mae twintig percent mî gebruken, en noe vraeg ik je: 'oe bin wulder dae dan beter mee? In arre plekken is 't krek eender. In de krante stieng da'n groate febriek in Rotterdam òk d'r broad 'eelegaere mie Zeeuwsche terreve maekte, en noe motten ze òk mae 20 percent mî gebruken. Noe begriep ik tà wè, die wet is voe d'aoge 'eeren, die niks as butenlandsche terreve gebruukten, en zò kom dà wee goed. Mae vee' zie 'k 't er toch nie in. Nee 'oor, ik zie ik d'r nie vee in. As 't er mae 'n vreë uutvoer was, dan kwam 't al wee goed. Mae mi al die terieven kan 't ommes nie goed kommen? Ee?

Toen 'k tuus kwam, was 't wee mis. Bure Piete was 'ewist, en den diejen mot altied in d' assen roeren. Ik zegge tegen d'r: schiet jie noe mae gauw op. 't Is ôk waer, nie omda' ze noe van den aeremen trekt, 'oor, dà glad nie, wan dae is ze niks minder om, me bin allegaer eender. Mae 'eur 'ei altied wat an te smèren, en dae 'en 'k nie van terug.

Allé, de groetenisse

PIER VAN 'T HOF.

 

 

Zeeuwsche Omroep

Hallo! Hallo! hier is de persdienst van den officieelen Zeeuwschen Omroep. Het verder vertellen van deze berichten is geoorloofd.

Sinds jaar en dag verschijnen er in de bladen berichten uit Hansweert over schepen, die omhoog gevaren zijn en dan blijven zitten. Naar wij vernamen is de Koninklijke Nederlandsche Vereeniging van ongehuwde oude dames thans in actie gegaan om den onbetamelijken term van "blijven zitten" te doen vervangen door vast geloopen.

Uit Breskens seint men ons, dat de roemruchte jaarbeurs bezocht is door 11000 betalende en 9000 niet-betalende bezoekers. De man aan de contrôle bij den ingang had het blijkbaar zon druk met tellen, dat hij 't ontvangen gedurig vergat.

Uit Sas van Gent vernamen wij, dat, nu de Raad er geen cent voor over had, de wielerbaan gesloopt zal worden. Uit algemeen gebrek aan belangstelling, mag men wel zeggen. De Zeeuwen kwamen nooit kijken naar de renners; ze wisten toch al, dat de voorste het winnen zou.

Onze correspondent te Tholen berichtte ons, dat in het bij schippers welbekende Thoolsche Gat een ark lek gestooten en gezonken is. De personen die in de ark verblijf hielden konden op 't nippertje door een sleepbootje gered worden. Wij betreuren 't, dat onze medewerker verzwijgt, wat er van al de dieren terecht kwam.

Uit Wemeldinge gewerd ons per specialen koerier een depéche waarin vermeld stond, dat de sleepboot "Zeehond" binnengebracht heeft het klipperschip "Junior", dat tengevolge van den storm onklaar geraakt was en zijn zwaarden verspeeld had. Wanneer de wind ook al met de ontwapeningsactie gaat meedoen, ja, dan zal de oorlog geen kans meer krijgen!

Uit Verseke seint men ons, dat de oude kanonneerboot "Ramses", welke altoos op wacht ligt voor de Yerseksche Oesterhanken, voor jaarlijksche schoonmaak naar Zierikzee is gesleept maar weldra zal terugkeeren. Er zijn verscheidene Zeeuwen, die vurig wenschen, dat het Rijk ook de andere Zeeuwsche banken had bewaakt; er zouden dan allicht heel wat spaarduitjes behouden zijn gebleven.

Gedurende drie van de warmste dagen heeft in 't gemeente-abattoir te Goes de koel-installatie niet gewerkt. 'n Volgenden keer zullen wij zon'n feit speciaal omroepen. Het zal voor velen interessant zijn om te zien, hoeveel "leven" er nog in 't vleesch van ,n doode koe zit.

De 's-Gravenpoldersche autoriteiten hebben laten bekend maken, dat het rijwiel van een café-bezoeker door 'n onbevoegde is weggehaald. De nationale bond van langvingers heeft hun daarvoor een telegrafische dankbetuiging gezonden. Minder fijngevoelige bestuurders zouden immers direct het lelijke woord dief gebruikt hebben.

Nu de P.Z.E.M. haar intocht deed in Nisse, is de gemeente-betrekking van lantaaroopsteker opgeheven; die van knopomdraaier zal nu ingesteld worden!

Tot de volgende week, dames en heeren!