Ons Zeeland 1931, Groot Rotterdam, De Zeeuwsche Editie jaargang 1931, nummer 30, 9 october 1931

Vorige nummer Volgende nummer Overzicht Online zoeken

Schildersleven in Zeeland

Zeeland komt de laatste jaren zóó in het centrum der algemeene belangstelling te staan, dat de vreemdelingen er bij massa's binnenstroomen. En vanzelfsprekend zijn het niet alleen toeristen. Ook de kunstenaars hebben Zeeland ontdekt, en die het ontdekten, bleven er, of komen bijna ieder jaar weer.

En zoo gebeurt het, dat al die torens en geveltjes, al die duinvalleien en polderlandschappen, die boomgaarden en hofsteden, en vooral ook: de zee, niet alleen meer in werkelijkheid zijn te zien, maar ook op doek en op papier. Bijna alles wat mooi is in Zeeland wordt door het penseel of de-naald voor altijd vastgelegd.

Dat is leuk. We vinden het alleen jammer, dat bijna al deze kunstwerken naar elders verdwijnen. De Zeeuwen hebben het over 't algemeen nog niet geleerd om de kunst naar waarde te schatten. En dit is jammer, omdat goede kunst tòch niet onbetaalbaar behoeft te zijn, en altijd weer bron is van nieuwe vreugde. Hoeveel menschen hangen hun kamers niet vol met goedkoope reproducties, terwijl men voor 't zelfde geld één kunststuk had kunnen koopen dat een heele kamer mooi maakt ?

Neen, erg kunstzinnig aangelegd zijn de meeste Zeeuwen niet.

En toch is er wel belangstelling voor de verschillende kunsthandels, die Zeeland rijk is. Dat wil zeggen: als men het werk van buiten af kan zien. De meeste menschen gaan den kunstwinkel niet binnen, omdat zij dan denken in elk geval iets te moeten koopen. Maar dat is nièt waar. De kunsthandelaar laat zien; u kunt koopen of niet koopen, dat is uw zaak. Het is toch ook te begrijpen een schilderij is geen doos sigaretten; men moet over den koop eens rustig een paar dagen nadenken, voor men er toe overgaat.

Uit den aard der zaak wordt het meest geschilderd in Middelburg en Veere. Toch komt ook Schouwen in trek; bekende kunstenaars als Anton Pieck, Albert Goethals en Johan Haak, hebben er de laatste jaren gewerkt. Maar de beide Walchersche steden trekken 't meest. En geen wonder. Er is daar zooveel aan vormen- en kleurenrijkdom, dat men er jaren lang kan werken. Veel kunstenaars hebben zich dan ook op Wateheren gevestigd. Enkelen stichtten de Kunstclub "Het Zuiden", die in Vlissingen exposities organiseert. Ja, die tentoonstellingen! Daar moet u heen. Het kost immers weinig of niets, en men krijgt er zooveel moois te zien. Men kan ook genieten zonder te koopen

Overigens is 't voor de schilders een slechte tijd. De kunstenaars lijden altijd het eerst onder de malaise; men schaft allereerst de luxe af. Vandaar, dat vooral ook in dezen tijd weer zooveel klein en goedkoop werk op de markt komt. De kunstenaar moet nu eenmaal leven als ieder ander. En in ons land voelt men nu eenmaal niet heel veel voor kunstbescherming; uitgezonderd dan de gemeente Amsterdam, die in dit opzicht als voorbeeld mag worden genoemd.

Nu is het waar, dat kunstwerken duur zijn. Het lijkt zoo eenvoudig: een schilder, nou ja, die gaat zitten en schildert, en na een paar dagen is hij klaar. Maar dan vraagt ie voor zoo'n ding'n paar honderd gulden!

Zoo hoort men spreken, maar zoo eenvoudig is het niet. Men vergeet, dat een kunstenaar geen huisschilder is. De kunstschilder kan soms weken, maanden lang niet werken. Zijn materiaal is heel duur; zijn voorstudies kosten tijd en geld. En met deze factoren moet men rekening houden.

We laten hier iets van het werk in Zeeland zien. Wellicht wordt hierdoor eenige belangstelling voor de kunst gewekt. We hopen het. Want deze belangstelling zal in ieder geval verdiend zijn. Z.

KWADENDAMME

In de stilte en rust bevolen

ligt het kleine dorp verscholen,

in den zak van Beveland,

't leven lijkt hier traag te vloeien,

simpeltjes omhoog te bloeien

ver van levens fellen brand.

Vadelijk ligt in het midden

't kerkje alsof het wilde bidden

voor het heil van iedereen;

voor dit dorpsch familieleven

om zijn sterke muren heen.

Slechts het kinderspel kan storen

rust en stilte die bekoren

bij dit land'lijk tafereel.

En soms rammelt er een wagen

die zijn tarwelast komt dragen

van de akkers naar den deel.

B. P.

 

Zeeuwsche Sport

Het is herfst, de winter is op komst. De bladeren dwarrelen als een geel-gouden regen omlaag. Een kleurenpracht, welke de vergelijking van schoonheid met den zomerschen tooi onzer bosschen en lanen goed kan doorstaan, is echter niet meer in staat de menschen tot zich te lokken. Bruin is de thans in de natuur alles overheerschende kleur; de kleur ook van het monster, klein in wezen, maar onmetelijk groot is zijn invloed op het sportminnend deel van ons volk. Is niet dat kleine ronde ding, dat men voetbal noemt, in staat, letterlijk en figuurlijk, duizenden en nog eens duizenden menschen in actie te brengen? Het strand, de bosschen en weiden, zij waren in staat des Zondags jong en oud in drommen tot zich te trekken. Thans is het weer de voetbal, die aller belangstelling heeft. De dag-, week- en andere bladen staan vol van voetbalnieuwtjes en prognosticums.

Prijsvragen, voetbalpuzzles duiken allerwegen op; een welbekende firma komt met een voetbalvademecum. Voetbal is 't gesprek van den dag; er worden kansen berekend, voorspellingen gedaan en als de K. N. V. B. haar programma heeft bekend gemaakt concentreert de aandacht der clubmenschen zich op den eerstvolgenden wedstrijd van "hun team." De K.N.V.B. machines en die der onderbonden werken op volle kracht. En zoo is dan ook in Zeeland de voetbalzaak weer reeds eenige weken aan den gang. Twee tweede-klassers en een veertiental derde-klassers zijn in den strijd, waarvan 8 in 3 A en 6 in 3 B. Hoewel we natuurlijk hoofdzakelijk onze aandacht moeten besteden aan 2 A. zullen we dit jaar ook de 3de klasse zoo nu en dan eens onder de loupe nemen. De reserve-

elftallen als Zeelandia II, Middelburg II en Vlissingen II zullen we echter moeten laten rusten, daar anders ons programma overvoerd zou worden. Zeelandia, Vlissingen, Hulst, Axel, Zierikzee, Sinoto, Zeeuwen enz. allen zullen hun beurt

krijgen.

Hoe is thans de stand na 3 weken voetbal? Er is betrekkelijk nog weinig positief te distilleeren uit de gespeelde wedstrijden. Het moet December worden vóor er eenige teekening komt.

Onze Zeeuwsche 2c-klassers doen het niet slecht. Als we b.v. Terneuzen pakken, de jonge 2e-klasser, dan zien we dat van de eerste drie wedstrijden de beide thuiswedstrijden tegen Baronie en Alliance werden gewonnen met resp. 4-3 en 3-0, terwijl de uitwedstrijd tegen Mevo, ondanks een voortdurende overwicht der Zeeuwen met slechts 2-1 werd verloren. We moeten tot de slotsom komen, dat Terneuzen een ploeg is, die thans reeds getoond heeft in dit milieu thuis te behooren. Het eerste jaar is één van de moeilijkste en naar onze meening zal Terneuzen zich daar heel goed door heen slaan. We hopen op 18 October de Terneuzenaren eens te bezoeken, wanneer de wedstrijd tegen Breda gespeeld wordt. Komt, mannen van Terneuzen, toont, dat ge Zeeuwen zijt, kerels die van vasthouden weten.

"Middelburg" heeft twee gewonnen en één gelijk gespeelden wedstrijd achter den rug. De 3-3 uitslag tegen Alliance heeft teleurgesteld, doch als we daarnaast de 4-1 overwinning tegen Mevo en de 8-2 verplettering van R.B.C. zien, dan geeft dat niet alleen moed voor de toekomst, maar ook het bewijs, dat er een voorhoede staat, die punten kan maken. Het spel der Middelburgers is lang niet onberispelijk, maar toch geeft het ons de gedachte, dat het veel beter kan en zal worden. De beide oud-tweede-klassers Vlissingen en Zeelandia hebben elkaar reeds ontmoet en gelijk gespeeld. Toch zijn o.i. de rood-witten sterker; zij verpletterden Nieuw Borgvliet en Sinoto met resp. 7-0 en 7-1. Zeelandia verloor haar eersten wedstrijd van Goes (4-2), de club, die o.i. een geducht woordje zal meespreken in 3 B. en waaraan ook Vlissingen een kwade tegenstander zal hebben.

Bie ons op 't durp

XVIII

Vandaege à 'k tandpiene, en 'k docht: ik gae ik 's nae de mart, om te zien of dokter Desmet t'r nie is.

Wan 'k à toch zò'n vrekte tandpiene!

Noe mo je nie dienken, dà 'k in al die wonderdokters gloave. Glad nie, en afijn, dat èn 'k je à 's eerder 'ezeid ôk. Mae weet je, dien dokter Desmet, dà 's toch zó'n aorigen, à die je ankiekt mie van die felle oagen, dan kiekt t' 'n glad deu j'eene.

En verentig, ie stieng d'r wee, mie 'n 'oop volk rond z'n. En toen 'k t'r bie kwam, zee 't , un:

"Edde ge pijn in 't oofd; kunde niet eten of slapen, ga eene keer naar dokter Desmet, en die zal oe 'elpen. Pijn in de borst, in de buik, in de ingewanden, 'n stinkende asem, een slechte stofwisseling, ga naar dokter Desmet."

Toen vouwde 'n 'um 'n boeksje open en zee: ik 'eb 'ier het lichaam van eene vrouw en het lichaam van eenen man, van zijnen bouw en zijne inwendige organen. Ja, dat boekske is nog van mijnen pappa, en die was maar een eenvoudig boerke, maar de menschen kwamen van veer wijl hij de dokterskunst zoo goed verstond. Dames en ieren, het menschelijk lichaam met al zijne gebreken, zie 'ier! En als er onder u zijn, die kiespijn 'ebben, dan komen ze 'ier, en ik zal de slechte kies wegnemen. En ik gebruik daar geen tang voor, maar ik gebruik daarvoor de tang, die de natuur mij 'eeft gegeven. Ziet 'ier, ik neme de zieke tand tusschen duim en vinger en trek hem er uit.

Maar als ge die tand niet kwijt wilt raken, en ge komt bij mij, en ge zegt: Dokter Desmet, ik 'eb toch zoo eene tandpijn, dan neem ik een paar droppelkes van deze medicijn op een watje en doe dat in de kies, en de wormen kruipen op dat watje over oe 'and en ge zijt uwe kiespijn kwijt."

Afijn, zò stieng t'n mae te raezen, en ik docht: ik laete jije nie an m'n tanden kommen, à bie jie nog zò'n knappen. En toen è 'k mae 'n fleschje medicien 'ekocht, en 'etaeld ôk, natuurlijk, en 't 'ei gollepe ôk. En dà kà je noe om lachen, mae 'k zegge ik, 'k gae nooit nae 'n wonderdokter, mae dokter Desmet, die mag t'r toch wezen.

Mae 'k zwiege d'r van. E 'k noe toch nie in de krante 'elezen, dat Engeland feliet is, en de beurzen 'esloten en in China en Japan bin ze wee an 't vechten 'erocht.

Ik vind ik dazze dien oorlog mosten verbiejen,wan d'r is gin een christenmensen, die dae toch an mee kan doen.

't Is 'n uutvindsel van den duvel, dat zegge ik, en 'k èn d'r in 1914 vee van 'ezien, wan 'k weunde toen in Zeeuwsch-Vlaanderen, vlak bie de grens, en je wier d'r gewoonweg koud van. En ik vind ik, dat die 'aoge 'eeren 't zelf maer uut motten vechten. Gin mensch wordt t'r beter van zo'n oorlog, en d'eele boel rocht kepot.

Mae me zitten d'r mae mee, weet je, en 't is 'n slechten tied, en 't zà nog vee slimmer worren mie de winter. Overà werkeloosheid en 't land 'ei gin waerde mi, en dan bin ze nog bezig om de Zuierzee dicht te gooien, en dae zie 'k ôk à niks in, wan d'r is à land te vee.

Afijn, zwieg t'r van, zwieg t'r van.

De groetenisse,

PIER VAN 'T HOF.

Zeeuwsche Omroep

Hallo! Hallo! hier is de persdienst van den officieelen Zeeuwschen Omroep. Het verder vertellen van deze berichten is geoorloofd.

Onze correspondent te 's Gravenpolder maakt ons vol verontwaardiging attent op het feit, dat de raad een tapverbod in het leven riep. Hij zou, zoo meldt hij ons, die vroede vaderen wel weg kunnen schoppen. Kalm aan, kalm aan vriend! Wanneer je niet oppast, komt er nog 'n trapverbod ook!

Te Middelburg is Zaterdag de brandweerkazerne en het materiaal voor het publiek te kijk gezet. Onze hoofdstedelijke medewerker moppert, dat bij die gelegenheid het publiek verder niets aangeboden werd. Hij had blijkbaar minstens op wat spuitwater gerekend!

Men seint ons uit Haamstede, dat er wederom op het vliegveld militaire aviateurs zijn gedaald, die, wat voor pogingen ze ook aanwendden, niet meer van den grond konden komen. Men hoopt in Zeeland van harte, dat het legerbestuur voor dezen tak van dienst wat opvliegender menschen kiest. Zooals het thans is, is het geen gezicht!

Men telefoneerde ons uit Waarde, dat een lid van de plaatselijke voetbalvereeniging bij een oefenwedstrijd zijn hielbeen brak, waardoor de vrees ontstaan is, dat een veelbelovende carrière in haar roemrijken aanvang gestuit is. Wij gelooven daar niets van. Wie op zoo'n jeugdigen leeftijd reeds een voet-stuk heeft, beloopt minstens de kans op een standbeeld.

Te Krabbendijke hebben misdadigers zich vermeten om des nachts in te breken in het dorpsstation. Groote paniek den volgenden morgen. De spoorkaartjes gestolen. Alle Krabbendijksche reizigers moesten loopen. De Nederl. Spoorwegen zitten in zak en asch. Zij vermoeden, dat de dieven, 'n lijntje voor zichzelf beginnen willen en men heeft toch al zoo'n concurrentie van de auto-bussen!

Te Clinge weer 'n andere misdaad. Tot tweemaal toe is er 'n groote partij aardappelen van 'n landbouwer gestolen. Alle moeite van de dorpsautoriteiten om die veldvruchten weer te vinden, bleven vruchteloos. B. en W. denken nu over het per draadlooze uitzenden van een signalement dier aardappels. Wij houden ons beleefd aanbevolen.

Men meldt ons uit Middelburg, dat de Ria-tentoonstelling geen succes is geworden. Die was dan ook onder afschrikwekkende voorteekenen begonnen. Bij de opening was namelijk de halve rechtbank en de commissaris van politie aanwezig.

Te Bruinisse is de bewaarschool-onderwijzeres met 'n gebroken duim en dito armschijf opgenomen. Zoo ziet men, dat het vaak gemakkelijker is een ander dan zichzelf te bewaren.

Met de laatste post kwam nog 't bericht, dat te Poortvliet een paard in de weide van zijn eigen staart beroofd is. Wij voelen, dat 'n gestolen staart een onwaardig slot is, maar we kunnen er heusch niets aan doen.

Tot de volgende week, dames en heeren!